Het heeft even geduurd, maar Charles laat begin oktober een mail rond gaan om op woensdag 8 oktober een woensdagwandeling te plannen. Jammer dat de opkomst gering is, want Hans, Arie en wil moeten verstek laten gaan en Karst neemt nog even rust naar zijn operatie. Dit betekent dat alleen Harrie, Paul en Charles op pad zullen gaan. Het is de bedoeling op die dag in de Seterse bossen te gaan wandelen. Het is immers alweer een hele tijd geleden dat we daar geweest zijn.
Op die woensdag 8 oktober spreken Harrie, Paul en Charles af elkaar om 9.00 uur te treffen bij Restaurant Spijs en IJs, vroeger bekend als “T Halve Maantje”, aan de Dongenseweg tussen Dongen en Rijen. Vanhier zullen we via Klein Oosterhout door bosgebied De Vijf Eiken gaan om aan de grens met de bebouwing van Rijen de Vijf Eikenweg oversteken en langs de oude Leemkuilen en voormalig Natuurbad Surae de route naar Dorst te nemen. Over de Vijftig Bunderweg en langs de spoorlijn onder de A27 door komen we dan in het natuurgebied Cadetten Kamp in Teteringen, waar we doorsteken naar Kalbergseweg en richting Oosterhout gaan om aan de Burgmeester Materlaan over het viaduct van de A27 te wandelen. Links de Lange Dreef in met doorsteek naar de Seterse Hoeve en via De Duiventoren terug naar het vertrekpunt.
Vanaf de parkeerplaats van Restaurant Spijs en IJs aan de Dongenseweg vertrekken we voor deze rondwandeling en wandelen op de eerste paar honderd meter in de richting van Rijen. Aangekomen bij de eerste afslag naar rechts volgen we de groen-gele markering van het wandelroutenetwerk over Klein Oosterhout waar we het open landschap van Klein Oosterhout betreden met naar het noorden zicht op het gehucht Steenoven, waar vroeger in veldovens leem tot stenen werd gebakken en de ovenstokers en leemarbeiders woonden. Voorbij de laatste boerderijen gaat het asfalt over in een breed zandpad. Aangekomen bij wandelknooppunt 43 slaan we rechtsaf het bosgebied De Vijf Eiken in, dat deel uitmaakt van Boswachterij Dorst en grotendeels bestaat uit naaldbomen en sierlijke berken. De Amerikaanse eik staat langs de randen en vult hier en daar een hoekje bos. Vooral in de herfst levert dit een prachtig afwisselend beeld op. Oorspronkelijk staat dit gebied te boek als Kurassiersheide en Frederiksbossen. De Kurassiersheide herinnert aan een toernooiveld uit de riddertijd, waar geharnaste ridders elkaar uit het zadel probeerden te lichten. Het zouden de geslachten Van Strijen en Van Duivenvoorde zijn geweest die hier hun ridderspelen hebben gehouden met alle daaraan verbonden schittering. De Frederiksbossen zijn genoemd naar Prins Frederik (1797-1881), broer van Koning Willem Il en oprichter van de KMA in Breda.
Het bospad wordt even tweebaans en wij kiezen voor de eerste gelegenheid naar rechts om dan na goed honderd meter bij een open plek in het bos bij een bizar bouwwerk aan te komen. Het maakt onderdeel uit van de kunstroute in Boswachterij Dorst. Het is een Folly, die bestaat uit drie stukken muur naar een ontwerp van Frank Bezemer met de bijzondere techniek van Le Roy en opgebouwd uit afgedankt bestratingmateriaal. Net voor deze Folly nemen we het smalle bospad naar links. We volgen het pad in zuidelijke richting tot we de bebouwing aan de noordzijde van Rijen bereiken. Naar rechts gaat hier de route langs de achterzijde van de bebouwing tot we op de drukke de Vijfeikenweg uitkomen en waar we dan oversteken.
