© L.A.W.V.VIA-VIA

Ondanks het feit dat in de maand augustus nog een paar fervente wandelvrienden net terug zijn van vakantie of nog onderweg zijn, waagt Charles een poging om op 22 augustus een wandeldag te organiseren voor belangstellenden. De mail geeft aan dat alleen Lauran graag mee op pad gaat. Hans en Theo hebben op die dag al een gevulde agenda en Harrie wacht op een ziekenhuisopname. Dit betekent dat de geplande rondwandeling in de omgeving van Etten-Leur wordt doorgeschoven naar een later tijdstip. Charles besluit om met Lauran op stap te gaan voor een wandeling uit zijn wandelgids “Wandelen in het hart van Brabant”. Hij kiest voor Route 8: Op pad langs de Roovertsche Leij, maar met een kleine variant van de route. Omdat op 15 augustus de herdenking van 5 omgekomen gijzelaars op de Fusilladeplaats in Gorp en Roovert is geweest, wil Charles deze plek in de wandeling opnemen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op het afgesproken tijdstip haalt Charles Lauran op en rijden ze samen naar het startpunt Natuurpoort De Roovertsche Leij onder Goirle. Voor de variatie heeft Charles gekozen de route tegen de klok in te wandelen om zo enkele trajecten beter te kunnen inpassen in de wandelroute. Bij vertrek om 9.15 uur is het nog rustig op de parkeerplaats, waar we meteen het Gorps Baantje oversteken en door het bos wandelen tot aan het zandpad. Hier gaat de route naar links voorbij aan KNP63 en door een bomenlaantje met het klimbos van Rocks ’n River aan onze rechterzijde. Het gaat rechtuit langs de noordzijde van het open landbouwgebied Roovertsche Bunt. Hierbij negeren we de zijpaden en wandelen met de bocht mee naar links tot aan KNP92. Nog voor de Paradijsbrug aan het onverharde Gorps Baantje volgen we naar rechts het pad op de oever van de Roovertsche Leij. Het beekje is hier beeldbepalend, zijn weg zoekend en kronkelend door het bos met steile en geërodeerde buitenbochten. De binnenbochten gaan over in zandige, slibrijke strandjes. We negeren de paden aan onze rechterzijde tot we bij KNP 91op een breed pad (Sinteldreef) uitkomen. De route gaat hier naar rechts en we lopen over de Sinteldreef tot we even verderop een 5-sprong staan. Hier kiezen we op de splitsing het tweede pad linksaf.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het brede bospad volgend zien we aan onze rechterzijde voorbij een ven de in het bos gelegen fusilladeplaats. Door het bos wandelen we naar dit oorlogsmonument, gelegen binnen een hekwerk met een grote zwerfkei met gedenkplaat en een kleinere plaquette. Hier op deze plek, ook wel "De Waschkuil" genoemd, zijn in de vroege ochtend van 15 augustus 1942 door de Duitse bezetter in WOII vijf gijzelaars uit de kampen Haaren en Beekvliet als represaillemaatregel door een vuurpeloton omgebracht. Op de gedenkplaat zijn de namen aangebracht van de vijf gijzelaars die hier zijn geëxecuteerd. Het zijn: Willem Ruys, Mr. Robert Baelde, Christoffel Bennekers, Otto Ernst Gelder Graaf van Limburg-Stirum en Alexander Baron Schimmelpenninck van de Oye. Van deze executie is de toenmalige jachtopziener op Landgoed Gorp en Roovert en onbezoldigd rijksveldwachter Marinus van Heerebeek per toeval getuige. Hij deelt zijn geheim met enkele mensen, waaronder Eduard van Puijenbroek, eigenaar van het landgoed. Een week na het drama onderzoeken zij de bewuste plek, maar ze spreken af gedurende de oorlogsperiode met niemand hierover te praten. Pas 7 maanden na de bevrijding van Goirle wordt eindelijk actie ondernomen om de slachtoffers te bergen. De gedenkplaat is op 14 augustus 1945 geplaatst en in 1946 is het monument aan de gedenkplaats toegevoegd. Op onze wandeling van vandaag zijn er nog een vijftal kransen, de stille getuige van de herdenking van 15 augustus jongstleden.

