Na de laatste wandeldag op 20 januari hebben we de datum voor februari al meteen vastgesteld op woensdag 24 februari. Charles geeft aan om voor die dag een geheel nieuwe rondwandeling te zullen uitzetten. Zijn we op de voorlaatste dag van het afgelopen jaar nog in Landgoed De Utrecht nog op pad geweest langs een deel van de Reusel, nu gaat zijn de belangstelling uit naar een meer stroomafwaarts gelegen traject van deze beek. Hij kiest ervoor om in de beurt van Diessen en Baarschot in het beekdal van de Reusel een route te bedenken. Met de topografische kaart in combinatie met het overzicht van het wandelroutenetwerk in dit gebied is een route van 20 kilometer geen probleem. Een blik op Google Earth laat bovendien zien dat door de herinrichting van het Diessens Broek er zeker een verrassende wandeling in het verschiet ligt.
Op de rondgestuurde mail reageren Hans, Wil, Arie en Theo. Harry moet zich tot zijn spijt afmelden omdat privé omstandigheden hem parten spelen. We wensen hem sterkte. Daarnaast hebben we van Paul te horen gekregen dat zijn leven plotseling en abrupt overhoop is gehaald en een onomkeerbare wending heeft gekregen. Door die rigoureuze omslag in zijn fysieke gezondheid zal hij niet meer mee met ons op pad kunnen gaan. Verbijsterd en perplex zijn we door deze mededeling, ook al waren we al enige tijd in het ongewisse over zijn klachten. We zullen opnieuw met minder wandelvrienden op pad gaan!
Op woensdag 24 februari spreken we af elkaar te treffen voor een rondwandeling, die start vanaf de N395 en door Landgoed Annanina's Rust richting Biest-Houtakker leidt. Er volgt een doorsteek naar het Wilhelminakanaal om dan naar het Diessens Broek te wandelen. Dan voert de route zuidwaarts op de oostelijke en westelijke oever voorbij Diessen naar Baarschot. Hier gaat het rechtsaf naar het buurtschap Heikant om bij de stuw de Reusel over te steken en noordwaarts langs de Reusel terug naar Baarschot te wandelen. Via de Esbeekse Dijk zullen we langs de Leemkuilen en door buurtschap Waterstraat terugkeren naar startpunt aan de N395.
Om 9.15 uur vertrekken we vanaf de parkeerplaats van Crematorium Hilvarenbeek aan de N395 en wandelen vanaf hier even naar rechts. Na een tiental meters staan we bij een oud langgevelboerderijtje met de naam “Huiske ten Halve”. Architectuurhistorisch is het gave exterieur van het pandje van belang vanwege de sobere ornamentiek en de wijze waarop Eclectische motieven op het platteland worden gebruikt ter verhoging van de representativiteit. Zo zijn de gevels opgetrokken uit handvorm baksteen, op het zadeldak liggen zwarte Oudhollandse dakpannen. De aangebouwde stal heeft een wolfdak met rode Oudhollandse dakpannen. In de gevel zitten gietijzeren schotelankers bij het woon- en rechte muurankers bij het stalgedeelte. Boven de dichtgemetselde staldeuren onder korfboog met hardsteen aanzetstenen zien we een sluitsteen met de inscriptie H.M. 16 sept. 1871. Maar het is gebouwd op de fundamenten van een veel oudere boerderij door de uit Frankrijk afkomstige luitenant-kolonel Jacques Joseph Majoie (1787 – 1878), bewoner van het nabijgelegen kasteel Groenendaal. Daarnaast is het boerderijtje van 1907 tot 1933 ook in gebruik geweest als café en heeft als zodanig cultuurhistorische waarde als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling van de landbouw en de horeca in de Kempen in de late 19de eeuw.
