We hebben de korte paasvakantie aangegrepen om weer eens met ons clubje op pad te gaan. Peter opperde het idee om deze keer voor een "open" natuurgebied te kiezen en ging op zoek naar een geschikte wandeling in de buurt van Breda. Hij ging hiervoor naar de VVV en hij kwam zo te weten dat het Stadsgewest Breda en het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant een netwerk van middellange-afstand-wandel-routes (MLAW'S) ontwikkeld hebben in samenwerking met de Streek-VVV West-Brabant. Een van deze routes is De Berk. De wandelroute ligt in de driehoek Zevenbergen, Etten-Leur en Prinsenbeek en ontleent zijn naam aan natuurreservaat De Berk. Door de overgang van zand naar kleigronden biedt de route een aantrekkelijke afwisseling van het landschap. Je wandelt door uitgestrekte polders en weilanden, over dijken gelegen langs rivier De Mark en de Halsche Vliet en door de plaats Prinsenbeek.
Dinsdag 9 april leek ieder van ons een geschikte dag en om 9.00 uur was het verzamelen geblazen op de parkeerplaats bij de Zwarte Molen gelegen op de dijk van de Zwartenbergsche Polder aan de weg van Zevenbergen naar Etten-Leur. Vroeger liep de rivier de Mark vanuit de noordelijk gelegen Halse Sluis met een grote bocht tot waar nu de molen staat. Vandaar volgde hij de huidige bedding van de Leurse Haven. Later heeft de Mark een nieuwe bedding gevonden, ongeveer waar hij nu nog ligt. Door de indijking van het gebied in 1507 kon men de nieuwe polder bemalen. Eerst via de Halse Sluis en vanaf 1722 via deze achtkantige molen, die in 1899 door de nu nog bestaande bovenkruier vervangen werd In 1974 is deze molen gerestaureerd.
Iedereen was punctueel aanwezig: Lorenz, Peter, Marlien, Jan, Bert en Charles. En zo vertrokken we ander wat frisse en sombere weersomstandigheden in zuidelijke richting over de fietsroute langs het Leurs Haventje. Na bijna een kilometer staken we de weg over, de geel-witte markering volgend. We liepen nu op de Elshoutweg ten zuiden van het Natuurreservaat De Berk, waaraan de wandeling haar naam ontleent, Dit gebied ten noorden van de Oostpolder heeft vele oude putten, die indertijd ontstaan zijn door het uitgraven van laagveen. Het is ornitologisch en botanisch van grote betekenis. Al meteen zagen we in de weilanden enkele fazanten wegvluchten naar meer beschutte oorden. Op Onze wandeling zou dit nog veel vaker het geval zijn
Aan het einde van deze weg ging het even naar rechts en meteen doken we het bosperceel De Hooiberg in. Het is een rustig boscomplex van loof- en naaldhout van ongeveer 25 ha groot. Het bos vormt de noordelijke uitloper van het Liesbos en is toegankelijk vanaf het Korenpad en de Verloren Hoek. Hier kwamen we plotseling oog in oog te staan met een grote uilenkast die aan een van de bomen was bevestigd. Toen Marlien wat dichter wilde naderen om een foto te maken, werd de uil gestoord en vloog traagwiekend naar een dichter gedeelte van het boscomplex.
Een lange, ruime zandweg voerde ons in de richting van de spoorbaan Breda-Roosendaal. We liepen over het erf van een grote domeinhoeve met twee Vlaamse schuren en een fraaie oprijlaan, gelegen aan het einde van de Prinsendreef, en bereikten de onbewaakte spoorvvegovergang aan de Zanddreef. Even verderop ging het links af de geel-witte markering volgend over een breed bospad aan de achterkant van het Liesbos richting Prinsenbeek. Opnieuw moesten we de spoorbaan oversteken en via de Groenstraat langs het dierenparkje, de kinderboerderij en speeltuin bereikten we de eerste huizen van Prinsenbeek.
Hier besloten we om van de aangegeven route af te wijken en zo min mogelijk door de bebouwde kam te lopen We lieten het Centrum rechts liggen en onze neus volgend kwamen we bij de Sporthal, alwaar we een eerste koffiepauze inlasten. We lieten ons ook een tweede bakje koffie goed smaken. Na een goed half uur en een sanitaire stop verlieten we de Sporthal en via een paar achteromweggetjes kwamen we in de Neelstraat. Deze straatnaam zorgde voor enige hilariteit, omdat Bert, Lorenz en Charles wel op bijzondere wijze aan een leerling uit 4A werden herinnerd en dat moest ook op de foto worden vastgelegd.
