© L.A.W.V.VIA-VIA

De dagwandeling van juli staat in de agenda op woensdag 14 juli, maar gezien de weersomstandigheden van een aantal dagen met regen, besluiten we om de rondwandeling in de omgeving van Galder en Meersel-Dreef door te schuiven en een andere datum te kiezen. In onderling overleg stellen we voor om ook af te wijken van de woensdag en te kiezen voor dinsdag 20 juli. Charles doet een mail de deur uit met de afwijkende datum en wacht de reactie af. Dit betekent dat Hans en Jasper op vakantie zijn en Wil en Theo een andere agenda hebben en ook verstek laten gaan. Wel van de partij zijn Lauran, Harrie en Arie, die opnieuw mee wil wandelen. Zo zijn we met 4 personen om op pad te gaan op de afgesproken dinsdag!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het is de bedoeling om weer in de Baronie van Breda een wandelroute te wandelen, die een plek moet krijgen in de wandelgids ‘De mooiste netwerkwandelingen – Baronie van Breda. Het wordt een grensoverschrijdende rondwandeling, die door de Baronie van Breda en de Belgische Noorderkempen gaat en in de omgeving van het ten zuiden van Breda gelegen dorp Galder en het Belgische bedevaartsoord Meersel-Dreef loopt. Voor deze wandeldag heeft Charles een langere route uitgezet dan de versie die in de wandelgids zal verschijnen. Dat traject zal ongeveer 9,5 kilometer zijn. Vandaag is deze wandeling met een extra lus vanuit Meersel-Dreef van 8 kilometer uitgebreid om zo toch een stevige dagwandeling te hebben.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Afgesproken wordt dat Harrie, Lauran, Arie en Charles elkaar om 9.00 uur treffen op de parkeerplaats van Dorpshuis De leeuwerik aan de St. Jacobsstraat in Galder. De mannen uit Loon op Zand zien dat ze bij aankomst op de afspraak niet de eerste zijn. Lauran is er al en als even later Harrie arriveert, rijdt hij de parkeerplaats bijna voorbij. Een snelle actie over het trottoir brengt hem naar zijn parkeerplek. Keurig op tijd gaan we van start en wandelen we richting de St. Jacobskapel in Galder. Het bedehuis op de fraaie met beuken beplante kapelakker is omgeven door een haagbeuk en wordt als rijksmonument keurig onderhouden. De kapel is toegewijd aan St. Jacobus¸ vanouds de patroon van Galder, en ligt aan de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, de Via Brabantica. De kapel is in 1468 gebouwd als kleine dorpskerk van het oorspronkelijke gehucht Galder. In 1517 wordt het zaalkerkje met verlaagd schip en koor uitgebreid en is de toren gebouwd. Het bronzen luidklokje in de toren draagt als opschrift de naam ‘Jhesus’ en werd in 1553 gegoten door Peter van den Ghein.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Tijdens de belegering van Breda in 1624 wordt de kapel geplunderd en na de Vrede van Munster in 1648 tot 1798 toegewezen aan de Protestanten. In 1824 wordt de kapel ingrijpend verbouwd tot schooltje en woning voor de schoolmeester. De naaldspits en een stuk van de toren worden afgebroken en voorzien van het nu nog bestaande lage tentdak. Na een grondige restauratie in 1934 onder de Bossche architect Hendrik Willem Valk, waarbij de toren niet tot zijn oorspronkelijke hoogte is teruggebracht, wordt in 1979 en 1996 de kapel opnieuw gerestaureerd. In de kapel zijn zitbanken geplaatst en zien we in de wit gepleisterde ruimte een altaar, een doopvent, een hangende kroonluchter, een Maria-met-kind-beeld, enkele geweven wandkleden en een Sint-Jacobsbeeld van de beeldhouwer Harry Storms.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voorbij de St. Jacobskapel komen we op de T-splitsing met de Galderseweg bij KNP45. Aan de linkerzijde zien we horecagelegenheid Het Wapen van Galder. Wij wandelen langs KNP45 naar rechts over met oude kasseien bestrate Galderseweg langs enkele oude langgevelboerderijen tot we linksaf het Vonderpad inslaan. Het asfalt gaat over in een onverhard pad en zo komen we in het beekdal van de Mark. Bij KNP46 staan we op de oever van het riviertje De Mark, een laaglandbeek, die ontstaan is uit de samenvloeiing van een aantal kleine waterloopjes, zoals de Kerselsche Beek. De Mark ontspringt als beekje bij het Belgische plaatsje Koekhoven en komt bij Strijbeek ons land binnen. In haar stroomgebied neemt zij zowel in België als in Nederland het water van talrijke beekjes op. Van