Vanaf dit monument lopen we terug naar het bospad en vervolgen de route naar rechts. Aan het einde van dit pad op de T-splitsing gaat het naar links. We lopen pal oost tot we op een kleine Y-splitsing komen. Hier kiezen voor het smalle bospad schuin rechtsvoor. Met een bocht naar rechts komen we aan de Belgische KNP97. Dit betekent dat we de Nederlandse grens oversteken en in België belanden. Een breed pad voert ons langs een grote schuur en zo komen we uit op het asfalt van de Beekseweg in het buurtschap Hulsel. We slaan hier linksaf en komen even verderop aan KNP96. Dit is een opmerkelijk punt. Hier vinden we een gedenksteen, die er geplaatst is voor 305 kilometer wandelplezier in de Kempen. Dit is gebeurd op initiatief van een aantal Nederlandse en Belgische instanties met steun van het interregionaal fonds van de Europese Unie. Maar het is vooral de uit 1735 stammende Rovertkapel, die in het oog springt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het witgekalkt vierkant gebouwtje met afgeplatte hoeken en een Barok aandoend koepeltje staat vlak bij de Belgisch-Nederlandse grens. Op de plaats van deze kapel heeft aanvankelijk vanaf 1643 tot iets na 1672 na de 80-jarige oorlog (1568-1648) een schuurkerk voor de bewoners van Hilvarenbeek gestaan. Tussen 1736 en 1738 is de huidige kapel gebouwd. In de kapel bevindt zich een schilderij van Zuster Augustina da Porta van het H. Graf uit Turnhout, dat de legende met een schaapskudde uitbeeldt. Het verhaal gaat, dat op 13 oktober 1735 in de St. Valentinuskerk in Poppel wordt ingebroken. De dieven breken het tabernakel open en stelen de ciborie met de geconsacreerde hostiën. Ook nemen ze de relikwieën van de H. Valentinus en de H. Willibrordus en de vaten met de H. Oliën mee. Pastoor Van Rijckevorsel mobiliseert de bevolking om in groepen de omgeving uit te kammen. Uiteindelijk constateert men dat op de plaats van de ruïne van de oude schuurkerk de grond is omgewoeld en als men hier gaat graven, worden de hosties onbeschadigd teruggevonden. De legende vertelt van een herder die met zijn schaapskudde op deze plaats langs trekt en zijn schapen halt houden en godvruchtig knielen. De hosties worden in processie terug gebracht naar Poppel en er wordt een kapel gebouwd. Jaren daarna en tot 1852 wordt er op Sacramentsdag vanuit Poppel in processie naar deze plek getrokken. Zo is ook de naam Processiebaan gebleven, het pad dat vanaf hier naar Poppel loopt.

Voor de kapel langs wandelen we in rechtuit over de Beekseweg en passeren bij Grenspaal 209 de Belgisch-Nederlandse grens. Hier steken we ook de Roovertsche Leij over en komen terug op het Landgoed Gorp en Roovert. Het bruggetje markeert de grensovergang tussen de twee landen, die in het Hertogdom Brabant van oudsher met elkaar verbonden zijn geweest. Ooit heeft hier in de 17e eeuw de aanlooproute gelopen naar de belangrijke handelswegen tussen Turnhout, Antwerpen en Brussel. Maar de 80-jarige Oorlog trekt hier een nieuwe scheidslijn, waardoor Hilvarenbeek deel gaat uitmaken van Staats-Brabant en Poppel in de Zuidelijke Nederlanden komt te liggen. In 1815 bij de Vrede van Wenen komen Noord en Zuid weer bij elkaar in het Verenigde Koninkrijk de Nederlanden onder Koning Willem I. Na de Belgische Opstand van 1830 volgt in 1839 de definitieve afscheiding en ontstaat het Koninkrijk België. Het belang van deze grensovergang op Roovert neemt af na de ingebruikname in 1855 van de doorgaande weg van Goirle naar Poppel. Links van dit bruggetje heeft eeuwenlang een watermolen gestaan, gedeeltelijk op Nederlands en gedeeltelijk op Belgisch grondgebied. In het begin van de 19e eeuw is deze watermolen afgebroken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op deze Roovertsedijk gaat de route voorbij aan een overdekte picknick plaats tot bij KNP72. We wandelen naar rechts langs de sluitboom en gaan bij KNP79, pal op de Nederlands-Belgische grens, met de bocht naar links. We houden rechts aan om dan bij de groengele markering linksaf een bospad in te slaan. Langs rododendronstruiken komen we op een kruising, die we schuin rechtdoor oversteken. Na een tiental meter wandelen we op de kruising bij KNP76 rechtdoor. We volgen het bospad en passeren een viersprong met knik waar we rechtdoor de route vervolgen. Hier kiezen we het tweede pad linksaf bij de groengele markering en komen zo op een kruising bij KNP77. Rechtsaf over het zandpad bereiken we na een flauwe bocht naar links de afzetting rondom het Grote Ven. Aangekomen bij het hekwerk, dat de toegang tot het Grote Ven afsluit, gaat de route even naar rechts om dan verderop linksaf te slaan. Aan het einde van dit pad bereiken we een T-splitsing bij KNP75. Linksaf volgen we de brede zandweg. We komen voorbij een picknickplek met zicht op het open en drassige gebied van het Grote Ven. Voor ons de ideale plek voor de lunchpauze. Vanaf hier wandelen rechtdoor. Na de bocht naar links en rechts blijven we het zandpad volgen. Bij een robuuste bank aan de rechterzijde bereiken we de onverharde weg Roovertsedijk met gescheiden fietspad.

