Het is alweer een aantal jaren geleden dat de krasse knarren van L.A.W.V.Via-Via van het eerste uur op pad zijn geweest in het buitengebied van Berkel-Enschot en Moergestel met de Trappistenabdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven als vertrek- en eindpunt. Die allereerste keer is in november 2008 geweest, ver voor de tijd dat het wandelroutenetwerk is aangelegd. En met SeniorenVereniging Loon op Zand is het trappistenklooster in juni 2014 het startpunt van een wandeldag. Charles vindt het daarom tijd om met de huidige wandelvrienden weer eens te kiezen voor dit startpunt net buiten de bebouwing van Tilburg. Een geschikte datum voor de wandeldag is snel gevonden, maar de aanmeldingen blijven achter! Hans en Arie zijn op vakantie, Harrie is op pad in Limburg en Jasper sukkelt weer met zijn voeten. Zo melden zich Lauran, Theo en Wil om met Charles op pad te gaan.
Als op woensdag 15 juni de wandelvrienden elkaar om 9.15 uur treffen op de parkeerplaats van de Trappistenabdij Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven is hier alles nog in diepe rust op deze al zonnige en zomerse morgen, die veel goeds belooft. De monniken van dit trappistenklooster zijn hier omstreeks 1880 neergestreken als de situatie voor hun kloosterorde in Frankrijk onmogelijk wordt. Ze worden uit hun Abdij Sainte Marie du Mont in Noord-Frankrijk verdreven en zoeken naar een toevluchtsoord in het buitenland. Abt Dominique Lacaes zendt pater Sébastien Wyart, oud-officier van het leger der Zouaven, naar Nederland waar hij vele strijdmakkers kent. Door bemiddeling van zijn oud-luitenant Antoine Arts en van de superior van de Fraters van Tilburg leert hij de Tilburgse textielfabrikant Caspar Houben kennen. Deze is eigenaar van De Schaapskooi, drie hoeven, die Koning Willem II heeft laten bouwen in 1834 ten oosten van Tilburg. Caspar Houben staat de drie hoeven in bruikleen af, die in 1881 tot een primitief kloostertje worden ingericht.
In de beginjaren is het armoe troef in De Schaapskooi, ondanks de inzet van Dom Nivardus Schweykart. Maar als brouwerszoon uit München blijkt zijn idee om een bierbrouwerij te starten een gouden vondst te zijn. De financiële toestand wordt minder nijpend en ook het aantal kloosterlingen neemt gestaag toe. In 1890 wordt Dom Willibrordus Verbruggen de nieuwe abt, die grote verdiensten voor de abdij heeft. Allereerst voldoet hij in 1891 de nog uitstaande schuld van f. 9000.- aan Caspar Houben. In hetzelfde jaar wordt het klooster tot abdij verheven, die dan 75 monniken telt, en er wordt een begin gemaakt met de bouw van de nieuwe abdij, kloosterkerk en klooster. De oude Schaapskooi wordt gesloopt en die naam gaat over op de brouwerij. Als begin van de 20e eeuw Dom Willibrordus Verbruggen door strubbelingen naar een Italiaans klooster wordt verbannen, moeten de monniken de abdij verlaten. Zij keren later terug onder Dom Simon Dubuisson. Als deze in 1945 overlijdt wordt voor het eerst in de Abdij Koningshoeven een nieuwe abt gekozen, de voorafgaande abten zijn immers allen benoemd. Gekozen wordt Dom Willibrord van Dijk, die het strenge kloosterleven nieuw leven inblaast zonder de regeltucht te laten verslappen. De huidige Abt is Broeder Isaac Majoor, die zorg draagt voor een communiteit met 18 monniken.
De parkeerplaats van Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven achter ons latend wandelen we over het voetpad langs de drukke Eindhovenseweg richting Moergestel tot in de bocht bij het wegkruis. Dit trappistenkruis is in 1931 door de Tilburgse bevolking geschonken bij het gouden kloosterjubileum van de Trappistenabdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven. Hier steken we over en vervolgen het fietspad tot we voorbij Vleesveeboerderij Broeders bij KNP21 staan. Hier slaan we naar rechts de Pijnendijk in. En vervolgen we het pad rechtuit langs de omheining rond het open landbouwgebied van de trappistenabdij. We zijn nu in het westelijk deel van het gebied dat op de topografische kaart vermeld staat als de Kerkeindsche Heide. Dit bosgebied behoort aan het Brabants Landschap en is vooral bekend om zijn levendbarende hagedis. Op de Kerkeindsche Heide zijn de open, he schrale bermen verdwenen en is het gebied geleidelijk omgezet in een soortenrijker bos met meer structuur. Tegelijkertijd zijn de oude bosbouwkundige patronen met het stramien van paden en bosvakken, met daaromheen brandsingels van berken uit cultuurhistorische overwegingen gehandhaafd. Temeer omdat de levendbarende hagedis het juist moet hebben van de heiderijke bermen van de brandgangen.
