[IMAGE]

Zomervakantie!! De meeste van onze wandelvrienden zijn voor hun welverdiende rust over de grens gegaan. Richting zuiden was favoriet, zeker na de vele regenrijke dagen van juli. Maar augustus was goed begonnen! We werden zelfs in de eerste week verrast met een heuse hittegolf. Jan en Charles hadden besloten om in eigen land de wandelschoenen aan te trekken en even de sfeer te proeven van het echte “kilometervreten”.

Charles had in het Brabants Dagblad van eind juli een aantrekkelijke wandeling in de directe omgeving van ‘s Hertogenbosch gevonden en de routebeschrijving van deze Broek en Donk-route gehaald. Het is een MLAW uitgezet door het Stadsgewest 's-Hertogenbosch. Het is een rondgaande wandeling van 20 kilometer. Bij het uitzetten van deze wandelingen is geprobeerd zoveel mogelijk gebruik te maken van onverharde, rustige, landschappelijk en cultuurhistorisch interessante paden.

Na enig telefonisch overleg en een gezellig bezoek van Jan een paar dagen voor de definitieve beslissing, viel de keuze op 18 augustus. Het weerbericht gaf een rustige dag aan met wat bewolking en een voortreffelijke wandeltemperatuur van 22 graden. Tegen 9.00 uur was Jan present aan de Andromeda 2 in Loon op Zand. En na nog een kopje koffie gingen Jan en Charles het naar ‘s Hertogenbosch waar ze in de buurt van de Zuidwal aan de Phillip de Goedelaan de auto parkeerden op een paar honderd meter van het startpunt van de gekozen Broek en Donk-route.

Deze wandelroute zou ons door het landschappelijk zeer waardevolle polder- en beekdalgebied van de Dommelvallei tussen 's-Hertogenbosch en Sint-Michielsgestel voeren. De natte, lager gelegen delen worden hier broekgebieden genoemd. De hoger gelegen gebieden noemt men donken. Dit verklaard de naam van deze wandeling. Het Bossche Broek en het Dooibroek vormen belangrijke vogelgebieden die ook botanisch waardevol zijn, Op de hoger gelegen, oude cultuurlandschappen ontstonden de eerste menselijke nederzettingen. Van latere tijd dateert de bewoning op de donken, zoals nabij Sterrenbosch. De eerste bedijkingen dateren uit de Romeinse tijd. Uit latere tijd zijn de landgoederen als Out Herlaer, Haanwijk, Nieuw Herlaar en Groot- en Klein-Ruwenberg.

Het startpunt lag waar het fietspad het Bossche Broek in gaat en een infopaneel met informatie over deze route staat opgesteld. Je hebt hier een meteen fraai zicht op de vestingswallen en de Dieze. We moesten hier het pad rechts het dijkje op en links van ons hadden we het Bossche Broek. Het eerste gedeelte loopt parallel aan die vestingswal. Dit behoort tot het gebied van een hengelsportvereniging. Aan het begin van dit dijkje wachtte ons een hek. De laatste resten en stuiptrekkingen van de Bossche Manifestatie Boulevard stonden hier nog om te worden afgebroken. Dit hek zat op slot zit, dus is het klimmen geblazen! Ten hoogte van dit hek zagen we ook de zware, houten deuren van een sluis. Over de sluis en de woningen heen, konden we no net een blik van de Sint Jan opvangen.

We liepen parallel aan de vestingswallen in de richting van de Vughterbrug. Dit meest noordelijke stuk van het Bossche Broek blijft onbebouwd. Het bezit een waardevolle flora en fauna en vervult een belangrijke schakel in een ecologische verbindingszone tussen het bekensysteem van Dommel en Aa en het rivierlandschap van de Maas. Een andere belangrijke schakel in die ecologische zone vormt de Geme(y)nt, de voormalige gemeenschappelijke hooi- en weidegronden van het dorp Cromvoirt. Bij een gemaal voerde de route ons naar links, het Bossche Broek in. Hier ging het door weilanden met behulp van opstapjes en hekjes, want er liep vee. Kivieten maakten duidelijk dat ze niet op onze aanwezigheid gesteld waren en ook enkele jonge patrijzen zochten onwennig wegvliegend een goed heenkomen. De steekvliegen hadden ons op deze klamme morgen met drukkend weer ook meteen gevonden en probeerden bloeddostig als ze waren ons te belagen.

