[IMAGE]

Ook dit jaar werd de traditie om in de herfstvakantie te gaan wandelen in de Belgische Ardennen voortgezet. Het was intussen voor het zevende jaar dat we op pad gingen. Er werd geopperd om deze keer wellicht 3 dagen de Ardennen te doorkruisen. Het werden na overleg met het thuisfront definitief 3 dagen en we zouden dit jaar niet met zo'n groot gezelschap gaan wandelen. Door omstandigheden moesten de dames, te weten Marion, Wilma en Marlien, afhaken. Alleen de harde kern van Via-Via, de lopers van het eerste uur en ons neo-lid Lorenz, ging op pad.

Als uitvalsbasis werd opnieuw gekozen voor de "Gîte Rurale" in Laidprangleux. Een enkel telefoontje naar de familie Dacco, Bois de Tave 1, Ammonines was voldoende om voor ons een comfortabele vakantiewoning voor 5 personen te reserveren. De ons zo vertrouwde woning "Le Fournil" was echter bezet en zo kregen we de nog ruimere en luxere vakantiewoning "La Spinette". We wisten waar we terecht zouden komen, want het afgelopen jaar hadden we deze woning al kunnen bezichtigen. Echt klasse!!

Charles had voor deze wandeldagen in de buurt van het vakantiehuisje 3 routes uitgezet die tussen de 15 en 20 Km lang waren en die het Ardeense landschap in al haar uitbundige herfstkleuren zou laten zien. Het bleek namelijk dat Laidprangleux een ideale uitvalsbasis was om de bosrijke Ardeense hoogvlakte te doorkruisen. Immers tot nu toe hadden we weinig kilometers gelopen in de directe omgeving van ons wandelverblijf, maar steeds de loop van de Ourthe of de Lesse stroomopwaarts gevolgd.

De eerste dag zouden we een lus lopen richting Harzé, Samrée en Dochamps. Hiervoor verlieten we Laidprangleux in westelijke richting en sloegen meteen linksaf het Bois Maya in. De halfverharde weg bracht ons met een ruime boog in oostelijke richting tot Fagne de Bati. Het was een prettige weg om in te lopen, zonder hindernissen. Deze hindernissen zouden we spoedig tegenkomen. De harde weg werd verlieten en via bospaden bereikten we de steile helling boven Fond de la Haie, een steengroeve. Vanhieruit hadden we een prachtig vergezicht over de Ardeense hoogvlakte in westelijke richtin. In de lage middagzon zagen we de kerktoren van Cielle boven het dal van de Ourthe. Even tijd om te pauzeren en te genieten van het uitzicht.

Het afgraven in deze steengroeve had al de oorspronkelijke wandelweg doen verdwijnen. Reusachtige vrachtwagens die de stenen afvoerden lieten als razende kolossen het stof opstuiven. Maar we konden zonder kleerscheuren afdalen en onze weg vervolgen in noordoostelijke richting. Even moesten we op Jan wachten, omdat hij hevig geobsedeerd was door het vermalen van de steenslag uit de steengroeve.

De route voerde ons nu langs een beekje stroomopwaarts tot we de doorgaande weg van Samrée naar La Roche moesten oversteken bij kilometerpaal 75. We liepen door indrukwekkende beukenbossen om Le Grand Bois een top in het bos van 510m hoogte. Het asfalt ging over in een slecht verharde voetweg en uiteindelijk in een bospad. Dit bospad daalde van 460m naar 320m en bracht ons bij een soort overloopbekken. Hier waren enkele gemeentewerkers van de Gemeente Manhay bezig met het inrichten van een picknickplaats. Het leek wel of ze er de rustbanken en tafels net voor ons hadden neergezet. Bovendien waren ze nog doende met het afpalen van deze rustplek. Het was voor ons een ideale plek om weer te pauzeren en de inwendige mens te versterken. De boterhammen werden opgegeten en de Cocossnacks en Lions gingen rond.