Bij dit langgevelboerderijtje “Huiske ten Halve” slaan we rechtsaf en komen we aan KNP50, waar we na de slagboom en informatiebord het fraaie bosgebied van Landgoed Annanina’s Rust betreden. Het bijna 150 hectare groot landgoedbos is in 1899 gesticht door Notaris Emile M.J.W.E. Huijsmans (1850-1920) uit Hilvarenbeek. Het verhaal gaat dat het gebied is vernoemd naar de maîtresse van de notaris. Zij kwam uit Rusland en woonde in een huisje in het bos. Tegenwoordig valt het beheer van het gebied onder de verantwoordelijkheid van het Brabants Landschap. Het landgoed is zeer karakteristiek voor de Noord-Brabantse zandgronden. Het bosgebied ligt op een dekzandrug en is omgeven door drie laaglandbeken: de Reusel, de Roodloop en het Spruitenstroompje. Van oudsher heeft dit landgoed een dubbele functie. Enerzijds wordt het bos gebruikt voor de houtproductie, anderzijds dient dit bos, in het zuidwesten aangelegd op landbouwgrond, als parkbos in de trant van de Engelse landschapsstijl. Dit laatste is te zien aan de golvende paden met aan beide zijden monumentale exemplaren van oeroude zomereiken, beuken en rode beuken, afgewisseld door naaldbomen. De struiklaag wordt beheerst door rododendron en hulst. De hellingen van de bossloten zijn begroeid met dubbelloof, wijfjesvaren en mossen. In het overige bos op het landgoed, groeit voornamelijk naaldhout, stekelvaren, blauwe bosbes en struikhei. Aan de westkant in de buurt van het Spruitenstroompje vinden we kleinschalig weiland omgeven door houtwallen.
Na de slagboom volgen we de geelgroene markeringen van het wandelroutenetwerk langs KNP11 en KNP53 over rechte lanen tot aan de driesprong bij KNP54. Hier staan we op de Rentmeestersdijk, die de westelijke rand vormt van het Landgoed Annanina’s Rust. Nu wandelen we noordwaarts en komen in een meer open gebied. Waar de Rentmeestersdijk uitkomt op de Biestsedijk wandelen we noordwaarts in de richting van het dorp Biest-Houtakker. Aangekomen bij KNP 68 gaat de wandeling naar rechts langs de Minicamping en komen we in het beekdal van het Spruitenstroompje, dat als Hoogeindsche beek aan de Nederlands-Belgische grens ten zuidwesten van Esbeek ontspringt. Dit buitengebied is beter bekend als “De Gemeint”, gemeenschappelijke gronden die al bijna zeven eeuwen in het bezit zijn van de inwoners van Biest-Houtakker. Regenten, gekozen uit en door de inwoners van het dorp, beheren deze gronden, een restant van de woeste gronden die in de 14e eeuw door de inwoners van de Biest zijn gekocht van Hertogin Johanna van Brabant. In de laatste twee eeuwen is het grootste deel ervan verkocht. Maar de overgebleven gronden langs het Spruitenstroompje, waar onze route dwars doorheen loopt, en een strook aan de overkant van het kanaal zijn nog altijd eigendom van de inwoners van Biest-Houtakker. In 1913 heeft de Provincie Noord Brabant een gemeenschappelijke regeling getroffen dit dorpsbezit te beschermen en het dagelijkse beheer op te dragen aan drie Regenten. Deze situatie bestaat nu nog en de opbrengsten van de gemeenschappelijke gronden komen nog steeds ten goede aan het dorp.
