Voor woensdag 14 februari hebben we opnieuw de wandeling door natuurgebeid De Mortelen in onze agenda gezet. Het moet er immers toch eens van komen. We kunnen niet blijven uitstellen! Hans, Theo, Wil en Harrie geven aan mee op stap te gaan. De weersomstandigheden lijken nu goed uit te pakken: wel koud, maar zonnig en dus ideaal weer om op pad te gaan in het coulisselandschap tussen Boxtel en Oirschot. Vertrekpunt is Boerderijterras Jacobushof aan de Middendreef 2 onder Lennisheuvel. Dit is de enige horecagelegenheid aan de route! We zullen elkaar hier rond 9.15 uur treffen.
Keurig op het afgesproken tijdstip kunnen we van start gaan vanaf de parkeerplaats bij Boerderijterras Jacobushof bij KNP65 in het buitengebied van Lennisheuvel. Deze uitspanning met boerderijterras is een van de mooiste plekjes in het Groene Woud en een uitstekende gelegenheid als vertrekpunt voor onze wandeling door natuurgebied De Mortelen! De oude rundveestal die is omgetoverd tot een sfeervol café met een groot buitenterras en In het café kijk je vanaf de “Koeientoffel” direct in de koeienstal. Onze wandeling gaat over de Middendreef naar de T-splitsing bij KNP66, waar we rechtsaf slaan en het asfalt verlaten. Door een bomenlaantje bereiken we de bosrand bij KNP68. Hier gaat de route links langs de bosrand tot we aan een draaihekje komen en we door het weiland in zuidoostelijke richting opnieuw aan een draaihekje staan. We verlaten het drassig gebied en volgen de groengele markering over een smal bospad dat ons naar de Oude Grintweg leidt bij KNP17. Hier steken we recht over de Oude Steeg in en zien aan de rechterzijde in het Vogelbos een bijzonder markant punt.
Hier staat het kruis ter nagedachtenis aan het Italiaanse schilderijenverkopertje Giovanni Castione (1822-1838) die op deze plaats op 2 juni 1838 is vermoord bij een beroving van zijn 18 gulden door de Arnhemse marskramer Martinus Zoeren. De uit Sardinië afkomstige Giovanni Castione is op zijn 16e meegenomen door Johannes Baptista Borghino, een vriend van zijn vader. Deze Johannes Baptista Borghino woont in Boxtel en heeft een handel in prenten en lijsten. Giovanni Castione zal hem gaan bijstaan in zijn werk en trekt met een mars op zijn rug vol prenten en lijsten door het Brabantse land en doet goede zaken. Op 30 mei 1838 strijkt hij neer in Oirschot om er zijn waren te venten en verblijft er in de herberg van de weduwe van Cuijk. Hier ontmoet hij de op 1 april 1838 de uit het tuchthuis in Woerden ontslagen marskramer in band en garen Martinus Zoeren, die eveneens na een kort verblijf in Boxtel zijn intrek heeft genomen in dezelfde herberg, maar hij is platzak. Op 2 juni verlaten ze beiden de herberg en lopen samen op. Dit wordt Giovanni Castione fataal. Hij wordt door de 17-jarige Martinus Zoeren hard neergeslagen en in een ondiepe sloot verdronken. Op 4 juni worden enkele spullen en het lijk van Giovanni Castione gevonden. Als dader wordt Martinus Zoeren snel getraceerd als hij opeens welgesteld is en op 5 juni wordt hij gearresteerd. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf wegens beroving en moord. Het vonnis wordt op 26 november 1839 voltrokken in zijn geboorteplaats Arnhem.
We vervolgen het zandpad van de Oude Steeg en slaan bij de eerste gelegenheid linksaf door een bomenlaantje. We betreden nu het coulisselandschap aan de noordoost rand van natuurgebied De Mortelen, dat zich hier duidelijk kenmerkt door kleinschaligheid, houtwallen en randbeplanting. Het pad slingert in noordelijke richting tussen weilanden en akkerland langs bomenlaantjes en bosjes tot we op een breed zandpad uitkomen: de Smalzij. Nu even naar rechts bij KNP2 en dan het eerste pad naar links langs een bosrandje en waterloop. Door het open landschap komen we uit bij een bruggetje aan de Oude Grintweg. We slaan rechts af en komen nu direct voorbij de intieme begraafplaats van de adellijke familie De Girard de Mielet van Coehoorn, die in 1895 is aangelegd. Op de begraafplaats staan tien tombes, waaronder het in 1897 van het nabijgelegen Landgoed Heerenbeek hierheen verplaatste graf van Johan Philip Baron de Girard de Mielet van Coehoorn (1794-1872), voormalige adjudant van Koning Willem II. Achter een smeedijzeren hek voert een kort pad naar het begraafplaatsje, dat binnen een haag van coniferen ligt. Er staan een beuk en twee eiken met eronder een perk met rododendrons. Aan de kop van de begraafplaats ligt een oude merksteen met het woord 'Begraafplaats', het jaartal 1865 en de tekst 'Rijm Ps. 103 en Ps. 133' met twee ringen. De adellijke familie is uitgestorven en de laatste telg is in 1994 bijgezet. Sinds 2002 staat deze begraafplaats op de gemeentelijke monumentenlijst van Oirschot.