De route voerde ons onder de A2 door, langs de Dommel, over een geasfalteerd pad in de richting van Out Herlaer. Eerst passeerden we links Sterrenbosch, waar een imposante boerderij met groen-gele luiken bij ons associaties opriep van de “Mee-Denk-Bank”. We liepen hier over Dooibroek, waar een markering aangaf hoe hoog hier in de natte winter van 1995 het water gestegen was. De boerderij Out-Herlaer gelegen op een terp is wellicht ontsnapt aan dit hoogwater. Van de oude burcht is niet veel overgebleven. In de stal is nog een schietsleuf van 75 centimeter zichtbaar. Omkijkend, zie je over de weilanden heen het Provinciehuis liggen.

Van Out-Herlaer gaan we over een dijk naar landgoed Haanwijk. Nog steeds de wit-gele markering volgend komen we eerst nog voorbij het prachtige, oude boerderijencomplex waar Staatsbosbeheer in gevestigd is. Met de weg meebuigend staan we plotseling in het gehucht Haanwijk. Landgoed Haanwijk is 113 hectaren groot. Hier is duidelijk sprake van oud cultuurlandschap. Tijdens de Romeinse tijd was hier al sprake van bewoning. Er zijn ook resten van Romeinse villa's gevonden in de directe omgeving in Ruimel en Halder. In de Middeleeuwen werd een begin gemaakt met de ontginning van de gronden op de hoger gelegen dekzandrug. Waarschijnlijk werden toentertijd ook de dijken rondom het centrum van het landgoed aangelegd om het te beschermen legen overstromingen. Dit landgoed is de dans van het "ruilverkavelings-spook" grotendeels ontsprongen. De toegangspoort tot het huis van het landgoed is heel toepasselijk versierd met een prchtig ijzeren hekwerk en de kolommen worden gesierd door hanen. Hier stond ook ooit een dikke populier met een omgang van 7,5 meter.

Van Haanwijk komen we via een lange rechte bomenlaan bij kasteel Nieuw-Herlaer. Dit kasteel ligt links van ons direct aan de Dommel. Van het oorspronkelijke kasteel is alleen de vijftiende-eeuwse achtzijdige traptoren nog over. Over Nieuw-Herlaer wordt voor het eerst gesproken in 1381. Zowel de noord- als de oostkant lag aan de Dommel en daarvan wist men ook te profiteren. Men kon namelijk met sluizen de velden rondom het kasteel onder water zetten. Daarvan was in 1629 bij de belegering van 's-Hertogenbosch nog sprake. Later werden hier seminaristen en - nog later - diepzwakzinnige kinderen gehuisvest.

Bij Nieuw-Herlaer zijn we in het oude gehucht Halder gekomen. Hier werd het tijd voor een pauze. Gezeten op een bankje hadden we prachtig zicht op het kasteel en de voor ons langs kabbelende Dommel. De zelfontspanner van het fototoestel op statief moest voor een idyllisch plaatje zorgen. Daar waar in Halder de Essche Stroom en de Dommel bij elkaar komen, was eens een Romeinse nederzetting gevestigd. Vanaf Halder staken we de Vughterstraat over en ging het over een dijkje langs de gekanaliseerde Essche Stroom in de richting van de Heidijk. Hier was de route bezaaid met schapenkeutels.

