Gezeten op het zonnige terras van de Zwartenbergse molen na afloop van de wandeldag in oktober onder het genot van een biertje komt het idee op om voor de wandeling van november in de buurt van Hooge en Lage Zwaluwe op stap te gaan. Hiervoor duikt Charles opnieuw in zijn archief, maar wil toch kijken naar enige aanpassing van de Swaelwensterte Route, die hij voor december 2011 heeft uitgezet in de omgeving van Hooge en Lage Zwaluwe. De oorspronkelijke oude route, bekend onder de naam Zwaluwevlucht in het polderlandschap in de Gemeente Drimmelen, is dan al niet meer onderhouden. Wandelknooppunten zijn nieuw en de Wandelroutenetwerkkaart Wijde Biesbosch Zuid is net op de markt. Voor de planning van onze nieuwe uitdaging heeft Charles nu het digitale wandelroutenetwerk van VisitBrabant achter de hand en de zo noodzakelijke topografische kaart.
De route van deze dagwandeling zal ons door het polderlandschap voeren van de voormalige Gemeente Hooge en Lage Zwaluwe, nu deel uitmakend van de Gemeente Drimmelen. Deze beide Zwaluwen zijn als buurtschappen ontstaan in de Middeleeuwen en ontlenen hun naam aan een stroompje dat ten westen van de huidige dorpen moet hebben gelopen: de Swaelwensterte of Swalve met het stroomopwaarts gelegen Hooge Zwaluwe en het stroomafwaarts aan de rivier de Amer gelegen Lage Zwaluwe. In een oorkonde uit het jaar 1290 van Floris V, Graaf van Holland en de toenmalige bezitter van het gebied, is er sprake van “die Swaluw”. De Graven van Holland zijn dan wel de bezitters van de Heerlijkheid Zwaluwe, het dagelijks bestuur laten zij tot het jaar 1503 over aan de Heren Van Duvenvoorde. De bekendste is Willem van Duvevoorde, Heer van Oosterhout, die op zijn sterfbed in 1353 zijn bezittingen nalaat aan zijn neef Jan II van Polanen. Door vererving gaat het gebied later over naar het Huis Oranje Nassau. Van 1580 tot 1611 zijn Hooge en Lage Zwaluwe eigendom van Prins Willem van Oranje. In dat jaar komt het gebied in bezit van Prins Frederik Hendrik. Hij zorgt er ook voor dat Hooge Zwaluwe een protestantse kerk krijgt. Door de vele historische banden van de Oranjes met beide dorpen draagt Koning Willem Alexander ook nu nog de titel Heer van Hooge en Lage Zwaluwe.
Voor onze polderwandeling, die voor een groot gedeelte over verharding voert, wordt woensdag 14 november op de kalender gezet. Hans en Wil, Lauran, Theo en Charles spreken af elkaar dan om 9.15 uur treffen op de parkeerplaats aan de Kerkdijk 1A bij Restaurant ”Onze Kerk” in Hooge Zwaluwe. Op het afgesproken tijdstip is iedereen present. Theo is op de hoogte met het parkeren aldaar en wijst de juiste plek. Met een prachtig fris herfstzonnetje kunnen we vertrekken. Bij het verlaten van de parkeerplaats slaan we rechtsaf en staan direct aan de onbewaakte spoorwegovergang en het oude stationnetje van een goederenspoorlijntje, de oorspronkelijke Langstraatspoorlijn of Halve Zolenlijn, aangelegd tussen 1881 en 1890 en volledig gefinancierd met de opbrengsten uit Indië. Tegenwoordig is alleen nog het deel vanuit Oosterhout naar Lage Zwaluwe als goederenspoorlijn in gebruik. Stilgelegd is al sinds jaar en dag de spoorverbinding van ’s Hertogenbosch naar Geertruidenberg. Lage Zwaluwe fungeert als overlaadpunt voor scheepvaart naar Rotterdam, maar het transport en de exploitatie blijft beperkt.
