Na de wandeling van de maand maart is al meteen in de agenda woensdag 12 april vastgelegd voor een nieuwe wandeldag. Harrie, Theo, Wil, Hans en Arie geven te kennen van de partij te zullen zijn. Voor Charles is het opnieuw een uitdaging een passende route uit te zetten. Na enig grasduinen in zijn wandelarchief, besluit hij voor een rondwandeling in het gebied tussen Esch en Boxtel te kiezen. Het wordt de Halse Barrier route. Van de enthousiaste wandelaars die nu meelopen, is nog niemand in dit gebied op pad geweest en voor Charles is het alweer bijna 10 jaar geleden. Dus tijd voor een Update! Charles zou Charles niet zijn om van deze “oude” wandeling weer een nieuwe variant uit te stippelen. Zo zijn er immers in het gebied van de Essche Stroom aanpassingen in het landschap gedaan! En het is interessant om te kijken of er op Landgoed Wihelminapark en in het gebied ten noorden van Boxtel nog meer mogelijkheden zijn.
De online topografische kaart van Satmap Explorer goed bestudeerd hebbend heeft Charles een afwisselende route gepland met wellicht enige verrassende momenten onderweg. In grote lijnen zullen we vanuit Esch langs de gekanaliseerde Essche Stroom en langs Landgoed Den Eikenhorst naar de Halse Barrier aan de A2 wandelen. Hier verloopt de route door de fietstunnel naar de andere zijde van de A2 door Landgoed Wihelminapark naar de Gestelseweg en dan richting Heult. Hier volgt een kort traject langs een drietal vennetjes van Landgoed Venrode. Over de A2 is het de bedoeling bij café De Oude Ketting de middagpauze in te lassen. Daarna is het de bedoeling opnieuw naar Landgoed Den Eikenhorst. en door Landgoed Sparrenrijk te wandelen. Langs recreatieplas De Langspier en het Mariakapelletje aan de Heikant gaat de route naar buurtschap Nergena om vandaar op het laatste traject langs de Kleine Aa en de Essche Stroom naar Esch terug te keren.
Op woensdag 12 april melden we ons rond de klok van 9.15 uur op het Marktplein in het centrum van Esch. Het dorp Esch wordt al vermeld in akten uit 712 en uit de 13e eeuw als “Hesc”, wat zoveel betekent als: een plaats waar essen groeien. Maar het gebied is ten tijde van de Romeinen al bewoond, waarschijnlijk vanwege de geografische ligging bij een punt waar de riviertjes de Beerze, de Reusel en de Leije samenkomen. De Romeinen hebben hier hun sporen achtergelaten, wat we weten uit de opgravingen die er gedaan zijn. Er zijn zeven rijke Romeinse tumulusgraven blootgelegd tussen 1950 en 1961. Die graven zijn aangelegd tussen 175 en 250 na Christus. De Romeinen krijgen van alles mee in hun graf. Zo is er in Esch naast veel luxe glaswerk, twee barnstenen hangertjes en vier mantelspelden, een barnstenen beeldje van de god Bacchus met zijn halfgod Sater gevonden. Het originele beeldje is te bewonderen in het Noord-Brabants Museum in 's Hertogenbosch. De replica komen we tegen op de route en wel op de dorpspomp in Esch.
We vertrekken vanaf het Marktplein bij het oude gemeentehuis en de St. Willibrorduskerk, die uit 1927 dateert naar ontwerp van architect Jan van Groenendael en gebouwd als opvolger van een Neo-Gotische kerk uit 1857 van architect Hendrik van Tulder. De toren stamt echter uit de tweede helft van de 15e eeuw. In de kerk vinden we een 16e eeuws notenhouten beeld van Antonius Abt. Het is in 1948 door de toenmalige pastoor S.H. Hackfoordt op de zolder van de kerktoren gevonden gerestaureerd, waarna het een plaats krijgt tegen de zuidelijke vieringpilaar. Het stelt de kluizenaar Antonius Abt voor met een zware baard en zijn gebruikelijke attributen: de krukstaf met belletjes in de rechterhand, het regelenboek in de linkerhand, ketting, bel en het varken aan zijn voeten, die overigens niet meer zichtbaar zijn. Rondom de onderzijde van het beeld zijn de vlammen van het St. Antoniusvuur gesneden. Het beeld is niet gepolychromeerd en 91 centimeter hoog. Volgens een getuigenis van een voormalige hulpkracht op de pastorie zou het beeld al omstreeks 1910 op de houtzolder van de pastorie hebben gelegen. Deze Antonius Abt wordt in Esch aangeroepen als beschermer tegen veeziekten voor de paarden van de boeren uit het dorp en de directe omgeving. Zo is de paardenzegening tot 1966 verricht op het pleintje voor de kerk. Nadien is uitgeweken naar een wei achter de kerk en het gemeenschapshuis aan de Groenweg. Nu is deze traditie verleden tijd.