Over deze eeuwenoude zandweg in het weidse coulissenlandschap komen we aan KNP20 op de Gemeintsedijk, die we linksaf schuin oversteken naar rechts. Over de Leijdijk bereiken we KNP 21, waar een picknickplaats uitnodigt om even uit te rusten. We zijn nu aangekomen op de zuidelijke oever van het Wilhelminakanaal. Hier gaat de route richting Oirschot en krijgen we na een paar honderd meter vanaf de dijk van het Wilhelminakaanaal een weids uitzicht over het natte Diessens Broek met het beekdal van de Reusel. Aanvankelijk ligt dit gebied er na de kanalisatie in de jaren ‘60 van de vorige eeuw lelijk bij. De Reusel is rechtgetrokken en haar oude meanders zijn dichtgegooid. Maar gelukkig heeft de herinrichting en natuurontwikkeling van het beekdal in 2010 voor de huidige metamorfose gezorgd. Over een oppervlakte van 60 hectare is de overbemeste bodemlaag afgegraven en bepaalt de Reusel zelf weer haar loop over een breedte van 100 meter. Het Diessens Broek dat nu in bezit is van het Brabants Landschap, is zo een belangrijk weidevogelgebied geworden, waar grutto's en watersnippen zijn te vinden. Er wordt niet gemaaid en in de daardoor ontstane ruigten nestelen kneu en bosrietzanger, maar er is ook ruimte voor zwanen, ganzen en doortrekkende regenwulpen. Een deel van de hooilanden wordt verschraald, waardoor zeldzame planten kunnen opkomen. Omdat de Reusel een van de belangrijkste riviertjes is voor de afwatering van Midden Brabant, kan bij een te groot aanbod van regenwater in het stroomgebied van de Dommel met name in het Bossche Broek overstroming ontstaan. Om dat te voorkomen heeft Waterschap De Dommel het Diessens Broek ingericht als inundatiegebied en zo kan door de nieuwe natuurontwikkeling veel water worden geborgen. Deze waterberging maakt deel uit van ecologische hoofdstructuur de honderden hectare nieuw ingerichte natuur.
Aangekomen bij de duiker met stuw, waar het water van de Reusel onder het Wilhelminakanaal doorgaat richting Moergestels Broek, vallen direct een tweetal kunstwerken op. Allereerst zien we op de dijk langs het Wilhelminakanaal het autonome kunstwerk van Willem Claassen, waar de puzzelstukken van de Hilverkaveling het nieuw gevormde landschap door de landherinrichting tussen 1996 en 2012 verbeelden. Enkele meters hier vandaan staat nog een creatieve umpire stoel. Vanaf dit kunstwerk geniet de passant van een fraai uitzicht over net Diessens Broek met de Reusel en haar nieuwe bedding. We hebben hier nier de mogelijkheid om dit gebied op de oever van de Reusel te betreden, omdat dit als vogelrustgebied staat aangegeven. Onze route gaat nog even verder langs het kanaal tot KNP31, waar we naar rechts over een omzoomd zandpad zuidwaarts wandelen. De eerste mogelijkheid om naar rechts het Diessens Broek in te gaan is in een extreem natte periode niet mogelijk! De stalenbrug over de Reusel vormt geen probleem, maar de markering van waterhoogte bij de voorde kan verderop hoogwater aangeven, waardoor een passage zeker in de winterperiode zeer lastig, zo niet onmogelijk kan zijn! Er zit niet anders op dan in dit geval het zandpad te vervolgen langs KNP71 naar KNP70.
Bij KNP70 gaat de route naar rechts en steken we bij het houten voetgangersbruggetje de Reusel over. Hier is noordwaarts goed te zien dat het beekdal in het Diessens Broek vrijwel helemaal kan dienen voor waterretentie als de Reusel in natte tijden buiten zijn oevers treedt. Het overstromingsbereik is dan breed en kalkrijk water zorgt zo voor een gunstige ontwikkeling van het vochtig schraalland met een hoge soortenrijkdom. Over het bruggetje slaan we linksaf en we volgen nu het wandelpad op de westelijke oever van de Reusel, die hier nog wel enigszins meanderend zijn weg zoekt tot aan de Hooghuisweg. Als we dit pad zijn overgestoken is het gedaan met vrije baan voor het riviertje en nu rest slechts het gekanaliseerde traject van de Reusel langs de oostzijde van Diessen. Langs KNP 10 en KNP2, waar we de drukke Beekseweg oversteken, wandelen we tot aan de Turkaaweg. Naar het westen hebben we zicht op de bebouwing van Diessen, waarvan de geschiedenis ver teruggaat in de tijd. In de omgeving van het dorp zijn archeologische vondsten ontdekt uit ongeveer 700 voor Christus, die bewoning in de Vroege IJzertijd veronderstellen. Maar in de Romeinse tijd wordt Diessen voor het eerst genoemd als in het jaar 370 Saksische plunderaars hier door de Romeinen overvallen worden en tot de laatste man gedood. In de Middeleeuwen is Diessen een druk bezochte bedevaartplaats en de naam van Willibrordus is aan dit dorp verboden, getuige de huidige St. Willibrorduskerk, die uit de 15e eeuw dateert. Het gebied heeft door de eeuwen heen toebehoord aan de Abdij van Echternach en de Abdij van Tongerlo. Bestuurlijk heeft Diessen vroeger deel uitgemaakt van de Heerlijkheid Hilvarenbeek, die deels in bezit is geweest van het Hertogdom Brabant en voor een ander deel toebehoord heeft aan het Prinsbisdom Luik. Bij het opheffen van de Heerlijkheid ten tijde van de Franse overheersing vanaf 1795 wordt Diessen in 1810 een zelfstandige gemeente, die bij de gemeentelijke herindeling in 1997 wordt samengevoegd met de Gemeente Hilvarenbeek.