Na een twintigtal minuten werd het tijd om op te breken en de weg richting Samrée te vervolgen. Er stond ons opnieuw een klim te wachten. Eerst passeerden we nog een verlaten steengroeve en een stuk verder ging de verharding over in een bospad. De route boog vervolgens af in noordelijke richting en na goed 1,5 Km bereikten we de eerste huizen van Samrée. Hier besloten we de route enigszins te wijzigen omdat wegwerkzaamheden de doorgang in het dorp had afgesloten. Geen probleem, een alternatief was snel gevonden. Tussen weilanden door en nagestaard door grauw rundvee, bereikten we het bos onder Dochamps en bij het hoogste punt hier: Belvédère op 572 M was het nog slechts 3 kilometer om terug te keren op ons startpunt van deze morgen.

Dit laatste stuk liep paralel aan de verharde doorgaande weg van Dochamps naar Davantage. Hier passeerden we nog een kruis in het bos met het opschrift Croix. St.Pire. In de veronderstelling dat de ingezetenen van deze streek wel wisten waarom dit kruis hier stond en dit opschrift had, leverde deze vraag alleen als antwoord op dat St.Pire wellicht St.Pierre betekent. Dit antwoord hadden we ook zelf kunnen bedenken.

Tegen 17.30 uur bereikten we "La Spinette". Jan, Bert en Peter zetten de tuinstoelen nog even in de laatste zonnestralen neer en trokken vermoeid maar voldaan de wandelschoenen uit, terwijl Lorenz en Charles naar Bois de Tave reden om de sleutel van het verblijf op te halen. Snel was dit geregeld en terug bij het huisje konden de spullen uit de auto gepakt worden en zocht eenieder zijn slaapplek op om deze voor de komende 2 nachten klaar te maken. De verdeling van de kamers leverde geen enkel probleem: Jan, Bert en Lorenz hadden elk een eigen kamer en Charles en Peter deelden een ruime 3 persoonskamer.

Even een pilsje drinken, dit keer geen Glühwein, want Lorenz had niet voor niets een hele krat witbier meegebracht. En voor Jan een glaasje rode wijn. Intussen had Jan zich opgeworpen de houtkachel aan te maken. We stemden er met zijn allen in toe, omdat Jan in het verleden al had aangetoond een voortreffelijk stoker te zijn. Het was dan ook in een oogwenk behagelijk warm in de zithoek. Daarna begonnen Bert en Peter met de voorbereidingen van het avondeten. Er was al veel gesproken over Chili-con-carne maar de geuren die vanuit de keuken de kamer bereikten deden anders vermoeden. Het werd Nasi-goreng! Deze stevige hap lieten we ons goed smaken. Tijd aan de afwas waren we niet kwijt, want de afwasmachine bezorgde ons meteen een rustige avond. Het was eigenlijk de taak van Jan om nu voor enige "animatie" te zorgen, maar er was weinig belangstelling voor een partijtje schaak of een spelletje Risk. Zo bleef Jan werkloos en de spelletjes in de doos. Even na 22.00 uur gingen we onder zeil.

De volgende morgen, 19 october 1999, was het om 8.00 uur reveille. De eerste vale zonnestralen vielen de slaapkamer binnen en deden niet vermoeden dat het wellicht toch erg koud buiten zou zijn vanwege de schrale oostenwind. Met de beschikking over 2 badkamers was iedereen om 8.30 uur present aan het ontbijt. De afwasmachine was intussen uitgeruimd en de broodjes afgebakken. Een glaasje sap en een kopje koffie zorgden ervoor dat de stemming er meteen inzat. Het lunchpakket voor onderweg werd klaargemaakt en tegen 9.30 uur stonden we startklaar voor deze tweede dag.

Toen we buiten de deur stapten leek het even of we aan een winterwandeling in een arctische omgeving gingen beginnen: het was koud. De schrale oostenwind sneed langs de oren. Maar niet getreurd eenmaal op weg waren we snel gewend aan de omstandigheden en probeerden snel beschutting te zoeken in de uitgestrekte bossen. De route liep meteen achter het vakantiehuisje over een nauwelijks begaanbaar pad en we besloten in de ernaast liggende wei onze weg te vervolgen, richting noorden. Zo bereikten we het Bois de Freyneux. Hier waren hele percelen gerooid en over de oostflank wandelend bemerkten we dat de zonnestralen iets krachtiger werden. In de zon en uit de wind werd het zelfs aangenaam. Voorbij Croix Grégoire daalde het pad door een prachtig beukenbos af naar de Aisne, een typisch Ardennenriviertje dat ten noordoosten van Samrée ontspringt. Zo kwamen we op de doorgaande weg van Dochamps naar Ammonines, bij kilometerpaal 16. Hier wachtte ons de eerste grote verrassing: een heuse Gué. Zo'n doorwaadbare plaats in een beek of riviertje was wel elk jaar onderwerp van gesprek. En het was niet voor niets een uitdaging voor Charles om uit te zoeken of er tijdens de wandeling geen Gué kon worden gevonden in de route. Altijd succes verzekerd!!