Vanaf het Marktplein wandelen we naar rechts langs de dorpspomp met erop de god Bacchus met de halfgod Sater. In Esch bestaat de traditie om éénmaal per jaar uit die pomp bier te laten vloeien. De route voert ons door over de Haarenseweg tot aan de brug bij de Essche Stroom. Over de brug rechts ligt het Oude Mannenhuis van Esch, een bijzonder historisch rijksmonument en nu in particulier bezit. Bij testament bepaalt Maarten van Elmpt en zijn vrouw Ida Roetaert in 1491 het stichten van een Oude Mannengasthuis, schilderachtig gelegen in het dal van de Essche Stroom. Het pand is herhaaldelijk verbouwd, maar is zowel van binnen als van buiten goed bewaard gebleven. De zes kamers van de oude mannen zitten er bijvoorbeeld nog steeds in. De mannen die er hun oude dag komen slijten, zijn verplicht karweitjes te verrichten in Esch en de tuin bij te houden. Een nieuw bejaardenhuis maakt pas in 1953 het Oude Mannenhuis overbodig, maar dat is. De laatste ‘gasthuisman’ is Janus Vorstenbosch, de laatste huishoudster Mieke van Lierop.
We slaan direct voor de brug bij KNP3 rechtsaf en volgen op de oever het jaagpad op de dijk van de Essche Stroom. De gekanaliseerde Essche Stroom houden we aan onze linkerhand. De Essche Stroom is indertijd gegraven om het water van de Reusel en de Leij efficiënt in de Dommel te laten stromen. We lopen hier door een agrarisch gebied, in de richting van de Kasteelse Brug. Bij de brug gaat onze route naar rechts de Spankerstraat in tot de T-splitsing. Op de T-splitsing bij een mooie oude boerderij en een kruisbeeld wandelen we linksaf en komen op de Runsdijk.
Deze monumentale boerderij, die we op de T-splitsing passeren, stamt uit het begin van de 17e eeuw. Het is een kortgevelboerderij met een dwarsdeel en een dak, dat zowel met riet als met pannen is gedekt. Op het erf staat een dwarsdeelschuur met een rieten schilddak. Een andere schuur en het bakhuis zijn bij de restauratie in 1971 gesloopt. De oudst bekende eigenaar, Melchior Jan Donckers, wordt al in 1611 genoemd. Vijftig jaar later is Elias Donckers eigenaar. In de 18e eeuw komen we militairen tegen als eigenaar: van 1726 tot 1746 Kapitein Johan Sayer en van 1746 tot 1781 Generaal Samuel Chambrier. De boerderij raakt daarna in handen van de adellijke familie graven Van Limburg-Stirum. Al die tijd wordt het bedrijf door pachters gedreven. In de 19e eeuw zijn het Essche boeren die de boerderij in eigendom hebben en het bedrijf runnen. In 1927 koopt Jan van Wanrooy de boerderij die in de familie blijft tot 1968. In de jaren ’70 wordt het gebouw grondig opgeknapt en puur als woning in gebruik genomen. Vanaf die tijd wordt er dus niet meer geboerd.
Over de drukke Runsdijk passeren we bij KNP16 de spoorwegovergang van de lijn Boxtel naar ’s Hertogenbosch en wandelen nu over de Gestelseweg in de richting van Landgoed Den Eikenhorst. Rechts zien we aan de Gestelseweg het voormalige klooster St. Monica, decennia lang het onderkomen van de witte missiezusters O.L.V. van Afrika en nu gekocht door Cornelis Huygens Projectontwikkeling die er appartementen en woningen heeft gerealiseerd. In de bocht bij KNP23 gaan we naar links het bos in en volgen het pad, dat hoort bij Landgoed Den Eikenhorst. We wandelen door het parkachtige boslandschap van dit landgoed. Dit natuurgebied, dat in handen is van Stichting Brabants Landschap, heeft een aantal verrassende bomen op zijn grondgebied. Landgoed Den Eikenhorst is één van de mooiste voorbeelden van een park, aangelegd volgens de opvattingen van de Engelse Landschapsstijl. Het belangrijkste element is de vijverpartij. Dat "beekje" slingert en doorsnijdt bosschages en fraai gewelfde graslandjes. Zo'n tuinplan is als het ware opgezet als een landschapschilderij met vrijstaande bomen, boomgroepen en lage struikbeplanting en zo gerangschikt dat vanuit iedere hoek een boeiend doorzicht te ervaren is. Er wordt gezegd dat Engelse en Nederlandse landschapsschilders, waaronder Constable, Turner, Rembrandt en Ruysdael van grote invloed zijn op het ontwerp van Louis Paul Zocher (1820-1915), telg uit een beroemd tuinarchitectengeslacht en ook ontwerper van het Vondelpark in Amsterdam en vele andere tuinen en parken in de Randstad. Het park stamt uit in het midden van de 19e eeuw en heeft ook een gigantische sequoia, die door zijn grootte en vorm een echt afwijkende boom in het Nederlandse landschap is.
