Als Charles eind december op een verjaardagsfeestje weer eens oude vrienden ontmoet, die hij in geen jaren gezien en gesproken heeft, blijkt dat één van hen penningmeester is van de VVV in Baarle-Nassau en Baarle-Hertog. Snel gaat dan het gesprek over de verschillende wandelroutes die daar de laatste jaren in de belangstelling zijn komen te staan. Zo heeft de viering van 100 jaar WOI van 1914-1918 in het gebied rond Baarle veel aandacht gekregen en zijn er wandel- en fietsroutes uitgezet die betrekking hebben op die gebeurtenis. Charles krijgt dan enkel dagen later een compleet pakket toegestuurd met een aantal van deze wandelroutes. Ze zijn niet zo lang als de wandelvrienden van L.A.W.V.”Via-Via” gewend zijn, maar Charles is creatief genoeg om de ze dan zo in elkaar te laten overgaan, dat een dagwandeling van 20 kilometer geen probleem is.
De mail waarin de dagwandeling in de omgeving van Baarle-Nassau wordt aangekondigd vindt gehoor bij Hans, Arie en Wil. Paul moet verstek laten gaan vanwege andere verplichtingen. Charles heeft een rondwandeling uitgezet, die ons door het gebied ten westen van de Nederlandse Gemeente Baarle-Nassau en de Belgische Gemeente Baarle-Hertog en de omgeving van Ulicoten zal voeren. Het is een gebied dat op de topografische kaart vermeld staat als de Ulicootsche Heide en bestaat uit bosgebiedjes en een open landschap met weiden en akkers. Via Goordonk en Maaijkant gaat de wandeling naar Ulicoten om dan zuidwaarts via Oude en Nieuwe Strumpt naar De Hollandsche Bosschen te wandelen. Langs de buurtschappen Heesboom, Eikelenbosch en Tommel keren we dan terug naar Baarle-Hertog.
En zo melden zij zich op 14 januari om 8.30 uur bij Charles. Hans geeft aan te willen rijden. We laten de weerberichten voor wat ze zijn, ook al geven die zeker voor de morgen nog regen! Toch rijden we droog weg, maar donker wolken pakken zich samen boven Baarle en het is wachten tot de eerste druppels vallen. We vertrekken voor deze dagwandeling vanaf de parkeerplaats aan de Stationstraat in Baarle-Nassau, gelegen aan het traject van het voormalig Bels Lijntje, de in 1864 aangelegde spoorverbinding tussen Tilburg en Turnhout. Als deze spoorverbinding wordt opgeheven, rijdt van 1974 tot 1982 de Stichting Stoomtrein Tilburg - Turnhout (SSTT) met toeristische stoomtreinritten van Tilburg nog tot de Belgische grens en terug. Daarna wordt over de bedding het nu bestaande fietspad aangelegd van Tilburg naar Turnhout. Hier op ons vertrekpunt staat nog het voormalige stationsgebouw en douanelokalen met de status van Rijksmonument. Maar het gebouwencomplex is nu in gebruik als horecagelegenheid.
We verlaten de parkeerplaats aan de noordzijde en wandelen bij wandelknooppunt 54 en het oorlogsmonument, gemaakt door Mathieu Doesborg (1923-1978) ter nagedachtenis aan de gesneuvelde Baarlese militairen in de WOII naar rechts de Chaamseweg op. We zijn hier op Belgisch grondgebied! De eerste gelegenheid naar links is de Burgemeester Van Gilsestraat. Hier gaan we bij wandelknooppunt 64 in en komen even verderop aan een statig herenhuis. Het is de voormalige woning van Henri van Gilse (1862-1932), Burgemeester van het Belgische Baarle Hertog, gelegen in de Belgische enclave H1. Tijdens WOI is er het hoofdkwartier gevestigd van het verzet tegen de Duitsers. Een Informatiepaneel van de wandelroute : het WOI Verzetspad geeft hierover tekst en uitleg. Maar ook uitleg over de zendmast MN7 aan de even verderop aan de Pastoor de Katerstraat 33. Van deze 42 meter hoge radiomast denken de Duitsers dat die op neutraal Nederlands grondgebied staat, maar in werkelijkheid inde Belgische enclave 7 ligt. Via de zendmast worden radioberichten naar het kamp van de Geallieerden in Parijs geseind.