oudsher was de bovenloop van de Mark, de Bovenmark, ten zuiden van Breda een smalle en sterk meanderende regenwaterriviertje, die zich insneed in het zand. Het leverde de oeverbewoners in het verleden veel vis, maakte scheepvaartverkeer mogelijk en liet diverse watermolens draaien, maar bezorgde ook veel wateroverlast bij zware regenval. Na 1968 is begonnen met kanalisering: de bochten werden afgesneden, de waterloop verbreed en uitgediept en er werden stuwen gebouwd om wateroverlast bij overvloedige regenval te voorkomen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We volgen de Bovenmark stroomopwaarts. Als het pad van de oever wordt afgeleid passeren een heuse voorde, waar de Kerselsche Beek in het moerassige gebied van de Bovenmark uitstroomt. Er is ook een bruggetje, dat bij hoog water van de Kerselsche Beek de passage vergemakkelijkt! Het pad op de oever brengt ons naar ANWB-paddestoel P24547en KNP72 bij de brug aan de Markweg. We steken recht over en wandelen op de oever verder. Grenspaal 218 maakt duidelijk dat we Nederland achter ons laten en in België staan. Aangekomen bij KNP2 steken we de weg naar Strijbeek over. Bij deze brug is een stuw, die Vlaamse overheid heeft aangelegd met vistrap om een gezonde vispopulatie in de beek te garanderen. Zo zijn geschikte plekken in het beekdal bereikbaar waar de vis zich kan voortplanten, kan verschuilen en voeden. Op dit traject langs de meanderende Mark wandelen we verderop over een bruggetje langs een afgedamde tak van de Bovenmark achter het kapucijnenklooster van Meersel-Dreef.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aangekomen bij KNP33 zien we aan de linker kant een gietijzeren brug met hekwerk, die de toegang tot het noordoostelijk deel van Landgoed De Elsakker verspert. Het is een opvallend restant van een oude tramlijn. We staan hier op het traject van de voormalige tramlijn Hoogstraten - Meersel-Dreef – Rijsbergen, die in 1899 is aangelegd door de Antwerpsche Maatschappij voor den Dienst van Buurtspoorwegen. In Meersel-Dreef bouwde die een rangeerstation, een magazijn, een herstelplaats, een douanekantoor en een grote schuur. De meeste gebouwen zijn verdwenen, maar het stationsgebouw is bewaard gebleven en dient nu nog als woonhuis. De stoomtram vervoerde vooral goederen en vee, maar was ook het ideale vervoermiddel voor de bedevaarders naar het Mariapark bij het klooster van de paters Kapucijnen. De opkomst van het busvervoer betekende het einde van de tramlijn. Het traject Rijsbergen - Meersel-Dreef werd in 1934 opgeheven. Het traject van Meersel-Dreef naar Hoogstraten werd nog tot 1942 onderhouden en als de Duitsers in WOII de tramrails opbreken, leggen ze er een weg aan, de Oude Tramweg. Het vee dat vanuit Nederland in België werd ingevoerd, werd over die trambrug in quarantainestallen in het gehucht Strijbeek ondergebracht, waar de runderen 40 dagen in quarantaine bleven om zo verspreiding van ziektes te voorkomen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De route gaat rechtdoor nog steeds op de oever van de Bovenmark tot we voorbij een afgedamde aftakking aan de rechterkant, enigszins verscholen de oude Meerselmolen zien liggen. Wanneer deze oorspronkelijk waterradmolen in de Markloop is gebouwd, is niet precies bekend, maar de geschiedenis gaat terug tot 1381 en is in gebruik als olieslagmolen en graanmolen. Na veel vernielingen tijdens de 80-jarige oorlog en verschillende branden door blikseminslag komt de molen als graanmolen in 1845 in bezit van Josephus Rommens en zijn opvolgers. De huidige molen is bij de laatste brand in 1910 verwoest en in 1911 herbouwd waarbij gelijktijdig een, voor die tijd, super moderne turbine installatie is geplaatst. Er zijn 2 turbines die samen ongeveer 60 pk kunnen leveren en afkomstig zijn van de Firma Singrün uit het Franse Epinal. Tot 1992 is de watermolen operationeel geweest als graanmolen. Hierna trad een verwaarlozing van de molen in totdat in 1998 Hans Snel en Ans Groot de molen hebben gekocht en gerestaureerd. De helft is tot woning verbouwd. De watermolen is een industrieel monument en maalt weer graan op een van de drie molenstenen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Opnieuw gaat de route bij KNP32 rechtdoor en bereiken we even verderop de stuw. Hier gaat de wandelroute over