Op de kleine parkeerplaats gaat onze route bij KNP10 rechtsaf langs de sluitboom. Hier staat een infopaneel, dat aangeeft dat we Kampeerbos De Rendierhoeve betreden. Dit deel van de Kerkeindsche Heide wordt door scoutinggroep ‘The Challenge’ gebruikt al kampeerbos en wordt volledig beheerd door vrijwilligers. We volgen het eerste pad aan de linkerzijde en lopen het bospad helemaal uit tot op de T-splitsing, waar we rechts aanhouden. Aan het einde linksaf de Herstalsedijk op tot we op de volgende kruising van bospaden staan. Aan de rechterzijde geven twee markante steenzuiltjes aan dat we hier aan de toegang staan van het bosperceel naar het verscholen liggende landgoedje De Kluizenaar. Dit i14 hectare grote privéterrein is eigendom van de Tilburgse fabrikantenfamilie Verschuren. Hier woonde vlak na WOII in 1946 oorlogsvrijwilliger en kamermeester van Churchill, Montgomery, Eisenhower en Prins Bernhard de uit Moergestel komende "Dutchie" Piet Hermans met zijn familie. Hij werkte op de textielfabriek van Verschuren-Piron, maar onderhield ook het landgoed in de bossen. De huidige bewoners zijn al meer dan 44 jaar Toon Mentink en Louki Brantjes. Omdat we geen bordje ‘Verboden Toegang’ zien, nemen we de vrijheid via dit bosgebied de wandeling te vervolgen.
De groengele markering leidt ons naar rechts en links door het bos tot we op een brede zandweg uitkomen bij KNP7. Linksaf vervolgen we de zandweg naar KNP4. De route gaat hier linksaf door het bosgebied met enkele kleine klimmetjes naar KNP8, waar we opnieuw op de Herstalsedijk uitkomen. Rechtsaf door open landbouwgebied wandelen we tot aan de bomenrij, waar we linksaf de grasbaan volgen langs die bomenrij. De grasbaan komt voorbij een boerderij uit op het asfalt van de Pijnendijk. Opnieuw naar rechts en het eerste onverharde pad (Heistraat) linksaf. Dit karrespoor volgen we tot we bij KNP90 de eerste mogelijkheid hebben om rechtsaf te slaan. Aan het einde van dit met bomen omzoomde pad (Lappestraatje) bereiken we de Heuvelstraat en wandelen 50 meter naar links. We steken over naar rechts en slaan de Klein Locht in. De route loopt hier door het agrarisch buitengebied van het buurtschap Vinkenberg, waar een aantal boerenhoeves zijn omgebouwd tot riante woonboerderijen. Aan het einde van de Klein Locht komen we op de Broekzijde, die we schuin naar links oversteken en de Zelt inslaan. Op de Y-Splitsing bij KNP36 houden we links aan en volgen de Masperstraat. Aan onze rechterzijde krijgen we zicht op het Moergestels Broek.
Het Moergestels Broek is 107 hectare groot en ligt zuidoostelijk van Moergestel aan weerszijden van de A58. Rond 1950 heeft door het landinrichtingsgebied De Hilver de Reusel in dit gebied weer zijn kronkelende loop terug gekregen en zijn de bloemrijke graslanden ook terug gekeerd. De nog aanwezige dotterbloemhooilanden, die door ontginning, ontwatering voor landbouw en kanalisatie van het beekdal zijn verdwenen, hebben zich weer hersteld. Door het maaien en het hooi af te voeren ontstaan schrale en bloemrijke graslanden. De verhoging van de grondwaterstand heeft er voor gezorgd dat het hele gebied weer natter en dus aantrekkelijker geworden is voor de natuur. Bij extreem natte situaties wordt het water opvangen en zo zijn moerassen ontstaan met riet-, zeggen- en ruigtevegetatie met natte graslanden, wilgenbroekbossen en open water. In het waterbergingsgebied, waar Natuurmonumenten samen met lokale boeren en Staatsbosbeheer aan het herstel van de natuur werken, hebben de grutto, kievit en watersnip hun plek gevonden.