We steken de onbewaakte spoorwegovergang over en volgen de Spoorstraat rechtuit. Met de bocht mee naar links komen we aan KNP49, waar we naar rechts tussen de huizen door de Zeedijk met verharde fietspad volgen langs de oostzijde van de oude Haven. We passeren KNP57 en zien verderop aan de rechterzijde op de dijk Stonehengeachtige ruïnes, overblijfselen van een Duitse uitkijktoren met bijbehorende soldatenbarakken uit WOII, die in september 1944 worden vernield. Zo komen we op de Ruilverkavelingsweg bij KNP58. Naar links steken we de brug over om dan vervolgens bij KNP59 naar rechts voor het fietspad onder langs de dijk, die omzoomd wordt met populieren, verder te wandelen. We wandelen langs het gemaaltje loopt en hebben naar het westen zicht op de Polder Vierendeelen. We passeren de Vierendeelseweg waar enkele wielen liggen, restanten van enkele dijkdoorbraken uit de tijd dat de zeedijk nog buitendijk is en daarachter nog “de zee” ligt. Na het wiel komen we aan onze linkerzijde langs het Kraaiebosje, een broed- en schuilplaats van veel vogels en zoogdieren. Zo bereiken we de Molenweg en Steenplaats bij KNP12. De Steenplaats dankt zijn naam aan de steenbakkerij die hier vroeger heeft gestaan en omstreeks 1700 is gesticht door Christiaan Swaens, de toenmalige Schout van de Zwaluwen. De hiervoor benodigde klei haalt hij uit het Lorregat, de tegenwoordige Hooge Zwaluwse Haven. Het toenmalige dorpsbestuur vindt dit prima, omdat dat de afwatering bevordert.
We gaan op de T-splitsing rechtsaf omhoog de dijk op en volgen de verharding, vanwaar we een mooi uitzicht hebben op de aan de overzijde van de Haven gelegen poldertjes: de Volharding, de Brandpolder, de Ketelpolder, Oudgors, de Alblaspolder en de Mariapolder. Door de aaneenvoeging zijn ze nu bijna niet meer te onderscheiden. In de 17e eeuw is dit nog een onherbergzaam buitendijks gelegen gebied waarmee door de invloed van het brakke water nog niet veel te beginnen was. Prins Willem I van Oranje Nassau heeft dit gebied in 1579 als Heer van Zwaluwe al verpand, waarschijnlijk uit geldgebrek. Sinds die tijd staat het gebied een tijdlang als het 'Pandschap` bekend. Later verkoopt zijn zoon Prins Maurits het aan onder meer de Burgemeester van Breda. Het gehele gebied wordt dan geleidelijk aan ingepolderd. Het pad blijven we volgen en zien op een gegeven moment aan de overzijde van het water het nu gerestaureerde Koewachtershuisje, een uit de vorige eeuw daterend boerderijtje dat op een eilandje staat en jaren heeft leeggestaan, maar nu op de gemeentelijke monumentenlijst staat. Het huisje ligt aan het natuurgebied Gat van den Ham, een kreek ten oosten van Lage Zwaluwe en is ontstaan tijdens de St. Elisabethsvloed in 1421. Na 1954 komt het gebied Gat van den Ham door de aanleg van de nieuwe zeedijk langs de Amer binnendijks te liggen en heeft een belangrijke functie voor broedvogels en foerageergebied voor weidevogels.
Aan het eind van het fietspad wandelen we de houten brug over bij Gat van den Ham en komen op het asfalt van de Amerweg bij KNP12. Hier gaat de route even naar rechts tot voor de Uitwateringssluis (1952) op de Amer. Het is een betonnen bouwsel in de dijk, dat dient om het boezemwater in de Amer te kunnen lozen als de waterstand binnendijks dat noodzakelijk maakt. Bij gebrek aan water in de polder kan er ook water worden ingelaten. Net voor die betonnen sluis beklimmen we de Amerdijk naar links en genieten in noordelijke richting van het uitzicht over de rivier de Amer, die de voortzetting vormt van de Bergsche Maas. De Amer begint bij Geertruidenberg waar het water van het riviertje de Donge vanuit het zuiden en van het Spijkerboor vanaf het noorden samenstromen met het water van de Bergsche Maas. Het Spijkerboor is ontstaan ten tijde van de St. Elisabethsvloed (1421) en is in feite een brede getijdenkreek, die onderdeel uitmaakt van de Biesbosch, voor de voltooiing van de Bergsche Maas in 1904. De rivier de Amer is bijna twaalf kilometer lang en vormt de zuidelijke begrenzing van Nationaal Park De Biesbosch en mondt bij Lage Zwaluwe uit in het Hollands Diep. Over de Amerdijk wandelend zien we naar het zuiden, een eind de polder in, een oud gebouw met een huisje erbij. Dat is het oude, uit 1882 daterende stoomgemaal dat voorheen het water uit de Nieuwe Zwaluwe Polder weg gepompt heeft. Daarvoor heeft hier de in 1775 gebouwde ‘Dobbensche WatermoIen’ gestaan, die genoemd is naar ‘de Dobbe`, een klein poldertje, dat is opgegaan in de Boerenpolder die op zijn beurt weer deel is gaan uitmaken van de Nieuwe Zwaluwe Polder. Het is vanaf de dijk niet te zien, maar onder de muren van dit stoomgemaal steekt de ronde fundering van de oude molen nog uit, het gemaal is er gewoon opgebouwd. Nu doet het geen dienst meer en wordt het water op peil gehouden door het een eindje verderop staande elektrische gemaal ‘Ir. de Bruijn’ dat in 1954 in gebruik is gesteld.
