TRANSARDENSE ROUTE 2
Traject Sprimont - Lavacherie - Saint Hubert 23 Km
Sprimont - vervallen bakhuis
Dit 23 kilometer lange traject leidt hoofdzakelijk door het onderhout. Het wegprofiel is vrij heuvelachtig, met al een eerste korte beklimming bij het verlaten van Sprimont, een stevige afdaling - op het asfalt - tussen Aviscourt en Lavacherie, vervolgens een langzame beklimming tussen Tonny (op 400 meter) en het bos van Vesqueville (op 560 meter), een kleine afdaling, een korte beklimming en ten slotte de afdaling naar de stad St. Hubert.
Voor wie van de stilte en de frisse lucht van de bossen houdt, is deze tocht één van de aangenaamste van de hele Transardeense route. Bij mooi weer wordt de stilte er jammer genoeg verstoord door lawaai van vliegtuigjes die er talloze zweefvliegtuigjes voorttrekken in de omgeving van het vliegveld van St. Hubert.
Sprimont - Gîte "La Pommeraie"
Vanuit het centrum klimmen we langs een smal, kronkelig weggetje de heuvelrug over die Sprimont scheidt van Aviscourt. De weg klimt, passert een vervallen bakhuis en buigt af naar rechts. We komen voorbij de pittoreske Gîte "La Pommeraie" waar ter herinnering aan de stedenband van Ste. Mère Eglise met Ste. Ode na de bevrijding in 1944 de keuken verrijkt is met Normandische producten: kazen, cider en calvados. Langs een smal kronkelig weggetje klimmen we de heuvel over die Sprimont scheidt van Aviscourt, een klein gehucht dat zijn naam ontleedt aan het Waalse "nawiscoûr", dat "oud hof" betekent en al tijdens het Romeinse rijk bewoond werd. Vandaag de dag is het gehucht vooral geliefd om het schitterende landschap in het westen en het bos van Freyr dat zich uitstrekt rondom het dorp Lavacherie.
Even buiten Aviscourt volgt een lange afdaling naar Lavacherie. We komen voorbij de begraafplaats van Belgische oud-krijgsgevangenen. Het Nationale Verbond van Oud-Krijgsgevangenen (NVOK) is sedert 1950 in Lavacherie gevestigd. Heel wat krijgsgevangenen die na de oorlog terugkeerden uit de nazi-kampen hadden immers dringend verpleging nodig. Het NVOK zocht dus een rustige plaats, waar de lucht nog zuiver was om er een kuuroord te vestigen. Het kocht het kasteel van Celly en een omliggend domein van 100 ha, waarvan 2/3 bebost is. Vandaag treffen we echter nog zelden een krijgsgevangene aan onder de patiënten die er worden verpleegd. De 226 bedden van het "Centre hospitalier" van Ste. Ode, nu eigendom van de Provincie Luxemburg, worden permanent bezet door zieken in observatie en herstellenden uit de steden die in de Ardeense bossen een ongekende rust komen opzoeken.
Lavacherie - Begraafplaats van Belgische oud-krijgsgevangenen
Als we Lavacherie binnenlopen, worden we getroffen door de harmonieuze verhoudingen van een oud gebouw dat haaks op de weg staat aan de voet van een heuvel. Het is de oude "Moulin de Ia Gotelle", die reeds in de 15e eeuw wordt vermeld in oorkonden van de abdij van St. Hubert. Als we onze weg vervolgen naar links langs de malen, zien we tegen de achtermuur aangebouwd de overblijfselen van het schoepenrad dat de molen aandreef en ook de sluis die het water in de waterloop tegenhield. Met huidige gebouw, dat gedeeltelijk is gerestaureerd, dateert uit de 17e eeuw. Tot aan het begin van de vorige eeuw had de molen een strooien dak. Een eindje verderop gaan we de Ourthe ever, die hier duidelijk veel minder breed is dan in La Roche. Rechts van de weg staat een kapelletje. Binnen staat er een prachtig beeld van St. Rochus, beschermheilige en genezer van besmettelijke ziekten. Hij wordt vergezeld van een hond met een brood in de bek. De heilige draagt het typische pelgrimsgewaad uit de middeleeuwen, de mantel getooid met Jakobsschelpen, een hoed
met opgeslagen rand en een pelgrimsstaf versierd met een kalebas. In zijn ene hand houdt hij de staf, met zijn andere licht hij zijn kleed op om de wonden van de pest op zijn dij te ontbloten.