Dit keer was het wel een erg brede doorwaadbare plek. Er werd even bekeken wat een goede oplossing zou zijn. Jan nam onmiddellijk een besluit en over een paar stenen springend en met de schoenen door het water bereikte hij de overkant met min of meer droge voeten. Charles en Bert waagden een ruime sprong over een minder breed gedeelte en Lorenz en Peter liepen een honderd meter om en voegden zich via de spoorbrug van de toeristische spoorlijn langs de Aisne weer bij de rest. Zij werden als echte watjes verwelkomt!!

Het dal van de Aisne lieten we achter ons en het was opnieuw klimmen geblazen. Van 320M moesten we naar 500M over een afstand van 2 KM. Flink stappen dus!! De zweetdruppeltjes verschenen op het gezicht naarmate we hoger en hoger kwamen. Na goed een kilometer besloten we om een rustpauze in te lassen en even wat te eten en te drinken. Gezeten achter een grote stapel hout, die de wind tegenhield en met het zonnetje vol in het gezicht, was het aangenaam vertoeven. Charles had zelfs tijd om even een groepsfoto te maken. Jammer dat zijn fototoestel op dat moment haperde, zoals later zou blijken.

Na goed 20 minuten kostte het ons toch enige moeite om weer op gang te komen. De spieren waren stijf en om een rustige start. Even verderop passeerden we een Pavillon de chasse. Een jachthut gelegen in de middle-of-nowhere, maar waar tijdens het Ardennenoffensief 2 Amerikaanse soldaten het leven hadden gelaten in een vuurgevecht met de Duitsers. Ook deze hadden hier 5 manschappen verloren. Een gedenkplaat roept deze gebeurtenis in herinnering en deed ons even stil staan wat zich hier in de barre winter van 1944 had afgespeeld.

Verder ging het tot we het hoogste punt bij Croix St. Jehenne hadden bereikt. Hier was het even zoeken welke richting we moesten kiezen. Al meteen bleek dat we te veel in zuidelijke richting liepen en er werd onmiddellijk gezocht naar een pad dat oostelijk voerde. Na goed 1,5 Km bereikte we de verharde weg in La Fosse, een van de vele gehuchten hier in de Ardeense wouden. Te voer sloegen we zuidwaarts af, maar de in het landschap zo markante hoogspanningsmasten brachten ons via een steile afdaling bij de vervallen watermolen Moulin da la Fosse aan de Aisne. Even kwam Lorenz hier in de problemen, toen hij dacht gezeten op zijn achterwerk deze helling sneller te kunnen afdalen. Hij heeft het geweten± een grote winkelhaak in zijn broek!!

De verharde weg verlatend bij het eerste voetpad naar links, voerde door een uitgestrekt grasland, waar een laatste keer voor de invallende winter was gehooid en waar het droge gras lag te wachten om te worden afgevoerd. Het was een ideale plek om opnieuw een pauze in te lassen, dat vond Jan tenminste. Maar de anderen besloten pas tegen 13.30 uur de knapzak voor de dag te halen. Dus gingen we gewoon verder. We kwamen zelfs voorbij een heuse picknickplaats, maar deze lag aan in de schaduw aan de doorgaande weg van Lamormenil naar Ammonines. We liepen door. Links het bospad inlopend konden we op de kaart zien dat ons weer een flinke klim wachtte. We moesten opnieuw 100M hoogte overwinnen op een afstand van 1 KM. Het werd weer even puffen. Even onder de top van Betaumont hielden we halt. Ofschoon we hier in de zon zaten, was het toch aan de koude kant, want aan de bosrand even verderop was het gras nog bevroren op dit tijdstip en lag er een laag ijs op de plassen. We aten wat en dronken wat. Ook nu was opstaan na een korte pauze een hele klus. Stijfgezeten trokken we ons op gang. Vanaf 540 M volgde er een steile afdaling langs een camping, die nog redelijk bezet was. Het bassin de natation lag er leeg bij. Onderaan de camping leidde een bospad ons links af. De zuidhelling, waarlangs nu het pad liep, lag er warm bij in de late middagzon en in een forellenvijver even verderop zat nog volop leven.

