STADSWANDELING 'S-HERTOGENBOSCH

© L.A.W.V.VIA-VIA


's-Hertogenbosch is een levendige stad, die zichzelf de binnenstad van Brabant noemt. Een stad met een levend verleden, veel en veelsoortige restaurants, en verrassende plekjes, op soms onvermoede plaatsen. Deze stad ontstond begin twaalfde eeuw bij de samenkomst van de rivieren de Aa en de Dommel. Ruim achthonderd jaar geleden stichtte Hertog Hendrik I de vestingstad in het noordelijk deel van zijn hertogdom Brabant, op de plaats van de markt. De stad was aanvankelijk nauwelijks groter dan het marktplein, maar wel ommuurd. Eeuwenlang was 's-Hertogenbosch een echte vestingstad, een druk soldatencentrum vol kazernes. De natuurlijke vertakkingen van de riviertjes kwamen door de snelle uitbreiding van de stad binnen de vesting te liggen.

Zo is de Binnendieze ontstaan, die aanvankelijk nog als waterweg dienst deed, maar allengs slechts grond- en rioolwater vervoerde. In de jaren zestig meende het gemeentebestuur - het kostbare onderhoud van het dure riool meer dan beu - krachtig te moeten ingrijpen 'in de versleten structuur van de Bossche binnenstad'. Een kleine, maar felle oppositie wist de Binnendieze van de ondergang te redden. Na 25 jaar restauratie straalt de Binnendieze weer in alle pracht en praal. Zo is een tocht over de binnenstadse watergangen beslist een aanrader.

Nu is, na de restauratie van de Binnendieze, een begin gemaakt met het opknappen van die vestingwerken. De wandeling langs hekels, rondelen en bastions is mooi, maar vergt soms enig inlevingsvermogen. Door de Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch zijn verschillende wandelingen uitgestippeld: stadswandeling, wandeling Jeroen Bosch en vestingwandeling om de vestingwerken 'herkenbaar' te maken in de stad. Deze stadswandeling heeft van alles wat en is in eigen beheer gemaakt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

ROUTEBESCHRIJVING

Bij het VVV-kantoor, gevestigd in het oudste stenen huis: "Huis de Moriaan" uit 1220, aan de Markt begint de wandeling. Op de Markt valt meteen op het in classicistische Barokstijl opgetrokken stadhuis, van middeleeuwse oorsprong maar in 1670 geheel verbouwd. In het torentje bevindt zich een carillon en een ruiterspel. Het interieur bevat prachtige wand- en plafondschilderingen. Voor het stadhuis staat het standbeeld van de beroemde Bossche schilder Jeroen Bosch (1450 - 1516). We lopen linksaf over de Markt de Hinthamerstraat in. Hier liep achter het Rozemarijnstraatje, een kleine zijsteeg links aan het begin van de Hinthamerstraat, de eerste stadsmuur. De gevelsteen uit 1300 van de Lovensche (Leuvense) Poort laat dit zien. De rest van de poort werd begin negentiende eeuw afgebroken op last van Napoleon. Het oude bouwwerk zou de snelle verplaatsing van zijn troepen maar in de weg staan. Een deel van de poort is gereconstrueerd op het plaveisel.

In dit prille stadium van de vestingwandeling wordt het vermogen tot inleving zwaar op de proef gesteld, maar aan het eind van het Rozemarijnstraatje stroomt de Binnendieze met haar prachtige doorkijkjes. Hier past minutenlang zwijgend genieten. En dan te bedenken dat het voormalige gemeentebestuur dit oude stelsel van waterwegen ooit wilde dempen, omdat het de stad slechts tot last en onnut was.