De verharding op de Amerdijk volgend zien we bij een doorgang rechtsonder aan de Amerdijk een poortje. We dalen de dijk af, gaan door het poortje en vervolgen de route linksaf over de grazige en hobbelige oeverpad. Aan het einde van dit oeverpad komen met de bocht naar links aan de bebouwing van woonwijk Princenhil in Lage Zwaluwe. Op het verharde pad aan de waterpartij slaan we rechtsaf. Het voetpad leidt ons om deze woonwijk heen en zo komen we aan de waterkant aan de Amer bij het Line Crossers monument, een oorlogsmonument dat uit twee onderdelen bestaat. Allereerst een gehavende zuil geplaatst op een voetstuk van veldkeien, afkomstig van de in WOII verwoeste kloosterkapel van de Zusters van het Heilige Hart van Jezus te Moerdijk. Op het voetstuk van de zuil vinden we de tekst: “Deze zuil uit een door de vijand verwoeste kerk in deze gemeente, getuigd thans hier van de onverwoestbare liefde voor vrijheid, vorstenhuis en vaderland van de linie crossers die over deze haven tussen november 1944 en mei 1945 driehonderdvierenzeventigmaal de frontlijn doorbraken.” Ernaast een mannenfiguur voorstellend een verzetsman die uitkijkt over het rivierwater naar de Biesbosch, een beeld van Niek van Leest. Vanaf november 1944 is Nederland verdeeld in een bevrijd en bezet gebied. Sliedrecht en Lage Zwaluwe spelen in die tijd een belangrijke rol voor het verzet als vanaf 6 november 1944 de zogenaamde line-crossers via de voor de bezetter moeilijk te controleren Biesbosch naar het inmiddels bevrijde Noord-Brabant oversteken. Met gevaar voor eigen leven brengen zij honderden door de bezetter gezochte Nederlanders, joden en verzetsmensen, agenten met geheime zenders en gestrande geallieerde piloten via de geheime 374 overtochten in veiligheid. Bovendien smokkelt verzetsgroep 'Albrecht' militaire berichten de frontlinie over, maar de oversteken worden ook gebruikt voor het vervoer van schaarse medicijnen, zoals insuline.
Vanaf deze plek hebben we een schitterend uitzicht op een landschap dat beheerst wordt door het Hollands Diep. Met de bocht naar links wandelen we langs de jachthaven door het park en steken naar rechts het bruggetje over, waar de binnenhaven van Lage Zwaluwe met behulp van betonnen balken tegen extreem hoog water kan worden beschermd. Voorbij KNP51 over de Biesboschweg komen we aan KNP38 waar we linksaf de Nieuwlandsedijk in wandelen. Hier begint het oude gedeelte van Lage Zwaluwe, dat in 1514 als “Leege Zwaluwe” wordt vermeld naar haar ligging bij het riviertje De Zwaluwe. Dit is in tegenstelling tot het zuidoostwaarts hoger gelegen dorpje Hooge Zwaluwe. Lage Zwaluwe is vooral een begrip geworden, omdat hier het eerste spoorwegstation beneden de Moerdijk is. Het dorp is tegen de dijk aangebouwd met typische, dicht opeengepakte lintbebouwing en een aantal oude geveltjes waarbij er verschil tussen de zijgevels en de voorgevels. De zijgevels zijn vaak van heel oude ijsselsteentjes, terwijl de voorgevel dikwijls is vernieuwd.
