Met de gemaakte planning na de wandeldag in oktober stuurt Charles op tijd de route voor 20 november per mail rond, zodat iedereen kan aangeven of hij mee op pad wil gaan. Harrie, Lauran, Theo, Jasper en Wil melden zich voor de rondwandeling met vertrek vanuit Effen. Hans laat deze keer de wandeling aan zich voorbijgaan en Arie heeft wat problemen aan een enkel en meldt zich ook af. Dit betekent dat op woensdag 20 november rond de klok van 9.30 uur 6 enthousiaste wandelaars aanwezig zijn op de ruime parkeerplaats naast de R.K. Moeder Godskerk aan de Effenseweg 3 in Effen. Opvallend is het, dat er voor niemand verkeersproblemen op de weg zijn op tijd op de afspraak te zijn! We zijn blij dat ook Harrie weer meeloopt na de ongemakken van zijn staaroperatie. Voor sommigen van ons lijkt het wel een wereldreis naar een plaatsje, waar ze nog nooit van gehoord hebben! Effen onder de rook van Breda!
Toch kennen we de oudste vermelding van de plaatsnaam Effen van een document uit 1295. In die tijd komen de tienden van het dorp ten goede aan de parochie van Gilze, waarvan het patronaatsrecht berust bij de Abdij van Thorn. In dit gebied, De Rith genaamd, liggen dan diverse groepjes boerderijen en sommige wat dichter opeen. Eén van die buurtschappen is Effen. Toch krijgt Effen, als oude nederzetting, pas na WOII min of meer de structuur van een dorp. Een kerk komt er in 1938, omdat het Bisdom Breda denkt dat in Effen grootschalige nieuwbouwplannen van de stad Breda zullen worden gerealiseerd. Ook wordt er een school gebouwd. Na WOII worden die plannen geheel herzien en de verwachte nieuwbouwwijken komen er niet, op een klein woonwijkje na. Zo is Effen een rustig forenzen dorpje gebleven.
Vanaf vertrek gaat de route langs de R.K. Moeder Godskerk, die proportioneel groot is voor de huidige omvang van het dorp. Ze is ingewijd in 1939 onder bouwpastoor Antonius Anssems en gebouwd naar een ontwerp van de Roosendaalse architect Jacques Hurks (1890-1977). Hij heeft kerken, villa's en civiele bouwwerken ontworpen die voornamelijk in West-Brabant te vinden zijn. Een aantal daarvan zijn nu geklasseerd als rijksmonument. De R.K. Moeder Godskerk is een bakstenen kerk, die in traditionalistische stijl is uitgevoerd. Voorbij de kerk gaan we op de rotonde naar links en volgen de Rijsbergseweg tot aan de oversteek rechtsaf naar de Hilbergsedreef. We volgen het asfalt met de bochten naar links en rechts tot op de Y-splitsing met de Mastdreef. Hier wandelen we naar rechts en komen verderop net voorbij een statig landhuis aan onze rechterzijde aan het bruggetje over de Turfvaart. Hierna bereiken de T-splitsing met de Raamschoorseweg. Linksaf en dan even verderop rechtsaf over een zandpad door een bomenlaantje.
Aan het einde met de bocht naar links staan we op de Achterste Rithweg, waar we naar links het asfalt volgen. We zijn hier in het oude buurtschap Achterste Rith en we volgen de verharde weg tot we in de bocht bij een bloemenkweker zijn aangekomen. Hier houden we het onverharde pad naar rechts aan langs de kwekerij met aan de linkerkant en bosrand. Zo komen we aan het einde van dat pad opnieuw op de Raamschoorseweg. Naar rechts komen we aan het bruggetje over een beekje. Deze kleine waterloop verwijst ook naar het buurtschap Achterste Rith, een middeleeuws woord voor kleine waterloop (rijt). Over het bruggetje komen we aan KNP35. Hier volgen we naar links de groengele markering van het wandelroutenetwerk en we komen nu in natuurgebied De Vloeiweide, dat grotendeels bestaat uit bos en enkele tussengelegen flora- en faunarijke graslanden. Het komt in 1988 in bezit van Brabants Landschap, als de nazaten van Filips van Marnix van Sint Aldegonde, staatsman en letterkundige, die het Wilhelmus heeft geschreven en vertrouweling van Willem van Oranje, hun landgoed en landerijen verkopen.