Voor de tweede keer vandaag staken we de toeristische spoorlijn langs de Aisne over en met een ruime boog vervolgden we onze weg ten noordwesten rond Dochamps. Nog slechts een 3-tal kilometer restte ons van Laidprangleux. Door het bos, opnieuw langs Croix St.Pire waren we in drie kwartier terug bij het huisje. We hadden er vandaag 18 Km opzitten. Even verfrissen en dan naar La Roche voor een stevige pint. Bert moest nog geld pinnen om de huur van ons verblijf te kunnen betalen en Peter wilde nog sla halen voor bij het avondeten.

Jan bood spontaan aan om de auto te nemen en met ons naar La Roche te rijden. We hebben dit geweten. Jan had het idee op de Nürburgring te zetten. Als een doldrieste en overmoedige autocoureur stortte hij de bolide in de "Kurvenreiche" afzink van Davantage na Marcourt, zich niet bewust van de kostbare lading in zijn auto. Het was goed dat Charles, Peter en Lorenz klem zaten op de achterbank, want anders hadden ze door de auto gevlogen. We waren dan ook blij heelhuids in La Roche te arriveren zonder tegenliggers op het bochtige parcours.

In La Roche was het een hele kunst om geld uit de muur te halen. Bij het plaatselijke postkantoor lukte dit niet en na enig proberen gaf de Generale Bank ons wel de nodige biljetten. In de kroeg bij de brug over de Ourthe lieten we ons het bier goed smaken. Hoewel hier om 18.00 uur de deur dicht ging voor nieuwe gasten konden wij nog even blijven zitten. Maar toen de stoelen op de tafels gingen en men het etablissement begon te dweilen, vonden we het ook tijd om op te stappen en terug te rijden naar Laidprangleux. Deze keer namen we de doorgaande weg via Samrée en Dochamps. En gelukkig ging het in een iets andere rijstijl als op de heenweg.

In het huisje aangekomen werden nog wel even de handen uit de mouwen gestoken. Immers het avondeten moest worden klaargemaakt. Peter dook de keuken in en begon aan een spaghetti schotel, Charles maakte de sla klaar en Lorenz en Jan dekte de tafel. In korte tijd konden we aanschuiven en we lieten het ons goed smaken. Voldaan van spijs en drank was het daarna "Feierabend", want de afwas ging in de machine en de sportfanaten schoven aan voor een avondje Europacup voetbal. Feijenoord tegen Boavista kwam op het scherm!! Jan hield zich hierbij wat afzijdig in de hoop niet lastig te worden gevallen met allerlei vragen over de spelregels. Al heel vroeg zocht hij zijn bed op. Hij voelde zich niet lekker. En dit noodzaakte hem om midden in de nacht de vissen nog even te voeren. Niet bevorderlijk voor zijn nachtrust. De voetbalfans zochten pas tegen 24.00 uur hun slaapplaats op.

Het werd woensdag 20 oktober en dit was weer de laatste dag van het Ardennen Wandel Offensief van Via-Via. Om 8.00 uur ging het klokje van gehoorzaamheid. Iedereen stond meteen naast zijn bed en het gonsde overal van bedrijvigheid: douchen, kamers opruimen, tafeldekken, afwasmachine uitruimen en opnieuw afwassen, omdat de machine gestaakt had. In korte tijd was iedereen paraat voor het ontbijt. Nog afwassen en stofzuigen en daarna inpakken en wegwezen. Je kon aan Jan merken dat hij er echt mee zat dat dit gezellig verblijf in de Ardennen er bijna opzat: hij drentelde onrustig door het huis, terwijl de anderen ijverig in de weer waren. Monsieur Dacco kwam voor de eindafrekening rond 9.15 uur en zodoende hadden we geen tijdverlies met het terugbrengen van de sleutel naar Bois de Tave 1.

