[IMAGE]

Na de zomervakantie waren we weer eens toe aan een wandeling. Omdat de respectabele leeftijd van de meesten van de harde kern van L.A.W.V. "Via-Via" arbeidstijd verkorting oplevert en dus en vrije dag of alleen nog vrije tijd oplevert, hebben we meer mogelijkheden om door de week eens de wandelschoenen aan te trekken en op pad te gaan. Zo kwam de wandeling van vandaag weer op een verrassende manier tot stand. Het was immers “De week van het landschap” en het Brabants Landschap had ter gelegenheid van dit feit een aantal activiteiten rondom het Regte Heide in Riel. Locatie van alle activiteiten was boerderij Riels Hoefke, waar een tentoonstelling was ingericht met als titel: “Ik kan niet zonder jou: de Regte Heide”.

Afgesproken was om rond 10.00 uur te verzamelen bij boerderij Riels Hoefke. Via de bebouwde kom van Riel ging het richting Alphen. De Routeborden volgend de Looienhoek in en meteen rechts de Akkerweg bereikten we aan het einde van deze weg de boerderij. De weergoden lieten het echter zo vroeg op de dag nog afweten en in de stromende regen melden zich op het afgesproken tijdstip Jan, Peter, Lorenz en Charles. De auto’s hadden volop plaats op het gereserveerde grasveldje, want slechts een paar bezoekers wilde de nattigheid van deze vroege morgen trotseren.

Eerst werd de tentoonstelling: : “Ik kan niet zonder jou: de Regte Heide” bekeken en toen de buiigheid naliet, gingen we met de routebeschrijving op weg. Het werd een “rondje met de klok mee”. Vanaf Hoefke 6 liepen we in oostelijke richting en kwamen even verderop bij de “Witte Brug”. Hier lag vroeger een ‘voorde’, een plaats waar je gemakkelijk een beek kunt oversteken, niet via een brug maar te voet of te paard. Ook plaatsnamen als Helvoirt en Cromvoirt herinneren aan zo’n doorwaadbare plek. Links is de bedding van de beek de Oude Leij afgegraven.

Even verderop voor de slagboom, waar zich een infopaneel bevindt, gaan we linksaf een laantje in. Door een klappoort, die we sluiten, betreden we een begrazingsgebied. De heide en het beekdal worden hier integraal', d.w.z. als één geheel, begraasd, en wel door runderen. Deze treffen we ook meteen op ons pad. Door hun vraat maken de beesten de scherpe overgangen tussen cultuurland en heide geleidelijker en dus natuurlijker. We blijven het pad volgen. Aan onze rechterzijde liggen de uitgestrekte heidevelden van de Regte heide. Duidelijk is hier langs dit pad te zien dat grote stukken heide zijn afgeplagd.

Voorlopig lopen we rechtdoor. Rechts liggen ecologisch beheerde akkers en hooilanden, doorsneden door houtwallen. Links is het beekdal over grote delen afgegraven. In noordelijke richting is er een prachtig zicht op de kerktoren van Riel. Dit kleinschalige landschap doet arcadisch aan. Het is een ideaal broedgebied voor allerlei struweelvogels. Het korhoen, dat op de heide broedt, zoekt hier zijn voedsel, te weten onkruidzaden en insecten. Voor ons geen korhoen maar wel een fazanthaan, die rustig op slecht 20 meter afstand door het weiland kuiert.

Op de hoek van een Amerikaanse eikenbosje (met weinig ondergroei), vóór de akker, slaan we rechtsaf een kronkelpaadje in dat ons door dit bosje voert. Aan het einde van het bosje rechtsaf een zandpad in. We komen nu langzaan op de Regte Heide. Bij tweede pad linksaf gaan we de heide op. In onregelmatige stroken zie je dat de heide ook hier afgeplagd is. Zo wil Brabants Landschap de vergrassing van de heide een halt toeroepen. Op de kale bodem ontkiemen de zaden van struikhei en dophei, maar bijvoorbeeld ook de klokjesgentiaan. Door deze 'verjongingskuur' wordt het heidelandschap kunstmatig in stand gehouden. Dit is te rechtvaardigen, want zowel de natuurlijke als cultuurhistorische waarde is hoog.