Vanaf de Heidijk, een lang eikenlaantje, gaat de wandelroute door een bosgebied. Om een vennetje heen worden we via een dierenparkje in de richting van de Essche Weg gevoerd. Het weer begint te betrekken en donkere wolken pakken zich samen. De eerste druppels vallen. Die Essche Weg steken we over. Dan lopen we ogenschijnlijk een golfterrein op. Dat klopt ook. Dit is één van de oudste golfbanen van Nederland. Het terrein behoort echter tot het landgoed Zegenwerp. Maar er is geen enkel teken van leven te bespeuren op het golfterrein of het moeten de paar fietsers zijn die onder een afdakje schuilen voor de toenemende regenval. Wij besluiten nog even die regen te trotseren in de hoop dat het weldra weer helder wordt. Aan het einde van het golfterrein stuiten we op verschillende boerderijen qua grootte en qua aard. Links in de wei een solitaire eik. Wat verderop zien we rechts de oprijlaan met toegangspoort tot Zegenwerp, een sober landhuis in Empire-stijl. De naam van het landgoed is in het hekwerk ie lezen. Zegenwerp is het oudste landgoed in de directe omgeving. In de Frankische tijd was hier al sprake van een hoeve. Maar hiervoor hebben we op dit moment een interesse nu een geweldige hoosbui losbarst en ons in een mum van tijd tot op onze huid doorweekt. Charles ziet nog net kans de regenjas uit zijn rugzak te plukken en kan de waterschade beperken, maar voor Jan is er geen redden aan. Schuilen is hier niet mogelijk!! In een oogwenk zijn we drijfnat.

De route voert naar links, over een oprijlaan. Links een moerasachtig gebied met een amfibieënpoel. We lopen tussen sportvelden door in de richting van Sint-Michielsgestel. Bij de brug over de Dommel staat de weg blank en over de brug zoeken we een droog heenkomen in de eerst de beste gelegenheid: een Pizzeria annex Shoarmatent. Jan is doorweekt en kan zijn overhemd buiten uitwringen. Charles heeft meer geluk gehad. Hij is nog enigzinds droog. Echt even tijd om op adem te komen bij een voortreffelijke kop koffie een een overheerlijke italiaanse kaasbol. We nemen drie kwartier pauze en intussen klaart het weer helemaal op en laat de zon zich weer zien.

Om 13.30 uur nemen we de draad opnieuw op. De route voert ons weer langs de Dommel. De Dommel stroomt aan onze rechterhand. We lopen hier over het terrein van een Instituut voor Doven. Bij toeval hebben we nog een ontmoeting met een kennis van Charles die met een middagwandeling bezig is. Bij een bruggetje steken we de Dommel over en komen bij de Kleine Ruwenberg uit. Dit pand ziet er uit als een herenhuis met prachtig blauwe luiken. Langs dit herenhuis heen lopend hebben we aan uw linkerhand het Conferentieoord en Kasteel De Ruwenberg liggen; ook wel de Grote Ruwenberg genoemd. Van dit kasteel is alleen nog een achtzijdige bakstenen toren uit de zestiende eeuw aan de binnenplaats overgebleven. Die toren heeft drie ge-ledingen. Met de derde geleding is iets bizonders aan de hand. Het heeft vier vensters en hoeklissenen. Het torentje bevat een jaartal boven de wijzerplaat: anno 1337. Hiermee wordt echter 1537 bedoeld.

Rond 1850 verloor het pand zijn kasteelfunctie. In 1851 werd de Ruwenberg ingericht als jongenskostschool. In 1852 werd een eerste steen gelegd voor de grote ui-breiding door J.H. Smits, regent van het Klein-Seminarie, dat ook in deze plaats gevestigd was. De kostschool werd ingedeeld in afdelingen: Cour Hollande, waarmee de Nederlandse afdeling was bedoeld voor leerlingen van 8 tot 11 jaar; Cour Moyenne, de middenafdeling, waar Frans gesproken moest worden en Cour Superieure, voor de handelsschool. In de Tweede Wereldoorlog is het gevorderd door de Duitsers en ingericht als gijzelaarskamp en tegenwoordig is er dus een conferentieoord in gehuisvest.

