Als we aan het einde van de wandeldag in de omgeving van Chaam besluiten om de draad van het Hertogenpad weer op te nemen, spreken we meteen af om als datum woensdag 23 april vast te leggen. Het is immers al bijna twee jaar geleden dat we voor het laatst een traject van deze LAW13 gelopen hebben. Dan is er Peter nog bij. Charles zal zich over het traject van Stippelbergen naar Griendtsveen buigen. Er volgt mail-verkeer over en weer en de logistiek lijkt voor enige problemen te gaan zorgen, maar wordt door Charles opgelost. Wil heeft al op voorhand laten weten dat de algemene leden vergadering van de KBO-Loon op Zand absolute voorrang voor hem betekent en Arie heeft weinig interesse in een wandeling-in- lijn. Met twee auto’s zullen we dus op pad gaan.
Voor woensdag 23 april is afgesproken elkaar te treffen op de parkeerplaats bij CaféDe Morgenstond in het centrum van Griendtsveen. Dit betekent dat iedereen vroeg uit de veren is en rond de klok van 7.30 uur in de auto stapt. Vanuit Loon op Zand is Hans chauffeur van dienst en vanuit Breda heeft Karst die taak op zich genomen. Zonder noemenswaardig oponthoud onderweg arriveert iedereen om 9.00 uur op de afgesproken plek. Even controleren of alle bagage in de juiste auto is overgeladen. De auto van Hans blijft immers in Griendsveen en Karst rijdt het gezelschap naar het vertrekpunt in De Mortel. Hiervoor heeft Charles naar het bedrijf Elco Gemert B.V. aan de Doctor de Quayweg 101 gebeld of we er één auto kunnen parkeren. Geen probleem en dus daarheen gereden!
Hiervandaan vertrekt de dagwandeling van het Hertogenpad eerst naar de kruising van de Dr. De Quay Weg met de Fazantweg. De Fazantweg wordt nu gevolgd over het brede zandpad en we passeren bij de Zwart Waterweg wandelknooppunt 95. Iets meer dan een kilometer scheidt ons nog van Landgoed Stippelberg. Net voorbij de T-splitsing met de Zwarte Waterweg is aan de linkerzijde nog een opmerkelijke plek, die alles te maken heeft met de crash van de Lancaster OL-Y NE165 van het 83 Squadron RAF (T5266), die hier op 21 februari 1945 omstreeks 21.11 uur met zijn 8-koppige bemanning vlakbij de Gertrudahoeve aan de Burgemeester Wijtvlietlaan, de N277, is neergestort na onderschept te zijn bij de aanval van de Duitse nachtjager de Messerschmitt Bf-110 van Major Heinz-Wolfgang Schnaufer (1922-1950), bevelvoerder van Nachtjagdgeschwader 4 en de meest succesvolle Duitse jachtvlieger in WOII met 121 neergehaalde geallieerde toestellen. Schnaufer haalt op deze dag totaal 9 geallieerde toestellen neer, waarvan er 7 in een tijdsbestek van een half uur rond de klok van 21.00 uur. Hij keert ongeschonden terug naar zijn uitvalsbasis in Gühterslo.
De Lancaster OL-Y NE165 van het 83 Squadron RAF is opgestegen van de RAF basis Conningsbyl/Lincolnshire om 17.07 uur voor een raid op het Mittel-Landkanal bij Gravenhorst en wordt gevlogen door de basiscommandant Captain Anthony Caron Evans-Evans. Voor een militair met zijn rang en positie is de deelname aan een operationele vlucht ongebruikelijk, maar hij kan daardoor wel zelf zijn bemanning uitkiezen. Het zijn navigator Squadron Leader William Geoffrey Wishart, boordmecanicien Flying Officer Sidney Marsh, radiotelegrafist Flight Sergeant Richard James Takle, bommenrichter Flight Lieutenant William Cross Fitch, boordschutter Flying Officer Clifford Coombes, assistent navigator-bommenrichter Flying Officer Desmond A.J.W. Ball en de Australische staartschutter Pilot Officer Eddie Hansen. Alleen Flight Officer E.H. Eddie Hansen overleeft gewond de crash, want als staartschutter kan hij met de parachute het brandende toestel verlaten en eenmaal dizzy en gewond op de grond verstopt hij zich in de bossen, totdat zijn redder Toon Verkampen hem hier vlakbij de Fazantweg naar een boerderij brengt en overdraagt aan de Britse troepen. De overige omgekomen bemanningsleden van de Lancaster OL-Y NE165 zijn begraven op het oorlogskerkhof in Mierlo, waar 664 soldaten van het Britse Gemenebest hun laatste rustplaats hebben gekregen.