De Vijfeikenweg overgestoken volgen we het bospad tot we een open stuk bereiken aan de achterzijde waar in het verleden de Rijense steenfabriek "De Vijf Eiken" heeft gestaan. De oorsprong van deze steenfabriek gaat terug tot 1869, als de Belgische steenbakker Adriaan Michielsen met een steenbakkerij in Rijen begint, die in 1875 door Johannes van den Heuvel wordt overgenomen. Aan het begin van de 20ste eeuw worden hier na de overgang naar machinaal werken met persen om stenen te vormen ruim 14 miljoen stuks stenen geproduceerd. In 1921 wordt de steenfabriek aan de Familie Theeuwes en de Familie Toonders verkocht. Uiteindelijk heeft de Rijense steenfabriek “De Vijf Eiken” met 54 het grootste aantal van Nederland, waar gelijktijdig 2 miljoen stenen in gebakken kunnen worden. Maar door allerlei problemen in de baksteenindustrie heeft steenfabriek “De Vijf Eiken” in 1992 de deuren moeten sluiten. Wat hier nog is overgebleven zijn duidelijk zichtbaar in het landschap de Oude Leemputten, die ontstaan zijn door het leemgraven voor de Rijense steenfabriek bij "De Vijf Eiken". Voor het oog verraadt eigenlijk niets meer, dat je met oude leemputten te doen hebt. De natuur heeft er haar rechten weer opgeëist na zijn bodemschatten te hebben afgestaan aan de nijverheid. Hier en daar groeit er wat riet aan de oevers en op de onberoerde waterspiegel drijven, dicht bij de oevers, de grote bladeren van de koningin der waterplanten, de witte waterlelie, die hier geen andere taak heeft dan mooi te zijn.
Na het wildrooster met hekwerk slaan we rechtsaf en betreden we het hart van Boswachterij Dorst, dat Staatsbosbeheer sinds 1899 als een woest en nogal verwaarloosd gebied van stuifzanden, heiden en oude bebossingen in bezit heeft. In de loop der tijd is het gebied veranderd in een grove dennenbos, met een gedeelte jonge bebossing van naald- en loofhout. Er is veel houtopslag in de oudere bossen. De vegetatie is nogal arm en bestaat uit grassoorten, struikheide en dergelijke. Allereerst passeren de Oude Leemputten, waarbij we een drietal opmerkelijke lage bouwwerken zien, gelegen op een eiland en die zomaar te bereiken zijn. Het lijken wel restanten uit een oude cultuur maar niets is minder waar. De beeldend kunstenaar Pjotr Müller heeft het ontwerp voor de ingang van drie vleermuiskelders gemaakt. Te zien zijn de fronten die over lijken te lopen in het landschap. In de golvende vormen kunnen vogels nestelen, terwijl vleermuizen door de nauwe ingang huisvesting vinden in de kelders. Dit kunstwerk maakt deel uit van een kunstroute door Boswachterij Dorst, waar te midden van alle natuur door Staatsbosbeheer een vijftal kunstenaars gevraagd heeft om een folly te ontwerpen voor dit natuurgebied. Ondanks het schijnbaar onzinnige karakter hebben deze merkwaardige, architectonisch dwaze bouwwerken in Boswachterij Dorst een relatie met de omringende natuur en hebben alleen de functie hebben je te verrassen en een beroep te doen op je gevoelens.
Voorbij deze Oude Leemputten komen we aan de plek waar tot 2005 het voormalige natuurbad Surae is geweest. In dat jaar maakt een referendum in de Gemeente Oosterhout een definitief einde aan het bijna tachtigjarige bestaan van dit natuurbad. Deze grootste leemput van Staatsbosbeheer wordt in 1931 verpacht aan de Bredase sportleraar en zwempromotor A. Kuyt, die er zwemles gaat geven. Hij gaf het natuurbad de naam Surae, wat in het Latijn “Kuyt” betekent. Van lieverlee komen er voorzieningen rond de plassen, er worden kleedhokjes gebouwd en er komt een blokhut, waar versnaperingen worden verkocht. Het aanpassen van het zwembad gebeurt in een werkverschaffingsproject om langdurig werklozen aan een nuttige dagbesteding te helpen. Ook een kanovijver maakt dan deel uit van Surae, dat bijna tachtig jaar heeft bestaan als openluchtzwembad met bovenregionale aantrekkingskracht. Alles draait om de belangrijkste attractie: het bosmeer met een zoetwaterstrand en daarom heen horeca en andere attracties. Maar als de Gemeente Oosterhout de exploitatie in 1976 overneemt, gaat het mis als zij er in de jaren 80 een bungalowpark van wil maken. Na jaren van gehakketak tussen Staatsbosbeheer, de Gemeente Oosterhout en de omliggende gemeenten valt uiteindelijk het doek en wordt de zwemput teruggeven aan Moeder Natuur. Nu is van dit verleden niets meer zichtbaar en rest slechts de herinnering.
