© L.A.W.V.VIA-VIA

Na de laatste wandeling hebben we afgesproken om woensdag 11 oktober in onze agenda te zetten voor onze maandelijkse wandeldag. Het voorstel is om vanuit Loon op Zand op pad te gaan en dus heeft Charles in het archief gezocht naar een wandeling dicht bij huis. Een mailtje levert als reactie op dat we met 4 man op pad zullen gaan, te weten Hans, Theo, Wil en Charles. Harrie en Arie hebben andere verplichtingen en geven aan een volgende keer weer mee te zullen gaan. Voor deze wandelingdag heeft Charles een rondwandeling uitgezet met de naam: De Hazennest Route. We zullen op pad gaan in de omgeving Loon op Zand - Tilburg - Udenhout met een lengte van 19 kilometer. Vanuit Loon op Zand is het de bedoeling om door het Noorderbos en langs Tilburg Noord te wandelen. Via buurtschap de Hazennest gaat de route naar uitspanning De Hemeltjes om dan door te steken naar Udenhout. Het volgende traject voert langs Kasteel Strijdhoef door een toegankelijk deel van natuurgebied De Brand om dan aan de westzijde van de Schoorstaat door een minder toegankelijk gedeelte van De Brand terug te keren naar het vertrekpunt in Loon op Zand.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op woensdag 11 oktober melden zich Hans, Theo en Wil om 8.45 uur op Andromeda 2 voor de Hazennest Route. Met vieren vertrekken we en steken de Ecliptica richting Noorderbos. Aangekomen op de hoek van de Ecliptica en de Orion passeren we een bijzonder kunstwerk van roestvrijstaal en cortenstaal gemaakt door Kloosterman Metaalwerken uit Waspik op initiatief van Jan Huijbregts en Cees Hoevenaar. Het is een open schilderij, waar je doorheen kunt kijken en op deze manier van het fraaie uitzicht op het achterliggende landschap met onder meer de boerderij van Familie Vermeulen kunt genieten. In de 'lijst' van het kunstwerk zijn de contouren van een aantal bijzondere gebouwen in Loon op Zand te zien: het kasteel, Castellanie en de kerk. Op dit markante punt gaat onze wandelroute naar rechts langs de weilanden. Zo wandelen we in zuidelijke richting tot we bij KNP16 aankomen. Hier volgen we de route richting KNP54 en steken de Kasteelhoeveweg over. De bebouwing laten we achter ons. Tussen kleinere bosschages, akkers en open weilanden vervolgen we het zandpad, dat op de topografische kaart vermeld staat als Heideweg. Met de bocht naar rechts komen we op de drukke Udenhoutseweg. Hier staan we even naar rechts af tot KNP54 dat ons na de oversteek door het hekwerk toegang geeft naar het Noorderbos.

Hier betreden we een gebied, waar eens de vloeivelden gelegen hebben, die dienst gedaan hebben tot 1972 om het afvalwater van Tilburg te zuiveren. Als in de 19e eeuw Tilburg uitgroeit tot een industriestad heeft dat tot gevolg dat de hoeveelheid afvalwater van de bewoners en de industrie sterk toeneemt. De stad heeft enkel verbinding met drie kleine stroompjes: de Donge, de Zandleij en de Leij. De zogenaamde blauwsloten, die afvalwater vanuit de textielfabrieken afvoeren en de riolering komen ongezuiverd in deze riviertjes uit, die vervolgens langs of door de dorpen in de omgeving stromen. De omliggende dorpen protesteren en zo richt Tilburg in 1903 de eerste vloeivelden in ten westen van de stad, op een complex woeste gronden dat De Witsie heet. De vele textielfabrieken aan de Goirkestraat lozen dan nog ongezuiverd op de Zandleij en om problemen met Udenhout te voorkomen worden ook ten noorden van Tilburg een aantal vloeivelden aangelegd die bij elkaar 140 hectare beslaan. De aanleg duurt van 1919-1929. Deze vloeivelden hebben gefunctioneerd tot 1972, waarna een Rioolwaterzuiveringsinstallatie hier de taak van de vloeivelden overneemt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