We volgen rechtsaf de onverharde weg Roovertsedijk tot aan het infobord en picknick plaats. Hier slaan we linksaf langs de sluitboom van Gorp en Roovert. We wandelen het bomenlaantje met de flauwe bocht naar rechts helemaal uit tot op het asfalt van Groot Loo. Nu een tiental meters naar rechts tot aan een bankje en KNP46. Naar links volgen we het zandpad tot aan het eerste bospad naar links bij KNP47. We slaan dit bospad in en volgen het pad tot aan het punt waar we de groengele markering naar rechts volgen. Verderop slaan we direct linksaf en wandelen het pad uit tot aan de T-splitsing bij het open landbouwgebied en KNP45. Hier naar links langs de bosrand tot aan het asfalt, waar we recht oversteken. Op het zandpad slaan we rechtsaf bij het tweede pad. Het smalle bospad tussen de dennen wandelen we uit tot aan de kruising van paden bij KNP40. Hier gaat de route naar rechts en we komen aan het einde van dit pad na de sluitboom op het asfalt van Groot Loo. Naar links volgen we langs het landbouwgebied de verharding, die na de flauwe bocht naar rechts overgaat in een klinkerweg. De route voert voorbij een modelboerderij met reusachtige stallen en een boerderijtje met de typische zandloperluiken in rood-zwart. .

© L.A.W.V.VIA-VIA

We zijn nu in het buurtschap Gorp, in het hart van Landgoed Gorp en Roovert. Dominant is hier aan de rechterzijde het door Baron Eugene François Joseph de Zerezo de Tejada omstreeks 1849 gebouwd jachthuis in Neo-Gotische stijl. In 1868 wordt het landgoed eigendom van deze adellijke Spaanse familie omdat de Gemeente Hilvarenbeek geld nodig heeft. In 1920 gaat het landgoed over naar textielfabrikant Eduard van Puijenbroek uit Goirle, die grote delen laat beplanten met productiebossen van afwisselend naald- en loofbomen. Het jachthuis wordt door de twee torentjes in de volksmond “Kasteeltje op Gorp”, genoemd. Dit bouwwerk is van cultuurhistorisch belang als bijzondere voorbeeld van een buitenhuis op een ontginningslandgoed in de 19e eeuw. Het valt op door de ronde arkeltorentjes met spitse ronde torendaken op de hoeken van de gevel, een boogfries en cordonlijst en rijke detaillering. Vanwege deze uitwendige gaafheid en het deels nog authentiek interieur is het jachthuis ook architectuurhistorisch belangrijk. Verder staat op het terrein een koetshuis met paardenstal en op het voorplein zien we een beeld van de Romeinse godin van de jacht, Diana. Het jachthuis is onlangs verkocht en wordt gerenoveerd.

