CIRCUIT GUSTAVE COURBET DAG 1
Traject Ornans - Cléron - Amondans - Lizine - Alaise 28 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ornans - Beeld Gustave Courbet bij zijn geboortehuis

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek









Ornans, Musée Gustave Courbet
Ongeveer 28 km.
Deze pittige dagwandeling vormt de eerste etappe van het Circuit Gustave Courbet. We starten in de geboorteplaats van Gustave Courbet: Ornans, idyllisch gelegen aan de Loue. De route volgt de rood-witte markering van de GR590 langs de randen van het Plateau van Amancey met prachtige vergezichten over het dal van de Loue. Op de wandeling komen we voorbij het Château Saint Denis en Château Cléron en door uitgestorven dorpjes als Amondans, Lizine en Alaise, waar de tijd lijkt stil te staan. De wandeling gaat over steile hellingen, door dichte bossen en golvende weiden. De routemarkering te voldoende maar de routekaarten IGN 1:25 000, 3324ET Arc-et-Senans - Quingey en 3424OT Ornans - Source de la Loue waarop de GR590 en GR595 zijn beslist nodig!!

ROUTEBESCHRIJVING

Het vertrekpunt van het Circuit Gustave Courbet vanuit Ornans is natuurlijk het Musée Gustave Courbet, ondergebracht in Hotel Hébert, het geboortehuis van de beroemde realistische schilder Gustave Courbet (1819-1877), een mooi 18e eeuws optrekje. Het pand ligt direct aan de rivier de Loue, midden in het oude stadsdeel van Ornans. Er zijn 83 schilderijen, beeldhouwwerken en tekeningen van de Meester van de Realistische School te zien, die in de omgeving van Ornans gemaakt zijn. Maar ook portretten en scènes, die hij in het Parijs en elders geschilderd heeft en uit de hem zo dierbare streek tot aan zijn vrijwillige ballingschap en zijn definitief vertrek naar Zwitserland. Het museum is in 1971 tot stand gekomen en heeft themazalen, zoals de geboortekamer van Gustave Courbet, de Salon Hébert en de Salle de l'Après-Dînée à Ornans.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ornans - Op weg naar het geboortehuis van Gustave Courbet
We lopen in de richting van de Grand Pont en gaan naar rechts over deze brug, vanwaar we naar beide zijden een prachtig uitzicht hebben op de direct aan de Loue gelegen huizen met hun balkons. Op de kruising naar links door de Rue Pierre Vernier. Ook deze straat verwijst naar een beroemde inwoner, de wiskundige Pierre Vernier (1580-1637) en uitvinder van de rekenliniaal. Langs het gemeentehuis komen we op het Place Gustave Courbet, vroeger Place des Iles Basses geheten, omdat de Loue ooit tussen de eilandjes in de rivier slingerde. De lindebomen die dit plein omzomen stammen waarschijnlijk uit de tijd van Lodewijk XVI. Nu dankt het plein zijn naam aan de bekende schilder uit de 19e eeuw, die hier in het pand op nummer 22 zijn atelier heeft gehad, waar hij zijn beroemde doek: Begrafenis in Ornans (1850) schildert. Op dit pleintje vinden we ook de fontein Le Pêcheur de chavotes, door Gustave Courbet voor de stad Ornans gemaakt in 1862.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ornans - Place Gustave Courbet met fontein Le Pêcheur de chavotes
Bij het Place Gustave Courbet steken door de Passerelle de Loue over en komen in de Rue St. Laurent, waar enkele opmerkelijke gebouwen staan. Even naar links zien we door een poort het Hôtel Bauquier-Doney uit de 16e eeuw en aangepast in de 18e eeuw. Opvallend is de 8-hoekeige toren, waarin zich de trap bevindt. Wij komen meteen op de Rue St. Laurent langs het Hôtel Grospain uit de 16e eeuw met bijzondere stenen trap. Het oude gemeentehuis is in 1590 gebouwd, nadat Antoine de Granvelle Ornans in 1576 het recht op een gemeentehuis geschonken heeft. De straat naar rechts volgend komen we langs de Église St. Laurent, een historisch monument in Gotische stijl gebouwd met klokkentoren met nog Romaanse resten en de typische torenspits van de Franche-Comté uit de 18e eeuw. Haar oorsprong gaat terug tot de 12e eeuw, maar door de familie Granvelle van 1546 tot 1553 nieuw gebouwd. In de kapel vinden we de marmeren graftombe van Nicolas Perrenot de Granvelle (1484-1550) en zijn vrouw Nicole de Bonvalot. Het voorportaal heeft 5 verschillende bogen en binnen zien we een indrukwekkende preekstoel, een schip met spitbogen, een barok koor en als sluitsteen in de gewelven de familiewapens van de weldoeners: de familie Granvelle, de Grospain, de Chassagne, de Bonvalet, de Orsans en Chaudrier. Het kostbare meubilair bestaat uit een retabel, tabernakel, koorbanken van Jean Gauthier (1665), een orgel van Poyard (1699), een 16e eeuwse verzilverde relikwiebuste van St. Laurent, een houten beeld van St. Yves (patroon van de magistraten) en een beeld van de Notre-Dame des Malades.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ornans - Église St. Laurent