Even verderop in deze straat komen we langs Bakkerij Bakker, die we bijna voorbijgelopen zouden hebben, als niet het oplettende oog van Theo gezien had dat er ook een lunchroom was. Het was binnen even schuiven met de stoelen en maar dan was er plek en tijd voor een kopje koffie of cappuccino en Apfelstrudel met slagroom. Een verwenmomentje! Weer op weg na deze pauze zien we dat de Nieuwlandsedijk overgaat in de Kerkstraat. Deze oude straatweg op de dijk, die verderop als Dorpstraat verloopt, wandelen we helemaal uit tot bij KNP16. Dan gaan we in de bocht naar rechts en passeren de R.K Johannes de Doperkerk (1951), een pseudo-basilicale bakstenen kruiskerk in Romaans stijl, rechtsaf. Het is een ontwerp van de architect Hendrik Willem Valk (1886-1973) uit ’s Hertogenbosch (1951). Deze kerk vervangt de in 1944 door oorlogshandelingen verwoeste Neogotische voorganger uit 1878. Ernaast staat de prachtige pastorie die in 1787 is gebouwd samen met de oorspronkelijke eerste katholieke kerk, een zeer eenvoudige en onopvallende kerkschuur onder het patronaat van de H. Willibrordus. Het aangebouwde gedeelte is nog een overblijfsel van de oude kerkschuur en doet thans dienst als dagkapel en voor samenkomsten. De pastorie staat op de monumentenlijst.
We vervolgen deze straat (Plantsoen) tot we voorbij de Total benzinepomp op een Y-splitsing komen bij KNP30. Het gaat onze route naar links en met de bocht naar rechts over de Groenendijk. We laten de bebouwing van Lage Zwaluwe achter ons. Op de klinkerweg passeren we een aantal solitaire woningen en komen langs de Groene Camping “In de Polder”. Met de klok mee wandelen we om een imposante schuur en staan even verderop bij KNP62. Hier gaat onze route linksaf na het hek door de Polder Oudland over een grasbaan en langs de sloot rechtuit! Aan het einde voor de sloot wandelen we even naar links en steken bij het hek rechtsaf door tot op het onverharde pad. Hier linksaf tot aan KNP17, waar we naar rechts onze weg vervolgen, die overgaat in het asfalt van de Oudlandse Reeweg. Op de T-splitsing aangekomen rechtsaf over de Lange Reeweg. Zo komen we bij KNP44 aan het natuurreservaat Zonzeel met de voormalige zandwinput, waarin gezwommen kan worden. Het natuurreservaat is een kleinschalig oud polderlandschap met moerassige gedeelten, gelegen op de Brabantse Naad, die een scheidslijn vormt tussen de zandgrond in het zuiden en de kleigrond in het noorden. In deze strook komt een grote hoeveelheid kwelwater aan de oppervlakte. Dit water is honderden jaren geleden als regen- en rivierwater op hogere zandgronden in de grond gezakt en over oude naar het noorden afhellende leemlagen naar het noorden gestroomd tot de ondoordringbare kleigronden. In de Naad van Brabant komt dit ijzer- en kalkrijke water aan de oppervlakte waardoor er een gevarieerde natuur is ontstaan. In het gebied ligt een zestal putten met verschillende verlandingsstadia. Het hele gebied is ook van ornithologisch en botanisch belang. In het broedseizoen is het gebied gedeeltelijk afgesloten, maar de wandelroute is altijd toegankelijk. Dit natuurgebied Zonzeel ligt tussen de Lange Reeweg en de Zoutendijk.
