Omdat in de maand september de vaste mannen van L.A.W.V.”Via-Via” zelf een aantal activiteiten hebben ondernomen, is er geen ruimte voor een gezamenlijke dagwandeling en moeten we het deze ronde voorbij laten gaan. We waren op wandelexpeditie met de Seniorenvereniging Loon op Zand naar de Eifel, onderweg met de caravan of naar een verre bestemming over de oceaan. Daarom heeft Charles in oktober de draad weer opgepakt en een wandeling uitgezet voor woensdag 14 oktober. Onderling mailcontact geeft aan dat Harrie, Hans, Wil en Charles van de partij zullen zijn. Bij Arie staat een bezoek aan de tandarts in zijn agenda en Paul wil de laatste hand leggen aan de aanpassing van zijn tuin en deze winterklaar maken.
Voor deze gelegenheid heeft Charles voor een rondwandeling in de omgeving van Oisterwijk gekozen met als uitvalsbasis Hotel Restaurant Grand Café Meneer Van Eijck, tot voor enige tijd geleden bekend onder de naam De Blauwe Kei. Van hier starten een aantal kleinere en grotere rondwandelingen in de directe omgeving van Oisterwijk, Moergestel en Boxtel. De keuze voor onze dagwandeling is de langere route van ongeveer 20 kilometer door het natuurreservaat Kampina. Zo gezegd, zo gedaan en zo treffen we elkaar op woensdag 14 oktober rond de klok van 9.00 uur op de parkeerplaats van Hotel Restaurant Grand Café Meneer Van Eijck. Harrie is er deze ronde iets eerder dan de wandelaars uit Loon op Zand. Gelukkig is het nog droog maar de weersvoorspellingen beloven niet veel goeds!
Vanaf de parkeerplaats wandelen we over de Rosepdreef goed 50 meter zuidoostwaarts tot het kruispunt met bospaden. Het gaat hier scherp naar links. Het zandpad volgen we tot we bij KNP34 komen aan het Klein Aderven met merkwaardige bewoners: Amerikaanse hondsvisjes. Deze visjes zijn bestand tegen zeer zuur water, grote temperatuursschommelingen en zelfs kortstondig droogvallen van het ven. Het zijn eigenlijk aquariumvissen die hier vermoedelijk zijn losgelaten. Het Klein Aderven is ook een van de overwinteringplaatsen van padden in de Oisterwijkse Bossen. Aan de rand van dit Klein Aderven vinden we in een boom een inkerving, die de herinnering levend houdt aan de fusillering van de broers Hein en Bernard Schut, verzetsmensen die op 6 en 7 oktober 1944 door de Duitsers zijn gefusilleerd. Tijdens WOII hebben ze o.a. zeven Duitsers gevangen gehouden en een schuilplaats aan evacués aangeboden. Als de Duitse bezetters hier in 1944 achter komen, zijn de twee broers opgepakt en worden gedwongen hun eigen graf te graven in de bossen van Oisterwijk. We laten wandelknooppunt 34 links liggen en we vervolgen onze wandeling op de westelijke oevers van het Groot Aderven tot op de kruising van zandpaden bij KNP65. Opnieuw gaan we rechtsaf. We zijn hier aan de zuidoost zijde van het Openluchtzwembad Staalbergven. Het is een natuurlijk strandbad en dankt zijn naam aan het natuurwater. Het ven dat op een natuurlijke manier verdeeld in een recreatiegedeelte waarop gewaterfietst kan worden, een diep zwemgedeelte en een speelgedeelte dat direct aan het zandstrand is gelegen. Het Staalbergven wordt door bossen omringd en heeft zo een rustige en natuurlijke uitstraling. Wij wandelen tot we op een driesprong komen met KNP28. Hier gaat de route naar links langs de omheining aan de oostzijde van het Staalbergven en de Wolfsputten tot we op de Vennelaan uitkomen.