de stuw en dan meteen rechtsaf opnieuw op de oever langs een zijtak van de beek. Bij KNP50 slaan we rechtsaf tot we na goed een kilometer bij een stuw rechtsaf over de Bovenmark bij KNP49 staan. We betreden hier Natuurgebied De Aschputten, dat uit vrij droge tot vochtige graslanden bestaat met kleine landschapselementen, enkele bospercelen en poelen. Het gebied ligt op een rij duinen, die zich vroeger over een afstand van 2 tot 3 kilometer uitstrekte op de flank van de vallei van de Bovenmark. De route gaat bij KNP 49 rechtsaf naar KNP48. Bij dit knooppunt aangekomen wandelen we naar rechts over het bospad langs het Rommensbos over het bospad via het traject van de Via Brabantica, dat deel uitmaakt van het camino-netwerk van Bergen op Zoom naar Santiago de Compostela. We houden rechts aan en passeren Villapark De Meerselse Bergen over de onverharde Leeuweriklaan. Als het onverharde pad overgaat in asfalt gaan we bij het landbouwbedrijf bij KNP44 linksaf langs de sluitboom. Dit bospad leidt ons door het bos naar de verharding van Meersel, waar we rechtsaf slaan tot aan KNP43. De route gaat hier linksaf over de Maaihoek tot we op de T-splitsing bij KNP41 staan. We houden er rechts aan door een gebied met glastuinbouw en komen aan het einde van deze weg uit bij KNP42. Hier staat de St. Luciakapel.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De Sint Luciakapel is één van de oudste kapellen van de Noorderkempen en ongetwijfeld een van de belangrijkste en waardevolste monumenten van Meersel-Dreef. Het is ook één van de oudste kapellen uit de streek. In de jaren 1420-1421 laat Jan IV van Hoogstraten (1360 - 1442), Heer van Hoogstraten, voor de inwoners van Meersel de kapel bouwen. De groeiende bevolking van het gehucht Meersel heeft daar echt behoefte aan. In 1541-1542 wordt de gotische kapel uitgebreid met een kruisbeuk en een koor. Geplande aanpassingen aan het schip worden niet meer gerealiseerd, zodat de zeer eenvoudige stijl uit de vijftiende eeuw bewaard blijft. In de achttiende eeuw wordt het rieten dak vervangen door een schaliedak. De kapel is toegewijd aan Sint Lucia van Syracuse, een christelijke martelares en patrones van de blinden. Van oudsher kun je er genezing afsmeken bij oogziektes, maar ook bij hals- of keelpijn. De kapel is ook toegewijd Sint Quirinus, de patroonheilige van de ridderstand, de paarden en de runderen. Hij wordt aangeroepen tegen de pest en veeziekten. Na de Vrede van Munster (1648) wordt de publieke uitoefening van de katholieke godsdienst in de Noordelijke Nederlanden verboden en komen de gelovigen van Ulvenhout, Ginneken en Rijsbergen naar deze kapel om hun geloof te belijden, om te trouwen of om gedoopt te worden. Later neemt het kapucijnenklooster op Meersel-Dreef die rol over. De St. Luciakapel is sinds 1953 een beschermd monument en is voor het laatst gerestaureerd in 1982.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het bankje voor de kapel biedt ons een rustmoment op deze route. Weer op weg vervolgen we het asfalt noordwaarts tot we bij KNP37 op de kruising met de Oude Tramweg staan. Rechtsaf over het oude traject van de voormalige tramlijn Hoogstraten - Meersel-Dreef – Rijsbergen wandelen we richting Meersel-Dreef. We komen langs het oude tramstation, waarin nu woningen zijn ondergebracht. Op de kruising bij KNP34 slaan we linksaf en pikken opnieuw het traject van de Via Brabantica op. We bereiken de bebouwing van Meersel-Dreef, het noordelijkste dorpje van België, dat in de volksmond het ´Lourdes van de Noorderkempen’ wordt genoemd. Het is de Lourdesgrot in het Mariapark tegenover het klooster van de paters kapucijnen, die een plek van volksdevotie is. De kapucijnen hebben zich hier op de oever van de Mark in 1637 gevestigd, omdat ze tijdens de godsdienstoorlogen (1618-1648) vanuit Breda verdreven worden door de Protestanten. Na de 80-jarige Oorlog wijken vanuit de Noordelijke Nederlanden de katholieken uit naar Meersel-Dreef om in de Spaanse Nederlanden hun katholieke godsdienst te belijden. Al snel vestigen zich er handelaars en ontstaat er een woonkern.