De Burgemeester Van Gilsestraat komt uit op de Pastoor de Katerstraat, waar we bij wandelknooppunt 79 naar rechts afslaan. Verderop, duidelijk zichtbaar in de straatmarkering, keren we terug in Nederland op Loveren, een gehucht dat al in de Middeleeuwen wordt genoemd als een plek waar de wegen van Antwerpen via Hoogstraten naar 's-Hertogenbosch en van Turnhout naar Breda elkaar kruisen. Door stelselmatige bebouwingen van de toegangswegen van Baarle naar Loveren, vormen Baarle en Loveren tegenwoordig één geheel. Toch is het nog goed te herkennen, dat Loveren een eigen kern heeft met een driehoekig pleintje dat veelal te vinden is in dorpen en steden uit de Middeleeuwen.
Opvallend is hier de kleinste Belgische enclave van de Belgische gemeente Baarle-Hertog H7, de Loversche Akkers, waarbij de internationale grens dwars door een huis loopt. Links van de deur staat het Belgische huisnummer 2, terwijl aan de andere kant van de deur het Nederlandse nummer 19 prijkt. In WOI verblijft hier Prosper De Groote, radiotelegrafist van de eender genoemde zendmast MN7. Als blijkt dat zijn schrijftafel op Nederlands gebied staat, dient de Nederlandse Staat een aanklacht tegen hem in, omdat hij vanuit Nederland voor het Belgische leger werkt. Bed en bureau worden verwisseld en voor Prosper De Groote is het probleem opgelost!
Maar dit huis is ook bekend als de voormalige Herberg De Swaen, die kort na 1640 is gebouwd en nu Rijksmonument is in zowel Nederland als België. Deze herberg is lang een van de halteplaatsen voor o.a. passerende rijtuigen. De postkoetsen op de lijn 's-Hertogenbosch-Brussel hebben er een vaste halteplaats bij de op Loveren gelegen herberg De Rode Leeuw. Zeer waarschijnlijk heeft Hugo de Groot in een van deze herbergen overnacht in de nacht van 22 maart op 23 maart 1621 als hij in een boekenkist ontsnapt uit Slot Loevestein en op weg is naar Antwerpen. Drieëndertig jaar later zal ook Christina I van Zweden na haar troonsafstand naar Antwerpen vertrekken en ook zij overnacht in Loveren. Mogelijk dat Hugo de Groot haar aangeraden heeft om in Loveren te overnachten. Tegenover dit bekendste pand op Loveren treffen we opnieuw een informatiepaneel dat tekst en uitleg geeft over de Dodendraad, de 7 kilometer lange elektrische prikkeldraadversperring rondom het centrum van Baarle, die tijdens WOI in februari 1916 door het Nederlandse leger is aangelegd. Zo heeft hier ook een barak voor het Nederlandse leger gestaan en deze grenstroepen voeren strenge controles uit op de Belgische enclave H7 en blokkeren zo de zendmast MN7. Baarle Hertog is daardoor een buitenbeentje in de grensstreek.