Bij eerste kruising loopt de route naar rechts. Voor ons doemen de contouren van enkel grafheuvels op. Na 100 m komen we bij een infozuil waarop informatie staat over de grafheuvels. Daarvan liggen er hier zes. Ze dateren uit de Vroege en Midden Bronstijd, circa 1700 tot 1000 vóór Christus. Dit wijst op een nederzetting - hutten, akkertjes - uit die tijd. Voor de eerste keer zijn de grafheuvels opgegraven in 1935. Daarbij kwamen grafgiften aan het licht zoals strijdbijlen, polsbeschermers, stenen dolken, knopen en kralen. We namen de tijd de drie grafheuvels op dit deel van de Regte Heide te bekijken en liepen vervolgens bij de infozuil linksaf, het pad volgend dat naar rechts draait.

We stuiten hier op paaltjes met geelwitte markering van de MLAW de Looneindroute (17 KM). Deze route volgen we in zuidelijke richting en zo bereiken we het zuidelijke deel van de heide, met veel spontane bosopslag. Hier moeten we rechts aanhouden en komen nu in de voormalige gemeentebossen van Goirle, aangelegd als werkverschaffingsproject in de jaren '30. Rechtdoor, rechts bevindt zich bos van Corsicaanse den met veel adelaarsvaren in de ondergroei. Na 200 m bij kruising rechtsaf, richting vogelkijkhut Tapsmoer op de grens van de Regte Heide en het Riels Laag. Hij is, onder auspiciën van Brabants Landschap, gebouwd door leerlingen van de 'bodemgroep' van het ROC.

Vanuit de hut heb je een prachtig uitzicht over het dal van de Oude Leij, ook wel 'Riels Laag' geheten. De naam van deze hut, 'Tapsmoer', is afgeleid van 'moer', wat veen betekent, in eigendom van de 'abt'. De naam heeft alles te maken met de abdij van Tongerlo, gelegen in de Belgische Kempen. Die bezat aI vanaf 1175 uitgestrekte landerijen en hoeven onder Alphen en brachten hier en nog verder, tot in Tilburg, gronden tot ontginning. De monniken van deze abdij van de Norbertijnen verzorgden in Alphen en Riel ook de pastorale zorg, en dat tot 1830. Belangrijke Alphense hoeven die de abdij in bezit had, waren onder meer de Nieuwelandse Hoef, de Grote Hoef en de Leeuwerkeneik.

Het was een aangenaam pauzemoment in de wandeling. Maar veel wisselende vogels die je hier door het jaar heen kunt bewonderen (zonder dat zij last van jou hebben) lieten zich niet zien. In het vroege voorjaar zijn het baltsende kieviten en grutto's, maar bijvoorbeeld ook slobeend en zomertaling. En in de nazomer strijken er allerlei doortrekkers neer, die wel weken in het gebied kunnen blijven hangen: lepelaar, kleine zilverreiger en aalscholver bijvoorbeeld. Maar niets van dit alles. Slechts een eenzaam paard stond in de uitgestrekte vlakte van het dal van de Oude Leij.

We verlieten de vogelkijkhut en sloegen meteen rechtsaf het pad in dat langs het dal van de Oude Leij in zuidelijke richting loopt. Even verderop links in het bos staat opnieuw een grafheuvel en een infozuil. We namen ook hier de tijd de informatie op deze sculptuur te lezen. Doorlopend op de te volgen route bereiken we na 400 m en kruising en slaan rechtsaf. Hier lopen we na 50 m op een oude, diepliggende turfvaart, die we linksaf vervolgen tot de kruising. We steken het bruggetje dus niet over! Bij de kruising linksaf. We lopen over een breed bospad wat verderop aan de rechterhand overgaat in open cultuurland. De route komt nu op een zeer breed zandpad, de Goorstraat.