We slaan rechtsaf de Torenstraat in en passeren het hoogtepunt van de Brabantse Gotiek, de Sint Janskathedraal. De St. Janskathedraal is een kruisbalisiek in Brabantse Gotiek uit de 14e -16e eeuw met in Nederland ongeëvenaarde rijkdom aan beeldhouwwerk. De belangrijkste bezienswaardigheden in de kerk zijn: het 15e-eeuwse vleugelaltaar, de renaissance preekstoel, het 17e-eeuwse orgel, de koperen doopvont uit 1492, de Mariakapel en de mooie koorbanken. De toren is met baksteen ommetseld en draagt een met 48 klokken tellende beiaard. We zijn nu op de aangrenzende Parade, een lommerrijk plein. Hier was het ooit een komen en gaan van paradepaardjes. De omringende terrassen zorgen voor een gezellige sfeer. Het gaat rechts af bij het bisschoppelijk paleis de Lange Putstraat in en lopen door tot aan de Verwerstraat.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Hier staan we voor het Noordbrabants Museum, het museum over de kunst, cultuur en geschiedenis van Noord-Brabant. Het is gehuisvest in het voormalig Gouvernement, een monumentaal 18e eeuws stadspaleis. Het gebouwencomplex omvat voorts twee nieuwbouwvleugels ontworpen door de architect W.G. Quist.

De Verwerstraat met enkele oude gevels loopt over in de Oude Dieze en voorbij café De Roode Leeuw komen we dan eindelijk bij de vestingwallen van de middeleeuwse stad en bij de oude waterpoort De Grote Hekel. Restauratie heeft hier een nieuwe opstapplaats gemaakt voor een nieuw tochtje over de Binnendieze. Het water van de Dommel en Aa stroomde door diverse oude waterpoorten, hekels, de stad binnen en werd daar Binnendieze genoemd. Bij hoog water konden de hekels worden afgesloten. De Grote Hekel ligt aan de Zuidwal, die uitzicht biedt op het drassige gebied van de Bossche Broek. Het is een uitgestrekt natuurterrein zonder bebouwing, vlak buiten de stadsmuren. In de tijd dat 's-Hertogenbosch nog een echte vestingstad was, diende het als inundatiegebied. De Bossche Broek vormde een natuurlijke bescherming van de stad, die daarom ook wel de Moerasdraak werd genoemd.

De Gelderse aanvoerder Maarten van Rossum, die begin zestiende eeuw dood en verderf zaaide in de dorpen van de Meierij, waagde het om die reden niet de Hertogstad aan te vallen. Ook de troepen van Maurits slaagden er tijdens de Tachtigjarige Oorlog niet in de stad te veroveren. Dat lukte Frederik Hendrik in 1629 uiteindelijk wel, met behulp van ingenieur Leeghwater. Zo'n vierduizend Hollandse boeren legden rond de stad twee evenwijdige dijken aan met een lengte van veertig kilometer.De riviertjes de Dommel en de Aa werden afgedamd en het water afgeleid. De Hollanders maakten een soort polder rond Den Bosch, met 23 watermolens. De Bossche Broek was na enige weken droog en na een beleg van vier maanden moest de stad zich overgeven.

We steken bij het drukke kruispunt aan de Hekellaan over lopen westwaarts verder op de Zuidwal tot aan het Bastion Oranje, het parkje op de plaats waar ooit een waltoren stond van waaraf boogschutters de vijand beschoten. Hier ligt de 'Boze Griet', een van de grootste middeleeuwse kanonnen van Europa. Het wapen meet zes meter vierendertig, met een kaliber van zeventien centimeter. Het merkwaardige van de Boze Griet is dat het kanon ondanks zijn afschrikwekkende afmetingen geen enkele kogel heeft verschoten voor de verdediging van de stad. Het kanon, gegoten door een Keulse smid in 1511, bleek van meet af aan kapot.

Bij de Spinhuiswal duiken we de stad weer in om het traject van de middeleeuwse vestingwal te volgen. Het gaat door de St. Jorisstraat langs het voormalige Paleis van Justitie en het Huis van Bewaring. Ook hier lopen we langs verschillende historische panden. Zo komen we aan de Vughterstraat. Even naar links en meteen rechts de Postelstraat in. Hier ligt links achter een hekwerk enigszinds verscholen De Munt, een historisch pand uit de 17e eeuw. Via het Uilenburgstraatje komen we opnieuw aan de Binnendieze. Hier wanen we in een Middeleeuwse stad: oude, maar gerestaureerde panden ademen een sfeer uit van een ver verleden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De Molenstraat, waar we deze gevelsteen aantreffen, brengt ons naar de opstapplaats voor een tochtje met smalle bootjes over de Binnendieze. Het beeld van Zoete Lieve Gerritje houdt hierbij alles goed in de gaten! De smalle St. Jansstraat leidt ons naar de Sint Janssingel waar de Dommel stroomt. De Dommel werd rechtgetrokken toen door de Vestingwet van 1874 's-Hertogenbosch haar vestingfunctie verloor en veel militaire infrastructuur werd afgebroken. Het voormalige Bastion Maria moest eraan geloven en de stad kon voor het eerst uitbreiden tot aan de overzijde van de rivier. oude, maar gerestaureerde panden ademen een sfeer uit van een ver verleden.