Om 9.30 uur zaten we gepakt en gezakt in de auto en konden we vertrekken naar het startpunt van vandaag. Dit lag zo'n 2 KM van Baraque de Fraiture, vlak bij Ferme du Poteau. We parkeerden de auto aan de Chemin Napoléon. Het was wel even schrikken van de barre omstandigheden waarmee we hier te maken kregen. We zaten hier op een hoogte van 630 M in open terrein en een koude snerpende oostenwind deed het voorkomen alsof het een paar graden vroor.

Deze Chemin Napoléon stond op de stafkaart ook aangegeven als Ancienne Chaussée Romaine, dus als een oude Romeinse Heerbaan. We hadden hier te maken met een wel zeer oude weg die ver terug ging in de geschiedenis. Hiervan was nauwelijks nog wat te merken, want er was niet meer over dan een breed wandelpad. De waren blij snel de weilanden te kunnen inruilen voor het bos. Dit bood meer beschutting tegen de koude wind. Peter borg de handschoenen meteen op. Een breed bospad leidde ons de helling af naar 550 M. Het leek hier eerder op een maanlandschap, omdat de majestueuze sparren gerooid waren en er nog slechts de imposante stronken lagen. Op het laagste punt stroomde de Le Noir Ru, een klein beekje dat een eerste hindernis vormde. Bij deze Gué was het betrekkelijk makkelijk om via grote stenen de overkant te bereiken. Nu ging het opnieuw omhoog, klimmen dus tot 610 M. Zo bereikten we het gehucht Tailles, dat er in de koude en grijze herfstmorgen verlaten bijlag.

We liepen pal zuid en na 2 KM ging de verharding over in een bospad. We kozen voor de route die ons langs Croix Até Fré Djakes voerde en hier stuitten we op de rood-witte markering van een Grand Randonnée. Het bleek de GR AE te zijn, de Internationale Rondweg Ardennen-Eifel. We volgden deze een stuk in zuidelijke richting tot aan een grote wildtoren, waar we een pauze hielden en het tijd werd de route opnieuw te bestuderen.

We moesten afdalen naar Eau Martin Moulin. Op de kaart bleek dit de voortzetting te zijn van het stroompje dat we aan het begin van onze wandeling van vandaag al hadden overgestoken. Maar dit keer was de verassing groter. Via een steile afdaling bereikten we het water. Groot was de verassing dat we nu echt eens moesten overleggen hoe we deze hindernis zonder natte voeten zouden oversteken. Jan was heel resoluut, zocht een voor hem geschikte plaats en stoof als een hinde over de stenen in de stroming. Ook dit keer zonder veel kleerscheuren en natte voeten. Bert en Charles deden het in twee etappes. Eerst werd een dikke boomstam zo in de stroming gelegd dat een eilandje bereikt kon worden en vervolgens via enkele grote keien de overzijde. Lorenz en Peter zochten hun heil verder stroomopwaarts en via een overhangende boom bereikten ze als ware circusartiesten de ander kant.

We zaten hier op het meest zuidelijke punt van de wandeling van vandaag. Nu liep de route in noordwestelijke richting terug naar ons vertrekpunt van vanmorgen. We volgden het beekje stroomopwaarts en dit betekende dat we opnieuw omhoog gingen. We volgden het pad en werden plotseling verrast door een drietal reeën dat onze weg kruisten. Jan en Lorenz hadden ze even te voren in het bos waargenomen en waren er al van overtuigd dat ze ons pad zouden kruisen. Even snel als ze waren gesignaleerd, waren ze ook weer verdwenen. Bij een kruispunt van bospaden, op de kaart aangeduid als "Au Hangar" en omzoomd door reusachtige beukenbomen, kozen we ervoor naar links te gaan en meteen een wat vaag pad rechts te nemen. Charles kreeg een compliment, dat hij thuis vanaf de kaart zulke routes kon kiezen, welke in het landschap moeizaam te vinden waren.