Bij KNP44 gaan we naar links en staan aan de oever ven de Winput, waar een infobord aangeeft dat het gezwommen mag worden. Voor ons nu de plek om even te pauzeren. De route vervolgend wandelen we naar links voor het bosje langs om dan even verderop naar rechts de grasbaan te volgen lange het open landschap met zicht op de hoogspanningsleidingen, die naar het oosten in de richting van de Amercentrale in Geertruidenberg verlopen. Naar links en rechts langs een brede afwateringssloot omen we uit op de Zoutendijk bij wandelknooppunt 46 en wandelen van hier noordwaarts over het asfalt naar Hooge Zwaluwe. Aangekomen in het centrum aan de Raadhuisstraat bij KNP47 gaat de route naar rechts en komen we in de Raadhuisstraat langs enkele opmerkelijke optrekjes. Op Raadhuisstraat 13 heeft het voormalige herenhuis gestaan van de Zwaluwse dichter, jurist en schepen Mr. Joannes Petrus Kleyn (1760-1805). Aan het begin van de Franse tijd (1795) wordt het huis door zijn vijanden in brand gestoken. Verderop staat Raadhuisstraat 22, dat dateert van het einde van de 19e eeuw. Het is eerst notariswoning en daarna pastorie van de NH Kerk. In WOII fungeert het pand als hoofdkwartier van de Duitse Generaal Luitenant Josef Reichert (1891-1970) van de Duitse 711e Infanteriedivisie, die aan het einde van WOII verantwoordelijk is voor de Duitse verdedigingsgordel van kazematten en tankversperringen dwars door West-Brabant. Op nummer 26 in de Raadhuisstraat is het voormalige woonhuis van Dirk Jan Baron van Heeckeren van Brandsenburg, (1842-1919) die hier als burgemeester van Hooge- en Lage Zwaluwe zetelt van 1877 tot 1913. Bijna aan het eindpunt van de wandeling komen we aan het voormalige Gemeentehuis van Hooge en Lage Zwaluwe aan de Raadhuisstraat 5 in 1836 gebouwd ter vervanging van het oude, bouwvallige rechthuis. In de jaren 30 van de vorige eeuw is het achter nog wat uitgebreid in dezelfde stijl. Hierin is nu gevestigd het Zwaluws Museum van Heemkundekring ‘Willem Snickerieme’. De Heemkundekring heeft haar naam ontleend aan de bijnaam van Willem van Duivenvoorde (1290-1353), kamerling en schatbewaarder van Graaf Willem III van Holland en in 1328 tot ridder geslagen door Hertog Jan III van Brabant. Het is nog steeds mogelijk is om in de oude raadzaal van het voormalige Gemeentehuis te trouwen.
Dan bereiken we de Nederlands Hervormde kerk, die oorspronkelijk als Katholieke kerk is gebouwd en stamt uit 1483. Het huidige kerkgebouw is gebouwd tussen 1639-1641 na de Reformatie. Het gebouw in de vorm van een Grieks kruis bestaat uit een middenvierkant, het schip, met aan vier zijden een gelijk ondiepe uitbouw. Het hogere middendeel wordt gesteund door dubbele hoekberen met gebogen oplopende lijnen. De zijbouwen zijn voorzien van schuin oplopende lessenaar daken. De Amsterdamse architect Jacob van Kampen (1595-1657) heeft raad gegeven bij de bouw van deze monumentale kerk. Prins Frederik Hendrik heeft belangrijke financiële steun gegeven, zoals blijkt uit de linkse gevelsteen, waarvan de Latijnse tekst betekent: Frederik Hendrik, Prins van Oranje, heeft dit heiligdom van de fundamenten af opgetrokken gewijd aan de Allerhoogste God en aan de Zalige Gemeente van het volk van Zwaluwe, 1641. Voor het kerkgebouw staat het bronzen beeld “De Barmhartige Samaritaan ”van de uit Moerdijk afkomstige beeldhouwer Niek van Leest, een kunstwerk dat op 31 mei 1986 onthuld is door Prins Claus ter gelegenheid van de restauratie van de Nederlands Hervormde kerk.