In 1999 wordt het besluit genomen om in dit gebied een nieuw natuurgebied aan te leggen, het Noorderbos genaamd. Zo is de typische topografie van de voormalige vloeivelden het uitgangspunt geweest voor het inrichtingsplan, waarin ook een aantal waterlopen, sluisjes en stuwtjes van het voormalige vloeiveld een plaats zouden krijgen. Hier zijn nu nog die restanten terug te vinden van dit grote werkverschaffingsproject uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Je ziet er nog oude sluisjes, waterlopen en bassins, een stukje vergane glorie uit de vroege twintigste eeuw. De jarenlange bevloeiing met voedselrijk water heeft ervoor gezorgd dat de bodem een hoog organisch gehalte heeft. Dit betekent dat er een grotere keuze is in de bomen die geplant kunnen worden. Uiteraard heeft ook de verontreiniging een rol gespeeld bij het inrichtingsplan. Daarnaast zijn van invloed geweest de aanleg van de Noordoosttangent, de aanwezige hoogspanningsleiding, de verschillende leidingen onder de grond, het schouwpad langs de hoofdwatergangen, de wateropvang bij piekuren van de Waterzuivering Noord en de Groene Hoofdstructuur.

Aangekomen bij KNP56 nemen we de route naar rechts door het Geboortebos naar KNP57. Hier heeft de Gemeente Tilburg met Stichting Nationale Boomfeestdag en Stedenband Tilburg-Matagalpa tijdens de Boomfeestdag in 2007 de eerste bomen geplant van een echt Tilburgs Geboortebos. In dit nieuwe bos kunnen elk jaar opnieuw geboortebomen geplant worden voor nieuwe Tilburgse wereldburgertjes. Het doel van het Geboortebos is om op symbolische wijze tot uiting te brengen dat elk kind op moet kunnen groeien in een gezonde groene wereld. Na verloop van jaren zijn de individuele bomen niet meer herkenbaar. De jaarlijks geplaatste plaquettes met daarop de namen en geboortedata van de kinderen vormen dan de persoonlijke geboortemonumenten. Het bijzondere aan het Tilburgse Geboortebos is dat de Gemeente Tilburg via de stedenband met Matagalpa, de hoofdstad van Nicaragua, voor iedere geboorteboom in Tilburg een boom laat planten in Matagalpa, waardoor daar tegelijkertijd ook een Geboortebos groeit wat goed aansluit op de milieudoelstellingen van deze Stichting Nationale Boomfeestdag en Stedenband Tilburg-Matagalpa.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Via de groengele markeringen langs KNP57 en de betonnen restanten van het oude werkverschaffingsproject van de vloeivelden slaan we verderop linksaf en komen we bij KNP23, waar we zicht krijgen op de Noorderplas, een grote zandafgraving. Het zand hiervan wordt gebruikt om de nieuwe rondwegen ten noorden en westen van Tilburg een goede ondergrond te geven. De Noorderplas is zo ook natuurcompensatie. Het rondom gelegen bos is nog jong en ziet er al natuurlijk uit dankzij de verschillende groottes van bomen en de onordelijke beplanting. Het bestaat uit een hakhoutbos van zomereiken en een parkbos van robinia. Zo is het Noorderbos nu één groot recreatiebos en vormt een contrast met de omgeving, waarin de structuur van de vloeivelden herkenbaar gebleven is en waar gewandeld kan worden langs de lage afvoersloten die worden omgevormd tot eikenlanen en singels met krentenboompjes. Tegen de klok in langs de oever van de Noorderplas bereiken we op het asfalt van de Kalverstraat bij KNP22, waar we naar rechts de brug over de Burgemeester Bechtweg nemen.