De herkomst van de naam Vloeiweide laat zich gemakkelijk verklaren: in de 19de eeuw wordt het water van de Bijloop, die ontspringt in het voormalige hoogveengebied tussen Roosendaal en Zundert, gebruikt om de beemden te bevloeien. Zo worden de kleinschalige landbouwgronden voedselrijker. Later zijn de oevers van deze beek beplant met elzen. Er heeft hier natuurontwikkeling plaats gevonden en de 100 jaar geleden dichtgegooide kronkels van de Bijloop verderop in het beekdal zijn terug uitgegraven en dit gebied heet nu ‘Hellegat’, een duivelse naam voor een “hemels” oord. Ook zie je er zeer oude, op natuurlijke wijze afgesneden beekmeanders, de zogenaamde stroomdalvennen, met open water, moerasjes en verlandingsvegetaties, zoals riet en wilgenstruweel.
Vanaf KNP35 voert de route ons door een bosrijk gebied met statige laantjes met soms aan de linkerkant zicht op open weidegebied. Als de markering ons voorbij KNP28 naar links afleidt in de richting van KNP29 bereiken we midden op het landgoed een eenvoudig oorlogsmonument met een aangrijpende geschiedenis. Het zijn de fundamenten van het oude boswachtershuis, die in oktober 1944 kort voor het einde van WOII door brandstichting bij een razzia door eenheid van Duitse Ortskommando Breda onder commando Leutnant Steinmeyer samen met zo'n 20 landverraders Duitsers in vlammen is opgegaan en waarbij 4 gezinsleden van boswachter Neefs en 13 verzetslieden om het leven komen. In het voorjaar van 1944 is dit een ideale plek voor het verzet om er een radiopost te vestigen, van waaruit met in morse gecodeerde berichten contact wordt onderhouden met de geallieerden.
We verlaten deze historische plek en wandelen het laantje uit en volgen de onverharde Sintelweg tot we op het asfalt uitkomen van de Hellegatsweg. Deze Hellegatsweg verloopt langs het oude brede beekdal van de Bijloop met restanten beekkronkels. Zo komen we op de drukke Ettenseweg uit bij KNP51. We wandelen naar links en steken aan de brug de Bijloop over om dan na goed 50 meter bij KNP52 naar links op de oever van de Turfvaart af te slaan. Deze Turfvaart is een waterloop van ongeveer 24 km lengte, die in de 17e eeuw is gegraven. Het eerste deel komt in 1619 gereed. Het is een belangrijke ader voor ontwatering van het veenmoeras en de turf, die wordt weggevoerd uit de natuurgebieden Pannenhoef bij Zundert en Vloeiweide in de richting van Breda, waar hij uitmondt in de Aa of Weerijs. Als de vervening einde 17e eeuw afneemt, wordt de laatste turfvracht in 1733 naar Breda vervoerd. Vanaf 1763 is de waterloop nog in gebruik om de IJzermolen van Rijsbergen aan te drijven.
Nu is voor de noodzakelijke afwatering van het gebied een scheiding aangebracht. Zo gaat het ‘natuurwater’ naar de Bijloop en het ‘landbouwwater’, waarin zich uitgespoelde mineralen van kunst- en dierlijke mest bevinden, gaat zo veel mogelijk naar de parallel aan de Bijloop stromende Turfvaart.