Nu komen we op de hoek van de Oude Grintweg en de Van Coehoornweg aan de Toeristische Poort Herberg De Schutskuil. Deze horecagelegenheid is net na de oorlog gebouwd als woonhuis en boerderij en wordt Café met horeca in 1979. De ernaast gelegen vijver ontstaat eind jaren ’60 van de vorige eeuw door ontgronding en er kan het eerste jaar worden gezwommen. Daarna exploiteert Herberg De Schutskuil de waterplas als forellenvisvijver, die in 2007 eigendom wordt. Hier staat op het kruispunt van wegen KNP69, waar we achter de slagboom het bospad richting KNP81 volgen. De route gaat nu richting “t Veldersbosch. Een brede sloot scheidt ons van dit 147 hectare groot vochtig, oud loofbos met ook stukken gemengd bos. Het is een sterrenbos, waarin negen lanen liggen die op een centraal punt bijeenkomen: De Negen Dreven. Het bos is omstreeks 1750 aangelegd en is het oudste in zijn soort in de Meierij van 's Hertogenbosch. Veel ouder zijn de grenswallen, die waarschijnlijk vroegmiddeleeuws zijn. De wallen dienden om het Landgoed Velder af te grenzen als jachtgebied. Pas in de 17e eeuw ontstaat hier Landgoed Vellaer en zijn de Leenheren van Boxtel lange tijd heer en meester. Als wijnhandelaar Jan F. van Boeckel van Rumpt (1803-1870) het landgoed koopt, start hij met een tabaksplantage, maar dit is van korte duur. In 1878 wordt er het landhuis en koetshuis gebouwd met park naar een ontwerp van de Bossche architect W.F. Maréchal. Bij het landhuis bevindt zich een mammoetboom die geplant is in 1880 en die een hoogte heeft van 32 meter. De boom heeft, ten gevolge van blikseminslag, zijn top verloren. De oudste eiken in ‘t Veldersbosch zijn omstreeks 250 jaar oud. Er is een rijke bosflora. In het voorjaar bloeien de Bosanemoon, de Slanke sleutelbloem en de Gewone salomonszegel. Broedvogels zijn: Wespendief, Sperwer, Boomvalk, Houtsnip, Boomklever, Goudvink en Nachtegaal. Om het landgoed sluitend te kunnen exploiteren bevindt zich er een evenemententerrein, waar in het verleden de Landbouwwerktuigendagen en tuinbeurzen werden georganiseerd.
Het brede onverharde pad langs de sloot aan de zuidrand van ’t Velderbosch volgend komen we bij KNP81. Hier is naar links over de brug de enige toegangsmogelijkheid tot Landgoed Velder en ’t Velderbosch. Over die brug ligt aan de rechterzijde de ruïne van de voormalige boerderij Vinkennest, ook wel bekend als de Achterste Hoeve van Velder of De Teelakker. Deze hoeve is gebouwd in 1856 op de natte beemdgronden en bewoond tot omstreeks 1997. Na te zijn verlaten is het pand vervallen en in 2006 door brand verwoest en ingestort. Herbouw op de huidige afgelegen plek is niet realistisch, omdat de bodem te nat is en er flink ontwaterd moet worden. Onze route gaat op dit punt naar rechts en zo bereiken we op korte afstand het Landhuis Heerenbeek, een gemeentelijk monument in particulier bezet met wit gepleisterde muren en hangtorens daardoor het op een kasteeltje lijkt. In 1998 heeft hier een brand gewoed die het interieur van het huis geheel verwoest, waarna dit volledig is hersteld. Achter het landhuis bevindt zich de originele Vlaamse schuur van de Hoeve Heerenbeek, die in 1997 geheel is gerestaureerd. De Vlaamse schuur van de Hoeve Heerenbeek is het oudste gebouw op het Landgoed Heerbeek, dat deel uitmaakt van het gebied Mortelen en Scheeken en in bezit is van de Stichting Het Brabants Landschap.