Aan het einde van de Masperstraat komen we op de T-splitsing met de Aboomsestraat. Hier bij KNP37 wandelen we linksaf en op de Vinkenberg aangekomen bij KNP39 gaat onze route rechtsaf naar het viaduct over de A58. Verderop langs KNP77 komen we de standerdmolen, die beeldbepalend is voor Moergestel. Het is de enige standerdmolen in Nederland waarvan de constructie van de kast niet gesteund wordt door weegbanden, maar door veldkruisen. Hij staat hier sinds 1852, als C. Roozen vergunning krijgt om de molen hierheen te kunnen verplaatsen. Daarvoor stond de molen in het nabijgelegen Biest-Houtakker. De oudste vermelding van een molen op die locatie dateert al van 1280! De kast van de huidige molen is in aanleg zeer oud en enkele delen dateren uit begin 1600 en de molen is in 1985 en 1992 gerestaureerd. Aan het begin van deze eeuw staat de molen geruime tijd stil en op 3 oktober 2007 zijn de roeden gestreken en is de gietijzeren insteekkop van de houten bovenas verwijderd. In 2009 is een nieuwe 6 meter lange as gegoten door de Nijmeegsche IJzergieterij en in het najaar gestoken. De gietijzeren as is omkleed met de oude, houten bovenas. De 26 meter lange roeden van de firma Derckx zijn in september 2009 gestoken. Begin 2010 is de molen weer maalvaardig.
Hier slaan we rechtsaf over de Scheerman en met de bocht naar links langs de natuurijsbaan komen we aan KNP1. We zijn nu opnieuw in het open gebied van het Moergestels Broek aan de noordzijde van de A58. Bij KNP1 wandelen we richting KNP76, direct gelegen bij de stuw over de Reusel. We passeren een opvallende en bijzondere plek in Moergestel: het Geografische Middelpunt van de BeNeLux, getuige het infopaneel en de ANWB-paal die als richtingwijzer de afstanden weergeeft naar Brussel (132 km) en Luxemburg (317 km) en de dorpen in de directe omgeving. Aangekomen bij de stuw en KNP76 volgen we naar links het jaagpad op het dijkje van de hier gekanaliseerde Reusel. Verderop slaan we linksaf om door te steken naar het doodlopende steegje Het Brieltje. Langs het kerkhof komen we uit op Bosstraat, die we naar rechts inslaan en die verderop overgaat in de Postelstraat. Zo komen we aan het monumentale pand van de voormalige pastorie. Tegenover dit gebouw en het park, die een verwaarloosde indruk maken en wachten op een nieuwe bestemming, gaan we linksaf door het nauwelijks opvallende Pastoorspaadje, een smalle aan weerszijden omzoomde beukenhaag, die de kerkgangers vroeger gebruikten om naar de mis te gaan. Al sinds mensenheugenis loopt dit kerkpad hier volgens hetzelfde tracé en mondt met een bocht naar rechts uit op het St. Jansplein bij KNP78 naast de R.K. Parochiekerk St. Jans Onthoofding.
Moergestel heeft al in 1110 een kerkje, dat eerst onder jurisdictie van het Kapittel van Luik staat en later onder de Norbertijnen van Tongerloo. De kerk wordt meerdere malen verwoest en gaat na de 80-jarige Oorlog bij de Vrede van Munster (1648) over in handen van de Protestanten. Vanaf 1690 doet het priesterkoor dienst als raadhuis. In deze periode beschikt Moergestel over een schuurkerk, zoals de meeste dorpen in de Kempen. In 1809 krijgt de parochie haar kerk terug en de gemeente zit dan even zonder raadhuis. Kerk en toren zijn in zeer slechte staat en worden zo goed mogelijk hersteld. In 1880 vindt tenslotte een grote restauratie plaats en de kerk wordt uitgebouwd onder leiding van architect Carl E.M.H. Weber (1820-1908). In 1932 wordt deze kerk gesloopt, omdat de restauratiekosten te hoog zijn en te klein wordt door het groeiend aantal parochianen. Architect Hendrik Willem Valk (1886-1973), een van de belangrijkste architecten van het traditionalisme, ontwerpt de nieuwe kerk die tegen de toren wordt gebouwd. Deze toren is uit het jaar 1610, maar algemeen wordt aangenomen dat hij van rond 1500 stamt. Het is een voorbeeld van de Late Gotiek, de Kempische Gotiek. Typisch zijn de steunberen die van boven naar beneden steeds smaller toelopen met veel versierende elementen, de rijkversierde klokkenzolder en de versierde ingang. De toren, sinds 1949 eigendom van de parochie, staat op de monumentenlijst. Voor de kerk aan de voet van de toren is voor het toegangsportaal in het plaveisel een mozaïek aangebracht, uitgevoerd in kleurige straatstenen, voorstellend het hoofd van Johannes op een schaal.