Onze route gaat bij wandelknooppunt 59 voorbij aan de voormalige Herberg De Swaen richting Ulicoten en we wandelen richting de splitsing met de Hoogstratense Baan. Hier moet ten zuiden van deze T-splitsing ooit een kasteel met vier torens en een gracht gelegen hebben: het Kasteel Bruheze. Maar van dit kasteel is niks bewaard gebleven. Hooguit zal men in de grond nog wat funderingen kunnen tegenkomen. De plattegrond van een met eikenbomen beplante oprijlaan dat via een brug naar het kasteel loopt, staat duidelijk getekend op een minuutplan van het Kadaster van omstreeks 1832. De oorsprong van Kasteel Bruheze gaat wellicht terug tot 1243 als de Abdis van Thorn hier het “Hof van Loven” in bezit heeft en dit raakt later door vererving in handen van het geslacht Bruheze. Ene Hendrik van Bruheze is vanaf 1519 Schout van Alphen en Baarle-Nassau en woont als regel op het “Hof van Loven”, dat later naar hem wordt genoemd. Na een familieruzie komt Kasteel Bruheze in andere handen en raakt in 16de eeuw onder de nieuwe bezitters in verval. Het is Adriaen Verelst, Schout van Alphen, Baal en Chaam, die rond het midden van de 17de eeuw het vervallen "Slot van Bruheze” herbouwt. Als in Baarle de pest (1665-1667) woedt wordt Bruheze tot ziekenhuis voor de pestlijders ingericht. Na 1671 en 1677 wordt het kasteel nog enkele keren verkocht, maar pas in 1741 komt het definitief onder de nog altijd geldende rechten van de Abdissen van Thorn uit. Kasteel Bruheze verandert daarna nog een aantal keren van bezitter en doet ook dienst als marechausseekazerne. Tenslotte vervalt het tot een ruïne. De boerderij met schuur en bijbehorende gronden komen in 1889 in handen van de landbouwer Jan Timmermans, waarna het van de aardbodem verdwenen is nadat er vele geslachten en generaties gewoond hebben. Met de vondst van de top van een monumentale paal van de inrijpoort bestaat het vermoeden dat het laatste reliek is van wat eens Kasteel Bruheze moet zijn geweest.
Vlak voor de splitsing met de Hoogstratense Baan volgen we de groengele markering van het wandelroutenetwerk naar rechts over de Goorweg. Waar het asfalt naar rechts afbuigt, kiezen we voor het onverharde pad naar links voorbij aan de Ezelshoeve. Hier begint het duidelijk te regenen. We komen nu in het beekdal van de Bremer, een van de vele kleine beekjes in dit gebied dat naar het westen uitmondt in de Mark. Het zandpad leidt ons naar de zuidoostelijke hoek van het bosgebied Het Goordonk, bestaande uit dennen en ook gedeeltelijk uit loofhout. De naam Goordonk duidt op een hoogte (donk) in en nabij een moerassig gebied (goor). Dit is herkenbaar in het landschap dat gemiddeld drie tot vier meter hoger ligt dan de nabije omgeving en het is enigszins heuvelachtig. Oorspronkelijk is het gebied hier nauwelijks bebost en bestaat uit woeste gronden, die in de periode van 1869 tot 1914 behoren tot uitgebreide bezittingen van de schatrijke familie Mayer uit Antwerpen. Vanaf 1916 worden hier dennen aangeplant en nu overheerst het loofbos. Aan de rechterzijde van het bospad bevindt zich nog het restant van de voormalige oude schietbaan, die in de periode van vóór WOI rond 1900 aangelegd is, als de "Volksweerbaarheid" hier haar schietoefeningen houdt. De Gemeente Baarle Nassau heeft in 2011 een restauratie uitgevoerd.
Het bospad volgend zien we verderop aan de rechterzijde in het bos verscholen landhuisjes en bungalows, waarvan de eerste uit de naoorlogse jaren stammen als een van de grondeigenaren met de bouw van enkele kleine vakantiewoningen begint. In de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt hieraan een halt toegeroepen. Opvallend is hier aan het Goordonk 15 de Boshut, het voormalige huis van dichteres Sonja Prins (1912-2009), die de uit 1947 stammende onbewoonbaar verklaarde recreatiewoning op een verwilderd stuk bosgrond als toevluchtsoord kiest. Sonja Prins heeft op deze bijna mystieke plek tot op hoge leeftijd gewoond om er in alle rust te kunnen werken aan haar beschouwend proza en herinneringen aan het verzet, naast tijds- en politieke gedichten. Het is nu creatief laboratorium voor Oosterhoutse kunstenares Anne Pillen.
