[IMAGE]

Het had deze keer heel wat voeten in de aarde voordat op de "dag van de arbeid" de wandelschoenen konden worden ondergebonden. Het zag er aanvankelijk naar uit dat alleen Lorenz en Charles op pad zouden gaan. Maar gelukkig konden na enig rondbellen ook Peter en Bert van de partij zijn. Charles had Jan al ruim een week voor vertrek gebeld en de voicemail ingesproken. Geen enkel teken van leven van Jan. Ja, toen we al weer lang en breed thuis waren.

De echte harde kern van "Via-Via" ging op pad. Deze stevige wandeling moest als voorbereiding dienen voor de grote ondernemeing in de zomervakantie. Dan immers waren we weer toe aan ons twee-jaarlijke wandelweek naar een verre bestemming! De Tour du Morvan in het Franse Bourgondië staat op het programma. Dus eerst even oefenen. Omdat we het plan opgevat hadden bij Lorenz te starten lag het voor de hand ook een wandeling te kiezen die in de buurt van Hank lag. Geen probleem, immers de West-Brabant Wandelroute De Killen had als startplaats Hank. En zo was het om 9.00 uur verzamelen aan de Henri Dunantstraat in Hank in Huize Andres. Eerst koffie drinken en om 9.300 uur op pad.

We verlieten Hank richting recreatieplas "De Kurenpolder, langs het rode wiel, een overblijfsel van een dijkdoorbraak tijdens de watersnoodramp in februari 1953. Over de dijk, die in 1640 werd aangelegd van Werkendam, over Nieuwendijk en Hank naar Dussen, liepen we richting noorden. Deze dijk vormt nog altijd de grens tussen het Biesboschgebied en het Land van Heusden en Altena. Aan de dijk ontstond als kerkdorp van Dussen het plaatsje Mariapolder, later Hank genoemd. De pittoreske visserskade vormde in vroeger tijden het bruisende centrum van Hank. Aangezien de Bleke Kil destijds nog in open verbinding stond met de Biesbosch en daarmee met de Bergsche Maas, was aan de Visserskade de haven gelegen. Hier op dit punt gaat het westwaarts over de Nathalsweg en pikken we de geel-wit gemarkeerde route op.

Na een kilometer treffen we aan de linkerkant een rieten baken op een lange staak aan. Het is een overblijfsel van een baken dat oorspronkelijk verzwaard met een molensteen de vaarroute naar de haven moest markeren. Hier gingen we linksaf langs de Oranjehoeve naar Vissershang, de huidige jachthaven van Hank. We passeerden de Visserspolder, waar drukke werkzaamheden werden gepleegd om deze polder terug te geven aan het water. Er moet aan de Amer een doorsteek gerealiseerd worden zodat dit gebied in de toekomst voor waterrecreatie geschikt is. Bij de jachthaven aangekomen heerste er op dit tijdstip nog weinig bedrijvigheid en wij vervolgden onze wandeling over de Jeppegatweg naar hoeve Jannezand. Aan onze rechterhand lag de uitgestrekte polder Jannezand, een gedeelte van de Oostwaard, een ingepolderd gebied van De Biesbosch

In het kader van de naoorlogse heropbouw werd besloten tot een grootschalige ingreep: de ruilverkaveling van de polder Oostwaard. Resultaat was een strakker geometrisch verkavelingssysteem en een efficiënter gebruik van de bodem; grote delen van het historisch landschap verdwenen echter, zo ook de typische ontginningskavels en de kavels rondom de oudere nederzettingen. De Oostwaard maakt nu deel uit van een grootschalig landbouwgebied, dat ontwikkeld is na de afsluiting van het Haringvliet. De tientallen polders hebben de meest bijzondere benamingen gekregen, die veelal gemakkelijk te herleiden zijn. Hoewel namen als Polder Oud Boeren Verdriet en Polder Nieuw Boeren Verdriet, zetten je toch aan het denken. Het gebied wordt doorsneden door diverse kreken (killen) die nog herinneren aan het oude Biesboschlandschap, zoals de Bruine Kil, Bakkerskil en Bleeke kil.

Bij hoeve Jannezand aan het Jeppegat en Gat van Loopgauw en Bakkerskil besloten we het asfalt te verruilen voor het voetpad op de dijk direct langs het Steurgat. Het Steurgat is de waterverbinding tussen de Amer en de Merwede en vormt de oostelijke grens van het Biesboschlandschap. Zo nu en dan vloog er een fazanthaan of fazanthen voor ons op en zocht een beter heenkomen. Maar ook de vele schapen op de dijk vonden die wandelaars maar niks.