Even verderop aan de Kalverstraat komen we bij een picknick plek, waar we naar links de Moerstraat in wandelen. Na goed één kilometer op de hoek met de Pater Donderstraat zien we rechts het Peerke Donderspark met Café-Restaurant Peerke Donders liggen. Hier vinden we ook het geboortehuisje van deze Tilburgse markante missionaris zich met ziel en zaligheid heeft ingezet voor de melaatsen in Suriname. Ook staat er een gerestaureerde kapel in Surinaamse bouwstijl uit 1920, een reusachtige kruisweg (1933) en sinds 27 oktober 2009 het Peerke Donders Paviljoen, een museum dat zijn persoon, zijn leven en werken van naastenliefde op een eigentijdse wijze onder de aandacht brengt. Het is een pelgrimsoord en pleisterplaats waar menig Tilburger regelmatig heen gaat en zo is ook Café-Restaurant Peerke Donders een begrip geworden. Wij vervolgen de Moerstraat tot aan KNP53 en nemen het zandpad naar links. Zo blijven we buiten de bebouwing en de drukte van de Tilburg en langs weilanden en komen we op de Rugdijk uit.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We steken de Rugdijk recht over en vervolgen onze wandeling langs het verlaten terrein van Groenrijk over de Bundersestraat naar het buurtschap De Hazennest. Met de bocht naar rechts komen we net voor de Vlashoflaan bij een fietspad en slaan hier linksaf tot aan de oversteekplaats met verkeerslichten. Aan de andere zijde van de Baggerweg kiezen we voor de fietsbrug naar links over de drukke Burgemeester Bechtweg. Deze fietsbrug is aangelegd voor een veilige oversteek van de leerlingen van het Cobbenhagen College, die uit de omliggende dorpen in Tilburg-Noord naar school gaan. Bij KNP52 aangekomen gaat onze route echt uit over het Riddershofpad tussen de begroeiing en de weilanden door. Voorbij aan KNP69 en KNP 64 bereiken we KNP65, waar we linksaf slaan tot KNP66 op de hoek bij Eetcafé De Hemeltjes. Maar de hoop hier te kunnen neerstrijken voor een kopje koffie met iets lekkers erbij is meteen vervlogen als we voor een gesloten deur staan. Hoe vaak moeten we nog ervaren dat cafés en restaurants op woensdag gesloten zijn! Dus op naar Udenhout en zo gaat onze wandelroute naar links de Molenhoefstraat in noordwaarts in de richting van Udenhout. We steken even verderop de Waalwijkseweg over en langs enkele Brabantse langgevelboerderijen bereiken we de bebouwing van Udenhout aan de Slimstraat. We passeren aan onze linkerzijde het voormalige Restaurant De Heksenketel, in de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw als Discotheek de Heksenketel één van de populairste uitgaansgelegenheden in Brabant. Zo komen we in het centrum van Udenhout.

De geschiedenis van dit Brabantse dorp gaat terug tot 1232 als de Norbertijner Abdij van Tongerlo rechten in het bos van Udenhout verkrijgt. Rond 1300 komen meer goederen in handen van deze abdij, meestal uit de vriendenkring van de Hertog van Brabant. De Abt van Tongerlo geeft in de jaren daarna een deel van het bezit aan particulieren om het te ontginnen. Veel goederen in Udenhout zijn in de loop der jaren in handen gekomen van godshuizen in 's-Hertogenbosch. Zo maakt Udenhout vanouds deel uit van de parochie van Oisterwijk en bezit de Abdij Sint Geertrui in Leuven het patronaatsrecht en levert de pastoors. De uitgestrektheid van Udenhout maakt de kerkgang lastig en daarom krijgt de gemeenschap in 1474 een eigen kapel, gelegen vlakbij het kruispunt in het dorp. Dit proces verloopt niet zonder slag of stoot aangezien de pastoor van Oisterwijk zijn rechten en inkomsten wil behouden. Dit getouwtrek over de kapel duurt voort tot in de 17de eeuw, die dan bij de Reformatie overgaat in handen der Hervormden. Na de Franse tijd blijkt het aantal niet-katholieken zo klein, dat de kapel geen functie meer vervult en afgebroken wordt. In 1672 grijpen de inwoners van Udenhout hun kans en bouwen een eigen schuurkerk. Dit is de voorbode van de strijd om los te komen van de Oisterwijkse parochie. Meer dan 50 jaar proberen beide partijen elkaar zwart te maken en de Udenhoutse gemeenschap heeft herhaalde pogingen gedaan om eigen priesters te benoemen maar delft steeds het onderspit tot 1721. Dan krijgen ze eindelijk een eigen parochie.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als deze schuurkerk te klein geworden is, wordt er een nieuwe kerk gebouwd, de huidige St. Lambertuskerk, die we in de Slimstraat passeren. Het is een Neo-Classicistische Waterstaatskerk, gebouwd in 1840-1841. Uitwendig toont de kerk dan ook kenmerken van de Griekse en Romeinse Oudheid, een strakke wandverdeling en toepassing van pilasters en frontons getuigen daarvan. De hallenkerk heeft Dorische zuilen, een tongewelf over het middenschip en vlakke plafonds in de zijbeuken. In 1951 wordt de kerk tot een kruiskerk uitgebreid. Het meubilair stamt uit 1848 en is uitgevoerd naar de stijl van de late Antwerpse Barok met preekstoel, een orgelkas, drie altaarretabels en drie biechtstoelen. Het beeldhouwwerk is van de hand van Jan Jozef Peeters (1804-1875). Ook zijn in de kerk 14 heiligenbeelden uit 1848 te vinden en enkele schilderijen in Vlaamse trant en vier in grisaille geschilderde doeken welke de Vier Evangelisten (1696) voorstellen, afkomstig uit de Oudkatholieke seminariekapel in Amersfoort en zijn geschilderd door Jan de Bray (1627-1697). Het orgel is vervaardigd door orgelbouwer F.B. Loret in 1868 te vervanging van het uit 1841 door de Hilvarenbeekse orgelbouwer Bernard Petrus van Hirtum (1792-1875) geplaatste orgel.