Als we de Raadhuisstraat uitlopen in oostelijke richting zien we tegenover de Nederlands Hervormde kerk een tweetal monumentale panden. Het pand nr. 8 is een rijksmonument en een kenmerkend voorbeeld van een rijk uitgevoerde dorpswoning uit de 18e eeuw, dat te zien is aan de 'kuifstukken’ boven de vensters en de voordeur. En op nr. 6 het monumentale woonhuis, dat vroeger eigendom is geweest van het geslacht Van Es Vogel, boeren en renteniers. Zo komen we aan KNP48 aan de Havenstraat bij de Oude Haven van Hooge Zwaluwe. Deze haven is waarschijnlijk ontstaan in het begin van de 16e eeuw. Hooge Zwaluwe ligt dan op de dijk rond de "Groote of Zuid-Hollandse Waard". Deze dijk begeeft het tijdens de St. Elisabethsvloed in 1421 en het westen van deze waard wordt een enorme binnenzee. Hoog Zwaluwe blijft gespaard en komt ineens aan zee te liggen. Dat verklaart ook dat Hooge Zwaluwe een "Zeedijk" heeft. Die binnenzee, de latere Biesbosch, staat rechtstreeks in verbinding met de Noordzee, wat goed te merken is aan de grote getijdeverschillen hier. Het wegstromende vloedwater vindt haar weg langs natuurlijke kreken die hierdoor telkens worden uitgeslepen.
De haven van Hooge Zwaluwe is ook uit zo'n kreek ontstaan en het naastliggende land wordt door aanvoer van slib door de Maas steeds hoger. In de 16e eeuw begint men met de eerste inpolderingen aan de oostkant van de Zeedijk en zo ontstaan de Alblaspolder, de Brandpolder, de Mariapolder, de Ketelpolder, Oudgors, de Boerenpolder, de Dobbe, de Meeuwenpolder, de Willem Frederikpolder, de Vierendeelen en het Plaatje. Tussen die poldertjes blijft er steeds de open waterverbinding tussen Hooge Zwaluwe en de "zee" intact. Dit is in die tijd nodig voor het vele goederenverkeer over het water bij gebrek aan goede wegen en rollende transportmiddelen. Een haven met een loswal is dan ook van grote economische betekenis. Bovendien heeft de haven een andere belangrijke functie als uitwatering van de eveneens al snel bedijkte Groot Zonzeelse Polder aan de westkant van de Hooge Zwaluwe. De haven van Hooge Zwaluwe heeft tot halverwege de vorige eeuw een rol gespeeld voor de aan- en afvoer van met name bouwstoffen en agrarische producten. Aan dit alles komt een einde bij de aanleg van de grote bandijk langs de Amer in 1950, waardoor er een einde komt aan het steeds onder water lopen van de poldertjes met landbouwgrond rond de haven, maar ook aan de scheepvaart van en naar Hooge Zwaluwe.
Aan de Oude Haven vinden we ook het Oorlogsmonument Hooge Zwaluwe ter nagedachtenis aan de Poolse bevrijders en zij die gevallen zijn tijdens WOII. Het bevrijdingsmonument, in donkerrood baksteen uitgevoerd en met in het midden een grijs marmeren gedenkplaat, is onthuld op 5 november 1994, precies vijftig jaar na de bevrijding van Hooge Zwaluwe. Hier heeft zich een complete veldslag afgespeeld waarbij oprukkende Poolse infanteristen dekking moeten zoeken in ingestorte boerderijen. Zij krijgen op 4 november 1944 om 21.30 uur het bevel de gevechtstroepen van de Duitsers vanuit het zuiden terug te dringen tot de Amer. Zij bestoken de spoorlijn en de artillerieslag duurt de hele middag. Pas tegen de avond geven de Duitsers de stellingen op en trekken zich onder dekking van de invallende nacht langzaam terug naar het noordelijk gelegen Lage Zwaluwe. In het gras van de Kerkdijk en tussen de in puin geschoten huizen liggen de dode Polen en Duitsers. Hooge Zwaluwe biedt een troosteloze aanblik met door puin versperde straten en kapotgeschoten militair materieel.
Vanaf het Oorlogsmonument Hooge Zwaluwe lopen we even terug naar KNP48 en slaan hier linksaf de Zwaluweweg in. Als we de bebouwing achter ons laten en de onbewaakte overweg van het goederenspoorlijntje zijn overgestoken, komen we na goed 200 meter in de bocht naar links aan een kleine begraafplaats: het Drenkelingenkerkhof uit 1872. Hier werden de lijken van de drenkelingen met onbekende identiteit begraven die in de getijdenwateren rond de Biesbosch in de havens van Lage Zwaluwe of Moerdijk aanspoelden. Het drenkelingenkerkhof is in 2009 herbouwd. In de volgende bocht nemen we het voetpad neer rechts achter de sloot en wandelen naar links langs de weilanden tot we over het bruggetje aan de nieuwbouwwijk van Hooge Zwaluwe komen. Naar links steken we door tot in De Wetering. Naar rechts aanhoudend lopen we deze straat uit tot we op de Kerkstraat uitkomen. Naar links volgt nog het laatste traject naar het startpunt van deze rondwandeling.