De straffe noordenwind noopte ons echter om aan de waterzijde onder aan de dijk te gaan lopen en zo wat beschutting te hebben. Aan het Steurgat troffen we op enkele plaatsen een verdwaalde visser aan en slechts een enkel motorkruiser voer ons voorbij. Voorbij Suzannahoeve staken we de afgedamde Bruine Kil over. Hier was op de dijk het gras lang en nat en dus besloten we voorbij Polder Krijntjes Weide, daar waar 's zomers een pontje de fietsers overzet naar de Polder Keizersguldenwaard, even de verharding van de Draepkilweg op te zoeken. Voorbij de forellenkwekerij bracht de verharde fietspad ons terug op de dijk.

Het was nog een kleine 2 kilometer tot Werkendam. Gelegen aan de Nieuwe Merwede is Werkendam de meest noordelijke plaats van Brabant. Reeds in dokumenten uit de 9e eeuw wordt gesproken over Werckenmunde en Wercke. Werkendam en De Werken ontlenen hun naam aan het oude riviertje De Werke. Werkendam stond rechtstreeks onder het gezag van de baljuw van Zuid-Holland, die in Dordrecht zetelde. De Sint Elisabethsvloed deed vele dorpen in de Groote of Zuidhollandse Waard verdwijnen. Een in 1461 opgeworpen dijk vanaf Woudrichem tot Werkendam en vandaar in zuidelijke richting moest de bevolking in de streek nieuwe zekerheid geven. Deze Kornse Dijk is grotendeels intact gebleven. De overstroming heeft voor een belangrijk deel het aanzien van het huidige Werkendam bepaald.

De Biesbosch, die de ondergang van het oude dorp betekende, is de broodheer geworden van het nieuwe Werkendam. Deze delta van kreken en gorzen leverde met griend- en rietgewas het materiaal voor een geslacht van rijswerkers en een bloeiende industrie van hoepelen mandenmakerijen, rijshoutvlechterijen en bouwbedrijven van haven- en waterwerken. Vooral in wintertijd kun je het kappen van het griendhout onderweg zien.

Toch besloten we niet door Werkendam te lopen maar voor het industrieterrein langs om een uitgestrekte boomgaard heen te gaan. Hiervoor moesten we over het erf van de aan de dijk gelegen boerderij waartoe zeker de boomgaarde hoorde. Geen lastige kettinghonden en zo kwamen we opnieuw op de Draepkilweg bij Keizershoek. Het werd tijd voor een middag[auze. Maar tegen de koude, straffe wind was er geen beschutting in dit polderlandschap. We hoopten die beschutting te vinden bij het populierenbos aan de Weerenweg. Zelfs op de kruising met de Grote Waardweg was er geen plekje. Dus maar verder de Kouwerskade op.

Bij de kruising met de Schenkeldijk ging de route naar rechts. Onder langs de Schenkeldijk liggen de Witdammen, een lange strook griendhout met opgaande bomen. De Schenkeldijk vormt de verbinding tussen Werkendam en Kille. Er staat een schepradwatermolen op een bloemrijke dijk met broekbosjes, knotpopulieren en knotwilgen. In putten, ontstaan door grondwinnning voor de dijkverzwaring, komt moerasvegetatie voor. De kleine griendpercelen worden regelmatig gehakt en bijgestekt. Talrijke kruidsoorten vormen een langgerekt groen lint in het kale polderlandschap. Vele vogelsoorten, waaronder de grote karakiet, sprinkhaanrietzanger, blauwborst en rietgors vallen hier te bespeuren.

Voor ons doemden enkele bunkers uit de tweede wereldoorlog op en de contouren van het Fort Bakkerskil op. Het Fort Bakkerskil is gebouwd als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een verdedigingsgordel. Met behulp van een ingewikkeld sluizensysteem zou bij een dreigende bezetting het land onder water gezet kunnen worden, waardoor er een enorme binnenzee (overigens maar 30 cm diep) zou ontstaan. Kwetsbare punten in deze lijn werden versterkt met forten. Fort Bakkerskil is nog steeds in gebruik door Defensie. De gebouwen bieden tevens nestgelegenheid aan vogels en dienen als overwinteringsplaats voor vleermuizen. Het zag er enigszins onderkomen uit, maar het geweldige hekwerk liet ons niet dichterbijkomen om er een kijkje te nemen, laat staan te pauzeren.

