Paasvakantie! Toch kun je eigenlijk niet van vakantie spreken als je slechts Goede Vrijdag en de dinsdag na Pasen hebt om de beslommeringen van alle dag even te vergeten. Maar niet geklaagd. Dinsdag 14 april werd toch besloten om weer op pad te gaan. Peter had opnieuw een nieuwe route van het netwerk van MLAW’s uitgezocht. Dit keer zou het de Vennenloop worden, een wandeling van 21,5 km ten zuidoosten van Roosendaal. Bijna alle vaste lopers en loopsters waren van de partij. Alleen Marion moest verstek laten gaan. Toch was Zevenbergen voor enkele van ons verzamelpunt. Vanhier werd naar Jan in Etten-Leur vertrokken, alwaar Charles zich al om 8.45 uur gemeld had.
Met 7 in getal, te weten Bert, Lorenz, Peter, Marlien, Jan-Willem, Jan en Charles verlieten we even na 9.00 uur Etten-Leur, nadat we via een route langs het station, waar Saskia op de trein werd gezet, richting Sprundel reden. Als Startpunt van vandaag hadden we voor Schijf gekozen. Voor enkele van ons een volstrekt onbekend dorp. Schijf is het kleinste dorp van de vijf binnen de gemeente Rucphen met ± 1250 inwoners. Het is van oorsprong een turfstekerdorp. De inkomsten kwamen van het turfsteken en het houden van schapen. Om de moer sneller te laten drogen, werd de moer niet in blokken van 10 cm maar in blokken van 5 cm gesneden. De blokken werden door het drogen nog smaller, waardoor ze meer op schijven gingen lijken. Het is vrijwel zeker dat hieruit de naam Schijf is ontstaan.
De kerk van Schijf bezit een zeer kostbaar Vlaams barokorgel dat omstreeks 1700 vervaardigd werd. De schenker van het orgel (het is niet duidelijk of dat een adellijke familie of een geestelijke was) heeft zijn familiewapen midden op het orgelfront laten schilderen. Dit wapen verraadt als afkomst een huwelijk van de Friese familie Tietema de Hanckema met de Zuid-Franse familie Mayosson de Beneventière. Schuin tegenover de kerk voor Restaurant Kir Royal parkeerden we de auto’s en maakten we ons op voor de wandeling van vandaag.
Als we de weerberichten van de afgelopen dagen moesten geloven zouden we ook vandaag opnieuw getergd worden door hevige regenval en striemende sneeuwbuien. We waren op het ergste voorbereid: handschoenen en sjaals zaten in de rugzak. Toch vergezelde ons al meteen vanaf het vertrek een fris en bleek zonnetje en deed niets uitkomen van de weersvoorspellingen. Dit ontlokte Charles de uitspraak: “Wenn Engel reisen, lacht der Himmel”, maar de Germanisten in het gezelschap hadden deze uitdrukking nog nooit gehoord.
Vol goede moed verlieten we Schijf in zuidelijke richting en moesten meteen gebruik maken van een correctie op de wandelroute, die op het laatste moment aan de beschrijving was toegevoegd. Wellicht had dit te maken met een boer die zijn erf niet had willen openstellen voor wandelaars. Nu ging het over de Zoekse dijk, de geel-witte markering volgend.Via een afslag naar rechts door een populierenlaantje en langs enkele boerderijen bereikten we de Hoekse Straat. Deze verharde weg vormt de zuidoostelijke grens van de Rucphense bossen en langs de bosrand lopend bereiken we de Lange-schouw. Op de hoek met de Achtmaalse Baan passeren we een café. Maar op dit vroege uur is er nog geen teken van leven te bespeuren, dus ook geen koffie. Jammer voor Marlien! Jammer voor ons, want we hadden ons bovendien verheugd op een lekker stuk appeltaart uit de keuken van Marlien. Marlien, de volgende keer beter, want jouw appeltaart is niet te versmaden.
We liepen de Achtmaalse Baan in en volgens de beschrijving was hier vroeger op de weide de eerste Schaapskooi gebouwd. Vanwege de hogere ligging bleef deze in de winter droog. Achter de Schapenweide op de plaats waar nu het voetbalveld ligt, stond vroeger een veldoven. Dit is een open steenoven, die alleen gevormd werd door zijmuren. De stenen werden buiten opgestapeld. Tussen de stapels werd met hout, turf en moer een vuur gestookt. Zo werden de stenen dan gebakken. Aan de Zoeksedijk 12 ligt een boerderij die van deze stenen is gebouwd.