We slaan rechtsaf en flink doorstappend komen we na ongeveer 500 meter aan het zuidelijk van de Regte heide gelegen landgoed en oude abdijhoeve "Het Ooievaarsnest". Een bijna levensechte ooievaar staande op een nest hoog boven de schuur maakt ons dit duidelijk. De hoeve ligt ver weg van de bewoonde wereld en heeft een idyllische uitstraling. Bijna direct voorbij de hoeve slaan we af naar rechts. Hier volgen we opnieuw het smalen dal van de Oude Leij, maar nu in noordoostelijke richting. Enkele reusachtige acacia’s staan opvallend in het landschap, getuigen van een lang verleden.

Na ongeveer 1 km is links van ons een vlonder. Die gaan we op en steken zo het natte beekdal van de Oude Leij over. Aan het einde van de vlonder gaat het pad nog even rechtdoor en buigt dan rechtsaf. We staan nu aan een 'brandvijver' of 'blusvijver'. Eeuwenlang lag hier een welvarende hoeve, de Leeuwerkeneik, maar in het geweld van de Tweede Wereldoorlog gesneuveld en niet meer opgebouwd. Bij dergelijke verlaten hoeves groef men doorgaans een vijver, voor meerdere doelen. Onder meer om het vee te laven en over bluswater te beschikken in geval van nood. Deze blusvijver - waarom zou je het geen elfenmeertje mogen noemen? - ligt midden op het particuliere landgoed De Hoevens. De eigenaar is op tal van manieren actief om de natuurwaarden van zijn landgoed te verhogen. Zo heeft de Oude Leij onder meer drasse oevers gekregen en zijn er verspreid poelen en houtwallen aangelegd.

We lopen door tot bij een vijfsprong, dan rechtsaf en vrijwel onmiddellijk daarop linksaf het bospad volgend. Na 200 m is er een T-splitsing rechtsaf. Nog steeds zijn we in het bos en op de volgende T-splitsing gaan we linksaf en verlaten het bos. Rechts van ons hebben we opnieuw een wijds uitzicht op het Riels Laag. We komen bij een bankje en in de zon gezeten genieten we van dit uitzicht op het beekdal van de Oude Leij, die de bovenloop van het riviertje de Donge vormt. Het beekdal is hier sterk vernat, zodat er ’s winters een brede zone onder water staat. Dit is pas mogelijk geworden sinds de verspreid liggende landbouwenclaves in eigendom kwamen van het Brabants Landschap en er werk kon worden gemaakt van natuurontwikkeling.

De biologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden van die Regte Heide zijn onlosmakelijk verbonden met die van dit beekdal van de Oude Leij in het Riels Laag, waarvan het grootste deel thans eigendom van het Brabants landschap is. Hier zijn de afgelopen jaren spectaculaire natuurherstelplannen uitgevoerd. Het bijzondere van het Riels Laag is dat het over een lengte van circa 3 km direct grenst aan de heide.

Het zonnetje scheen intussen aangenaam en zo konden de jassen worden opgeborgen. De lunch lieten we ons goed smaken. Uitgerust bereiken we na 700 m weer ’t Riels Hoefke en dit betekent het einde van de wandeling in “De week van het Landschap”. Het is inmiddels 14.00 uur geworden. Nog even rondkijken op de expositie en daarna met zijn vieren naar Oosterhout, waar Peter voor koffie en gebak heeft gezorgd en voor de liefhebbers ook nog soep. Het was een gezellige wandeldag, die zeker om een herhaling vraagt. Want ondanks de wat natte start deze morgen, bleken de weergoden ons, naarmate de dag verder vorderde, toch goed gezind.

Charles Aerssens
30 september 2002



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 30-09-2002 door C.P.J. Aerssens