De Slimstraat vervolgend komen we langs Bakkerij Besselink. In deze ambachtelijke bakkerij wordt de alom geroemde "Brabantse Broeder" gebakken volgens een zeer oud recept en waarschijnlijk ontstaan in de tijd van de gilden. Om lid of broeder van het bakkersgilde te worden moet een meesterproef worden afgelegd. En is men in staat een goede broeder te bakken, dan pas wordt men toegelaten tot het bakkersgilde en mag men zich Meester Bakker noemen. Op onze dagwandeling is dit de eerste gelegenheid om neer te strijken en ons te verwennen met koffie en een warme "Brabantse Broeder", een ware delicatesse! We nemen ruim de tijd en komen ook weer een beetje op temperatuur. Pas dan wandelen we verder.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op het kruispunt met de Kreitemolenstraat, Schoorstraat en Groenstraat staat het voormalige gemeentehuis van Udenhout. Ofschoon door de eeuwen heen het bestuur in handen van de Oisterwijkse Schepenbank is, hebben de inwoners van Udenhout wel eigen burgemeesters, die verantwoordelijk zijn voor het financieel beheer van de dorpskas en het ophalen van de belastingen. De dorpsrekening moet door de secretaris van Oisterwijk wel goedgekeurd worden. Pas in 1803 wordt Udenhout door de ontwikkelingen die voortvloeien uit de Franse Revolutie, een zelfstandige gemeente met gemeentehuis en blijft dit tot 1997 als het een onderdeel van de Gemeente Tilburg wordt. Nu is hier de dorpsraad ondergebracht en het verenigingsleven. Voor het monumentale pand staat een alleraardigste sculptuur van Arie van Hoorn met de titel “Kletsende vrouwtjes” (1988), dat de toenmalige Burgemeester Tops heeft doen denken aan tafereeltjes, die hij regelmatig in Udenhout om zich heen heeft gezien. In 2003 is het beeld in het perkje van het dorpshuis geplaatst.