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Over de Dreef komen we aan het kapucijnenklooster met de kloosterkerk, die dienst doet als parochiekerk. Hier tegenover ligt het Mariapark met de Lourdesgrot. Deze is in 1894 gebouwd uit dankbaarheid voor de behouden thuiskomst van een van de paters kapucijnen . Meersel-Dreef groeit dan al snel uit tot een bedevaartsoord. Vanaf het allereerste moment komen de bedevaartgangers in groten getale. Dat gebeurt ook nu nog. Daarnaast heeft het beeld van Pater Pio, de meest beroemde kapucijn, die in 2002 in Rome heilig verklaard is, in het park een opmerkelijke plek gekregen. Je kunt je dan ook niet aan de indruk onttrekken dat door de toestroom van bedevaartgangers het `Rijke Roomsche Leven` in Meersel-Dreef nog steeds bestaat en dat `Kerk en Kroeg` het dorpsbeeld bepalen! Op zomerse dagen zijn de terrassen vol, kijken de heiligenbeelden te toe van achter het raam bij Koffiehuis Martens en vinden de devotionalia gretig aftrek.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Na een bezoekje aan de kloosterkerk en het Mariapark strijken wij neer op het buitenterras bij het kapucijnenklooster, waar we verzocht worden met een mondkapje plaats te nemen! Het zijn de strenge coronaregels in België, die ons verplichten bij verplaatsing op privéterrein dit mondmasker op te zetten. Het is lunchtijd. We laten ons de cappuccino en de grote Luikse wafel met warme kersen goed smaken! Na dit pauze moment gaan we weer op pad voor het laatste traject terug naar Galder. Maar op we zijn verbaasd dat het wel erg rustig is in Meersel-Dreef: er zijn weinig mensen op de been, niet alle terrassen zijn open en het terras bij Koffiehuis Martens is slecht bezet! We wandelen de Dreef af in de richting van de Belgisch-Nederlandse grens, waar we bij KNP59 linksaf de Kerzelseweg inslaan, pal op grens. Op de T-splitsing met het Heieinde komen we bij KNP57. Hier staat naast Hoeve De Paal vanaf het midden van de 19e eeuw langs deze onder België vallende weg de meest noordelijke grenspaal, Grenspaal 219. Oorspronkelijk loopt de grens dwars door de hoeve heen, tussen het woonhuis en de stal. Bij de hermeting in 1950 wordt de grens rond de hoeve getrokken, waardoor het gehele gebouw op Belgisch grondgebied komt te liggen en de grenspaal in de voortuin geplaatst wordt. De leeftijd van de boerderij is niet bekend, mogelijk heeft deze hoeve er al gestaan bij de scheiding van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden in 1648.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf KNP57 houden we de richting aan naar KNP58. De route gaat vanaf dit punt rechtsaf door het coulisselandschap van het heringerichte natuurgebied de Balleman met de Kerselsche Beek. We wandelen rechtsaf door het beekdal van deze nog jonge beek. Loodrecht op die Kerschelsche Beek liggen in het beekdal nog enkele smalle langgerekte percelen. Deze zijn kenmerkend voor de verdeling van de gemeenschapsgronden van de inwoners van Galder in het verleden. De route gaat naar rechts en we steken bij het klaphekje de beek over. Even naar links en dan met de bocht naar rechts komen we aan de Ballemanseweg, die we bij KNP71 recht oversteken. Het voetpad leidt ons even verderop langs het bosgebied ten westen van Galder met een randwalduin, dat vanwege de ouderdom aangewezen is als historische groenstructuur. Naar het westen hebben we zicht op een voormalig laag gelegen veengebied, dat bekend is als ‘De Neringe’ en dat voor het grootste deel rond 1700 door de boeren is afgegraven voor turfwinning. Het pad langs het open terrein maakt een flauwe bocht naar rechts en we komen aan KNP3. Op de T-splitsing slaan we rechts af en wandelen langs het open terrein van Den Hegakker tot aan een 5-sprong. Hier kiezen we voor het pad schuin links voor, dat naar de Galdersche Beek leidt.

Als we de Galdersche Beek zijn overgestoken, slaan we op de T-splitsing bij de boerderij rechtsaf en wandelen over het onverharde pad tot we op de Galderseweg bij KNP42 staan. Rechtsaf zijn het nog 300 meter tot aan het startpunt van de rondwandeling bij KNP45 en Horeca ‘Het Wapen van Galder’. Wat rest is nog even terugwandelen naar de parkeerplaats bij Dorpshuis De leeuwerik aan de St. Jacobsstraat. Hier nemen we afscheid van elkaar en keren huiswaarts. We spreken af om alvast 11 augustus in de agenda te zetten voor de volgende wandeldag. Waarheen zal Charles nog even bekijken.

Charles Aerssens
31 juli 2021



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 31-07-2021 door C.P.J. Aerssens