Na ongeveer een kilometer sloegen we links af de Schoolstraat in, een brede en kaarsrechte zandweg. Ook hier de Rucphense bossen aan onze rechterhand met zo af een toe een stuk heide met buntgras. Onderweg kregen we uitleg over “Wat en groeit en bloeit in de natuur” van onze aankomend IVN-gids. Na ongeveer 2 kilometer kwamen we in een heel open landschap van weilanden en akkerland. Even voorbij een klein modelvliegtuigenvliegveld gingen we links af in zuidelijke richting en de bocht meelopend kwamen we op het meest zuidelijke punt van deze wandeling, de grensovergang met België. Hier stond echter geen grenspaal en alleen de bovengrondse elektriciteitsdraden lieten zien dat we niet in Nederland waren.
Via de Nispense Achterhoek (deze naam deed het hart van de Tukker in ons gezelschap sneller kloppen) en het Dreefje bereikten we een klein bosje, waar we in de berm van de Muizendreef neerstreken voor een langere middagpauze. De thermosflessen kwamen tevoorschijn en al ras ontspon zich een levendige discussie welke fles toch wel de beste was. We lieten ons de boterhammen goed smaken en ook de Cacaosnacks van de Aldi gingen erin als koek. Charles deed een poging om met de zelfontspanner een groepsfoto te maken, maar kreeg in de camerazoeker ook een storende prikkeldraad in beeld. Er moest dus een ander standpunt gezocht worden om het groepstafereel op de gevoelige plaat vast te leggen. Een spaarzaam zonnetje liet zich nu en dan zien en we genoten van de rust en de grote variatie in landschappen: loofbos, naaldbos, gemengd bos, weiden en akkers, heide, ven en houtwallen. De heide wordt begraasd door een kudde Kalmthout-se schapen die het gehele jaar geen stal nodig hebben. Van hen ontbrak echter elk spoor.
Verder ging het naar het Rozenven, waar we met een ruime boog omheen liepen steeds de geel-witte markering volgend. Opmerkelijk was wel de bijzondere markering van en drietal verschillende schoenen, die op een dikke eik waren gespijkerd. Via enkele dreven en het Katteven kwamen we nu in de bewoonde wereld direct in de nieuwbouwwijk van Roosendaal. In dit bosgebied van Visdonk bevindt zich een speeltuin en een trimbaan. Het Fitness-parcour werd door onze sportfanatici op zijn deugdelijkheid beproefd en Bert moest zonodig in een hoge boom klimmen.
Veel kregen we niet mee van Roosendaal, centrumplaats in West-Brabant met een rijk historisch verleden. We noemen: het Ton-gerlohuys, waarin thans het museum De Ghulden Roos is gevestigd, het oude Raadhuis, de Sint Janskerk, Het Vrouwenhof - een in een park gelegen voormalig classicistisch landhuis uit 1790 - en een tweetal molens. Roosendaal is ook een uitgangsbasis voor natuurtochten. In zowat alle richtingen vindt men bos- en heidegebieden van een echt Brabantse schoonheid. Hier aan de rand van het bosgebied Visdonk is ook het startpunt van onze wandeling van vandaag: De Vennenlooproute.
We lieten Roosendaal meteen achter ons, de nog in aanbouw zijnde nieuwbouwwijk aan een kritische blik te onderwerpen. Via de Langendijksestraat liepen we in oostelijke richting en passeerden een fuchsiakwekerij en een karakteristieke boerenhofstede. Het ging rechts af, langs een Camping die nog in afwachting was van de grote stroom zomergasten en bereikten zo de noordelijke kant van de Rucphense bossen, een aaneengesloten bos- en heidegebied van ongeveer 1.200 ha dat in zuidelijke richting tot aan de Belgische grens loopt. In bescheiden mate doorkruisen fiets-, wandel- en ruiterroutes deze bossen en heide. Dichte percelen dennenbos worden afgewisseld door percelen met douglasspar en lariks, beuk en eik. Fraaie binnenweiden en heidecomplexen met brem, buntgras en vele solitaire dennen geven het gebied een gevarieerd aanzien.