Deze Sint Jansstraat was vroeger de oude toegangsweg tot de stad. Om de vestingstad binnen te kunnen komen, moesten verschillende hordes worden genomen. Eerst stuitte men vanuit het westen op een manshoge wal met borstwering, vervolgens liep men via twee houten bruggen naar het ravelijn (een vijfhoekig eiland met walmuren). Via een derde houten brug bereikte men uiteindelijk de stadspoort. Een standbeeld van Sint Jan hield destijds een oogje in het zeil, met de tekst: 'Door God beminde patroon Johannes, bewaak deze poort en uw burgers en altaren en haardsteden.' Door dit nauwe straatje trokken kooplui en burgers naar het centrum. oude, maar gerestaureerde panden ademen een sfeer uit van een ver verleden.

Via de Visstraat komen gaan we richting centrum en meteen linksaf de Brede Haven op. Hier zijn veel gebouwen en de kade van de haven gerestaureerd. Het is een stil, fraai deel van de stad met oude pandjes, (woon)boten en historische schepen. Heel wat stiller en beschutter dan de Buitenhaven in de Dommel, die er parallel aan loopt en het verlengde vomt van de St. Janssingel. Hier doet het waterrijke verleden van Den Bosch van zich spreken. De Buitenhaven is ontstaan doordat de Bossche waterpoorten en sluisdeuren in de winter vaak dicht waren om te voorkomen dat de hele stad onderliep. De Brede Haven was dan niet bereikbaar voor de vrachtschepen, die via de Dommel aankwamen. Daarom maakten die gebruik van de Buitenhaven langs de stadsmuur. In die muur zitten her en der nog de ringen die toen gebruikt werden. Aan de nieuwe steigers die langs de muur zijn aangelegd, leggen vooral in de zomer veel bootjes aan. oude, maar gerestaureerde panden ademen een sfeer uit van een ver verleden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het einde van de Brede Haven komen we bij de Oliemolensingel. Het Bastion Oliemolen werd helaas eind vorige eeuw gesloopt. Het gaat rechtsaf de Boombrug over. Aan de overzijde van het water ligt de Citadel, een dwangburcht met vijf bastions die na de verovering van de stad in 1629 werd gebouwd.. De Bosschenaren noemden het toen: 'de Papenbril'. Voor de burcht stroomt de Zuid Willemsvaart, tussen 1822 en 1826 gegraven op initiatief van koning Willem I. Het was het verbindingskanaal tussen Holland en het industriegebied bij Luik. Het idee dat het tientallen kilometers lange kanaal in zo korte tijd en geheel met de hand werd aangelegd, wekt nog steeds bewondering. Aan de overzijde van de Zuid Willemsvaart bevindt zich ook het Kruithuis, een stevig gebouw met dikke muren voor de opslag van buskruit. oude, maar gerestaureerde panden ademen een sfeer uit van een ver verleden.

Via Bloemenkamp, dat zijn naam dankt aan het vijftiende-eeuwse klooster Maria Bloemenkamp. Het klooster kreeg later een militaire functie. Op deze plaats is een modern winkelcentrum, de Arena, verrezen. We komen in de Tolbrugstraat en lopen we zo richting Markt. Vlak voor de Markt passeren we nog een brede strook met vierkante zwarte stenen: hier stond ooit de oudste stadsmuur.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

- Wandelroute uitgezet in eigen beheer "Via-Via"



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 07-07-2002 door C.P.J. Aerssens