Door de Rue du Champliman voert de route ons naar de brug van de Avenue Charles de Gaulle. Hier is een eerste punt waar Gustave Courbet zijn zicht op Ornans met de Loue aan een van zijn vele schildersdoeken heeft toevertrouwd. We vervolgen de D241 met de rood-witte markering langs de Route de Lonège, die buiten de bebouwing overgaat in de Rue de Chassagne. Voor het bos slaan we een onverhard pad naar links in en weldra begint de klim over de flank van de Mont d’Ornans. Rechts aanhoudend lopen we boven langs de kam van de Roche Thiébaut met het uitzichtpunt Belvédere de Barmaud. We kruisen nogmaals de D241 en vervolgen de markering van de GR590. Daar waar de GR590 scherp naar links afbuigt, hebben we ook een mogelijkheid om even naar de rand van het plateau te lopen voor een prachtig vergezicht over het dal van de Loue. We volgen de scherpe bocht naar links en de route voert ons dan bijna anderhalve kilometer zuidwaarts door het bos van Grand Barmaud. Als we het bos verlaten, krijgen we zicht op het dorpje Chassagne-St. Denis. Wij slaan rechtsaf en lopen langs de bosrand tot aan een schuurtje. Hier gaat het weer linksaf het bos in. Het pad zoekt slingerend zijn weg tot we aan mooi uitzichtpunt komen gemarkeerd met Ravin de Valbois met een botanisch wandelpad. Een goede plek voor een pauze.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Scey-en-Varais - Schietgat Château Saint Denis
Van hier voert de route ons over de bergrug naar de ruïne van Château Saint Denis. Deze voormalige Middeleeuwse burcht is een van de belangrijkste verdedigingswerken in de streek en bestaat uit een drietal onderdelen: een voorhof, een voorburcht en het eigenlijke kasteel. De omvangrijke resten zijn in 1995 blootgelegd en onderzoek heeft uitgewezen dat deze burcht al in de 10e-11e eeuw bewoond is. Een groot aantal machtige heersers bewonen het kasteel tussen de 11e en 17e eeuw. Aan het eind van de 15e eeuw wordt het kasteel gerestaureerd en tussen 1565 en 1576 door de zonen van Nicolas Perrenod de Granvelle uitgebouwd. De gebouwen liggen rond een met grote platte stenen belegde hof en hebben meerdere verdiepingen. Aan de zuidzijde ligt de Chapelle Saint Denis met trappentoren, oostelijk de toegangspoort met gracht. De voorhof met enorme wijnkelder is te bereiken via een ophaalbrug over een in de rotsen uitgehouwen gracht. Tijdens de oorlogen met de Fransen is de burcht in 1674 bijna helemaal verwoest.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cléron - Kerk en kasteel van Cléron
Door de toegangspoort boven aan de burcht verlaten we naar rechts het ruïnecomplex en dalen af naar het dal van de Loue. Op het asfalt lopen we naar links met naar het noorden zicht op het gebied rondom Scey-en-Varais, reeds bewoond in de Bronstijd. We passeren het Château de Malecôte. Na goed één kilometer voert ons de route voorbij de vervallen watermolen Grillet, direct langs de oever van de Loue. Zo bereiken we de eerste huizen van Cléron. De naam van dit dorp Cléron is wellicht afgeleid van de Gallo-Romeinse persoonsnaam Clarius, maar de oorsprong gaat nog verder terug. Uit geschriften van de 12e eeuw is bekend dat Pierre, Adonat et Guy de Cléron, ridders die deelgenomen hebben aan de tweede kruistocht (1147-1148), de controle hebben over de overgang van de Loue op de zoutweg van Salins-les-Bains naar Besançon. Hun nazaten zijn het die in de 14e eeuw een kasteel bouwen en zo de Heerlijkheid Cléron vestigen, die tot kort voor 1700 in handen van meer dan tien generaties van de familie blijft. Het is Marie de Cléron die het kasteel in 1691 verkoopt aan de machtige familie Terrier.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cléron - Oude brug met herinnering aan Gustave Courbet
We lopen even rechtsaf naar de oude brug, vanwaar we een prachtig zicht hebben op de Loue en het machtige Château Cléron, dat op de zuidoever gelegen hoog boven de Loue uittorent. Het is de belangrijkste bezienswaardigheid van Cléron. Stammend uit 1320 heeft het zijn huidige uitstraling met de massieve uitbouw in de 16e eeuw behouden. In de 19e eeuw zijn er nog kleine verbouwingen en restauraties geweest. Het slot met zijn vierhoekige, hoge muren en vier hoektorens wordt omgeven door een mooi park. Naast het kasteel vinden we de Gotische kerk uit de 14e eeuw, die samen met die oude stene brug over de Loue een indrukwekkend geheel vormt. Verder is Cléron bekend om zijn Franse kaas ”Edel de Cléron”. De routemarkering leidt ons langs de Gîte d’Étape en de toegangspoort van het kasteel door de Rue du Château. In de bocht van de Loue gaan we linksaf de veldweg in, die ons klimmend over een afstand van ongeveer 2 kilometer naar de D103 brengt, waar we nog slechts een paar honderd meter verwijderd zijn van de eerste huizen van Amondans, net voorbij het kerkhof.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Amondans - Dorpspleintje
