© L.A.W.V.VIA-VIA

In aanloop naar de geplande wandeldag van 14 oktober komt er plotseling weer een kink in de kabel. Door de steeds oplopende landelijke besmetting met het covid-19 virus worden er weer drastische maatregelen van kracht, die opnieuw de vorm van een lockdown gaan krijgen. Zo wordt o.a. de groepsgrootte om in gezelschap op pad te gaan teruggebracht tot maximaal 4 personen! Bovendien gaat de horeca weer op slot, wat inhoudt dat er geen mogelijkheden zijn om onderweg ergens neer te strijken. Dit betekent dat de krasse knarren van L.A.W.V.Via-Via niet als wandelgroepje op pad kunnen gaan. Met pijn in het hart moet Charles een mail uit laten gaan om de geplande dagwandeling door te schuiven tot een later te bepalen datum. Voor dit uitstel toont iedereen begrip.

Om niet helemaal stil te moeten zitten op woensdag 14 oktober bespreekt Theo met Charles op dinsdag de mogelijkheid om met tweeën toch maar een wandeling te maken. Theo stelt voor om in natuurgebied Pannenhoef in de omgeving van Rijsbergen, Sprundel en Zundert op stap te gaan. In het tijdschrift van Brabants Landschap, de uitgave 207 Herfst 2020, staat namelijk een wandelroute “Langs vaarten van het bruine goud”, die uitgangspunt zal worden voor de route. We spreken af met eigen vervoer naar het startpunt te rijden en elkaar te treffen op Parkeerplaats De Bak aan de Ettensebaan in Rijsbergen. Voor Charles is dit gebied niet helemaal onbekend. Hij is in het natuurgebied Pannenhoef met de wandelmaten van het eerste uur in 2000 onderweg geweest voor een eerste kennismaking en in 2006 loopt traject 9 van het Grenslandpad LAW-11 ook hierdoor.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Zo gezegd, zo gedaan! Op woensdagmorgen melden zich Charles en Theo om 9.45 uur op de parkeerplaats De Bak aan de Ettensebaan in Rijsbergen voor vertrek van een rondwandeling van ongeveer 17 kilometer. Charles zou Charles niet zijn als hij al niet meteen een aanpassing van de geplande wandeling in petto heeft. In de wandelroute van Brabants Landschap is het in de nabijheid van de parkeerplaats gelegen Padvindersven niet opgenomen! Dus daarlangs zullen we in elk geval starten door het afwisselend natuurgebied Pannenhoef met naald- en loofbos, heide, vennen en moerasterrein. Deze wandelroute wordt een ontdekkingstocht langs opvallende sporen van het afgegraven veenpakket in de periode van 1250 tot 1750. Zo loopt de route steeds in de omgeving van de oude Turfvaart en de daaraan parellel verlopende Bijloop. Het natuurgebied is in 1970 aangekocht door Brabants Landschap, die met hun langjarige natuurherstelproject de Pannenhoef tot een aantrekkelijk bos- en heidegebied heeft gemaakt met liefst 11 vennen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We vertrekken langs de noordzijde van de parkeerplaats langs het informatiebord bij van Brabants Landschap, eigenaar van dit afwisselend landgoed dat eeuwenlang bestond uit heide met vennen, waar veen is afgegraven. Zo zijn er nog restanten te vinden van de Turfvaart als belangrijke ader om de turf uit het gebied af te voeren. Die Turfvaart zorgde ook voor ontwatering van het veenmoeras. Het natuurgebied is in 1970 aangekocht, waar door natuurherstel liefst 11 vennen weer zijn uitgegraven en de natuurwaarden in het gebied hersteld zijn. Het grasbaantje leidt naar de bosrand waar we linksaf het pad langs de Turfvaart volgen tot we bij KNP8 uitkomen. Hier gaat de route rechtsaf en zo komen we even verderop aan KNP46 aan het bruggetje over de Blikloop, een beekje dat ontspringt ten zuiden van Sprundel en ten noorden van natuurgebied Pannenhoef uitmondt in de Bijloop. We steken het bruggetje over en volgen de route naar rechts tegen de klok in rond het heidegebied. We passeren een poosplek, met een kunstwerk van Pien Storm van Leeuwen met een briefcitaat van Vincent van Gogh: “Zie, er zijn sommige oogenblikken in het leven dat alles, ook binnen in ons, vrede en stemming is en het gansche leven ons voorkom als een weg door de hei te zijn, maar dat is niet altijd zoo.” Het biedt uitzicht op het Padvindersven, dat in 1989 uitgebaggerd en bekalkt is. Er huis sinds 1996 weer een heikikkerpopulatie en groeit er oeverkruid en witte waterranonkel. Je vindt er ronde en kleine zonnedauw, heidekartelblad en klokjesgentiaan.