Landgoed Den Eikenhorst is echter al in 1806 aangelegd als zomerverblijf van de Bossche familie van wijnhandelaren door de broers Joseph en Antoon de Wijs, broers van Franciscus de Wijs en leden van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Het is een deel van de toenmalige Halsche Heide. Zij hebben ook een grote oppervlakte land in de gemeenten Boxtel en Esch ontgonnen. De broers de Wijs worden opgevolgd door Carolus van Rijckevorsel, die met een nichtje van de broers de Wijs is getrouwd. Eén van hun zeven kinderen, Alphons van Rijckevorsel, volgt hem op. Hij is van 1891-1895 burgemeester van Boxtel geweest. Tot 1907 is het landgoed veel groter geweest dan de huidige omvang, maar komt dan in handen van de familie Windstosser en daarna in die van de familie Henket. De laatste familie brengt het landgoed onder in een stichting en stelt het in 1933 open voor het publiek.
Langs het westelijk deel van Landgoed Den Eikenhorst voert de route ons naar de Halsche Beemden, een afgesneden arm van de gekanaliseerde Essche Stroom. Hier komen we eeuwenoude beuken tegen. Zo'n oude boom herbergt geschiedenis. Een traditie van ingekerfde harten met initialen die nog in stand gehouden wordt, kijk maar naar de zijkant. Aan deze meanderende waterstroom zijn regelmatig ijsvogels te zien. Een kronkelpad leidt ons naar KNP18, waar we linksaf slaan en een dijkje ons weer in de richting van de Essche Stroom brengt. Over een bruggetje volgen we opnieuw volgen het jaagpad tot aan de A2. Op dit traject passeren we een stuw, waar kanovaarders hun kano even moeten overdragen. De Essche Stroom is hier gekanaliseerd en in het landschap zijn de oude armen nog wel terug te vinden. Links over her water heen hebben we zicht op de verschillende broekbossen.
Rechts kijken we in de verte op het buurtschap Hal met voor ons de drukke A2 met de fietstunnel naar de Halse Barrier. In 1470 is er hier een brug over de Essche Stroom, de Halse Brug geheten, waar ooit een hoeve en een brouwerij met herberg gestaan hebben. Vanouds trekt hier veel verkeer langs. Als in 1741 de Steenweg van Eindhoven naar 's-Hertogenbosch wordt aangelegd komt er hier in 1742 een tolboom en ontstaat de Halse Barrier om gebruik te mogen maken van de verharde weg, een bijzonderheid in die tijd! De stad 's Hertogenbosch heeft een kaarsrechte steenweg aan laten leggen, dwars door de Meierij. Het moet een snelle verbinding worden met Eindhoven en van daar naar de belangrijke handelsstad Luik. Om de weg te kunnen bekostigen wordt op vijf plaatsen tol geheven, steeds op drie kwartier loopafstand van elkaar. Pas in 1818 is het hele traject van ’s Hertogenbosch naar Luik verhard. Voor een groot deel loopt over deze historische talweg nu de A2. Aan de rechterkant herinnert Huize Oude Tol nog aan dit stukje geschiedenis.