Het bospad vervolgend voorbij aan wandelknooppunt 66 komen we net voor de Fransebaan op een oude gedenkplaats die in de vergetelheid geraakt is. Hier is op zondagmorgen 25 februari 1945 de jonge Baarlenaar Jan Vissers doodgeschoten door een brigadier van politie omdat hij gestroopt zou hebben. Dit droeve voorval leidt tot grote onrust en verontwaardiging in Baarle. Zijn vrienden hangen een eenvoudig houten kruis tegen een boom op de plek des onheils, die na verloop van tijd verdwenen is en in november 2011 door Heemkundekring Amalia van Solms is terug geplaatst. Op de Fransebaan bij wandelknooppunt 67 gaat onze route naar rechts over het verharde fietspad. We wandelen nu over een historische doorgaande weg, aangelegd door een detachement van de Franse legers van Generaal Jean-Charles Pichegru (1761-1804) rond 1795 tijdens de Franse overheersing. Aangekomen op de kruising van een aantal paden met de Oude Bredasebaan leidt de route ons bij wandelknooppunt 41 naar rechts de Oude Bredasebaan op, opnieuw over een verhard fietspad. De regen zorgt er nu voor dat we de paraplu voor de dag moeten halen. Maar nat zijn we al! Deze kaarsrechte zandweg vormt in het verleden de rechtstreekse verbinding met Breda en is omzoomd met bomen. Naar het zuiden kijken we uit over wat eens de Ulicootsche heide is geweest. Eind vorige eeuw zijn de uitgestrekte heidevelden rond Baarle ontgonnen en beplant met naaldbossen, die op hun beurt weer plaats gemaakt hebben voor akkers en weilanden. De agrarische percelen in deze omgeving zijn gemiddeld groter en rechtlijniger dan in de directe omgeving van de oude buurtschappen. We laten wandelknooppunt 12 links liggen en bereiken dan op de Oude Bredasebaan wandelknooppunt 13.
Hier verlaten we het fietspad en kiezen het zandpad naar links langs de bosrand. Zo komen we in het buurtschap Maaijkant, waar het zandpad overgaat in asfalt en we links aanhouden in de richting van Ulicoten. Het is intussen opgehouden met regenen als we aangekomen zijn in de Dorpstraat waar onze route bij wandelknooppunt 63 naar rechts gaat. Nu staan we midden in het dorp. Ulicoten behoort vanouds tot de Baronie van Breda en wordt al vermeld in een akte van 12 mei 1444 als de Bisschop van Luik de bewoners toestemming geeft om een kapel te bouwen, die ondergeschikt is aan de parochie van Baarle. Omstreeks 1600 wordt de H. Bernardus er vereerd en wordt zo de patroonheilige van de kapel. Na de 80-jarige oorlog en de Vrede van Munster sluiten de Hervormden op 2 juli 1648 in de kapel en worden de kerkdiensten in particuliere huizen of schuren gehouden. Uitwijken naar Baarle of Meerle is moeilijk door de slecht begaanbare wegen. In 1654 bouwt men een kleine grenskerk ten westen van Ulicoten, op de grens tussen het Staats en het Spaans grondgebied. Omstreeks 1798 wordt de kerk in Ulicoten weer aan de katholieken teruggegeven en het grenskerkje afgebroken. De huidige St. Bernarduskerk midden in de Dorpstraat dateert van 1950 nadat de Neo-Gotische parochiekerk uit 1870 op 27 oktober 1944, aan de vooravond van de bevrijding van WOII, geheel verwoest wordt. De Oosterhoutse architect Willem Oomen (1879-1963) en de Bredase architect Wim Bunnik (1894-1976) bouwen een driebeukige Neo-Romaanse basilica met twee torens in de voorgevel en een lage brede vieringtoren.