De etappe die we nu volgde, leidde ons langs de Bakkerskil, een oude afgedamde tak uit de Biesbosch en een prachtig natuurgebied. In het kader van het integraal waterbeheer werden ecologische doelstellingen voor het waterkwaliteitsbeheer voor dit gebied geformuleerd. Dit was hard nodig, omdat de diversiteit aan levensgemeenschappen in sloten hard achteruit ging. Er worden drie niveaus onderscheiden: laag, midden en hoog. Het laagste niveau komt overeen met de basiskwaliteit. Het hoogste niveau wordt toegekend wanneer het tot stand brengen van een zo gevarieerd mogelijke samenstelling aan flora en fauna de bedoeling is. Door het waterschap werd o.a. de Bakkerskil aangewezen als water waarvoor een hoge ecologische doelstelling geldt. De natuurlijke rijkdom van sloten kan worden vergroot door een goed oever- en schoningsbeheer.

Over de smalle Kornse Dijk langs de Bakkerskil bereikten we Kille, een gehucht dat bij Nieuwendijk hoort. Opslibbing in de 16e en 17e eeuw ten westen van de Kornse Dijk en inpolderingen in dezelfde periode bevorderden de drooglegging van het Nieuwland van Altena: de Karnemelkspolder. Er werd kunstmatig een afwatering gerealiseerd via de Almsluis verder naar het westen naar de Drie Sluizen. Nabij de Drie Sluizen vormde zich vanaf eind 18e eeuw het dorp Nieuwendijk. Kenmerkend voor dit dorp is dat het tot 1879 voor de ene helft deel uitmaakte van de gemeente Almkerk en voor de andere (zuidelijke) helft van Emmikhoven. In 1879 werden deze gemeenten samengevoegd. Na de gemeentelijke herindeling van 1973 werd het bij de gemeente Werkendam gevoegd.

Hier vonden we aan de Heijmansgatweg bij de Bakkerskil een bankje en konden we eindelijk onze lunchpaketten voor de dag halen. Even de benen strekken, koffiedrinken en een versnaperig. We hadden het verdient!

Daarna verder. Bij de eerste kruising op de Heijmansgatweg naar links de Weeresteinweg op. Op de natte gronden links van de weg had men nog niet zo lang geleden het griendhout gekapt en op grote stapels opgetast. We liepen hier wel heel dicht langs de Bakkerskil. Zo bereikten we bij de Hooge polder de grote boerderijencomplex Kijfhoek. We gingen er met een omtrekkende beweging omheen linksaf de Hoge polderweg op. We lieten de Bakkerskilweg rechts liggen en over de brug verder. Opnieuw langs drassige gronden met griendhout. Het oplettende oog van Charles zorgde ervoor dat we meteen achter de bossage naar rechts moesten. Van een duidelijke markering was hier geen sprake.

De route met rechts langs het griendhout en links langs vruchtbare kleigronden van de polder liet op vele plaatsen de sporen en afdrukken zien van reeën en ander wild, die in de dichte onderbegroeiing van het griendhout een uitstekende schuilplaats hebben. Hier hebben we een goed zicht op Hank, het einddoel van onze wandeling. We hebben nog zo'n goede 4 km te lopen. Bij een waterloop vanaf de Bakkerskil zien we hoe flinke basems het naar hun zin hebben en voor ons een beter heenkomen zoeken.

We steken de Kille Weg over en bij een doorsteek naar rechts komen we opnieuw uit op de Nathalsweg, waar we ook vanmorgen onze wandeldag begonnen zijn. Linksaf lopend bereiken we de dijk en de plek waar eens de visserskade van Hank was. Nog slechts een kilometer en we zijn terug aan de Henri Dunantstraat, waar ons een heerlijk soepje en broodjes wachten. Onder het genot van een pilsje genieten we na, voldaan van het "trainingstochtje" als voorbereiding op de ondernemeing de komende zomer in Frankrijk. Het was pittig in dit polderlandschap met de straffe noordenwind over asfalt en door nat gras op de winderige dijken rondom de Biesbosch.

Charles Aerssens
5 mei 2001



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 06-05-2001 door C.P.J. Aerssens