Met de 2 weken vakantie eind april, begin mei in het vooruitzicht, begint het wandelvirus toch weer te kriebelen. Immers sinds ons Tv-debuut begin januari bij RTL "5 in het land" waren de wandelschoenen opgeborgen en nu wordt het tijd weer op pad te gaan. Zo gezegd, zo gedaan! Maar toen het uiteindelijk zover was en we besloten hadden om op 6 mei te gaan wandelen, moesten er toch mensen afhaken. Marlien en Larie waren op vakantie, zeker met 14 dagen in het vooruitzicht. De gezondheid van Peter hield niet over en de klachten van artrose openbaarde zich steeds meer. Hij moest jammer genoeg wegens deze gezondheidsklachten afhaken. En ook Lorenz moest op het allerlaatste moment verstek laten gaan wegens familie omstandigheden.
Charles heeft zich over een route gebogen, dicht bij huis. De kaart goed bestudeerd hebbend wordt een wandelroute van 18 km uitgezet vanaf "De Dreef" op de grens van Loon op Zand en Dongen naar Oosterhout en voerde voor het grootste gedeelte direct langs het riviertje de Donge. Het riviertje de Donge vormt de oostelijke grens van de Baronie van Breda met de Meierij van 's Hertogenbosch. Het riviertje heeft een deel van het oorspronkelijk karakter van laaglandbeek verloren mede als gevolg van de Deltawerken. Bij Geertruidenberg werd de Donge namelijk afgesloten en via een aantal kanalen wordt nu het water door het gemaal "Keizersveer" in het Oude
Maasje geloosd. Hierdoor keerde de stroomrichting om! Daarnaast werd in het kader van de ruilverkaveling de Beneden Donge verbreed en voorzien van plasbermen waarop het is aangeplant.
Te zullen de polders tussen Oosterhout en 's Gravenmoer doorkruisen. De "Gecombineerde Willemspolder" was in het verleden een voorbeeld van een agrarisch weinig toegankelijk en nat gebied als gevolg van de vele dijkdoorbraken. Voor de landbouw betekende het dat deze gronden werden gebruikt als hooiland. Door de bouw van een aantal kleine elektrische gemaaltjes werd de grondwaterstand verbeterd en kreeg de landbouw meer mogelijkheden. De grote pompinstallatie "Keizersveer" maakte later de gemaaltjes "Groenendijk" en "Kazegat" overbodig en gaf met de ruilverkaveling de landbouw hier een nieuwe impuls. De meeste boerderijen in dit gebied dateren dan ook uit de periode 1970-1980. De polders ten noorden van Oosterhout daarentegen tonen een ander, ouder verkavelingpatroon. De kavels zijn bijvoorbeeld kleiner en minder vlak. Het voormalige riviertje "Het Kromgat" heeft zijn naam gegeven aan de ruilverkaveling in de jaren zestig.
Niet alleen 's Gravenmoer, maar ook Raamsdonk en het Oosterhoutse kerkdorp Oosteind zijn voorbeelden van dorpen die volgens het Hollandse ontginningsmodel zijn aangelegd: lange nederzettingen met boerderijen langs een weg of vaart, met daarachter de lange smalle, naar het water opstrekkende kavels. De kenmerkende en vaak gerestaureerde boerderijen in deze lintdorpen zijn typerend voor deze streek en getuigen van een zekere welvaart in dit gebied.
Plaats van afspraak is op maandag 6 met op de parkeerplaats van Doe-het-zelfzaak Gamma in Oosterhout. Als tijd is gekozen voor 8.45 uur. Bijna exact op tijd melden zich Jan, Bert en Charles. Om logistieke reden blijft de auto van Jan op de parkeerplaats en rijden we met de auto van Charles naar café "De Dreef', dat we als startpunt hebben gekozen. Van hieruit vertrekken we om 8.30 uur in westelijke richting over de Gemeentenweg. Al na een paar honderd meter komen we voorbij nr. 39, een Brabantse langgevelboerderij uit de 18e eeuw, nu rijksmonument. Het heeft een met het gedekt wolfdak, dat aan de smalle zijden aansluit op een puntgevel met vlechtingen. Vensters met kleine roedenverdeling en luiken. Even verderop slaan we rechts af de Heerweg in, het gaat de polder in met de toepasselijke naam "Polder Beoosten de 's Gravenmoersche Vaart". We laten het kerkdorp De Vaart links liggen. Op de t-splitsing kiezen we west en lopen over de Vogelzangweg door totdat we aan
de 's Gravenmoerse Vaart komen.
We zijn nu op de Vaartweg, die parallel loopt aan de 's Gravenmoerse Vaart, vroeger een belangrijke waterverbinding. Het dorp 's Gravenmoer immers heeft een rijke historie die teruggaat tot de 13e eeuw. De belangrijkste vormen van nijverheid waren in 's Gravenmoer de turfhandel, hooihandel en scheepvaart. Zo herinnert de naam 's Gravenmoer aan de moeren (veengebieden) die door de Graven van Holland werden uitgegeven aan de bevolking alhier.