Maar voor we de horecagelegenheid “Onze Kerk” bereiken passeren we in de Kerkstraat eerst nog de korenmolen Zeldenrust gesierd met eenvoudige baard, op de koppen van de voeghouten aangebracht, en de opschriften 'ZELDENRUST' en het jaartal 1866. De gevelsteen draagt als opschrift: "De eerste steen gelegd door Elisabeth Anthonie PaIs op haren eersten verjaardag den 9 aug. 1866". De molen wordt in dat jaar gebouwd in opdracht van Antonie Pals door molenmaker W. Smits, waarbij gebruik is gemaakt van onderdelen van een poldermolen uit het land van Voorne-Putten. Pals is tot 1890 eigenaar/mulder van deze molen. Dan gaat de molen over naar de molenaarsfamilie Rombouts. Vanaf 1990 beheert de Stichting Molen Zeldenrust de molen en voert in 1994/1995 een grote restauratie uit, waarbij alle vloeren worden vervangen en van de aanwezige drie koppel maalstenen er maar één terugkeert.
Dan zijn we terug bij de horecagelegenheid “Onze Kerk”. Deze huist in een opmerkelijk pand de voormalige R.K. St. Willibrorduskerk uit 1865 en in 1867 verheven tot parochiekerk van Hooge Zwaluwe. De architect van dit Vroeg Neogotische is onbekend, en men vermoedt dat het gebouw door een plaatselijke, zeer vakbekwame, timmerman is ontworpen. Het bakstenen gebouw heeft een zadeldak met daarop boven de ingang een bakstenen dakruiter die de indruk van een torentje wekt. Boven de ingang bevindt zich een nis met daarin een beeld van de patroonheilige. Heel merkwaardig zijn de gewelven. De kruisribgewelven worden namelijk aan beide zijden geflankeerd door halve kruisribgewelven, en waar het centrale kruisribgewelf ontspruit wordt het niet ondersteund door pilaren, maar hangen de sluitstenen vrij in de ruimte. Ze zijn fraai afgewerkt en door (niet in de kerk zichtbare) trekbouten verbonden met de kapconstructie. In de kerk zijn in 1877 nog twee zijaltaren aangebracht: een ter ere van de H. Maria en een ter ere van de H. Gerlachus van Houthem. Gerenoveerd is de kerk in 1920 en 1952 en in 1976 gerestaureerd. De kerk is op 10 november 2013 aan de eredienst onttrokken en is nu ingericht als horecagelegenheid. Opvallend in het interieur is nog de preekstoel, die dateert uit het midden van de 18e eeuw en afkomstig is uit de kerk van Zevenbergschen Hoek. Het koor bezit een drietal glas-in-loodramen. Ook aanwezig is nog het orgel, waarvan het orgelfront uit 1800 afkomstig is van het Gentse orgelbouwer Van Peteghem, dat in 1867 van de kerk van Terheijden is overgenomen. Het oorspronkelijke orgel is in 1930 verwijderd en vervangen door een orgel uit 1905 uit de St. Annakerk van Breda. De luidklok stamt uit 1817 en is in 1942 door de bezetter geroofd om in Waspik als alarmklok te worden ingezet. In 1945 keert ze weer terug.
We laten de indrukken van dit voormalige kerkgebouw op ons inwerken onder het genot van een kopje koffie of een cappuccino. Ook kijken we terug op deze Swaelwensterte Route, een prachtige polderwandeling met als speciale plek het Line Crossers monument. Het moet de herinnering levend houden aan de heldhaftige verzetslieden, die hun leven in de waagschaal gesteld hebben op de scheidslijn van bezet en vrij Nederland in nadagen van de tweede Wereldoorlog. Voldaan keren we huiswaarts en spreken af elkaar weer te ontmoeten voor de laatste wandeldag van 2018. Dan willen we op pad gaan in de omgeving van Ulvenhout met speciale aandacht voor de Troetel eik, boom van het jaar 2018.
.
Charles Aerssens
20 november 2018
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 20-11-2018 door C.P.J. Aerssens