Zo bereiken we het kleine dorpspleintje, waar onder een overkaping een autentieke kookpot, nu versierd met bloemen, de trekpleister is. Ook is hier de enige openbare telefoon van het dorpje. Amondans wordt voor het eerste vermeld in een oorkonde uit de 13e eeuw. In de Middeleeuwen behoort het dorp eerst tot de Heerlijkheid van de Heren Scey en later tot het huis Chalon-Arlay. Onder de Familie Montrichard wordt Amondans in de 16e eeuw een zelfstandige kleine Heerlijkheid. Naast de dorpskerk vinden we er het voormalige uit de 16e eeuw stammende Château d'Amondans. Maar Amondans is vooral bekend om haar beroemde inwoner: de gitarist Claude Antoine Jean George Napoléon Coste (1805-1883). Hij is de zoon van een oud officier van het keizerlijk leger, die burgemeester van Amondans is. Hij krijgt van zijn moeder de eerste gitaarlessen en debuteert als musicus in Valenciennes. In 1830 gaat hij naar Parijs, waar hij de bekende gitaristen uit die tijd ontmoet: Dionisio Aguado y Garcia (1784-1849), Ferdinando Carulli (1770-1841), Matteo Carcassi (1792-1853) en de beroemde Fernando Sor (1778-1839), die zijn leraar wordt en met wie hij in 1838 zijn laatste concert geeft. Na de dood van Fernando Sor neemt de publieke belangstelling voor de gitaar af en richt Claude Coste zich op het componeren. In 1856 wordt Claude Coste in Brussel op een gitaarconcours tweede achter Johann Kaspar Mertz. Claude Coste krijgt in 1863 een ongeluk en breekt zijn rechterarm, wat het einde van zijn solocarrière betekent. Hem rest alleen nog componeren en zo laat hij bij zijn dood 53 werken na. Als erfgenaam van Fernando Sor verbetert hij de methode van Fernando Sor. Al met al is hij zeker de meest opvallende gitarist en componist in de tweede helft van de 19e eeuw.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Plateau van Amencey - Panorama over Vallée de la Loue
Vanaf het dorpspleintje gaan we even westwaarts om dan de eerste weg naar rechts in te slaan. We staan meteen buiten het Amondans en aan een stevig stukje van de GR590. Het weggetje slingert naar de rand van het Plateau van Amancey met een wijds panorama over het diep ingesneden dal van de Loue. We passeren het dal Folle Fontaine en maken een omtrekkende beweging om La Combe d’Enfer en dalen langs L’Île d’Orgemont af naar de Loue. Het pad volgend door het grasland staan we plotseling aan de Ruisseau de Malans, die hier in de Loue stroomt. Een bruggetje ontbreekt en de beek is breed en diep! Geen Gué of doorwaadbare plaats. We moeten wel naar de overkant en overleggen wat te doen. Een oversteekmogelijkheid verder stroomopwaarts wordt gevonden en met het leggen van wat extra stenen in de beekbedding kan de overzijde van de Ruisseau de Malans bereikt worden. Wel is voorzichtigheid geboden. Deze oversteek geeft een extra dimensie aan deze route. We vervolgen de wandeling verder naar het westen op de oever van de meanderende en hier snelstromende Loue. Na goed 2 kilometer bereiken we Le Moulin Neuf, een vervallen watermolen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vallée de la Loue
Nog even de bocht om en we staan bij de plek waar de Lison samenvloeit met de Loue. Wij volgen nu naar links, zuidwaarts de oever van de Lison en komen langs de ruïne van de vervallen watermolen Moulin Sapin, waarvan de resten nog in de bedding van de Lison staan. Net voor de Côte Jean Pelet klimmen we uit het dal en bereiken vervolgens het dorpje Lizine. Het gebied rond Lizine is al zeer lang bewoond. Het vroegste restant van aanwezigheid van de mens is een grafheuvel uit de Hallstatt tijd, genoemd naar het dorpje Hallstatt in de Oostenrijkse Steyermark. Verder zijn hier munten en sieraden uit de Gallo-Romeinse tijd gevonden. Lizine wordt in 1148 voor het eerst vermeld in een bul van Paus Eugenius III. In de Middeleeuwen vormt Lizine een zelfstandige kleine Heerlijkheid. Bij de Vrede van Nijmegen in 1678 komt het dorp samen met de Franche-Comté aan Frankrijk toe. De van oorsprong 12e eeuwse dorpskerk, dan behorend tot het Kapitel Saint-Étienne in Besançon, is in 1740 bijna geheel vernieuwd en heeft een rijk interieur. Een stenen wegkruis is uit de 15e eeuw. Van de oorspronkelijk drie kastelen in Lizine zijn alleen nog enige restanten zichtbaar. In de oude dorpskern vinden we nog verschillende boerderijen in de karakteristieke stijl van Haut-Doubs uit de 17e tot 19e eeuw.