Via een holle weg daalden we opnieuw af naar een stroompje dat in de buurt van ons vertrekpunt ontsprong. Dit keer was er een bruggetje vlak bij een visvijver voorzien van het bordje "Proprieté Privée". Voor ons dus verboden terrein. We bereikten nu een verharde weg. Deze moesten we in noordelijke richting volgen om bij de auto's aan vertrekpunt te komen. Bij het verlaten van de bebossing kregen we een prachtig uitzicht op een heus Chateau gelegen in het Bois Saint Jean. Charles had een route uitgestippeld op de kaart, die over het landgoed van dit Chateau leidde. Maar borden gaven aan dat we niet over het eigendom van het kasteel mochten. Er zat niets anders op dan de verharde weg te volgen, die ons op enige afstand langs het Chateau voerde. In de uitgestrekte weilanden rondom dit kasteel ontwaarden we grote kudden bizons. Schots Hoogland vee leek ons echter gebruikelijker. Met de verrekijker werden de bizons bestudeerd. We liepen hier door een typisch landschap met daarin her en der verspreid kringen machtige beukenbomen. We vroegen ons af hoe en waarom deze bomen zo in het landschap gekomen waren. Even verderop kwamen we nog langs een monument waar aan het begin van de oorlog een Belgische spion was neergekomen met parachute en vrijwel onmiddellijk door de Duitsers was gearresteerd en omgebracht.

Nog slechts een tweetal kilometers scheidde ons van het vertrekpunt. Inmiddels voelde we dat er nog steeds een fikse wind woei over de weilanden, die hier voor het open karakter van het landschap zorgden. Bij de auto's aangekomen deden we dan ook snel de wandelschoenen uit en omkleden en een schoon shirt aandoen was wel wat moeilijk zonder een kou op te lopen. Tegen 15.00 uur aanvaardden we de terugreis naar Nederland en lieten we de Ardennen achter ons. Via Baraque de Fraiture reden we over de autoweg naar Luik. Zonder oponthoud waren we snel door Luik en ging het richting Maastricht. Even voorbij Visé ging bij Charles de mobiele telefoon en vertelde Kitty dat we niet in Maastricht hoefden te stoppen. Het was aanvankelijk de bedoeling geweest om Charles daar af te zetten, zodat hij met de familie terug naar Loon op Zand kon rijden. Door deze mededeling hadden we plotseling meer tijd om nog samen met een gezellig etentje de Ardennen Wandeldagen van Via-Via af te sluiten. Wel werd er in Maastricht nog even een tankstop gemaakt omdat de Volvo van Jan dorst had. Snel werd er plan-de-campagne gevoerd waar we zouden gaan eten. Zonder Charles zou dit Oosterhout geworden zijn, maar nu werd er gekozen voor Oisterwijk.

Op naar Oisterwijk. De terugreis op Nederlandse bodem verliep voorspoedig, omdat het vrachtverkeer op dit tijdstip gehouden werd aan een inhaalverbond, Via Weert en Eindhoven verlieten we bij Moergestel de autoweg en konden even later de auto's parkeren op De Lind in Oisterwijk. In "De Dorpsherberg" was het geen probleem om een tafel voor 5 personen te krijgen. De tomatensoep of uiensoep lieten we ons goed smaken, maar ook een stevige portie spare-ribs wilde er wel in. In een gezellige ambiance werd nog het nagerecht genoten, vanzelfsprekend was dit voor de echte liefhebbers een ijscoupe: bijna traditioneel Coupe Dame Blanche. Tegen 19.30 uur mocht de penningmeester in de persoon van Bert de rekening voldoen en was het zevende wandelweekend naar de Ardennen over en uit. Charles werd in Loon op Zand gedropt en Lorenz en Peter gingen via Oosterhout en Hank huiswaarts, terwijl Jan en Bert via Zevenbergen naar Etten-Leur reden. Jammer, maar eenmaal thuis hadden we alleen nog de herinneringen aan drie fijne dagen.

Tot slot: we kunnen terugzien op een drietal geslaagde wandeldagen met wandelingen van 19 KM, !8 KM en 15 KM. Bovendien met prachtig, zonnig herfstweer, soms 's morgens wat aan de frisse kant met een snerpende oostenwind, maar met veel wandelgenot in een bosrijk gedeelte van de Belgische Ardennen vol landschappelijke afwisseling met uitgestrekte horizons en wilde, ongerepte valleien. Zo te voet deze streek ontdekken direct in de omgeving van ons vakantieverblijf "La Spinette", liet ons de beslommeringen van alle dag vergeten en genieten van de Ardeense natuur en haar cultureel erfgoed. Goed voor de onderlinge sfeer en het gevoel samen L.A.W.V. Via-Via te zijn. Opnieuw voor herhaling vatbaar!! Dus tot volgend jaar herfstvakantie!!

Charles Aerssens
1 november 1999



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 11-03-2005 door C.P.J. Aerssens