Op het kruispunt bij wandelknooppunt 35 gaat de route naar links de Schoorstraat in en komen we langs Huize Vincentius, tussen 1925-1929 gebouwd door de zusters van de Congregatie Dochters van Maria en Joseph uit Den Bosch als inrichting voor de zorg voor zwakzinnige meisjes. De architectuur van het grote en imposante gebouw is geïnspireerd op het expressionisme van de Amsterdamse School en ontworpen door Bossche architect J.J.M. van Halteren (1893-1973). Het centrale deel van het gebouw wordt gedomineerd door een 35 meter hoge watertoren met een klok. De omvang van het waterreservoir is niet bekend en heeft gezorgd voor de eigen drinkwatervoorziening, totdat Udenhout zelf ook een waterleidingnet krijgt. Het fraaie uurwerk bovenin de toren en de angelusklok die daar hangt, zijn beide in februari 1928 per testament geschonken door Zuster Ludwina (Anna Vessies) uit Beverwijk. Het gehele complex is op dit moment Rijksmonument en valt onder zorgorganisatie ASVZ.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Over de Schoorstraat wandelen we in noordwestelijke richting en komen vervolgens aan de toegangspoort naar Kasteel De Strijdhoef, gelegen op het oude leengoed De Strijdhoeven, dat zich uitstrekt vanaf het dorpscentrum van Udenhout tot aan een van de zijtakken van het riviertje de Zandleij. In het verre verleden is het landgoed opgedeeld en hebben er twee boerderijen gestaan, beter bekend als de Grote Strijdhoeve en de Kleine Strijdhoeve, die afzonderlijk verpacht zijn. In 1719 komt de Grote Strijdhoeve in handen van Willem van Borssele, Heer van de Heerlijkheid Geldermalsen. Zijn dochter Seijna Anna Elisabeth Baronesse van Borssele, gehuwd met Willem Frederik Baron van Dopff, erft in 1760 de Grote Strijdhoeve en bouwen het kasteel. In de salonkamer van het kasteel zijn waarschijnlijk omstreeks 1787 in opdracht van Willem Frederik Baron Van Dopff grote behangselschilderingen van de Amsterdamse schilder Dirk Dalens III (1688-1753) aangebracht. De schilderingen met Neo-Classicistische, landelijke, Italiaanse taferelen zijn gedateerd op 1742 en zijn dus niet oorspronkelijk in deze kamer aangebracht maar elders vervaardigd.

Door vererving komt het kasteel in de daarop volgende jaren in bezit van de Familie van Franckenberg en Proschlitz om dan in 1832 door het huwelijk van Theophile François Lemire met Wilhelmina van Franckenberg en Proschlitz toe te komen aan de Familie Lemire. Deze hebben het Kasteel “De Strijdhoef” in bezit tot in 1994 kasteelvrouwe Clothilde Lemire overlijdt. Het hele gebied rondom het kasteel is in de huidige vorm qua aanleg en bebouwing in hoge mate 18e en 19e eeuws. Naast het waardevolle historische kasteel met poortgebouw en tuinkoepel is het gebied volgens de Rijksdienst van algemeen belang vanwege de aanleg met 18e eeuwse waterpartij, lanen, sterrenbos, beplanting, en tuinsieraden. Essentieel is verder dat het geheel een zeldzame en gave structuur heeft, waardoor het nog als historische buitenplaats herkenbaar is. De Gemeente Tilburg waartoe Udenhout nu behoort, ziet haar poging beloont om de historische buitenplaats Kasteel “De Strijdhoef” op de Rijksmonumentenlijst te plaatsen vanwege de grote cultuurhistorische en is nu beschermd op grond van de Monumentenwet 1988.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We gaan door de toegangspoort naar Kasteel De Strijdhoef en voorbij de ingang houden we de grasbaan links aan naast de afsluitboom. Verderop wandelen we naar links langs het populierenbos en met de bocht naar rechts. We kiezen dat de eerste mogelijkheid naar links over een smal plankier en komen uit op den breed bospad bij een vijver. We zijn hier in natuurgebied De Brand, een moeraslandschap en een geschikt leefgebied voor reptielen en amfibieën rond de zompige moerassen en weilanden. De Brand is 390 hectaren groot en behoort toe aan Brabants Landschap. Inmiddels is een deel van De Brand in cultuur gebracht en een aantal kleinschalige percelen worden extensief beheerd door Brabants Landschap. De overige delen van het gebied zijn bossen en moerassen. Er komen hogere en lagere delen voor met een grote variatie in bodemtypes en grondwatertrappen. De leemrijke bodem maakt veel gronden weinig doorlatend. Samen met het op veel plaatsen opborrelende kwelwater zorgt het voor een hoge vochtigheidsgraad in het gebied het gehele jaar door. En dat is goed te merken, zeker nu de Zandleij is gedempt en de grondwaterspiegel omhoog gebracht is.