De geschiedenis van het Landgoed Heerenbeek gaat terug tot in 1303 als Hertog Jan II van Brabant 80 bunder land in de herdgang Straten aan de Abdij van 't Park in Heverlee schenkt. Het gebied bestond waarschijnlijk uit moerassig bos en heide en op een kaart uit 1650 is sprake van een hoeve Heerenbeek die op een dekzandkopje midden in moerassig gebied ligt. In 1760 komt deze boerderij in handen van Marcellus Bles (1715-1797), koopman bij de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), Heer van Moergestel en eigenaar van Kasteel Nieuwenhof aldaar, die het boerenland en de heide omzet in een landgoed. Hij laat er een groot herenhuis bouwen. Dit is de voorloper van het huidige landhuis, dat in 1864 wordt gebouwd door Jan Philip de Girard de Mielet van Coehoorn. De begraafplaats van deze familie hebben we eerder op de route aan de Oude Grindweg gezien. De familie is echter uitgestorven in de mannelijke lijn in 1994, maar de naam Van Coehoornweg herinnert nog aan deze familie. Rond het herenhuis zien we restanten van een tuin in Engelse Landschapsstijl, waaronder een vijverpartij, enkele gazons en sierbomen zoals vleugelnoot, Hollandse linde, iep en moerascypres.
De route buigt af naar links en zo komen we aan KNP3, waar we op de T-splitsing opnieuw linksaf slaan. Met de bocht mee naar rechts passeren we Hoeve Heerenbeek en volgen de brede zandweg door het landgoedbos. Dit bosgebied, dat op de topografische kaart vermeld staat als De Achterste Elzinge, is relatief oud, namelijk uit de 2e helft van de 18e eeuw. In tegenstelling tot De Mortelen, dat afwisseling van landbouwgrond en bospercelen kent, is het bos in Heerenbeek aaneengesloten. Driekwart van het gebied bestaat uit vochtig loofbos, waar vooral populieren zijn aangeplant. De vochtige en natte bodemgesteldheid wordt mede veroorzaakt door de leemlagen in de bodem. Er groeien veel plantensoorten, zoals bosanemoon en slanke sleutelbloem, en ook eenbes en grote keverorchis komen voor. Daarnaast worden zwarte rapunzel, kleine valeriaan, boskortsteel, gulden boterbloem en schaafstro gevonden. Aan het einde van deze laan door het bosgebied De Achterste Elzinge komen we na de afsluitboom op het asfalt van de Liempdsedijk. Even naar rechts is een overkapte picknickplaats als pauzeplek!
We maken van de gelegenheid gebruik om hier op deze beschutte plek even neer te strijken voor de middagpauze. Daarna gaat onze route terug in de richting van de afsluitboom en blijven op de Liempdsedijk tot aan de eerste afslag aan de rechter kant bij KNP79. Hier naar rechts tussen de weilanden en bosschages lopen we het brede zandpad (Vering) uit tot we uitkomen op de kruising van Driehoeksweg met Huiskenshoek met KNP30. We volgen naar rechts het asfalt van de met bomen omzoomde Huiskenshoek. Op de T-splitsing met de Lieringsedijk bij KNP7 gaat de route naar links tot we na ongeveer 150 meter bij KNP8 rechtsaf een grasbaan langs een bomenrij inslaan. Aan het einde van dit pad bereiken we het asfalt van de Mortelsgraaf en slaan rechtsaf om dat meteen na enkele meters weer direct naar recht het onverharde karrenspoor in te slaan. Dit pad lopen we helemaal uit tot we op het asfalt van Liempdsedijk uitkomen, waar we dan aan de overzijde het bospad inlopen langs het verbodsbord voor motoren. Bij de afwateringssloot en KNP6 aangekomen wijst Theo ons erop dat op de Olympische Spelen in het Zuid-Koreaanse PyeongChang de olympische race van Jorien ter Mors op de 1.000 meter staat te gebeuren. Natuurlijk even kijken en genieten van de magistrale race met gouden medaille en de olympische titel in een olympisch record van1.13,56. Dan nemen we voor duiker over de sloot de route naar rechts en houden de afwateringssloot aan de rechterzijde.