Tegen de klok in verloopt de route in de richting van de oude parkeerplaatsen aan de Suraeweg, waar eens het restaurant van Bosbad Surae heeft gelegen hoog op een duintop met uitzicht op het natuurbad. Nog voor de Burgemeester van Dijklaan nemen we het bospad naar rechts en komen achter langs het pompstation van Brabant Water N.V., die als exploitant in dit gebied uit 16 bronnen van 200 meter diep aan de Prise d'Eau Weg water oppompt. Zo staan we aan de Burgemeester van Dijklaan, die we naar links oversteken. Op de hoek met de Vijftig Bunderweg komen we langs de Vredeskapel, gebouwd in 1955 op initiatief van zuster R in Dorst en Molenschot en erg gewaardeerd vanwege haar grote inzet in de moeilijke oorlogsjaren. Bij haar afscheid oppert ze het een vredeskapel te bouwen. In 1955 wordt de Mariakapel plechtig ingezegend en als de kapel in de zestiger jaren in verval raakt, wordt deze in 1978 weer opgeknapt.
Hier vinden we ook de namen van de gesneuvelde Poolse soldaten die bij de bevrijding van Dorst op 29 oktober 1944 omgekomen zijn: Antoni Filipczyk, Léon Galube, Antoni Galuszka, Stafan Kurjanowicz, Albert Mazur, Andrzej Molik en Stanislaw Orzechowski. De vanuit Molenschot oprukkende Poolse operationele gevechtsgroep “Dragon” van het 10e Regiment Dragonders onder bevel van Kolonel Bohdan Artur Bernard Mincer ondersteund met Sherman tanks zijn gedurende 2 dagen in felle gevechten verwikkeld met de Duitsers alvorens Dorst te bevrijden. Zij dragen op 29 oktober 2014 ook door hun inzet een dag na die bevrijding van Dorst bij aan de bevrijding van Breda door de 1e Poolse Pantserdivisie onder bevel van Generaal Stanislaw Maczek.
Langs het Vredeskapeletje wandelen we de Vijftigbunderweg in om voorbij het laatste huis links af de doodlopende De Gors in te slaan tot aan de weilanden. De route gaart naar echts langs de bosrand. Alle zijpaden worden genegeerd en uiteindelijk komen we op een breed bospad uit, waar we links aanhouden en het mountainbikepad volgen tot aan het talud van de A27. Dit pad komt uit bij een voetgangerssluis in de bocht van de verharde Parallelweg. Het gaat rechtuit en langs de spoorbaan onder de viaduct van de A27 door. Zo bereiken we even verderop het Cadettenkamp, dat deel uitmaakt van de Teteringse bossen, die voornamelijk bestaan uit naaldhout met enig loofhout en heidepercelen. Het Cadettenkamp wordt zo genoemd omdat cadetten van de KMA er oefenen. Het fungeert nog steeds als militair oefenterrein. Het gebied bestaat uit heide met vliegdennen en zandverstuivingen en is omzoomd door eikenhakhout en grovedennenbos. Als de open vlakte van het Cadettenkamp zich aan onze rechterzijde opent, steken we hier dwars in noordelijke richting de zandvlakte over tot aan de bosrand met eikenhakhout bosjes. Door dit bosje komen we uit op het fietspad langs de Dongense Baan, dat later overgaat in de Kalbergse Weg. We wandelen in noordoostelijke richting en passeren allereerst aan onze rechterzijde het gebied dat op de topografische kaart staat vermeld als Galgeveld. Hier worden in de 17e eeuw na voltrekking van de doodstraf op de Grote Markt in Breda de lijken of alleen het hoofd te pronk gesteld ver van de bewoonde wereld op de grens van het rechtsgebied.