Door de droogte van de laatste jaren is het waterniveau Padvindersven sterk gedaald. We volgen het zandpad met de bocht naar links langs de bosrand en hebben naar het westen zicht op open terrein. Op de oever van de Blikloop keren we terug naar het bruggetje, steken over en wandelen bij KNP46 rechtsaf langs de oude Turfvaart in zuidwestelijke richting. De route verloopt op een dijkje met rechts de Bijloop en links de Turfvaart, die gegraven is op de flank van het beekdal van de Bijloop. Over de Bijloop kon de turf niet worden afgevoerd, omdat het grootste deel van het beekdal destijds onder het veen verstopt lag. In 1743 is de turf op en stopt de winning. Slechts een plukje hoogveenrestant blijft over in het natuurgebied. Wat rest is heuvelige moerassige heide met vennen in de kommen, die in de 19de eeuw wordt ontginnen tot bos en landbouwgrond door de lage gebieden op te hogen met zand van de hoger gelegen delen te gebruiken, zoals de Lokkerberg.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De groengele markering leidt ons rechtsaf over de Bijloop naar de Lokkerberg. Duidelijk is te zien dat we het beekdal verlaten. We komen aan het kunstobject “Werelddragers” van kunstenaar Martin Wijngaards uit Etten-Leur. Het object bestaat uit vijf boomstammen die de vijf continenten voorstellen met tussen de boomstammen een houten bol geklemd. De kunstenaar wil met het werk extra aandacht geven aan “de rust, de schoonheid en de stilte in het gebied en de weidsheid van het landschap”. We wandelen met de bocht naar links, houden rechts en gaan na een tiental meters opnieuw linksaf. We lopen dit pad helemaal uit en negeren de groengele markering naar rechts. Zo komen we op de zandweg met vrij liggend fietspad. We wandelen naar links en steken bij de brug de Bijloop over. We zijn hier op de Oosteindseweg. Even verderop komen we aan het bosgebied van Landgoed Pannenhoef. Deze bossen zijn als productiebos aangelegd. De oudste delen in het centrum zijn van circa 1810 en bestaan uit grove den. Het oude bos is rijk aan kruiden. Ook broeden er veel vogels. We kiezen voor het bospad dat aan de rechterkant parallel verloop aan het brede zandpad met fietspad. Op de T-splitsing aangekomen staan we in het centrum van Landgoed Pannenhoef.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij de twee fietspaden, die er al een eeuwigheid liggen, wordt Landgoed Pannenhoef in vier parten verdeeld. Onder de oudere naam Arenberg, nu Arendsberg, is Landgoed Pannenhoef ooit rond 1460 in bezit geweest van Willem van de Marck, erfzoon van de Heren van Arenberg. In de loop der eeuwen komt het landgoed steeds in verschillende handen. Eind negentiende eeuw wordt de Bredase bankier Van de Meer eigenaar, maar moet door financiële nood zijn bezit in 1891 doorverkopen aan Leidse meelfabrikant De Koster. Hij besteedt het beheer en bebossing uit aan de Heidemaatschappij. Twee generaties later gaat het landgoed door huwelijk over in handen van de familie De Mooy, houthandelaren. De familie De Mooy doet in 1923 het landgoed van de hand aan Willem Kölling, stichter van de Gazelle Rijwielfabriek in Dieren, die het landgoed op zijn beurt verder uitbreidt. Als vakantiewoning laat Willem Kölling in 1925 op deze plek Villa Arendsberg bouwen onder architectuur van de Heidemaatschappij. In 1970 neemt Brabants Landschap het landgoed over.