De turfhandel was lange tijd het belangrijkste middel van bestaan. De moeren werden uitgegraven om er met schepen bij te komen. Zo konden de gedolven turven worden ingeladen om ze naar Holland en Zeeland te vervoeren. In de loop van de 17e eeuw raakten de turfgronden echter uitgeput en de inwoners begonnen met hooihandel. Hoewel het hooi uit 's Gravenmoer zeer bekend en zeer gevraagd was, had het dorp weinig welvaart. De opbrengst van de landerijen dekte nauwelijks de lasten. Een andere bestaansbron was de scheepvaart. Er woonden dan ook veel schippers. De werf heette Geubels naar de kleine platbodemschepen die turf en hooi vervoerden. In de dorpskern was lange tijd zo'n platbodem opgesteld.
Aangekomen bij Vaartweg 6 valt ons oog opnieuw op een rijksmonument, een boerderij uit 1683. Woongedeelte gebouwd ander een hoog pannen zadeldak tussen puntgevels met vlechtingen. De vensters met 6-ruits en in de rechter zijgevel met 20-ruits schuiframen en luiken. De stal heeft een met het gedekt wolfdak. Er staat ook een bakhuis met pannen zadeldak op het erf. Hier nemen we de Lage Dijk, een voetpad en fietspad tussen statige rijen hoge populieren. Een echt laantje! Halverwege gaat bij de Dwarsdijk de Lage Dijk over in de Hoge Dijk.
Aan beide zijden van dit laantje is nog het oude slagenlandschap te herkennen, ook op een aantal plaatsen verderop aan de route. Maar vooral op oude kaarten is dat landschap duidelijk te zien. Vanaf de ontginningsas werden in het veengebied kaarsrechte afwateringssloten gegraven op korte afstand van elkaar. Daardoor werd het landschap verdeeld in stroken. Toch is door grootscheepse ruilverkaveling is het slagenlandschap grotendeels verdwenen.
Dan steken we de Klein Dongense weg over en vervolgen de Hoge Dijk, die verderop Brouwersdijk heet en ons tot aan het riviertje De Donge brengt. Het riviertje
De Donge vormt de verbinding tussen Dongen en 's Gravenmoer en stroomt door naar Geertruidenberg. In een verre verleden had het riviertje nog geen eigen naam en werd het de 'Aa' genoemd, zoals bijna alle riviertjes. De rivier passeerde enkele donken. Daardoor ontstond de naam 'Donken aan de Aa', ofwel 'Donk Aa'. Hieruit ontstond de naam 'Dongen' en werd de rivier later De Donge genoemd. De Donge bracht welvaart met zuiver drinkwater en de snelle stroming die aandrijfkracht voor de watermolens produceerde. Later werd de rivier gebruikt om huiden in schoon te spoelen.
Bij de brug aan de Wilhelminalaan komt de Onkel Sloot bij de Donge. Hier is een
picknickplaats. Het is tijd voor een koffiepauze en een broodje. De zon is intussen doorgebroken en het belooft een aardige dag te worden. We zitten hier op de grens van de voormalige Gemeente Dongen en 's Gravenmoer. 's Gravenmoer en Dongen zijn zeer verschillende dorpen die pas sinds 1 januari 1997 zijn samengevoegd in één gemeente.
Als we na de korte rustpauze opstappen, kiezen we hier niet voor de gemarkeerde route over de Kerkdijk, oostelijk gelegen van de nu breed stromende Donge, maar nemen het brede zandpad op de westelijke oever, prachtig begroeid met koolzaad en fluitekruid. Na een paar honderd meter is er een stuw met bruggetje.
v
In oostelijke richting aan de Kerkdijk zien we tussen de begroeiing nog net de kerktoren van Nederlands Hervormde kerk. Dit Rijksmonument bestaat, na verwoesting daar de Fransen in 1672, uit een driezijdig gesloten koor van twee traveeën. Het heeft uit de 15e eeuw twee lage dwarsarmen, die in de 19e eeuw zijn ingekort, een 15e eeuws schip van vijf traveeën later met een noordbreuk vergroot en een ingebouwde 14e eeuwse toren met steunberen aan de westzijde, een boogfries onder de spits en een gewelf over de benedenruimte. Inwendig vind je zuilen met lijstkapitelen en houten tongewelven. De restauratie is in 1963 voltooid. In het interieur vallen op de eiken kansel, het doophek en bijbehorend koperwerk uit 1680, en verschillende 17e en 18e eeuwse grafzerken. Het orgel met hoofdwerk en positief stamt uit 1821 en is gemaakt door J.C. Schmidt en P. Verbeek. In 1965 gerestaureerd.