Over de Rue de Bastogne gaat onze route dwars door het dorp, dat zich uitstrekt langs deze hoofdstraat, waar talloze typische Ardeense huizen zijn te bewonderen, vooral rond de kerk, die werd gebouwd in 1836 op de plaats van een oude kapel gewijd aan de heiligen Albinus en Antonius van Padua. Alles wijst er op dat Lavacherie al bewoond is. Men heeft er Neolithische, Gallische, Romeinse en Merovingische overblijfselen opgegraven. De ook de Romeinse heerweg Bavay naar Trier liep door Lavacherie. De herberg bij de kerk, nu een hotel restaurant, was ook vroeger al een sterk gewaardeerd relais. In het centrum vindt je nog een telefooncel, een café-restaurant, een slager, een mini-supermarkt en een bakker.
Hier op het hoogste punt van het dorp bij de kerk gaan we langs Auberge de Lavacherie en volgen nog een paar honderd meter de verharding. Vervolgen op het kruispunt linksaf, een aardeweggetje in dat langs een manege loopt. Even verderop kruisen we de "Ruisseau de la Male Racine" en wandelen langs een bos tot op een kruispunt met een asfaltweg. Daar nemen we een holle weg aan onze rechterhand. Dit pad loopt tussen twee heggen door en gaat opnieuw het bos in. Als het geregend heeft, kan het hier wellicht modderig zijn.
Als we na goed een kilometer het bos uitwandelen, bereiken we Bertifoi, een kleine vlek gelegen in de nabijheid van een klein moeras. Het pad daalt af naar Tonny, eveneens een gehucht van Amberloup. Daar volgen we een asfaltweg naar links tot aan de volgende splitsing, waar we linksanhouden en voorbij een steengroeve koemn. Het asfalt is overgegaan in een pad dat even langs de Ourthe Occidentale loopt. dan zwenkt de Transardeense route naar rechts, het Bois Cousin in deel uitmakend van het uitgestrekte Bois de Freyr. Als je bij het betreden van dit bos en jachtreservaat een hek moet openmaken, vergeet het dan niet te sluiten! We bevinden ons hier in een stuk ongerepte natuur waar naar gelang het seizoen narcissen, bosbessen of paddestoelen aantreffen. Wellicht ook de sporen van wild. De natuur dient gerespecteerd te worden!
De aangegeven route gaat over de "Ruisseau de Serlogne" en loopt nu eens langs aangeplante naaldbomen, dan eens onder hoogstammige eiken en beuken. Voor we na een uur de N848 bereiken is het pad overgegaan on onverharde weg. We steken deze doorgaande weg vanuit St. Hubert over en gaan rechtdoor deze N848 over, het Bois de Vesqueville in.
De route loopt in zuidwestelijke richting. Het is hier oppassen geblazen met de oriëntatie. We lopen hier van kaart 60 / 5-6 over naar kaart 59 / 7-8. Wanneer we weer op een asfaltweg komen, volgen we die weg 200 meter rechtuit richting Vesqueville. Daarna slaan we een modderig bospad in aan onze rechterhand. Eerst wandelen we door sparren dan weer door beuken. Voorbij de open plek in het bos nemen we het smalle pad dat rechtsaf langs een omheining naar beneden loopt en uitkomt op een verhard weggetje. Vanaf het weggetje dat we eerst naar links volgen en dan, na een scherpe hoek, naar rechts, hebben we een schitterend uitzicht. We dalen af en steke bij een stenen bruggetje de "Ruisseau de Leupont" over. De route klimt naar boven langs een smal, kronkelig weggetje. Bij de bosrand aangekomen niet de asfaltweg naar links, maar even verderop waar het asfalt naar rechts afbuigt rechtdoor het bospad in. Wanneer we het bos uitwandelen, op de kaart aangeduid met Haie Madame, ligt de stad St. Hubert als het ware aan onze voeten.
Basiliek Saint Hubert - Praalgraf van de St. Hubertus (1676)
Om St. Hubert te bereiken moeten we nog wel de snelweg Barrière de Champion-Libramont oversteken. Over het asfalt een paar honderd meter in noordelijke richting en bij de zagerij linksaf de brug over de snelweg. Het is nog een kleine kilometer voordat we in het centrum van St. Hubert voor de basiliek staan, het eindpunt van deze dagetappe.
Charles Aerssens
Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.