Aangekomen op de Turkaaweg steken we naar links de brug waar een picknicktafel een ideale plek is voor de middagpauze. Hier tegenover gaat het wandelpad op de oever langs de Reusel verder en zo komen we aan het gebied Turkaa, een moerassig broekbos dat ontstaan is door de meanderende riviertjes de Turk, aan de oostzijde en de Aa of Reusel aan de westzijde. Halverwege de 19e eeuw is door dit gebied de Weterloop gegraven, in de volksmond het Brulstromke, dat diende om de vloei- of kunstweiden aan De Rijt te bevloeien. De gemeente heeft er bomen gekweekt op nog bestaande rabatten, die als mutserd- of timmerhout verkocht werden om de gemeentelijke begroting dekkend te maken. Het bospad door dit vochtige gebied leidt ons naar KNP1 aan de noordzijde van de in 1982 uitgegraven visvijver met visvlonders en twee steigers. Hier wordt door Hengelsportvereniging ’t Turkaa vis uitgezet om de vissport te kunnen uitoefenen. Aan de westzijde is een ijsvogelwand aangebracht. Langs de visvijver komen we weer op de oever van de hier gekanaliseerde Reusel en wandelen zuidwaarts tot KNP48 aan de Watermolenweg. Deze naam wijst erop dat aan de aan de zuidzijde van het gebied Turkaa een watermolen gelegen heeft. Het is de Voorste Watermolen, die vermoedelijk uit de 14e eeuw stamt. Deze koren- en oliemolen was over een speciaal gegraven molenloop gebouwd. In 1851 wordt hier de watervluchtmolen “De Keizer” gebouwd, die zowel door wind- als door waterkracht kan worden aangedreven. Hoogstwaarschijnlijk is de oorspronkelijke watermolen nog niet afgebroken. Als deze molen In 1885 instort verrijst ter plekke een nieuwe molen, die in 1921 eenzelfde triest lot ondergaat. De molenloop bestaat heden ten dage nog als sloot.
We volgen de Watermolenweg even naar links tot we bij KNP43 rechtsaf het asfalt van de Van Dijcklaan volgen tot in het dorpje Baarschot. Op de driesprong aangekomen gaat onze route naar links de Baarschotsestraat in. Aangekomen bij Uitspanning “D´ouwe Brouwerij` is het een goed moment voor de middagpauze. Dit historische en monumentale pand is in 1717 gebouwd als brouwerij en de overwelfde kelder en een katrol zijn nog uit die tijd aanwezig. Vanaf omstreeks 1850 komt de brouwerij in bezit van de familie Van Dijck die er hun bier brouwen onder de naam “Het Witte Kruis” tot in 1949 de brouwerij haar productie stopt. Vanaf 1982 is het een horecagelegenheid. Na onze pauze in Uitspanning “D´ouwe Brouwerij” vervolgen we de dagwandeling richting Westelbeers om dan voorbij aan monumentale langgevelboerderijen en een opvallend nieuw architectonisch nieuwbouwproject rechtsaf de Heistraat in te gaan. Zo bereiken we KNP62 in het buurtschap Heikant. Hier gaat de route naar links om vervolgens rechts over De Hertgang door een open landbouwgebied na één kolometer bij het verbindingskanaal van de Reusel aan te komen. We steken de stuw over bij KNP63 en komen nu in Boswachterij De Hertgang met het fraai beekdal van de sterk meanderende Reusel.