We volgen op de T-splitsing rechtsaf het fietspad voorbij aan De Hoef van Brabants Landschap en komen langs het bakhuisje, dat jarenlang dienst heeft gedaan als beheerderswoning voor de bosbaas Jan Adriaensen met zijn gezin. Dan staan we bij de Zwarte Schuur uit 1916 met film- en expositieruimte over de cultuurhistorie en de flora en fauna van de Pannenhoef. De route gaat voorbij aan KNP71 door het bomenlaantje in de richting van KNp91. Na een paar honderd meter slaan we linksaf en volgen de groengele markering. Rechtsdoor geeft de afsluitboom aan dat het vennengebied van de Lokker niet toegankelijk is!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Dit veenmoeras vindt zijn vroegste vermelding in de "Beschrijvingh van Rijsbergen” van Johan Gommers uit 1909. De naam “De Lokker” komt van “lokke”, zowel de streeknaam voor veenpluis als de aanduiding voor een taaie laag in het veen, gevormd door fossiel veenplus. De Lokker is omstreeks 1930 een wijd en zijd bekend recreatiegebied. De mensen komen naar dit grote en ondiepe ven om er ’s winters te schaatsen. Maar in de zomer kun je er bootje varen en is het de enige plek in West-Brabant waar je gemengd kunt zwemmen, ver buiten het zicht van de bewoonde wereld, om na afloop op het terras nog een drankje te nuttigen. Dit alles is de toenmalige pastoor van Sprundel een doorn in het oog. Als een ware Don Camillo ziet hij het bosven als “een poel des verderfs” en krijgt het hoogstpersoonlijk voor elkaar dat in 1938 de Bijloop door dit reusachtig e ven heen gegraven wordt, waardoor het leegloopt. Als Brabants Landschap in 1970 het gebied in bezit krijgt, blijft het beheer van het terrein tot 1991 blijft gericht op ontwateren ten gerieve van de landbouw. Inmiddels heeft Brabants Landschap sluisjes geplaatst in de Bijloop en hebben de oude vennen in het gebied van de Lokker weer iets van hun oude luister teruggekregen.