Naar rechts op de T-splitsing met Scheibaan en Kievitsblekweg gaan we de links de Kievitsblekweg in. We komen over het asfalt langs het AZC Oisterwijk, waar vanaf medio 2003 volwassen asielzoekers gehuisvest zijn, maar ook alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De bewoners zijn ondergebracht in negen semipermanente woongebouwen, die hier in de bossen liggen. Elk gebouw bestaat uit zes of acht units, die bestaan uit vier tweepersoonskamers en een gemeenschappelijke woonruimte, keuken, douche en toilet. Als we passeren, realiseren we ons dat op dit moment de problematiek van de grote volksverhuizing door Europa opnieuw zeer actueel is. Nu zijn we in het natuurgebied Kievitsblek of Moddervelden, dat in een ver verleden in bezit is geweest van Cornelis Kivits van Vlijmen (1475-1541) lakenverkoper uit Antwerpen en later zijn zoon Gielis Cornelis Kievits (1525-1582) eveneens lakenverkoper te 's-Hertogenbosch en schepen van Oisterwijk 1561-1563. Aan hen dankt dit gebied zijn naam en het woord “blek” staat voor een laag stuk in een heideveld. Op de T-splitsing bereiken we de Nemerlaerweg, die we even naar links volgen tot net voorbij de monumentale langgevelboerderij uit 1947 met ernaast nog het bakhuisje van de oude boerderij. De oorspronkelijke hoeve heeft deel uitgemaakt van de bezittingen van Jonkheer Donans Theodore Albéric van den Bogaerde van Terbrugge (1829-1895), Baron en voormalig bewoner van het nabij gelegen Kasteel Nemerlaer. Naar links betreden we het natte Natuurgebied Kievitsblek met gagelstruwelen. De route gaat voorbij aan het Gagelrijsven, dat inde volksmond Beeldven wordt genoemd, naar de beelden, die Jonkheer Donans Theodore Albéric van den Bogaerde van Terbrugge destijds op een eiland in het ven heeft geplaatst op sokkels voor zijn nooit gebruikte praalgraf.
Met de bocht mee en naar links afbuigend staan we plotseling voor een wel heel uniek fenomeen. Door het klaphekje betreden we het talud van het spoorlijntracé van Oisterwijk naar Boxtel. Hier is een speciale voetgangersoversteek van de spoorlijn, voorzien van waarschuwing: “Betreden op eigen risico” van ProRail! Voorzichtigheid geboden en na de oversteek wacht ons opnieuw een obstakel. We moeten hier naar links de Essche Stroom over bij de stuw, de groengele markering van het wandelroutenetwerk volgend. Bij KNP36 steken we de Nemer over. Dit beekje was vroeger de oorspronkelijke Essche Stroom. Hier kwamen de Voorste en Achterste Stroom bij elkaar. De Nemer heeft haar functie in de zestiger jaren van de vorige eeuw verloren, maar in 2008 is deze beek in ere hersteld. Zij dient nu als vispassage voor de stuw in de Essche Stroom, die we zojuist gepasseerd zijn. Daarvoor is er een verbindingsbeek gegraven om weer water vanuit de Essche Stroom door de Nemer te leiden. Het meanderen van deze beek leidt tot veel variatie in het biotoop. Zo komen de verschillen in de waterdiepte, stroomsnelheid, taludhelling en beschaduwing de vele planten- en diersoorten ten goede.
Verder wandelend krijgen we naar rechts zicht op het met een gracht omgeven Kasteel Nemerlaer. Via de Kasteellaan en bij KNP34 staan we aan de oprijlaan met zicht op de gevel van Kasteel Nemerlaer. Het uiterlijk van dit uit de veertiende eeuw stammende kasteel heeft in de loop der eeuwen vele veranderingen ondergaan. Hel kasteel duikt in 1303 voor het eerst in de archieven op en ontleent zijn naam aan het riviertje de Nemer achter het kasteel en het oude woord voor een open plek in her bos, een 'laer'. Binnenin her kasteel is nog wel muurwerk uit deze aller vroegste beginperiode bewaard gebleven. Zo is er nog een gastenkelder met gewelven en zijn er nog karakteristieke schietsleuven en lampnissen te zien. In diverse vertrekken kan de bezoeker nog eeuwenoude schouwen en haarden tegenkomen. Kasteel Nemerlaer is lange tijd bezit geweest van adellijke families, die ook vele bezittingen hadden in andere plaatsen in Brabant. In de 15e eeuw zwaaien de Familie Van Bockhoven en vervolgens de Jonkheren Van Vladeracken de scepter over het kasteel. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog bergt de parochie Haaren de kerkelijke goederen op in het kasteel en fungeert het in een aantal gevallen als vesting. De Baronnen Van Cronstrom, Gouverneurs van de stad 's Hertogenbosch, komen in het begin van de achttiende eeuw in bezit van het kasteel. Onder hun supervisie wordt het kasteel flink onder handen genomen. In 1853 komt Kasteel Nemerlaer in handen van Jonkheer Donatus Alberic van den Boogaerde van Terbrugge, de jongste zoon van de Brabantse gouverneur.