De horecagelegenheden op het St.Jansplein zorgen voor een goed moment om van de middagpauze te genieten! We zetten de wandeling voort door de Raadhuisstraat in de richting van Spoordonk tot we aan de brug over de Reusel komen. Hier staat het monument ter herinnering aan Generaal-Majoor Colin Muir Barber (1897-1964), commandant de 15th Scottish Infantry Division en onder wiens leiding de Schotten Moergestel bevrijd hebben op 25 oktober 1944. Zijn statige gestalte van 2,03 m gekleed in Schotse rok is in brons vervaardigd door de plaatselijke kunstenaar Hans van Brunschot en is onthuld in 1994. Het zijn Luitenant Archie Fletcher en Alex Somerville, manschappen van de 3e Tank Battalion Scots Guards, die deel uitmaken van deze 15th Scottish Infantry Division, die hier op die dag op deze plek rond het middaguur als eerste met de tank “Montrose” de Reusel bereiken, terwijl er op hun aanrijroute via Oirschot en Spoordonk slechts een paar schermutselingen hebben plaatsgevonden. De beide bevelvoerende tankofficieren vinden de brug opgeblazen. Bewoners van Moergestel gooien van alles in de Reusel om de Schotten te kunnen laten oversteken via een loopbrug. De eerste Churchill-tank blijft in het riviertje steken en de Scots Guards moeten een bruglegger-tanks inzetten om voor de oprukkende colonnes een verdere opmars goed te kunnen laten verlopen. Het is Generaal C.M. Barber zelf die hier in Moergestel beraadslaagt met zijn staf hoe de colonnes zo snel mogelijk door de nauwe straten van dit dorp geleid kunnen worden naar Biest-Houtakker, Oisterwijk en Tilburg om vanuit het zuidoosten en oosten de bevrijding van Tilburg in te zetten. Maar door de grote hoeveelheid voertuigen komt het verkeer muurvast te zitten. De snelle opmars over de as Best-Oirschot-Moergestel komt tot stilstand en Oisterwijk kan pas de volgende dag op 26 oktober en Tilburg weer een dag later 27 oktober bevrijd worden. Generaal Barber brengt de nacht in Moergestel door aan de Oisterwijkseweg 76.
De brug over de Reusel steken we niet over maar gaan naar links en kiezen het dijkje langs de Reusel. De bewoonde wereld van Moergestel achter ons latend, volgen we de gekanaliseerde Reusel in noordelijke richting. Zo bereiken we bij KNP17 de Waterhoefstraat. We slaan linksaf en volgen de klinkerweg langs de sportterreinen van voetbalclub Audacia en honk- en softbalvereniging Roef tot we na goed 500 meter op de Oisterwijkseweg uitkomen. Hier even naar links en dan rechtsaf de Heukelomsebaan in. We staan er aan het monumentale smeedijzeren toegangshek van Landgoed Maria Hoeve, vernoemd naar de jong overleden dochter van Henri Witlox (1861-1934) en zijn vrouw Maria Bressers, een tante van Mies Bouwman. Henri Witlox is een welvarend zakenman, leerlooier en suikerfabrikant, die in 1915 de Amsterdamse architect Philip Anne Warners (1888-1952) de opdracht geeft om op het Landgoed De Brake van bijna 8 hectare een villa met dienstgebouwen en een parkaanleg te ontwerpen. De architect tekent een volkomen symmetrisch huis, opgetrokken uit baksteen met bordes en gelegen op een talud. Opvallend zijn de glas-in-loodramen: vier weersgesteldheden zon, regen, wind en sneeuw en zes andere ontwerpen waaronder “In strijd tot rust geboren, Anno Domini 1915”. Het bospark is later door een tuinarchitect aangelegd waarin de losse elementen, zoals een sparrenbos, een moestuin, een hakhoutbos, gazons en vele rozenperken zijn gebleven. Zo ook de oprijlaan en het voorrijgedeelte met zonnewijzer.