We bereiken opnieuw een brug met stuw. De fietsroute Vrachelen en Dongeroute komt er naar de westzijde en vervolgt de dijk. We komen hier een gebied van Staatsbosbeheer met kamperen bij de paal. Het bordje dat dit paalkamperen aangeeft, heeft de laatste tijd voor de nodige commotie gezorgd in de pers vanwege de afbeelding, die de suggestie wekt dat hier potloodventers zijn. Het is een nat broekbosje, dat uitkijkt over de Gecombineerde Willemspolder richting A27. We zijn hier op een kruising van waterwegen: westwaarts stroomt de Donge, in noordelijke richting het afwateringskanaal naar Raamsdonk en oostelijk een tak van de 's Gravenmoerse vaart. Onze route volgt de Donge tot aan het voormalig gemaaltje Groenendijk.
De Donge kiest hier even voor een noordelijke loop. Bij de volgende brug voert er een pad over het riviertje naar Raamsdonk. Het dorpsgezicht wordt beheerst door de koepel van de St. Bavokerk, gebouwd in 1888. Het is niet de oudste kerk van Raamsdonk. Dat is de Lambertuskerk, gelegen aan de overkant van de Maasroute en gesticht door een plaatselijk grootgrondbezitter. Deze grondheer heeft zijn rechten daarop vóór 1273 al overgedragen aan de bisschop van Luik, tot wiens diocees toen het huidige Noord-Brabant vrijwel geheel behoorde.
Over die vroegste geschiedenis van Raamsdonk is weinig bekend. Oorkonden, die iets vertellen over de kerkelijke situatie, brengen ons min of meer op de hoogte van dit vroegste verleden. In de 16e en ook nog in de 17e eeuw wordt Raamsdonk in officiële stukken vaak omschreven als één van de zes Zuid-Hollandse dorpen in de Langstraat. Tot 1798 maakt Raamsdonk deel uit van het gewest Holland. In de Bataafse tijd kwam het enige malen bij een andere provincie, maar bij besluit van 20 juli 1814 behoort het definitief bij Noord-Brabant. Sedert 1822 bestond het uit drie gebieden, namelijk de oude ambachtsheerlijkheid van het dorp Raamsdonk, de heerlijkheid Hendrik-Luijtenambacht en een gedeelte van de ambachtsheerlijkheid Groot Waspik, n.l. het gehucht Twaalfthalfhoeve. Deze toen samengevoegde gebieden behoorde eertijds tot het baljuwschap van Zuid-Holland.
De St. Bavokerk is een ontwerp van architect Chr. Weber uit Roermond. Het is een kruisbasiliek in romano-gotische trant met klaverbladvormige oostpartij. Het interieur is in verscheidene kleuren baksteen uitgevoerd en bezit pijlers en zuilen. Over het schip welven zich koepels. De kerk heeft ongeveer 370 zitplaatsen. Op 18 april 1888 werd met de bouw begonnen en op 16 september 1888, wijdde Mgr. Godschalk, bisschop van Den Bosch, de kerk in. De prachtige gebrandschilderde ramen in de kerk werden geleverd door Nicolas te Roermond.
Nog 2 kilometer scheiden ons van de A27. Hier duikt de Donge bij de Inahoeve onder de snelweg door en we vervolgen de wandeling over de Polderweg die ons tot aan de Oosterhoutse weg brengt. Hier staat het voormalige gebouw van het Waterschap Noord-Brabant, getuige het reliëf in de gevel. Even naar rechts de Donge over en dan ligt aan de linkerzijde een grote waterplas. Deze is ontstaan bij zandwinning voor de aanleg van de Maasroute, de A58. De parkeerplaats en picnickplek zijn een goede rustplaats om even te verpozen zo vlak onder de watertoren van Raamsdonksveer. Voor ons dus opnieuw een goede gelegenheid om een pauze in te lassen. We waren er weer aan toe. De koffie en het lunchpakket komen voor de dag, maar ook een versnappering gaat er wel in. Op de achtergrond is duidelijk het verkeersgeraas hoorbaar van de A58, maar we lieten onze rustpauze hierdoor niet verstoren.
Een verhard pad voert ons even later om deze waterplas heen en brengt ons weer tot aan de Donge. Aangekomen tot vlak bij de A58 is de Donge afgedamd en voert de route over deze dam in zuidoostelijke richting langs het stroompje Kromgat. Hoge populieren omzomen de route. We lopen nu om de Oranjepolder of de Blokken heen en zien in zuidelijke richting de contouren en eerste huizen van Oosterhout. Bij het bruggetje rechts af de Visserweg op om dan de eerste weg rechts te nemen, de Domeinweg.
We doorkruisen de Oranjepolder en bereiken de waterzuivering van Oosterhout. Op de T-splitsing links daar het stiltegebied. De weg is omzoomd met knotwilgen. Zo bereiken we de eerste huizen van Oosterhout in de wijk Dommelbergen en zijn aan het einde van de wandeltocht op de parkeerplaats van Doe-het-zelfzaak Gamma.
Charles Aerssens
7 mei 2002
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 07-05-2002 door C.P.J. Aerssens