Door hem is aan dit oude kasteel een eigenaardige geschiedenis verbonden! Natuurlijk heeft het zijn roemruchte verleden maar volgens de laatste wil van Jonkheer Donatus van den Bogaerde van Terbrugge moet het kasteel bijna 80 jaar onbewoond blijven en mag er niets uit ontvreemd of verkocht worden. Over dat vreemde testament worden al spoedig processen gevoerd. In 1898 verklaart de rechtbank van 's-Hertogenbosch dat de bepaling dat niets aangeroerd macht worden, in strijd met de wet is, maar bewoond mag het niet worden. De nalatenschap moet beheerd worden door een bewindvoerder totdat de jongste erfgenaam 80 jaar zal zijn geworden. Ten tijde van het testament is deze twaalf jaar! Om een lang verhaal kort te maken: het landgoed van 116 ha word in 1963 verkocht aan de tegenwoordige stichting Brabants Landschap. Inmiddels is het bezit van deze Stichting gegroeid op dit landgoed tot 153 hectare. Het kasteel is sinds 1967 in het bezit van de Stichting Kasteel Nemerlaer. In de boerderij, links naast het kasteel, houdt Brabants Landschap kantoor.
De route voert ons in zuidoostelijke richting door een statige laan eerst over de Nemer en dan over de Essche Stroom langs de spoorlijn Oisterwijk – Boxtel. Direct over de spoorlijn heen volgen we de onverharde Posthoornse weg, die ons naar de Kampina Heide zal brengen. Dit 1149 hectare grote natuurgebied ligt tussen Boxtel en Oisterwijk en is in het bezit van Natuurmonumenten. De afgelopen jaren heeft Natuurmonumenten extra aandacht besteed aan de vennen, die uitgebaggerd zijn en bomen aan de waterkant zijn gekapt. Het water is nu minder zuur, voedselarmer en de vegetatie is een stuk gevarieerder. In en om de vennen groeien nu ook het vleesetende plantje zonnedauw en moerashertshooi, soorten die aangeven dat de kwaliteit is verbeterd. Als je geluk hebt, kun je ook salamanders in de vennen zien zwemmen. Over de Posthoornse weg wandelend slaan we bij KNP2 linksaf. Dit pad heeft de oude naam Stenenheulweg, waar we de even verderop gelegen stenen brug over de Rosep passeren, die ook meteen de naam “Stenen Heul” gekregen heeft, omdat die brug ook nog eens omhoog loopt. Voorbij KNP1 steken we de Belversebaan over en we wandelen richting wandelknooppunt 19. De route leidt ons langs het Palingven, waar vroeger veel mensen uit Boxtel gingen zwemmen. Nu overheerst de stilte. Bij KNP19 kiezen we voor de richting naar KNP20 om dan schuin naar links het bosgebied voor het Meeuwenven achter ons te laten en de uitgestrektheid van het Kampina heidegebied te betreden.
Het is nu dat Pluvius de hemelsluizen heeft open gezet en de regen gestaag neerdaalt. De paraplu’s komen uit de rugzak om ons enigszins beschutting te geven. We wandelen richting de Huisvennen, die we met een wijde boog omronden. Deze Huisvennen behoren tot de waardevolste vennen van de Kampina. Hier is het water nog bijna net zo schoon als veertig jaar geleden. In en rond het Groothuisven komen nog planten voor die elders zeldzaam zijn geworden, zoals beenbreek, veenpluis, klokjesgentiaan en veenbes. Langs de Huisvennen wandelen we naar rechts langs het Kogelvangersven. Dit is weer zo’n typisch ven waar de wind na de laatste IJstijd het dekzand tot op de leemlaag heeft weggeblazen. Op deze kleiachtige ondergrond blijft het regenwater staan, waardoor hier al eeuwen prachtige, kraakheldere vennen liggen. Hier zie je waar het uitgestoven zand terecht is gekomen. In de 18e eeuw oefent er de gendarmerie haar schietkunsten door hun karabijnen over het ven in de duinen leeg te schieten. Langs het Kogelvangersven steken we door naar de Pindreef en de noordzijde van de Zandbergsvennen.