Aan het einde van de Kalbergse Weg gaat het zandpad over in een oude keienweg en komen we voorbij wandelknooppunt 62 aan de Tilburgse Baan langs de oostzijde van het bosgebied Kalix Berna. De naam is ontstaan als verbastering van de Bredanaar Pieter Jacob Calckberner, die in de jaren 1725-1729 ruim vijftig hectare heide in het grensgebied tussen Oosterhout en Teteringen gekocht heeft en het deels bebost. We vinden hier nog restanten van de drie ‘kogelvangers’ die in 1730 voor een legerkamp zijn opgeworpen waar meer dan 30.000 manschappen oefenen onder leiding van Stadhouder Willem V. Aangekomen op de Burgemeester Materlaan gaat de route meteen naar rechts over het viaduct van de A27 en wandelen we onder aan de oprit bij wandelknooppunt 62 naar links de Lange Dreef op. De route voert ons voorbij het golfterrein van de Oosterhoutse Golf Club. Aangekomen op de T-splitsing wandelen we naar rechts de Seterseweg in. We komen nu in het buurtschap Seters, een oude agrarische nederzetting die vermoedelijk al sinds de Middeleeuwen bestaat. De eeuwenlang bemest akkers hebben een bolle vorm en moeten zelfs met een eikenhakhoutwal tegen het oprukkende zand van de Seterse Heide worden beschermd.
Het Seterse boerenleven is lange tijd in trek bij vakantiegangers uit de Randstad waaraan diverse campings nu hun bestaan danken. Vandaag de dag worden de kleinschalige akkers met houtwallen, boekweit- en roggeteelt vanwege ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarde in ere hersteld.
Voorbij Camping De Eekhoorn verlaten we de Seterseweg en slaan linksaf de Setersedwarsstraat, die verderop naar rechts afbuigt en als zandpad op de Ketenbaan uitkomt. We steken de drukke weg over en komen in het bosgebied dat op de topografische kaart vermeld wordt als Achter de Keten. Hier hebben rond 1300 de houten paardenstallen van de Familie Van Duivenvoorde gestaan en dit gebied is in de jaren 1701 en 1732 ook het toneel geweest van grote militaire oefeningen. Voor het prikkeldraad gaat de route naar rechts over een breed bospad en we lopen door tot we een klaphek met wildrooster bereiken. Voor ons zien we opnieuw een Folly, in de kunstroute aangeduid als De Stal, gelegen tegenover de open ruimte van de leemputten. Op het eerste gezicht lijkt het een normaal gebouwtje, opgetrokken uit baksteen en bedekt met dakpannen. Maar als je beter kijkt zie je dat er met deze stal waar de Schotse Hooglanders beschutting zouden kunnen vinden, iets vreemds aan de hand is. Het ontwerp van Jeroen Doorenweerd is gebaseerd op het “omgekeerd perspectief”, zoals dat in iconen of kindertekeningen wordt gebruikt. De kijker wordt hierdoor als het ware voor de gek houdt, omdat het verdwijnpunt niet op de horizon ligt maar in de toeschouwer. Vanuit de stal heb je een prachtig uitzicht over de natuur, dat je als een omlijst schilderij kunt bekijken.
Vanaf hier kiezen we voor de route op de oostelijke oever van de Oude Leemputten en slaan linksaf tot we even verderop op de kruising van de Honderdbunderweg staan. Hier vinden we een gedenkplaquette voor de RAF Piloot Flight Sergeant Peter Ralph Attwooll. Hij maakt met zijn Spitfire MK XVI, RR 255, 9 NY deel uit van een sectie van het RAF 127 Squadron met Woensdrecht als thuisbasis, die op 29 december 1944 een beschieting uitvoert op gebied in Andel. Het toestel wordt in de radiator getroffen door Duits afweergeschut en Peter Ralph Attwooll maakt een geforceerde noodlanding in dit gebied, crasht en wordt ten gevolge van verbranding dood gevonden in zijn Spitfire. Zijn stoffelijk overschot wordt naar Breda overgebracht, waar hij tijdelijk wordt begraven en later op bet British War Cemetery van Bergen op Zoom zijn laatste rustplaats krijgt. Van hier wandelen we oostwaarts tot we voorbij de kruising met de Kurassiersweg linksaf slaan en op de parkeerplaats van Gasterij De Seterse Hoeve uitkomen. Het is uitstekende gelegenheid om te pauzeren en een kopje koffie te drinken. Na dit rustmoment pakken we de wandeling weer op en steken hier vanaf de parkeerplaats opnieuw de Ketenbaan over en komen door het bos op een bospad. Dat we naar rechts vervolgen ook met de bocht mee naar links. Dit bosgebied staat op de topografische kaart vermeld als Lange Dreef. .Aan het einde van dit pad komen we op het fietspad en volgen dit naar rechts om dan de Vijf Eikenweg te bereiken.