Het smalle voetpad op de oever van de Turfvaart loopt langs Landgoed De Turfvaert met Golfpark De Turfvaert, een 18 holes Inland Linkscourse, gebaseerd op de beroemde, klassieke Britse golfbanen, natuurlijk ingebed in de omgeving. De baan is vriendelijk voor de beginnende golfer en tegelijk uitdagend voor de geoefende speler. Zowel het Landgoed als het Golfpark dragen de naam van die oude vaarweg uit 1619, destijds een belangrijke transportader van turf. Onze route gaat naar rechts over twee vlonderbruggetjes en we komen aan de voormalige boerderij uit 1956, die nu is omgebouwd tot brasserie met receptie, kleedruimtes, vergaderruimtes en de comfortabele lounge. Voor ons de ideale plek voor een lunchpauze met koffie of cappuccino. We nemen de tijd om er even uit te blazen.
Weer op weg volgen we de groengele markering over het asfaltweggetje langs de parkeerplaatsen en tussen de holes door. Linksaf verlaten we Landgoed De Turfvaert en bereiken we over Zwart Moerken KNP70 op de T-splitsing met Watermansweg. Op dit punt volgen we rechtuit deze Watermansweg, die ons met een bocht naar links langs een aantal holes van de golfbaan leidt. Aangekomen bij de eerste gelegenheid aan de rechterzijde slaan we rechtsaf het onverharde Baantjespad in tot we aan het einde van dit pad op de Bredaseweg uitkomen. Hier steken we recht over en vervolgen onze route op de Watermolenstraat. We lopen door tot bij de Watermolenbrug over de Aa of Weerijs met stuw. We zijn nu in het oude gehucht Kaarschot. In 1279 geven Arnout van Loven, Heer van Breda, en Isabella van Breda zijn vrouw de hoeve en watermolen aan de Aa of Weerijs te “Karleschoten” ter leen aan Hendrik, bijgenaamd de Lange. Johan Gerardszn. de Wyse en zijn broer Cornelis hebben het gehucht Kaarschot in de 17e eeuw geërfd van hun vader en verder uitgebouwd. Ook kopen zij heidegrond aan van de Prins van Oranje. De broers verdienen veel geld met een van hun vader geërfde zeepziederijfabriek in Breda, maar handelen ook in berberwol, kant, zout en rietsuiker. Bovendien zijn zij in bezit van de turfvelden onder Zundert en Rijsbergen.
Bij de Watermolenbrug kiezen we nog voor KNP64 de route linksaf op de oever van de Aa of Weerijs en wandelen door het klaphekje over de grasbaan op de westoever van deze laaglandbeek stroomafwaarts. Deze beek ontspringt in België uit de samenvloeiing van de Grote Aa bij Wuustwezel en de Kleine Aa in Brecht en stroomt vanaf de landsgrens met Nederland verder als Aa of Weerijs in de richting van Breda. Hier komt het riviertje in de singels van de stad samen met de Bovenmark om dan als de Mark Breda aan de noordzijde te verlaten. Het stroomgebied van de Aa of Weerijs verloopt grotendeels in België door een breed beekdal van het zuidwesten naar het noordoosten en passeert de woonkernen van Zundert, Klein Zundert en Wernhout, Rijsbergen en Effen aan de oostzijde. De Aa of Weerijs heeft zich waarschijnlijk gevormd uit smeltwaterstromen aan het einde van de laatste ijstijd. In die periode ontstond een tamelijk breed dal. Als gevolg van afzettingen tijdens het Holoceen krijgt het dal een vlakke dalbodem, waarin een meanderende beek stroomde. Rond 1970 is de Aa 'genormaliseerd' en op ons traject is helaas door geldgebrek de loop van de beek nog niet teruggebracht in de oorspronkelijke staat.