Voor deze kleine vijver slaan we linksaf het laantje in tot aan KNP25. Charles moet op dit punt het wandelroutenetwerk even aanpassen door enkele markeringsplaatjes te verwijderen. De toegankelijkheid van het aangrenzende gebied is door het verhoogde grondwaterpeil bijna ontoegankelijk geworden! We kiezen nu schuin rechtsvoor het laantje met de groengele markering. Parallel aan de Schoorstraat bereiken we KNP24 en steken linksaf door naar Café Boslust. Eind 1800 staat hier een boerderijtje, waar de boerin regelmatig kleding herstelt van de passanten en er tijdens het wachten vaak een borreltje geschonken wordt. Zo ontstaat het idee om een gedeelte van de boerderij om te bouwen tot een cafeetje. In 1897 wordt het in een week tijd voor de prijs van een fles jonge jenever omgebouwd tot café en wordt er een vergunning afgegeven voor de verkoop van sterke dranken. En nog steeds is het Café Boslust een rustpunt voor wandelaars en fietsers. Vandaag niet voor ons!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Langs KNP28 en het infobord van het wandelroutenetwerk Noord Brabant steken we de brug van de inmiddels gedempte Zandleij over en blijven de Schoorstraat. We passeren aan onze linkerzijde op een zanderige verhoging een boerderij met akkers met de naam ‘Moffelhoeve'. Het complex is in een ver verleden in bezit van de Heren van Loon op Zand en van de Duitse Prinsen Van Salm-Salm. Begin twintigste eeuw is het pand een keer afgebrand en bij de herbouw een klein stukje verplaatst. De Moffelhoeve is van oorsprong een ‘einzelhof', een ontginningshoeve die in opdracht van grootgrondbezitters of kloosters zijn gebouwd. De Moffelhoeve is mogelijk de oudste ontginning van Udenhout! De geschiedenis gaat terug tot 1269 en de hoeve dateert dus al van vóór de aanleg van de strookvormige Udenhoutse boshoeven vanuit de Groenstraat. De Moffelhoeve heet oorspronkelijk ‘Moffenhoeve’, wat associatie oproept met het woord ‘mof’, als scheldwoord voor een Duitser. Na de oorlog is de naam dan ook veranderd in ‘Moffelhoeve'. Toch werd het woord ‘mof' vroeger ook in een andere betekenis gebruikt; men bedoelde er ook wel een ‘ongemanierd of onaangepast persoon' mee.

Als we na de bocht naar links in de Schoorstraat de gelegenheid krijgen om linksaf te slaan, nemen we dit onverharde pad tot we bij het verbouwde boerderijtje aan de bosrand uitkomen. Hier gaat de route voor het boerderijtje naar recht en betreden we het westelijke deel van natuurgebied De Brand. Met de bocht naar links wacht ons een verrassing. Staat dit pad op de topografische kaart vermeld als onverhard, het is onbegaanbaar en een vochtig moeraspad. Het is worstelen om in het zompige terrein droge voeten te houden tussen het opgeschoten riet. Maar we zetten door en komen uiteindelijk op de oever van de Zandkantse Leij uit, die nu als afvoerkanaal langs de noordzijde van De Brand is ingericht omdat de Zandleij in dit gebied is afgedamd. We steken even verderop de duiker over en komen door het bosje en het terrein van een boomkweker in Steeg de Kok, waar we aan het einde uitkomen op de Loonse Molenstraat.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op de verharding van de Loonse Molenstraat gaat de route noordwaarts tot aan de halte van de Buurtbus aan de Loonse Molenstraat nemen we de afslag naar links de Ruilverkavelingsweg op in richting van Loon op Zand, waar we de gaswinninglocatie passen. Met de bocht naar rechts gaat het asfalt over in een onverhard pad en wandelen langs de oostelijke bebouwing van Loon op Zand. We kiezen ervoor bij het eerste bruggetje naar links af te slaan en door de Pagestraat richting Andromeda door te steken. Nog even bij Arie langs, die deze wandeldag heeft laten schieten. Hij is niet thuis, dus toch maar even zwaaien en verder wandelen. Bij Charles thuis aangekomen gaat iedereen zijns weegs en zullen we bij leven en welzijn elkaar opnieuw treffen in december.

Charles Aerssens
18 oktober 2017



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 18-10-2017 door C.P.J. Aerssens