De route verlaat de afwateringssloot naar links door een klaphek. Nu betreden we het gebied dat op de kaart aangeduid wordt met Schooringen. Het is een prachtig mozaïek van houtwallen, bosjes, boomrijen, akkertjes, bloemrijke graslanden, paddepoelen en kronkelende paden en slootjes. Dit versnipperde natuurgebied is als ontginningslandschap in de loop van de 12e eeuw door vererving ontstaan, waarbij aan elk van de erflaters een deel van elke grondsoort werd nagelaten. Het was niet zo dat de ene erflater het bos, de ander de akkers en weer een ander de beemden toegewezen kreeg. Ieder kreeg een deel bos, een deel wei en een deel akker. De verschillende gebiedsonderdelen zijn zo steeds verder opgedeeld en de eigendomsgrenzen zijn vervolgens gemarkeerd door houtwallen en boomrijen. De route is hier verrassend en leidt ons aan het einde over een stuk weiland met enkele karakteristieke bomen. Een daarvan is een zogenaamde steeliep die een geschatte ouderdom heeft van 350 jaar. Vroeger kwamen deze geknotte bomen hier meer voor en dienden als zogenaamde Heimschut-boom, die de scheiding tussen twee eigendommen markeerde. Het waren tevens gebruiksbomen. Van het snoeihout maakte men de beste stelen voor gereedschappen en de bladeren werden gevoerd aan het vee. Dit omdat ze zo rijk zijn aan zetmeel. Door een klaphekje slaan we linksaf in een pittoresk populierenlaantje in, dat aan het einde uitkomt bij een picknickplek met infobord. We staan hier op de Lopensestraat.
Nu wandelen we een tiental meters naar links bij een langgevelboerderij en kiezen bij KNP11 de route door het draaihekje opnieuw langs graslanden, houtwallen, bosjes en slootjes. We zijn hier in een wat hoger gebied dat op de topografische kaart vermeld staat met 'Beerendonken'. De afwisseling tussen hoog en laag is niet alleen te zien in het veld, maar ook af te lezen aan de toponiemen. Dit heeft alles te maken met dekzandruggetjes, 'donken' genaamd. Deze 'donken' zijn in tal van namen terug te vinden, zoals Beerendonken, Vinkendonken of Ravendonk. Langs de sloot komen we op de Termeidesteeg uit bij een bankje. Nu bij KNP12 even naar links over de Oude Steeg en dan daarna bij KNP15 rechtsaf de Echteldonksesteeg in. Na 500 meter slaan we scherp rechtsaf bij KNP14 met het bord van Brabants Landschap De Mortelen. Het onverharde pad leidt ons door bosgebied de Zwart-Voorten naar de Oude Grintweg en staan we bij Café Vingerhoeds.
Dit café annex boerderij kent een lange historie en wordt voor het eerst vermeld in 1800. Arnoldus van Leuven is dan de eigenaar van café De Hut. Hier dronken voerlui een borrel op het goede geluk om het bos, heideveld of in dit geval moeras te doorkruisen. Dit soort herbergen werd in de volksmond hutten genoemd. In 1827 huurt Joseph Vingerhoets de herberg en koopt In 1836 het café/boerderij met de aangrenzende landerijen. Zijn zoon Johannes neemt de zaak over en schrijft het café in 1895 in bij de Kamer van Koophandel. Zijn vier vrijgezellen zonen: Toon, Wout, Gert en Jan, zetten het café voort. De vijfde zoon Josephus trouwt in 1922 met Johanna Maria van Straten, die beter bekend is als Mieke Vingerhoets, die na de dood van haar man het café bestiert. Als kasteleinse zorgt zij ervoor dat het café bekend wordt tot over de grenzen van het Brabantse land. Van 1925 tot aan haar dood in 1989 zwaait Mieke de scepter in het café. De herberg blijft al die tijd onveranderd tot in 1992 een grondige restauratie het café opnieuw de oorspronkelijke uitstraling geeft. Nu is Café Vingerhoeds een keurig horecabedrijf waar Brabantse gastvrijheid, nostalgie, traditie en gezelligheid samen gaan.
We steken de Oude Grindweg over en volgen de geel-groene markering van het wandelroutenetwerk tot we op het asfalt van Steenrijt uitkomen. Onze route gaat hier naar links tot we bij KNP19 komen, waar we rechtsaf over het karrespoor onze wandeling vervolgen met aan de linkerzijde het open landschap. De bocht naar links aanhoudend komen we uit op de Meierijsebaan. Rechtsaf over het asfalt beginnen we aan het laatste traject dat ons terug voert naar het vertrekpunt bij Boerderijterras Jacobushof. Hier sluiten we onze rondwandeling af!
Charles Aerssens
28 februari 2018
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 28-02-2018 door C.P.J. Aerssens