De rood-witte routemarkering voert ons vanuit Lizine naar rechts, eerst even over het asfalt en dan naar links een pad, dat ons in een klimmetje door het bos Le Châtelet leidt langs een waterreservoir. Een lange afdaling brengt ons tot aan de D15, de verbindingsweg van Lizine naar Myon. We kiezen ervoor om hier het asfalt zo’n honderd meter naar rechts te volgen en dan linksaf de D476 te nemen in de richting van Alaise.Het is nog even doorbijten voordat we op onze eindbestemming on Alaise zijn. De D476 verlaten we naar rechts een paar nonders meter voorbij het waterreservoir onder aan het Bois du Clos. We steken de oude brug over de Lison over bij Combe du Pont en beginnen aan de laatste klim van deze dag. Als we het bos verlaten zien we voor ons Alaise liggen. Bij de eerste huizen gaat het even naar links tot aan de D139, die door het dorpje loopt. Bij het lavoir van Alaise ligt onze eindbestemming van deze dagwandeling.

DAG 2
Traject Alaise - Nans-sous-Ste. Anne - Source du Lison - Montmahoux - Déservillers 19 Km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart IGN 1:25 000, 3324ET Arc-et-Senans - Quingey
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3424OT Ornans - Source de la Loue

GIDSEN:

- Michelin Groene Gids Bourgondië - Jura, ISBN 20-600-0025-4
- Capitool Reisgidsen: Frankrijk, ISBN 90-410-1806-9 NUGI 471



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 23-07-2007 door C.P.J. Aerssens