We besluiten vanwege de barre weersomstandigheden om niet rond deze Zandbergsvennen heen te wandelen en dit stuk af te snijden. Westwaarts gaat de wandeling over het zandpad van de Pindreef. Hier hebben we uitzicht op het omvangrijke heidegebied ten zuiden van onze route. Honderden jaren geleden, als meerdere schaapskuddes de woeste gronden van de Kampina begrazen, is hier waarschijnlijk één grote zee van heidestruiken en stroken zand. Onder het huidige regime met runderen en paarden is het een bijzonder structuurrijke heide met een sterke afwisseling van grassen, heideplanten, struiken en enkele bomen. In deze gevarieerde boomheide voelt een groot aantal dieren zich prima thuis, waaronder graafwesp, boomleeuwerik en levendbarende hagedis. Enkele dagen per jaar strijken hier zelfs kraanvogels neer, die de ruige en vaak doodstille vlakte uitkiezen om een tussenstop te maken op hun trektocht van en naar het zuiden.
Naar rechts aanhouden en we passeren de Kromvennen tot we Bij KNP55 uitkomen aan de Van Tienhovenweg. Hier gaat het rechtuit over het fietspad langs een verweerde molensteen met een doorsnede van 1,5 meter en 41 cm hoog en een gewicht van rond de 2 ton. De 140 kerven zijn smal en diep, deze stenen worden gebruikt om eikenbast te vermalen tot looistof voor de leerlooierijen. Ze noemen dergelijke molenstenen dan ook runstenen, naar de gemalen eikenschors die eek of run genoemd wordt. Vermoedelijk is deze molensteen afkomstig uit de Oisterwijkse Kerkhovense molen en hier in 1956 neergelegd als markeringspunt voor de nieuwe gemeentegrens tussen Boxtel en Oisterwijk. We zijn nu aan de zuidzijde van het Belversven, sinds 1964 in bezit van Vereniging Natuurmonumenten. Omstreeks 1890 wordt het Belvertsven eigendom van Willem van Biljouw, die het voor Baron Donans Theodore Albéric van den Bogaerde van Terbrugge gekocht heeft. Zij graven vanaf de Rosep een sloot naar het Belvertsven en aan de andere zijde van het Belvertsven een sloot naar de Rosep. Dit kalkrijke beekwater, dat het zuur in de vennen neutraliseert, heeft een heel andere chemische samenstelling, waardoor er een andere waterkwaliteit en bijbehorende leefgemeenschappen ontstaan is in het ven. Het Belvertsven is daardoor visrijk en tot 2008 mocht hier nog gevist worden. Dicht langs het ven lopend komen we aan een rustbank met zicht op het Belvertsven. Even verderop bereiken we KNP48, waar we de groengele markering van het wandelroutenetwerk volgen in de richting van KNP5.
De route leidt over het bruggetje van de beek van de Rosep, die hier noordwaarts meandert en een paar kilometer verderop uitmondt in de Essche Stroom. De naam “Rosep” is mogelijk afgeleid van “Roesop” ofwel “Roest-er-op”, wat duidt op het roesthoudende kwelwater van de beek, dat hier duidelijk zichtbaar is. Door dit klaphek verlaten we een afgezet gebied van de Kampina om langs de bosrand van de Belversche Bergen linksaf slaand op de Burgemeester van de Oeverweg uit te komen. Aangekomen op de kruising met de Duinenweg wandelen we naar rechts langs Camping De Reebok tot aan Grill Restaurant Bowling “Net Iets Anders” aan de Scheibaan. Hier steken we over en volgen het brede bospad met de bocht mee naar links. Tussen statige beukenbomen verloopt het laatste deel van deze rondwandeling. Na goed 250 meter nemen we het smallere pad naar rechts en zo bereiken we het asfalt van de Rosepdreef bij de parkeerplaats van ons startpunt Hotel Restaurant Grand Café Meneer Van Eijck.
Ook op dit laatste stuk bleef de paraplu op. Maar we zijn blij nu in elk geval binnen droog te kunnen nagenieten van deze toch wel bijzondere wandeling, die we weliswaar tot 14 kilometer hebben ingekort vanwege de natte omstandigheden, maar die ook zijn charmes heeft laten zien van een natte en mistige Kampina. Het betekent dat we ons voorgenomen hebben nogmaals hier op pad te gaan als de weergoden ons gunstiger gezind zijn! In de huiselijke sfeer van het Café Restaurant drinken we een stevig kopje koffie of cappuccino. Daarna gaan we rond half twee huiswaarts en we spreken af om voorlopig woensdag 18 november in de agenda te zetten voor de volgende wandeldag!
<
Charles Aerssens
20 oktober 2015
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 27-09-2015 door C.P.J. Aerssens