Voorbij aan de parochiekerk St. Bernardus komen we bij wandelknooppunt 62. Hier staat op de splitsing van wegen het beeld van een boer die met haarhamer en klein aambeeldje een korte zeis scherp maakt. Het is een sculptuur van Ulicotense broeder Jan Boeren (1931-2007), assumpsionist in het klooster in Boxtel en vele jaren werkzaam geweest als missionaris in Afrika. We slaan hier linksaf de Molenstraat in en passeren de in het landschap hoog op torende graansilo’s van de Firma Theeuwes. Bij het verlaten van de bebouwing komen we opnieuw over het beekje De Bremer en slaan dan verder op kruising met de Heikantsestraat rechtsaf. Na goed 50 meter kiezen we voor het zandpad naar links en komen nu in een wel heel bijzonder landschappelijk gebied: De Withagen. Het zeer fraaie landschap van de Withagen dankt zijn naam waarschijnlijk aan de vele witbloeiende sleedoorns in de bosjes en houtwallen. Het gebied heeft een interessante flora, een grote vogelrijkdom en wordt landschappelijk hooggewaardeerd. Hier ligt midden in de weiden en bosjes van de Withagen ook de kleinste Belgische enclave H22, een onbewoond perceel met een oppervlakte van 2.632 m2, dat van 1843 tot 1995 Niemandsland heet, omdat zowel Nederland als België aanspraak op dit grondstuk maken, maar sinds mensenheugenis in gebruik is bij een Nederlandse boer. Langs houtwallen, diepe sloten, uitbundige vegetatie en het meanderend beekje Pools Heining bereiken we langs wandelknooppunt 24 het gehucht Oude Strumpt. De naam Strumpt komt al voor in 1525 en is wellicht afgeleid van "Strunkbos" of "Struntbos", dat staat voor struikgewas wat opschiet uit boomstronken. Dit buurtschap rondom een Frankische driehoek heeft beslist al een lange geschiedenis. Het bankje voor het Mariakapelletje is een ideale rustplek! Voor ons dus tijd om de picknick voor de dag te halen uit onze rugzakken en even de tijd te nemen voor een wandelpauze. We hebben het immers verdiend, want in Ulicoten was alles gesloten en er was geen enkele mogelijkheid om een kopje koffie te nuttigen
Vanaf het Mariakapelletje wandelen we door de Korte Hoekdreef langs wandelknooppunt 15 in de richting van Nieuwe Strumpt. Opnieuw steken we het beekje Pools Heining over en komen langs enkele boerderijen op de Nieuwe Strumpt Baan uit. Bij de kruising steken we over tot we na goed één kilometer langs wandelknooppunt 68 en de motercrossbaan het meest westelijke punt van De Hollandsche Bosschen bereiken. Dit landgoed van 85 hectare ligt op de overgang van de hogere zandgronden naar de lager gelegen beekdalen, zoals de Chaamse Beek, de Chaamse Bossen en Het Merkske. Het verbindt deze natuurgebieden voor de verplaatsing en uitwisseling van planten en dieren en Natuurmonumenten vormt hiervoor landbouwgrond op het landgoed om tot natuur waardoor er kansen liggen voor verdere ontwikkeling van de bosstructuur, het herstellen van vennen en kruidenrijke akkers.
Op deze kruising met de Wildertsebaan gaat onze route naar rechts langs een inmiddels verlaten NAVO munitiecomplex van Defensie uit de vroege jaren 50 van de vorige eeuw. Daarna wandelen we langs het zo'n zestig hectaren grote voormalige Landgoed De Hollandsche Bosschen, een overblijfsel van een uitgestrekt jachtgebied met heide, vennen, moerassen en bossen, dat vroeger toebehoord heeft aan de familie Van Gilse, die eeuwenlang bestuurders van Baarle-Hertog geleverd heeft. We volgen de Wildertsebaan tot net bij de bosstrook aan de rechterzijde van het asfalt. Hier gaat naar links een bospad De Hollandsche Bosschen in, waar de route ons verderop tegen de klok in naar rechts met een wijde boog rond een gesloten middengebied met rododendrons leidt. In de volksmond is dit gebied meer bekend als “Blommengoed”, wat doet denken aan het in voorjaar en zomer uitbundig bloeien van deze struiken, maar toch heeft deze plek haar naam te danken aan één van de vorige eigenaren, dokter Blom. Hier stuiten we op de groengele markering van het wandelroutenetwerk, die we nu volgen naar net noordoosten tot we op een T-splitsing van bospaden uitkomen.