We wandelen langs de picknickplaats met KNP17 en komen over het Tolpad door het tunneltje onder de A2 aan het Landgoed De Halse Barrier, waaraan deze wandeling haar naam ontleent. Het is een particulier landgoed van 13 hectare, dat in het noorden grenst aan het dal van de Essche Stroom en in het zuiden aan het Wilhelminapark. Het is een landschapspark met een waterpartij, een ven en betrekkelijk grote hoogteverschillen. Er groeien onder meer veel koningsvarens en langs het ven vind je gagelstruwelen en moerashertshooi. Op de T-splitsing van het Tolpad en de Halse Barrier gaat de route naar links en we lopen door tot huisnummer 28, waar we rechtsaf tussen de twee landhuizen door het bos inlopen. Hier even opletten en links aanhouden langs een stuk weiland tot we op een dijkje uitkomen. Hier slaan we linksaf en verlaten Landgoed De Halse Barrier. We betreden Landgoed Wilhelminapark.
Landgoed Wilhelminapark is een bijzondere ervaring! In 1778 komt het oorspronkelijk Landgoed Dommeloord geheten gebied in bezit van de familie Marggraff, die het gebied omstreeks 1800 ontginnen, waarbij het ook nu nog bestaande dambordpatroon van percelen en dreven ontstaan is. Gedurende de 19e eeuw wordt bos beplant en in de loop van de 20e eeuw wordt het voor agrarisch gebruik ontgonnen. Dit is mogelijk gemaakt door het beschikbaar komen van kunstmest. De overblijvende bospercelen zijn met grove den en eik beplant. Het landgoed van de erven Marggraff bestaat nu uit hectaren verwilderd bos, veel omgevallen bomen, akkers en grasland en is een duidelijk geval van laisser faire. Wel is te zien dat er sinds kort begonnen is met boomkap. Al met al moet dit ooit een prachtig landgoed geweest zijn. Een oudoom van Ewald Marggraff koopt eind 19e eeuw het landgoed, dat hij dan naar zijn vrouw vernoemt en steekt er veel geld en energie in om er iets moois van te maken.
Op het landgoed hebben enkele pachtboerderijen gestaan. Maar als achterneef Ewald Marggraff (1923-2003) het Landgoed erft, heeft hij een andere filosofie over het onderhouden van landgoederen. Hij wil alles laten zoals het is en stopt een pachter met boeren dan blijft de boerderij leeg staan en wordt een met de natuur. Zo herbergt Landgoed Wilhelmina 5 ruïnes van boerderijtjes met schuren, die bewoond zijn geweest tot eind jaren zestig van de vorige eeuw. Na de tragische dood van Ewald Marggraff in 2003 komen de landgoederen van Ewald in beheer bij de Marggraff Stichting, die ook Landgoed Wilhelminapark, het oude cultuurlandschap met akkers, weilanden en oud gemengd bos, wat wordt doorsneden door kaarsrechte lanen, beheren.
Op het dijkje in Landgoed Wilhelmina doorlopend komen we aan een 4-sprong. Hier steken we schuin naar rechts over en komen even verderop aan een T-splitsing waar we rechtsaf het pad vervolgen langs een hoogstand. Op dit traject treffen we een grote groep mensen van een natuurexcursie. Als we op de volgende splitsing aankomen is het de bedoeling linksaf te slaan. Maar dit pad is bijna onbegaanbaar door de modderbrij van runderen die hier gepasseerd zijn. Bovendien lopen we ons vast in een fuik! De kaart moet hier uitkomst brengen. We zijn genoodzaakt om over de hekken te klimmen en onze weg te vervolgen naar rechts. Aan het einde van dit pad tussen het weiland en de bosrand gaat de route linksaf en daarna bij de eerste gelegenheid rechtsaf. We volgen het pad zuidwaarts en komen opnieuw voor een verrassing te staan bij het hekwerk dat Landgoed Wilhelminapark afsluit. Hier maakt een bord duidelijk dat we ons op verboden Privéterrein bevinden! Er blijft niets anders over dan over het hekwerk te klimmen. Zo staan we op de Gestelseweg.
Op de Gestelseweg wandelen we rechtsaf tot aan KNP40. Hier steken we over en gaat de route over de onverharde weg met fietspad richting het buurtschap Heult. Met de bocht naar rechts wandelen we bij de voetgangerssluis voor de slagboom rechtsaf en dan meteen naar links langs de gele markering. We zijn hier op het Landgoed Venrode. Dit 88 hectare grote bosgebied is bekend om zijn gagel struwelen langs een tweetal vennen, die diep in het donkere dennenbos verscholen liggen. In het water staan bijzondere planten als wateraardbei en moerashertshooi. Je komt ook op dit landgoed de meest uiteenlopende vogelsoorten tegen: zwarte mees en kuifmees in het naaldbos, boomklever in de lanen, dodaars op de vennen en gele kwikstaart in het cultuurland. In het vroege voorjaar zijn de oevers van de vennen helemaal rood gekleurd door de gagel. Bijna nergens groeit zoveel van dit sterk geurende struikje als hier. Voordat hop als smaakmaker aan bier werd toegevoegd, diende gagel daarvoor. De paus maakte er een einde aan. Het zou niet alleen roesverwekkend zijn, maar ook giftig. Dat is al lang achterhaald en gagelbier is weer gewoon op de markt. Op het Landgoed Venrode is in 2013 nog een grafheuvel uit de Bronstijd van 5000 jaar oud ontdekt en nu gemarkeerd met palen. 150 jaar geleden werd er ook al een grafheuvel op Venrode gevonden. Voorwerpen hieruit zijn tentoongesteld in Oertijdmuseum De Groene Poort in Boxtel en het Noord-Brabants Museum in Den Bosch.