We volgen het pad naar links en passeren net voor de oversteek van de Turfvaart aan de linkerzijde het ven De Flesch. Het oorspronkelijke ven is in 1920 is gedempt, maar met het natuurherstelproject in 1995 is door zand en veen af te graven tot op de oorspronkelijke venbodem het ven hersteld. De oorspronkelijke vegetatie is terug gekeerd met plantensoorten zoals moerashertshooi, drijvende waterweegbree, waterpostelein, duizendknoopfonteinkruid en naaldwaterbies. Verder bevinden zich er onder meer heikikkers, groene en bruine kikkers, kleine watersalamanders en alpenwatersalamanders. Naar links leidt een paadje naar de vogelkijkhut. Na de oversteek van de Turfvaart wandelen we tot aan KNP91, waar we rechtsaf slaan. Rechtuit gaat de route tot aan een T-splitsing. Naar links komen we bij KNP73 en slaan rechtsaf. Met de bocht naar rechts langs de natte ruigte van moerasgebied De Drenck bereiken we de Sprundelsebaan. We steken recht over en volgen het bospad dat naar rechts kronkelend zijn weg zoekt tot we op de klinkerweg staan. Naar links volgen we de klinkerweg, de Hazenmerenstraat. Op het punt waar naar links de toegang naar de boerderij is, gaat de route rechtsaf en wordt zandpad. Met de bocht mee naar links passeren we een afgelegen optrekje. We verlaten het gebied Pannenhoef en komen aan natuurgebied De Moeren van Natuurmonumenten. De route loopt hier langs het Sterrenbos van het Trappistenklooster Maria Toevlucht, compleet met landgoed, bestaande uit cultuurgrond, bos en heide. Bij het hekwerk van de abdij gaat de route linksaf. Het pad volgend met de klok mee houden we naar rechts zicht op het trappistenklooster.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De aanzet tot stichting van het trappistenklooster van Zundert is een schenking in 1897 door de Zundertse Anna Catharina van Dongen van een stuk grond aan de abt van het trappistenklooster Koningshoeven in Berkel-Enschot. Die besluit op dit perceel een klooster te stichten, dat de naam 'Maria Toevlucht' krijgt als toevluchtsoord voor Franse monniken, die door de politieke situatie verdreven zijn. In 1899 vertrekken uit Berkel-Enschot drie monniken naar Zundert. De pachtboer van het boerderijtje 'De Kieviet', Bart Nouws, zorgt voor tijdelijk onderdak. Allengs komen er vanuit Koningshoeven meer monniken naar Zundert en wordt begonnen met de bouw van het eerste klooster, het gebouw dat nu gastenkwartier is. Op Hemelvaartsdag, 24 mei 1900, wijdt de abt van Koningshoeven de Abdij Maria Toevlucht in. Twaalf monniken, onder leiding van pater Nivardus Muis, telt het klooster dan. Door financiële problemen van de Abdij Koningshoeven moeten de monniken van Maria Toevlucht in 1909 tijdelijk onderdak zoeken in Westmalle. Dankzij een grote som geld van Maria Ullens de Schooten kan de Abdij Maria Toevlucht gered worden en keren de monniken terug naar hun abdij.

Na terugkomst beginnen de monniken met bouwwerkzaamheden. Achter het klooster verrijzen de werkplaatsen: bakkerij, wasserij en smederij. Er wordt een grote opslagschuur gebouwd. Met de schenking van Maria Ullens de Schooten wordt de kerk gebouwd, eerst alleen het schip en de kapittelvleugel van het klooster. Door een extra schenking wordt de apsis en het altaargedeelte van de kerk gebouwd. Op 14 september 1938 wordt de priorij van Zundert tot abdij verheven. In datzelfde jaar wordt pater Nivardus Muis tot eerste abt van de Trappistenabdij Maria Toevlucht gekozen. Modernisering van klooster en liturgie vindt plaats vanaf de jaren 60 en nu heeft ook zen meditatie in de abdij een plaats gekregen. De laatste grondige renovatie van gastenhuis, poortgebouw en de bestaande gebouwen is in 2005 afgerond. Na beëindiging van het boerenbedrijf in 2009 besluit de abdij een kleine brouwerij te beginnen, die gerealiseerd wordt in de zogenaamde ‘open tas’, de hooiopslag van de voormalige boerderij De Kievit. Hier wordt vanaf december het abdijbier “Zundert Trappist” gebrouwen.



© L.A.W.V.VIA-VIA

Langs bosgebied Veldekensberg komen we KNP92, waar we linksaf door het bosgebied van Kievitspolder aan het bruggetje over de Turfvaar bij KNP60 staan. Rechtdoor komen we op Landgoed De Moeren. Het landgoed heeft een besloten karakter door de hoge en oude bomenrijen die de landbouwgronden omzomen en dat in de zeventiende eeuw is aangelegd als hoogveenontginning. Het bestaat overwegend uit akkers, weilanden, hakhout en naaldbos met twee vennetjes. Het merendeel van deze gronden, bloemrijke graslanden en graanvelden, is in beheer bij Natuurmonumenten. Op de kruising van de statige beukenlaan aangekomen hebben we naar links aan het einde van het beukenlaantje zicht op de theekoepel behorend bij Buitenhuis De Moeren. Het nodigt uit even hierheen te wandelen en te genieten van het uitzicht over het open landschap of terugkijkend door de statige en imposante beukenlaan naar het Buitenhuis De Moeren. Onze route gaat door deze beukenlaan in de richting van het buitenhuis, dat het hart vormt van Landgoed De Moeren.