Hier steken we over en staan aan de zuidzijde van industrieterrein “Vijf Eiken” waar we onze route over de Plantagelaan met fietspad vervolgen. Al meteen komen we aan het al enige tijd in onbruik geraakte goederenspoorlijntje naar industrieterrein "Vijf Eiken" aan de zuidkant van Oosterhout. Het is helemaal overwoekerd en houdt hier plotseling op. Er is in het verleden nog wel eens voorgesteld om deze spoorlijn voor reizigersvervoer in gebruik te nemen, maar de kans dat er daadwerkelijk personentreinen gaan rijden is allang verleden tijd. Wat rest zijn nog sporadische relicten in het landschap. We komen nu het gebied dat op de topografische kaart staat vermeld als Steenblik, dat deel uitmaakt van wat in de volksmond algemeen bekend is als de Duiventoren, wat een verbastering zou zijn van “Van Duivenvoorde”, Graven van de Heerlijkheid Oosterhout van wie Willem van Duivenvoorde (1290 -1353) de meest bekende is. Bij de eerste gelegenheid bij wandelknooppunt 12 gaat de route naar rechts en komen even verder bij wandelknooppunt 10 op het asfalt van de Steenbliklaan, waar we linksaf slaan. Zo bereiken we een open weidegebied midden in Steenblik en gaan op de noordoostzijde naar rechts bij wandelknooppunt 13, waar blijven het asfalt volgen ook met de bocht naar links.
Aan onze linkerzijde passeren we een ringgracht, die midden in het bos ligt. Het oogt als een vesting zonder hart. Dat hart zou, volgens de verhalen, het Middeleeuwse Kasteel van Margaretha van Duivenvoorde zijn geweest. Het klinkt wel romantisch, maar niemand weet of dit verhaal op waarheid berust. Het adellijk geslacht Van Duivenvoorde is in die tijd wel de bezitter geweest van deze grond. Nu staat er sinds 2004 een kunstwerk, Colombier genaamd van de Gentse architecten Robbrecht & Daem. De muren van de Colombier of duiventoren bestaan uit gestapelde blokken van Pietra Grigia di Vicenze, een kalkzandsteen met een heel natuurlijke uitstraling. Dit stapelen van materialen is een oud gebaar in het zoeken naar beschutting. Het vraagt een zeker geduld en een traagheid die eigen is aan het bos en de bomen. De manier waarop de blokken gestapeld zijn, sluit vlakke, strakke muren uit. Overal ontstaan hoeken en kantjes waarop de vogels kunnen zitten en nesten bouwen. In dit weefsel van blokken zijn gaten gemaakt waardoor de vogels in- en uitvliegen. De Colombier is zeer zelfstandig ingeplant in het landschap en staat als een totempaal in zijn omgeving.
Hier op de hoek staat ook wandelknooppunt 17, waar we naar rechts de richting kiezen naar wandelknooppunt 43. De route voert door het bos zuidoostwaarts. Het opengebied aan onze rechterhand staat bekend als Het Moerken, een drassig terrein omdat hier van 1600-1800 turf is gewonnen. Op de T-splitsing volgen we het asfalt naar links en komen we op de drukke Dongense Weg. Nog even doorstappen in de richting van Rijen en dan bereiken we bij Restaurant Spijs en IJs het eindpunt van de rondwandeling door Boswachterij Dorst.
Charles Aerssens
18 oktober 2014
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 18-10-2014 door C.P.J. Aerssens