Boswachterij De Hertgang dankt zijn specifiek karakter aan het feit, dat het een oud beekbos is, dat zich aan weerskanten van de naar het noordoosten stromende Reusel uitstrekt zonder dat de beek hier eigenlijk een echt dal vormt. Ondanks het feit dat de Reusel op vele plaatsen gekanaliseerd, is de Reusel in De Hertgang ongemoeid gelaten. Van de ene kant dankzij een vooruitziende blik van ontginners en bosbouwers, van de andere kant door de onweerstaanbare uitdaging van een schoonheid, die bij voorbaat iedere aantasting tot een heiligschennis moest verklaren. De Hertgang is onberoerd gebleven aan beide kanten van de Reusel, die van oudsher haar lust tot meanderen tot in het bandeloze heeft kunnen botvieren. Bos en beek zijn een twee-eenheid, waarvan het ene deel zich niet zonder het andere denken laat. Samen drukken zij het stempel op Boswachterij De Hertgang.
De groengele markering leidt ons van KNP63 naar KNP65 door het oude beekbos om nu op de westelijke oever van de meanderende Reusel terug richting Baarschot te wandelen. We komen dan aan de verharding van het Moleneind, waar we opnieuw de Reusel, die hier door het openlandschap stroomt, oversteken. Zoals de naam al zegt heeft ook hier een watermolen gestaan. Het gaat hier om de Achterste Watermolen, waarvan we eigenlijk bijzonder weinig weten. Uit een akte van 1421 kunnen we opmaken dat het “Goed ter Molen” in het midden van de 14e eeuw in het bezit van Jan Spirinc, zoon van Wouter van Spirinc van Dynther is. Hij verkoopt op 17 februari 1421 verkoopt een cijns rustende op het “Goed Ter Molen”, later bekend als de Achterste Watermolen, aan Lijsbet de dochter van Jan Coninc. Wel is een tekening bewaard van de Achterste Watermolen, die dateert uit 1832 en gemaakt is door een soldaat uit het noorden van het land, die toen hier gelegerd is vanwege de Belgische Opstand. Te zien is dat het verval dan al duidelijk is ingetreden. Ruim dertig jaar later, in 1865, koopt Govert Teurlings, de laatste molenaar van de eerder vernoemde Voorste watermolen, de restanten van deze Achterste Watermolen op. We nemen aan dat die spoedig daarna is afgebroken en verdwenen. Alleen de straatnaam Moleneind herinnert nog aan deze molen.
Over de Reusel bij KNP45 wandelen we naar links de Gijselstraat op tot we op de Esbeeksedijk bij KNP44 staan. Naar links slaan we af en volgen de Esbeeksedijk voorbij aan het eerste zandpad bij de picknickplek. Zo komen we aan een modderparadijs, waar varkens alle ruimte hebben om in de modder rond te dartellen alvorens bij de biologische slager over de toonbank verkocht te worden. Aangekomen bij KNP80 aan de Esbeeksedijk, gaat de route over het zandpad noordwaarts door een open landbouwgebied dat op de topokaart vermeld staat als Guldenbos en De Braken. Voorbij aan KNP84 bereiken we de Koekovenseweg, die we een tiental meters naar links volgen om dan naar rechts het fietspad te nemen. De route voert ons naar KNP 85 voorbij aan een eeuwenoude wilgenboom. Zo komen we aan de Leemputten, waar tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw leem is afgegraven voor de steenfabriek van Esbeek. De leemputten doen nu dienst als visvijvers van de Koninklijk Erkende Hengelsport Vereniging “De Ruischvoorn”. Aan het eind van dit fietspad staan we bij KNP86 in het buurtschap Waterstraat. Naar links over de Waterstraat mee enkele monumentale langgevelboerderijen zijn het nog slechts een 800 meter tot het eindpunt van deze rondwandeling. Daar bereiken we de parkeerplaats van het Crematorium Hilvarenbeek een de Beekseweg. We nemen afscheid en hopen elkaar in maart weer te treffen bij de volgende wandeldag.
Charles Aerssens
8 maart 2016
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 08-03-2016 door C.P.J. Aerssens