Het werd opnieuw tijd voor een rustpauze. Het bosgebied hier heette de Oliepot. Gezeten onder een boom werden de knapzakken geledigd en gingen de versnaperingen rond. Er was keuze te over: een Mueslireep, een Lion of een Choco-Ice. De laatste restjes koffie werden uit de thermosflessen geperst en ook werden nog een keer de benen gestrekt. Lorenz wisselde van schoeisel om de laatste etappe zonder pijnlijke voeten te kunnen afleggen.
Verder gingen we en kwamen opnieuw voorbij een Camping: “De Oliepot”, gelegen mid-den in dit geweldige natuurgebied. Nieuwe, grote stacaravans deden ons vermoeden dat hier in de zomer geen sprake kan zijn van een echt stiltegebied. De natuur wordt hier op een ontzettende manier geweld aangedaan. Maar de vaste Campinggasten zullen wellicht dik tevreden zijn met hun uniek plekje!! Vervolgens liepen we door tot aan de door schapen begraasde Rucphense Heide. Dit is een grote open heide met regelmatige verjonging en hier en daar enige vergrassing. Het noordelijk gedeelte met de bossen is, met uitzondering van de periode dat er militaire oefeningen plaatsvinden, vrij toegankelijk. Deze heide wordt op werkdagen gebruikt voor militaire oefeningen. Getuigen hiervan zijn de verschillende dekstenen met exotische namen als Djokjakarta en Artakan. Een uitgestekt gebied dat door het Korps Commando’s uit Roosendaal bij nacht en ontij wordt doorkruist en voor hen zeker geen geheimen bevat.
Onze Vennenlooproute liep overigens niet over dit oefenterrein, maar ging er met een haakse bocht aan de noordzijde omheen. Na goed 500m kwamen we op een kruispunt van zandwegen en even was er sensatie! Hier stond een politieauto en uit verhalen van enkele omstanders bleek dat er aan het zandpad in zuidelijke richting 2 hangbuikzwijnen waren aangetroffen, doodgeschoten. Onze eigen Inspecteur Jan-Willem wilde er het fijne van weten, maar de 2 politieagenten, die met een bijna echte cowboypas over het zandpad kwamen aanlopen, lieten niets los en liepen terug naar hun auto. Even later zagen we slechts een glimp van de 2 zwijnen op een bestelautootje, vergezeld van enkele mannen in fel oranje jassen.
De rust was weergekeerd op de Rucphense Heide en wij vervolgden onze wandeling. Opvallend waren aan deze pad de op hoge palen gespijkerde borden. Marlien was verbaasd dat de mededeling, dat hier de heide was afgeplaagd, zo hoog bevestigd was. Maar ze kon zich vinden in de uitleg van Charles dat die borden er wellicht al hadden gestaan voordat dit afplaggen had plaats gevonden.
De heide lieten we nu achter ons en liepen opnieuw door de Rucphense bossen. Nog maar een tweetal kilometer waren we van ons startpunt in Schijf verwijderd. Aangekomen in de bewoonde wereld sloegen we links af de markering volgend langs het pompstation van de Waterleiding en bereikten het gehucht de Heiberg. Schijf lag nu voor ons. Via het oude Kerkpad arriveerden we in het centrum bij Café-restaurant Kir Royal, waar de auto’s geparkeerd stonden. Het was inmiddels 15.00 uur geworden en tijd voor een drankje. Het café met een Oostenrijks aandoend interieur en een heuse wijnstube was open. De vriendelijke serveerster was overigens niet gekleed in een traditionele Dirnl-jurk.
Op dit uur van de dag waren we er de enige gasten. Het bier lieten we ons goed smaken en de dag werd nog eens doorgenomen. De algemene conclusie was geval dat het weer zich opnieuw van zijn beste kant had laten zien en dat we ondanks de wat frisse start ‘s morgens prachtig wandelweer hadden gehad met meestal een schaal zonnetje. In elk geval geen drup regen en dit had volgens de weersverwachtingen toch anders moeten uitpakken. Voldaan ging iedereen tegen 16.00 uur zijns weegs met opnieuw een wandelafspraak voor 27 april op de eerste dag van de korte voorjaarsvakantie.
Charles Aerssens
24 april 1998
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 11-03-2005 door C.P.J. Aerssens