Langs de beide vennetjes gaat onze route om dan dicht tegen de A2 aan naar linksaf te buigen. Via een aantal treden komen we op het asfalt van de Ketting. Naar rechts steken we over het viaduct de A2 over en langs KNP37 komen dan aan de grote parkeerplaats bij Eetcafé De Oude Ketting. Een prima gelegenheid voor de middagpauze, want die hebben we wel verdiend! Na een dik half uur vervolgen we onze wandeling. We steken rechtover naar KNP42 en wandelen hier rechtsaf over de Bosscheweg tot we tegenover de ingang naar het Oertijdmuseum naar links een bospad inslaan. Op de T-splitsing houden we links aan en vervolgens tweemaal rechtsaf. We komen verderop in een statige laan die de oostgrens vormt van Landgoed Sparrenrijk, dat rond 1800 deel uitmaakt van de Halsche Heide. Tussen 1865 en 1895 worden deze "woeste gronden" bebost. Het gebied kenmerkt zich door een patroon van rechte, met bomen omzoomde dreven in een rechthoekig patroon en aan deze oostzijde toegangskolommen heeft met rood-witte zandlopermotieven. We lopen deze lange laan uit tot aan de Esscheweg. Hier steken we over en komen langs de portierswoning nogmaals op Landgoed Den Eikenhorst. We maken van de gelegenheid gebruik om de imposante sequoia te bekijken en dan over de parkeerplaats en rond de vijver terug te wandelen naar de Esscheweg bij KNP60.
De route voert ons nu een paar honderd meter in de richting van Esch om dan bij KNP23 over te steken en opnieuw Landgoed Sparrenrijk te betreden, waar in dit deel een aantal landbouwgebieden worden afgewisseld met naaldbos. Tot 1910 is de familie Van Rijckevorsel eigenaar van dit landgoed en later leerlooier Van Lieshout. De Gemeente Boxtel koopt Landgoed Sparrenrijk in 1954. We nemen het eerst pad naar rechts en zien dat hier het naaldbos op rabatten is geplant met sloten ertussen. Het hout werd vroeger voornamelijk als stuthout gebruikt voor de steenkoolmijnen in Limburg. Later zijn er ook veel Amerikaanse eiken geplant. Het blijft een productiebos, zij het met andere soorten snelgroeiende naaldbomen als de spar, Douglas en hemlockspar. Zo komen we aan een bankje, dat ons een rustmoment gunt voor een lunchpauze. We slaan bij het bankje rechtsaf en komen dan na de kruising in het smalle trouwlaantje. We volgen nog steeds de groengele markering tot aan KNP33 en slaan rechtsaf door een laan die naar de smeedijzeren toegangspoort tot Landgoed Sparrenrijk leidt. Hier staat links een informatiepaneel met picknickplek. Boven in de toegangspoort staat in het metaal de naam van Sparrenrijk te lezen. We verlaten landgoed Sparrenrijk bij KNP44 en gaan linksaf, de Molenwijkse Weg op.
We steken de spoorlijn van Boxtel naar ’s Hertogenbosch over en wandelen langs recreatieplas De Langspier en komen dan aan een Mariakapelletje op een plek waar drie landelijke wegen Heikant, Smaldijkje en Koningsweg samenkomen. De Essche gemeenschap bouwt in 1954 deze Mariakapel, toegewijd aan Maria Koningin vanwege het eerste eeuwfeest van de dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, als een getuigenis van godsdienstzin en Mariaverering. Pastoor Hens is de initiatiefnemer en zijn voorstel wordt enthousiast ontvangen door de Essche bevolking. Architect P. Drijvers uit Oisterwijk ontwerpt het schetsplan voor de veldkapel en maakt een beschrijving voor de uitvoering van het werk. De bouwkosten worden geraamd op f. 4300,-, maar Pastoor Hens gaat er echter vanuit dat deze lager uitvallen door toegezegde “pro Deo et Maria” werkzaamheden. De inzegening van de kapel is op zondag 12 december 1954, nadat na het lof het 18e eeuwse eikenhouten Mariabeeld gezegend is door Pastoor Hens en in processie naar de Mariakapel is gebracht.