We negeren de zijwegen rechts, passeren het Kasteeltje op Gorp en met de bocht naar links komen bij de het Landhuis De Leenhof. In de 17e eeuw is al sprake van dit huis op Gorp, genaamd "de Montenshoeve" en in de 18e eeuw "Leenhofke op Gorp". Volgens de overlevering zou op deze Kempische boerderij met achtkante herenkamer met rieten dak en inwendig een gebogen stucplafond de taalgeleerde, humanist en lijfarts van de zusters van Karel V, Johannes Goropius Becanus (1519-1572), als Jan Gerartsen van Gorp geboren zijn. Een gevelsteen verwijst naar deze geleerde Johannes Goropius Becanus (1519-1572), wellicht de beroemdste inwoner van Hilvarenbeek, die in 1569 het boek ‘Origines Antwerpianae’ uitbracht. Het boekwerk gaat over de oorsprong van de taal. In zijn werk gaat Johannes Goropius Becanus op zoek naar de oudste taal van de wereld, de oertaal en komt tot de conclusie dat het Nederlands de oudste taal is en dat Adam en Eva dus Nederlands spraken. De Leenhof is het centrum van het Leengoed Gorp, waarvan Wouter van Gorp in 1312 leenman was. De familie Van Gorp alias Schellekens blijft leenman tot 1556. Zij worden opgevolgd door Peter Cornelis Daems en in 1589 door de familie Montens. In 1758 wordt Cornelis Bles uit Tilburg de nieuwe eigenaar en in 1819 in handen van ridder Paul Joseph Jean de Bosschaert, Heer van Bouwel, woonachtig te Antwerpen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf De Leenhof wandelen we voorbij aan KNP93 zuidwestelijke richting en komen langs de gerestaureerde langgevelboerderij Klein Hoef. Op de T-splitsing houden we rechts aan. De route leidt ons naar de Paradijsbrug over de Roovertsche Leij, waar Gorp overgaat in het Gorps Baantje. Als we verder wandelen, bereiken we aan de rechterzijde de toegangslaan naar “De Nieuwe Hoef”. Onze route gaat rechtsaf naar deze uit 1641 daterende Tiendhoeve of Spijker, waar vroeger de pachters uit de verre omtrek er het tiende deel van hun oogst in geld of in natura aan de landheer zijn komen afdragen. Binnen in de Nieuwe Hoef loopt een zware balk, waaraan de waag gehangen heeft om de goederen te wegen. In het woonhuis heeft de rentmeester gewoond, die alles wat binnen komt aan goederen, opschrijft, controleert, opstapelt en bewaakt. Als Napoleon aan het bewind komt en het geld de ruilhandel van goederen vervangt, wordt de schuur als specifieke opslagplaats overbodig. De pacht wordt voortaan met munten van zilver of goud, florijnen of dukaten voldaan en in de kluis opgeborgen. Die originele kluis uit 1835 staat nu in ‘Den Herd’ op de Nieuwe Hoef. Als nog later de banken in opmars komen, wordt ook het rentmeesterschap op de Nieuwe Hoef overbodig en wordt de Tiendhoeve voortaan als boerderij in gebruik genomen. Een huurcontract van 7 september 1894 geeft aan dat de Nieuwe Hoef voor 6 jaar verhuurd wordt aan Antonius de Keizer. Na zijn dood hebben Adrianus en Cornelis Poulissen en Anneke van Iersel op de Nieuwe Hoef gewoond. Cornelis Poulissen is eerder eigenaar geweest van de nabijgelegen, in 1912 door blikseminslag tot aan de grond toe afgebrande Boerderijherberg 'In Het Paradijs. Het uithangbord van dit café is als enige gered en prijkt nu nog steeds, weliswaar gerestaureerd, in de Nieuwe hoef, dat op dit moment in gebruik is als horecagelegenheid, die beperkt open is.

We wandelen om de Nieuwe Hoef heen, waar het pad langs de achterzijde op de westoever van de Roovertsche Leij uitkomt, Door een draaipoortje verloopt het pad kort langs de oever van de beek. Het gebied is bosrijk met enkele open stukken. Verderop gaat het pad met een bocht naar links en verlaten we het beekdal van de Roovertsche Leij. Zo bereiken we aan onze rechterzijde het hekwerk voor de doorsteek naar het open gebied. Over het smalle ijzeren bruggetje komen we op een zandweg bij KNP68. Hier volgen we naar links het zandpad, waarbij we naar het noorden we over de weilanden en landerijen zicht hebben richting Goirle, dat op ongeveer 2 kilometer aan de horizon ligt. Met de bocht mee naar links wandelen we het pad helemaal uit tot we op het onverharde Gorps Baantje uitkomen. Hier slaan we na de sluitboom rechtsaf en is het nog een paar honderd meter naar ons startpunt bij Natuurpoort De Roovertsche Leij, waar we op het terras neerstrijken en nagenieten van deze rondwandeling met een stevige pint.

Charles Aerssens
28 augustus 2018



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 28-08-2018 door C.P.J. Aerssens