Het is 1646 als de oud-burgemeester van Breda, Willem Snellen (1599-1677), een flink stuk land koopt ten westen van Zundert. Turf is in die tijd de meest populaire brandstof en het bezit dient als ontginningsgebied van het aldaar aanwezige hoogveen. “Het Anker” is de toenmalige naam van het gebied dat later in de 18e eeuw wordt opgedeeld in De Moeren en Vredenoord. In 1807 verwerft Govert van der Hoeven, getrouwd met een nazaat van Willem Snellen, De Moeren en maakt het tot een buitenplaats met een fraaie landschapstuin met beuken- en eikenlanen. In 1817 start op Landgoed De Moeren de bouw van het buitenhuis De Moeren in de toentertijd populaire classicistische stijl. Generaties lang komt de familie Van der Hoeven met hun aanhang naar De Moeren om er de zomer door te brengen, te proeven van het "lands leeven" en "eens flink in de wei te loopen" zoals een lid van de familie het uitdrukt. Men wandelt in de tuinen en parken en in de naaste omgeving, doet spelletjes, voert gesprekken over van alles en nog wat, musiceert en brengt bezoeken aan andere buitens. In 1962 koopt de familie Van der Hoeven het Landgoed Vredenoord terug en laat het verwaarloosde landhuis Vredenoord afbreken. Het oorspronkelijke gebied De Anker is weer compleet en bestaat nu nog steeds onder de naam De Moeren. Het huidig Landgoed De Moeren (circa 250 ha) is nog steeds in handen van de familie Van der Hoeven en staat sinds augustus 2004 zelfs op de Rijksmonumentlijst.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het einde van de fraaie beukenlaan bereiken we de Rucphenseweg, de N638, de doorgaande weg van Roosendaal naar Zundert, en steken over. Zo komen we door het hekje bij KNP32 en het Buitenhuis De Moeren. De voorzijde heeft de bouwstijl, die rond 1800 gebruikelijk was. Het is een in rode bakstenen opgetrokken en onderkelderd huis met twee verdiepingen. De hoofdentree met een eenvoudig bordes van twee hardstenen treden, bestaat uit een paneeldeur met bovenlicht met Lodewijk XVI guirlandes, omgeven door pilasters en afgesloten door een hoofdgestel. De pilasters rusten op een hardstenen voetstuk met inscriptie: links: G.G. V.D. Hoeven en rechts: Anno 1818. Aan weerszijden van de hoofdentree zien we twee empire 6-ruitsschuifvensters. Op de verdieping zijn vijf op de traveeën gelegen identieke maar iets kleinere vensters. De gevel wordt afgesloten door een monumentaal lijstwerk met goot. Het dak heeft een centraal geplaatste 6-ruits dakkapel, omlijst door pilasters en hoofdgestel en draagt een prachtig klokkentorentje.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We wandelen verder langs KNP10 naar Herberg “In den Anker”, een van de oudste en uniekste kroegen in ons land. Deze herberg annex café stamt uit 1635 en de naam ligt voor de hand als je weet dat volgens overlevering Pieter Goossen Wijnantsz van Bernagien (1595-1679), eigenaar van brouwerij “Het Ancker” te Breda, hier een huis bouwt. In de omgeving worden op de landerijen door de pachters verplicht gerst verbouwd voor de bierbereiding in zijn brouwerij. Via de herberg wordt het bier weer gesleten aan die pachters. Oude tijden herleven nog steeds zo gauw je letterlijk met de deur in “In den Anker’ binnen valt. Een dergelijke gelagkamer als hier is nergens meer te vinden. Onder een grote schouw, waar vroeger ooit eens een groot open haardvuur gebrand moet hebben, staat nu een oude potkachel. Het interieur is oorspronkelijk gebleven: het Mechels buffetje, de bedstee of de vliegenkast waarin de varkenshammen vroeger hingen te drogen. Een prachtige geborduurde merklap en andere parafernalia hangen aan de muren onder de houten zoldering, die geverfd is in een ouderwetse ossenbloedrode kleur. Midden in het café staat een oude stamtafel. Kortom, alles van vroeger is hier nog aanwezig.