De kapel is zowel binnen als buiten opgetrokken in handvormstenen. Het zadeldak is gedekt met pannen. De topgevel is doorgemetseld en eindigt in een klokkenstoel met luias en klokje. Voor de vloer zijn hardgebakken plavuizen en handvormtegels gebruikt. Als je de kapel binnenkomt, is niet meer het oorspronkelijke Mariabeeld aanwezig, dit is in 1973 gestolen. Nu zie je een recent Mariabeeld, afkomstig uit Kevelaar, nadat op 28 oktober 1994 het gipsen beeld, voorstellend Maria Onbevlekt Ontvangen, is weggehaald en op de nabij gelegen spoorlijn door een passerende trein aan gruzelementen is gereden. Het huidige beeld staat beveiligd achter glas. In de kapel zijn vier glas-in-loodramen aangebracht in rondboogvensters, ontworpen door Toon Merkelbach uit Oisterwijk. Zij stellen voor Maria uitgebeeld als Moeder van God, Maagd der Maagden, Onbevlekte Ontvangen en Maria Hemelvaart. De muurschilderingen in de kapel zijn in 1983 door mevrouw Kat - van Hulten aangebracht. Aan de ene kant is de engel Gabriël afgebeeld die de maagd Maria de boodschap van haar zwangerschap komt brengen. Op de andere zijmuur staat de vlucht naar Egypte met Jozef naast Maria met haar kind op een ezeltje zittend. Het siersmeedwerk van het toegangshek en het kaarsenrek is een ontwerp van Jan Koldeweij en uitgevoerd door broers Ties en Thijn van Schijndel uit Esch.
Bij dit Mariakapelletje voert de route ons bij KNP14 linksaf de Koningsweg in. Deze onverharde weg leidt ons langs de Essche Hoeve naar de Leunisdijk. We steken op de hoek langs de boerderij met een fraai bovenlicht bij KNP13 de drukke weg over en vervolgen de route over Nergena, die door het gelijknamige buurtschap leidt. Opvallend is hier duidelijk het verschil tussen links en rechts van het asfalt: links hogere, bollere akkers en rechts een gebied dat qua hoogte afloopt naar het beekdal van de Kleine Aa. We blijven het asfalt volgen tot we na een kleine kilometer voorbij aan KNP31 op een T-splitsing aankomen bij KNP48. Hier slaan we rechtsaf de Heiweg in en wandelen tot aan de brug over de Kleine Aa met KNP49. Vanaf hier volgen we naar rechts het jaagpad op het dijkje langs de Kleine Aa. Verderop bereiken we het punt waar de Kleine Aa in de Essche Stroom uitmondt. Nog even en dan gaat de route voor de stuw bij de betonplaten naar rechts door een smal paadje dat in de Kollenberg uitkomt. Naar rechts volgen we deze straat en houden in de bocht links aan tot op het punt waar de Kollenberg naar rechts afbuigt. We komen op de T-splitsing met de Leunisdijk bij KNP2. Nog even naar links en we bereiken bij KNP1 het eindpunt van onze rondwandeling op het Marktplein in het Centrum van Esch.
We kijken terug op een verrassende wandeling, waar vooral het traject over Landgoed Wilhelminapark voor verrassingen heeft gezorgd. Allereerst het Gegarandeerd Onregelmatig en onbegaanbare modderpad, waarop we in een gesloten fuik liepen en we over de omheining moesten klimmen. En dan het gesloten hek van Landgoed Wilhelminapark aan de Gestelseweg. Ook hier wachtte ons een klimpartijtje en zagen we voor het eerst dat we ons op privéterrein met verboden toegang hadden begeven. Komend vanuit het noorden hadden we eigenlijk geen enkele aanduiding in die richting gevonden! Zonder kleerscheuren komen we in elk geval weer in de bewoonde wereld. Terug bij de auto’s nemen we afscheid van elkaar en spreken af om elkaar in mei weer te treffen voor de volgende wandeldag. So far, so good!
Charles Aerssens
21 april 2017
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 22-04-2017 door C.P.J. Aerssens