Op de T-splitsing gaan we naar rechts en komen opnieuw op de Franse Baan, waar we De Hollandsche Bosschen achter ons laten. We komen in een open landschap en een laantje voert ons voorbij aan het buurtschap Heesboom tot we op de Hoogstratense Baan staan. Even naar links en vervolgens voorbij de bushalte rechtsaf door de Dektstraat naar het buurtschap Eikelenbosch voorbij aan wandelknooppunt 90. Het is in dit gebied en het aangrenzende Gorpeind dat zich hier begin oktober 1944 een groot aantal Duitse soldaten van de 719 infanteriedivisie van Generalleutnant Karl Sievers (1892-1961) en de 346 infanteriedivisie van Generalleutnant Erich Diestel (1892-1973) met tanks en een aantal Nederlandse SS-ers ophouden. Zij maken deel uit van het 15e Duitse leger onder General der Infanterie Gustav Adolf von Zangen (1892-1964) dat zich verschanst heeft in de boerderijen, onder andere in de Annahoeve, die als commandopost dient. In het boekje “Baarle in de branding” staat geschreven: “Komend uit de bossen van Schaluinen ratelen tanks, kannonen en gevechtswagens en sluipen gehelmde soldaten met mitrailleurs, pantservuisten en automatische wapens. Ze nestellen zich overal in het hout, de ruigte, de akkers, de weiden en de beemden tussen de Tommel en Baarle Brug.”. De Polen van de Eerste Poolse Pantserdivisie met hun infanterie voeren in hun langzame maar gestadige opmars vanuit het zuiden op 2 en 3 oktober 1944 een bloedige strijd met deze Duitsers. Op 4 oktober wordt Baarle-Nassau bevrijd, maar dan stagneert de opmars in noordwestelijke richting. Het zal nog tot 29 oktober 1944 duren als de Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van Generaal Stanislaw Maczek (1892-1994) Breda inneemt.
Het buurtschap Eikelenbosch verlatend komen we op Gorpeind en wandelen naar links over het asfalt langs de voormalige marechaussee kazerne van de brigade Baarle Nassau tot aan Camping De Heimolen. Net voorbij de parkeerplaats gaat er een bospad naar rechts, dat ons door een bosgebiedje voert. Aangekomen op een kruispunt van bospaden slaan we linksaf en pakken hier de groengele markering van het wandelroutenetwerk op. Die brengt ons na het verlaten van het bos en het bereiken van de bebouwing van het buurtschap Tommel bij wandelknooppunt 30. We zijn nu in de grootste Belgische enclave H1, die het centrum vormt van het dorp Baarle Hertog. Hierin liggen nog een zevental kleine Nederlandse subenclaves. Door de Tommel bereiken we het tracé van het voormalig Bels Lijntje bij wandelknooppunt 80. Vanhier wandelen we nu het laatste stuk van deze dagwandeling noordwaarts over Belgisch grondgebied, waarbij we voor het kruispunt met de Pastoor de Katerstraat en de Kerkstraat nog eenmaal de Belgisch Nederlandse grens overschrijden passeren. Bij wandelknooppunt 86 steken we de kruising over en zijn nu op het eindpunt van onze dagwandeling: de parkeerplaats aan de Stationstraat.
Het doet goed de wandelschoenen uit te kunnen doen en met gemakkelijk zittend schoeisel in de auto te kunnen stappen. We overleggen nog even of we in Baarle-Nassau zullen neerstrijken om de wandeldag af te sluiten. Maar we kiezen ervoor terug te rijden naar Loon op Zand om er in de Kiosk een stevige pint te drinken op deze wandeldag. Net buiten Alphen is het nog even opletten als enkele reeën plotseling uit het bos opduiken en over het grasland schichtig hun weg zoeken. Eenmaal in Loon op Zand in de warmte van de Kiosk zijn de vermoeienissen van deze frisse en stevige wandeling snel vergeten en praten we alweer over de wandeldag van februari, waarbij Charles voorlegt om wellicht in de omgeving van het vestingstadje Heusden op stap te gaan. Per mail houden we elkaar op de hoogte en spreken af in elk geval voor Carnaval de wandeling te plannen.
Charles Aerssens
28 januari 2015
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 28-01-2015 door C.P.J. Aerssens