Na een paar honderd meter steken we met een bruggetje de waterloop van de Bijloop over, die op deze plek in de Aa of Weerijs uitstroomt. Even verderop komen we aan de Krabbebossen. Het landgoed is ongeveer 105 hectare groot en in bezit van Brabants Landschap. Dit bosrijke landgoed ligt op twee flauwe dekzandruggen met daartussen het open dal van de Aa of Weerrijs. De hoge gebieden bestaan vooral uit dennen- en loofbossen en de lage gebieden, in het beekdal van de Aa of Weerijs, bestaan uit gras- en akkerland met poelen, houtsingels en rijen elzen en knotwilgen. We volgen het beekdal en worden door een klaphekje bij KNP22 afgeleid naar de Montenslaan. De naam “Montens” verwijst naar de familie Montens, die vroeger de Krabbenbossen in eigendom hebben gehad voor de levering van hout aan de steenkoolmijnen in Limburg. De familie heeft dit recht gekregen omdat één van hen bevelhebber is geweest in het leger van Napoleon. Als de steenkoolmijnen gesloten worden, besluit de familie het stuk bos te verkopen aan Brabants Landschap.
Na het klaphekje gaat de route linksaf. Bij de bosrand aangekomen ligt het recht voor ons in het bosgebied het onderkomen van jeugdzorgorganisatie Juzt “De Krabbebossen”. Hier is in de loop van 1931 door het bestuur van de Provinciale Bond het Noord-Brabantse Wit-Gele Kruis plannen het eerste R.K. Kleuterhuis te Nederland opgezet: gezondheidsoord voor zwakke kleuters alles hebben ter verbetering van lichaam en geest. Rust en beweging, licht en frisse lucht, zon en water, eenvoudige voeding, verstandige opvoeding en doelmatige verzorging, alles onder deskundige leiding in een streng en hygiënisch milieu moeten dit mogelijk maken. Daarnaast was hier tot 1974 de opleiding kinderverzorgster. Momenteel wordt jeugdzorgorganisatie Juzt ontmanteld.
Aan de bosrand leidt de groengele markering ons naar rechts onder een houten boog door. We komen aan KNP49 waar we schuin naar rechts de groengele markering in de richting van KNP38 nemen door het bos. Hier zouden in de Krabbebossen de Spanjaarden bij het beleg van Breda in 1624 hun kamp hebben opgeslagen. Om uitzicht te hebben over het open terrein voor de stad werd de ‘Tafelberg’ opgeworpen, waardoor er een diep ven is ontstaan, het ‘Rond Venneke’. Het diende als drinkplaats voor de paarden van de cavalerie. Daarnaast verbond de Spaanse bevelhebber Mencia de Mendoza de beide dekzandruggen met een dam en werd de Aa of Weerrijs afgesnoerd. Hierdoor konden de Bredanaars hun stad niet langer verdedigen door inundatie van de directe omgeving. Restanten van deze “dam van Mendoza” zijn in het beekdal nog te herkennen. Volgens sommigen heeft deze dam echter niets te maken met genoemde veldheer, maar is onderdeel van de Zuiderwaterlinie en is omstreeks 1700 door de vestingbouwkundige Menno van Coehoorn aangelegd uit vrees voor een aanval van de Fransen vanuit het zuiden.
Aangekomen op de Tweegelandenbrugweg gaan we linksaf en komen even verderop aan KNP38. Hier gaat onze route naar rechts over het Oudlandstraatje in de richting van Effen. Bij de eerste mogelijkheid slaan we linksaf het onverharde pad in, de Hoenderparkweg. Als we het bos verlaten en op de kruising met de Oude Rijsbergsebaan staan, slaan we rechtsaf voor het laatste traject. Tussen de bebouwing van Effen door blijven we deze verharding van de Oude Rijsbergsebaan volgen tot we op de Effenseweg staan. Nog even naar links langs de basisschool en we bereiken de parkeerplaats, waar we onze rondwandeling gestart zijn.
Het is nog vroeg in de middag. Charles heeft de route moeten inkorten, omdat hij op dinsdagavond zich na een plotselinge koortsaanval zich niet optimaal voelde en een slechte nachtrust heeft gehad en op de wandelmorgen daarvan nog de naweeën heeft ondervonden en niet geheel fit aan de wandeldag is begonnen. We nemen afscheid van elkaar en noteren 18 december in de agenda voor de laatste wandeling van het jaar met de vaste wandelvrienden van L.A.W.V.”Via-Via”.
Charles Aerssens
29 november 2019
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 29-11-2019 door C.P.J. Aerssens