Om de Grote Ruwenberg heen en langs enkele oude langgevelboerderijen gaan we de Kapelberg op. Hier passeren we het Eelde College en bereiken via de oude gemeenschap Ruimel de Mudakkerse Dijk. Van Ruimel is niet veel meer over, maar op dit gedeelte, op de overgang van de hogere gronden naar het lagergelegen Dommeldal hebben de Romeinen hun sporen achtergelaten. Hier hadden zij ook een nederzetting. Als we weten dat de Romeinse tijd hier circa 400 na Christus eindigde, beseffen we ook hoe oud dit ontgonnen gebied is. De dijk met zijn typische hakhoutbegroeiing diende om het gebied achter de dijk te beschermen legen het water van de Dommel en de Essche Stroom.

Vanaf deze dijk waarop we de enige wandelaars van vandaag tegenkomen, voert de route ons naar rechts de Venstraat in, steken het Dooibroek over, waarover we ‘s morgens al gewandeld hadden. We komen nu bij het gehucht Plein. Ook die gemeenschap is behoorlijk oud. Dit zien we als we kijken naar het jaartal 1659 op de gevel van de langgevelboerderij aan de linkerkant, vlak voordat de route ons naar links voert!

Via de Wolfsdreef komen we bij het voetbalveld van de Pleinse Boys, prachtig gelegen tussen de maisvelden in de late namiddagzon. Een waar voorbeeld van gemeenschapszin en huisvlijt getuigen de smeedijzeren toegangspoort met het jaartal 1970. Gezeten op een bankje genieten we van een laatste pauze en nuttigen het laatste proviand en drankjes. De route voert ons vervolgens duidelijk omlaag. Rechts ligt het Dooibroek. Dit broeklandschap ligt over het algemeen lager. Wat verder, zomaar rechts, treffen we bij een bankje een schuilhut aan waar een tweetal mensen zitten te picknicken.

Dan lopen we de Patersberg op. Zeker van deze kant af gezien lijkt het een hele berg. Op de Patersberg gaan we rechtsaf in de richting van het natuurgebied De Pettelaar. Op deze onverharde weg liggen links de hogere zandduinen en rechts het Dooibroek: een wereld van verschil. In het Dooibroek zijn percelen afgezet met hakhoutwalletjes en knotwilgen. Vlak voor een grote rustieke hoeve gaat de wandelroute naar rechts, een bosgebied in. Dit bosgebied heet ook de Pettelaar. Over een oprijlaan met statige beukenbomen kijken we links in een parkachtige aanleg waarin verscholen een groot landhuis, terwijl we rechts een duidelijk productiebos zien.

We verlaten natuurgebied De Pettelaar en gaan over de ventweg, langs een autosnelweg en over de A2, in de richting van het Provinciehuis. Aan de linkerkant ligt in het water van de Zuiderplas De Pettelaarschans. Vroeger, toen 's-Hertogenbosch nog een vestingstad was, maakte deze deel uit van de verdedigingswerken. Rondom deze stad zijn nog veel herinneringen te vinden aan het roemrijke verleden als vestingstad. Vóór het Provinciehuis voert de route naar links over de voetpad, langs de rand van de stad. Links houden we een fraai uitzicht op het Bossche Broek. Een geasfalteerd fietspad achter het St. Janslyceum brengt ons weer bij het begin van deze wandeling aan de Phillip de Goedelaan waar we deze morgen de auto parkeerden.

De wandeldag zat er weer op! De zon en het warme weer hadden jammer genoeg pas na de middagpauze voor stralend wandelgenot kunnen zorgen. Maar het wat is elk geval ruim op tijd om weer droog en wel bij de auto te arriveren en niet als verzopen katten huiswaarts te hoeven keren. Toch een geslaagde dag, die onder het genot van een pilsje werd afgesloten op het terras van Bos en Duin in Udenhout en een gezellige, degelijke hollandse maaltijd ten huize van Kitty en Charles. Voldaan en aan gesprekstof geen gebrek keken we terug op een prettige wandeling. Voor herhaling vatbaar!

Charles Aerssens
21 augustus 1998



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 11-03-2005 door C.P.J. Aerssens