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanwege de corona-maatregels is dit authentieke deel van Herberg “In den Anker” gesloten en moeten we noodgedwongen in het moderne café in de voormalige stal gaan zitten met inachtneming van de 1,5 meter coronamaatregel. We bestellen een kopje erwtensoep en genieten van het pauzemoment. Charles heeft nog wel even de gelegenheid om een foto te maken in de oude herberg. Weer op weg wandelen we over de oude Rucphenseweg langs KNP10, buitenhuis De Moeren en KNP32 naar de brug over de Turfvaart. We steken bij KNP31 de N638 over en nemen na het hek de grasbaan tussen Bijloop en Turfvaart. De waterlopen Bijloop en Turfvaart delen hier hetzelfde stroomgebied. We blijven deze grasbaan volgen langs KNP60 met het bosgebied van de Veldekensberg aan onze linkerzijde. We komen nu in het gebied De Riggen, waar door een natuurherstelproject een stuk weiland van 10 hectare is afgegraven en langs de Bijloop een retentiebekken is gecreëerd om een opvang voor het water te maken. Op het natte weiland zijn kleine vennetjes ontstaan, die bijvoorbeeld eenden en watersnippen aantrekken. In het gebied en op het dijkje komen we het Drents heideschaap tegen. Het is het oudste schapenras van West-Europa, dat vanaf ongeveer 6000 geleden al in ons land voorkomt en van grote waarde is voor instandhouding van het oorspronkelijke ras en het cultuurhistorisch erfgoed.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het einde van dit dijkje steken we de Sprundelsebaan over en volgen nu de Turfvaart. We passeren aan onze linkerzijde opnieuw de natte ruigte van moerasgebied De Drenck, waar de Bijloop door stroomt. We steken vervolgens naar rechts de Turfvaart over en komen op de onverharde Panhoefweg. Hier rechtsaf en even verder linksaf bereiken we KNP75. Opnieuw naar links wandelen we rechtuit langs KNP77 tot we bij KNP74 zicht krijgen op het open terrein van de Klein Zundertse heide., die 155 ha omvat. Hier ligt het in 2009 aangelegde Groot Geertven, een van de 11 herstelde vennen op de Pannenhoef. Het is een ideale plek die op zowel de voor- als najaarstrek aangedaan wordt door steltlopers als kievit, tureluur, bos- en groenpootruiter. De route gaat verder langs de bosrand en met de bocht naar links langs de parkeerplaats en het infopaneel tot we op de Pannenhoefsebaan met fietspad bij KNP72 uitkomen. We steken over en vervolgen het zandpad achter de afsluitboom. Nog slechts een kilometer scheiden ons van het vertrekpunt door het bos en langs het openterrein komen we aan KNP48. Nog even rechtdoor in de richting van KNP8 om dan naar rechts het bomenlaantje in te slaan. Zo komen we op parkeerplaats De Bak aan de Ettensebaan, waar we gestart zijn aan deze rondwandeling.

Charles Aerssens
23 oktober 2020



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 23-10-2020 door C.P.J. Aerssens