De Neelstraat kwam op het kruispunt van de Strijpense weg en de Overveldse straat uit. Noodgedwongen moesten we nu een kleine 3 kilometer deze grote doorgaande weg van Prinsenbeek naar Zevenbergen volgen in noord-westelijke richting tot we opnieuw bij het Natuurreservaat De Berk waren. De Geel-witte markering gaf duidelijk aan dat we de drukke weg achter ons moesten laten. Meteen zaten we weer in een stiltegebied en konden we de geluiden van de vogels op ons in laten werken.
Nu werd het tijd voor een uitgebreide middagpauze. Iedereen maakte het zich gemakkelijk en zocht een goed plekje. De lunchpakketten werden voor de dag gehaald. De koffie was nog warm genoeg. De broodjes werden verorberd en Bert moest het doen met enkele krachtige repen, die iedereen verbaasden. Het kostte niemand moeite om na deze pauze weer op pad te gaan. We lieten de bosschages achter ons en over de Hooglaarse straat langs de voormalige stortplaats liepen we in oostwaartse richting tot aan de driesprong.
Nu ging het langs de lintbebouwing van de Brielsedreef in noordoostelijke richting. Langs deze weg liggen de nodige grote boerderijen. Aan de Brielsedreef 82 staat een langgevel boerderij met rieten dak en gave Vlaamse schuur. Het is een van de 4 boerderijen op het grondgebied van Prinsenbeek die voorkomen op de monumentenlijst. Vlak voor de Autobaan A 16 nemen we de Nieuwveerweg en laten de bebouwing achter ons. Van een echt stiltegebied is hier nog geen sprake met het autogeraas van het drukke verkeer op de A 16 op slechts 200 meter.
Pas als we aan de Mark komen en in westelijke richting steeds verder van de A16 weglopen, is het spoedig weer rustig en kunnen we opnieuw genieten van een wijds polderlandschap. Weimeren heet hier de polder en er bevinden zich nog enkele blauwgraslanden, waar zeldzame planten als de Spaanse Ruiter voorkomen. De broekbosjes en de oude veengronden zijn belangrijke schuilplaatsen voor velerlei vogels en wild. Zo zagen we er ook enkele reeën en natuurlijk een groot aantal fazanten. Het gehele poldergebied, en met name het boezemgebied langs de Mark, is een belangrijke pleisterplaats voor ganzen en ander wild. Zittend op een bankje namen we alle tijd om met de verrekijkers dit natuurgebied te bespieden en zo ontwaarden we ook nog een grote buizerd.
Verder ging het langs de Mark in westelijke richting tot aan de Halsche sluis, een gemaal dat de werking van de Zwarte molen in 1963 heeft overgenomen en nu het waterbeheer regelt van de Zwartbergsche polder. Van hieruit was het nog een kleine 3 kilometer terug naar ons startpunt bij de Zwarte Molen. De route voert over de Haagse dijk, die de polder scheidt van de Halsche Vliet en waarop een fietspad aangelegd is. Deze maakt deel uit van de Haagse Beemden Route. Toch was het hier nu rustig wandelen en hadden we weinig hinder van fietsers.
Spoedig zagen we de Zwarte Molen voor ons, toen we een laatste wiel met broekbosjes gepasseerd waren. Nog even uitrusten op een bankje op de dijk en daarna de laatste etappe terug naar ons vertrekpunt van die morgen. Het weer was inmiddels een heel stuk vriendelijker geworden en de zon liet zich zelfs zien.
Bij de auto's aangekomen werden de wandelschoenen opgeborgen en met het prettige gevoel in de benen deze route van 25 km tot een goed einde te hebben gebracht, reden we naar Zevenbergen alwaar Marion voor een overheerlijk soepje hart gezorgd. We hadden zelfs de keuze uit tomatensoep en champignonsoep. We lieten ons dit goed smaken en we kwamen nog uitvoerig terug op de belevenissen tijdens deze wandeling. Zo kon ook Marion, die opnieuw "door omstandigheden" verstek had moeten laten gaan, kennis nemen van wat we deze dag beleefd hadden. Een volgende keer graag weer van de partij, Marion!
Charles Aerssens
9 april 1996
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 11-03-2005 door C.P.J. Aerssens