De Heukelomsebaan wordt een breed bospad met fietspad en langs de omheining van Landgoed Maria Hoeve komen we aan KNP12, waar we linksaf slaan richting KNP11. We zijn hier bij het Jozef Frankenpad, vernoemd naar de natuurbeschermer die veel voor de Oisterwijkse natuur heeft betekend, maar in 1963 helaas in een van de vennen is verdronken, omdat hij niet kon zwemmen. De gemarkeerde route zoekt zijn weg door het bosgebied tot we bij KNP11 uitkomen. We wandelen even naar links om dan rechtsaf achter de sluitboom met natuurgebied rond het Galgeven of Berghven te betreden. Tegen de klok in wandelen we rond dit 30 hectare grote ven, dat in bezit is van Brabants Landschap. Het is omringd is door heuveltjes. Op één daarvan heeft ooit een galg gestaan en op een andere een windmolen uit 1811, die als volmolen werd benut door Tilburgse textielfabrikant Pieter Johannes van den Bergh (1811-1894). Deze bracht de wollen stoffen voorheen van Tilburg naar Dordrecht om ze daar te vollen. Er was bij de volmolen een kleine nederzetting gebouwd, met enkele vol- en wasinrichtingen, enkele arbeiderswoningen en een kantoortje. Daarom heet dit ven ook wel Berghven. Van de nederzetting is niets meer over, op enkele destijds geplante loofbomen na. Ondanks dit alles wordt ook nu nog Kleine zonnedauw, Waterdrieblad en Moerashertshooi in de omgeving van dit ven gevonden. In 2005 heeft men kalkrijk water uit de ondergrond in dit ven gelaten om zo de zuurgraad omhoog te brengen, want het water was levenloos geworden door het vollen van de wol in het verleden.
Allereerst passeren we aan de linkerzijde het Keelven en komen vervolgens bij het Galgeven of Berghven. Een bankje en zwerfsteen geven uitzicht over de waterplas. De oever is opgeschoond en bos gerooid. Zo wandelen we dicht langs de oever rond het ven en steken dan in het bosgebied door naar een zandweg. We slaan hier rechtsaf en met de bocht naar rechts komen we in het bosgebied de Brekxsche Hoven van Staatsbosbeheer. We houden de route rechtuit aan langs KNP95 tot we KNP96 bereiken. We wandelen hier langs de achterzijde van het in de Brekxsche Hoven idyllische gelegen natuurbad Baksche Ven van de Tilburgsche zwemvereniging Baksche Ven. De zwemplas stamt uit 1909 en werd aanvankelijk bezocht door de gegoede burgers en pas na vier uur konden ook de arbeiders van de waterpret genieten. Nog steeds is het familiebad enkel toegankelijk voor de leden van de zwemvereniging en topless recreëren is verboden!
Na KNP96 nog even rechtdoor langs een voormalige stortplaats van de Gemeente Tilburg en we komen bij KNP3 op de Baksevenweg. We steken het asfalt over en blijven op de zandweg tot we voorbij KNP63 verderop bij KNP97 met tunneltjes onder de snelwegen van Knooppunt De Baars worden geleid. Als we onder de laatste brug van de Meierijbaan door zijn, komen we bij KNP87. Hier slaan we naar links het smalle voetpadje in onder aan het talud van de snelweg A65. Dit voetpadje voert ons langs een visvijver, De Lange Jan. Als rond 1920 het Wilhelminakanaal wordt gegraven, staat hier een grote stoommachine die vanwege de grote schoorsteen ‘Lange Jan’ genoemd wordt. Voor veel Tilburgers is het een doel voor een zondags uitje. Nadat het kanaal klaar is, blijft deze plaats De Lange Jan heten. Voor de aanleg van de Meierijbaan in 1950 is de plas verdiept en vergroot. Aan het einde komen we aan het Wilhelminakanaal en wandelen linksaf onder het viaduct door. We zijn nu bij de ophaalbrug en KNP70. Hier volgen we links het voetpad de trapjes af al langs de huisjes terug naar het eindpunt: de parkeerplaats van Trappistenabdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven. Op ons eindpunt kunnen we natuurlijk een bezoekje aan het proeflokaal van de abdij niet aan ons voorbij laten gaan om er te genieten van een authentiek Trappist La Trappe biertje! Met een gezellige nazit sluiten we onze dagwandeling af.
Charles Aerssens
22 juni 2022
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 22-06-2022 door C.P.J. Aerssens