Aangekomen op de splitsing van de Fazantweg met Langs de Palen betreden we bij wandelknooppunt 70 Landgoed Stippelberg, waar de route bij het bord “Natuurmonumenten Stippelberg” rechtsaf gaat. Het Landgoed de Stippelberg is een afwisselend gebied met loof- en naaldbomen, zandverstuivingen en heide. De rechte lanen van statige eiken en beuken verraden dat de Stippelberg een landgoed is geweest. Eind 19e eeuw bestaat de Stippelberg bijna volledig uit heide. Tussen 1893 en 1935 wordt het gebied door de Heidemaatschappij ontgonnen. Het bedrijf plant er onder meer Douglasspar en Japanse lariks. In het westen liggen oude stuifduinen als ’stippels’ in het landschap. Landgoed de Stippelberg is genoemd naar deze stuifduintjes. Ze zijn door de jaren heen begroeid met naaldbomen, vooral met de grove den. Op een enkele heuvel is nog de jeneverbes te vinden. De heuveltjes liggen aan het einde van wat eens een zandverstuiving was. Het droge zand ontmoet hier het nattere zand dat op de Peelhorst ligt. Bij dit natte, hooggelegen deel stuift het zand niet verder en blijft liggen. Het landgoed de Stippelberg is vanaf 1994 eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten. Het vormt, samen met de natuurterreinen van de omliggende gemeenten, een van de grootste aaneengesloten bosgebieden in Nederland.
Houtproductie was in het verleden het hoofddoel van dit natuurgebied. Nu maakt Natuurmonumenten van het gebied een gevarieerd bos met aan de oostzijde heide. Natuurmonumenten vindt de productie van hout minder belangrijk dan de waarde van hout voor de natuur. Afgewaaide takken en omgevallen bomen blijven daarom liggen. Mossen en paddestoelen kunnen hun gang gaan en een specht heeft zo nestmogelijkheden. Soms worden bomen bewust weggehaald om meer licht op de bodem te krijgen. Daardoor kan aantrekkelijke ondergroei en natuurlijke verjonging ontstaan. Het landgoed de Stippelberg is van groot belang voor roofvogels zoals havik, wespendief, buizerd en boomvalk. Ook andere vogels hebben hier hun thuis, zoals de boomleeuwerik, zwarte specht, appelvink en geelgors. De zeldzame levendbarende hagedis komt er voor en van de zoogdieren zijn de vos en ree de bekendste soorten. In de oude laanbomen wonen vleermuizen die overwinteren in een speciaal voor hen omgebouwde bunker in het oosten.
We volgen de roodwitte markering van wat oorspronkelijk het Peellandpad is geweest en nu Hertogenpad geworden is. Deze oude wandelroute van ’s Hertogenbosch naar Roermond loopt hier door het hart van de grote ongerepte gebieden van Deurnese Peel, Mariapeel en Groote Peel. Wij vervolgen vanaf hier naar links en in zuidoostelijke richting de markeringen die gedeeltelijk parallel verlopen met de groengele markering van het wandelroutenetwerk. Nu eens niet de rechte lanen van Landgoed de Stippelberg, maar een pad dat kronkelend haar zoekt. Zo komen we langs een van de vele poelen in het gebied waar amfibiesoorten als de poelkikker en de vinpootsalamander voorkomen, tot we bij wandelknooppunt 34 aan de Kruisberglaan/Stippelberg uitkomen. Hier is een bushalte en er staat een boswachterswoning met rood-witte luiken. We steken de drukke doorgaande weg van Milheeze naar De Rips en wandelen verder over de Ledeboerlaan. Het informatiebord van Natuurmonumenten geeft aan dat we hier op de Peelrandbreuk staan. Deze, door twee schuivende aardlagen ontstane breuk, vormt de grens tussen de hooggelegen natte Peelhorst en de lager gelegen drogere Centrale Slenk. De Peelrandbreuk is in het gebied terug te vinden door bijvoorbeeld goed op de waterstand in de sloten te letten. Op twee plaatsen zijn met informatiepaneeltjes aangegeven waar en hoe een sloot plotseling diep in het landschap snijdt. Op een andere plaats is de breuk te zien door de glooiing van het terrein. Het hoogteverschil is niet spectaculair groot. Het is weliswaar bijna vier meter, maar is door de jaren heen minder duidelijk geworden door verstuiving en erosie.
Waar het landschap zich naar het noorden opent krijgen we zicht op het Landhuis Stippelberg, gelegen in het gebied dat oorspronkelijk deel uitmaakt van het uitgestrekte heidegebied in de Peel. In 1884 koopt de Amsterdamse Katholieke advocaat en notaris Walther Simon Joseph van Waterschoot van der Gracht (1845-1921) dit gebied en laat dit tot bos en landbouwgrond ontginnen door de Nederlandse Heidemaatschappij. In 1893 koopt Abraham Hendrik Ledeboer (1871-1948), een groot stuk grond en bouwt daarop Villa Ledeboer als zomerhuis. In de periode van 1890 tot 1950 wordt veel productiebos aangeplant, voornamelijk bestaande uit Grove Den en Amerikaanse Eik. Het gebied wordt intensief gebruikt voor de jacht. In 1993 wordt het gebied grotendeels verkocht aan Vereniging Natuurmonumenten, maar het landhuis aan de Ledeboerlaan blijft in particulier bezit. Het brede bospad van de Ledeboerlaan gaat voorbij Villa Ledeboer over in de Kromme Weg dat slingerend zijn weg zoekt in zuidoostelijke richting. Zo bereiken we in het oostelijk deel van Landgoed Stippelberg met nog enkele restanten heide, waarop Schotse Hooglanders grazen om de hei in stand te houden en te voorkomen dat alle heide verdwijnt.
Hier vinden we een uitstekend plekje om een eerste pauze in te lassen en is er tijd voor een hapje en een drankje. Daarna gaan we verder en door het toegangshek betreden we het complex van het heide- en veenrelict, een overblijfsel van het oorspronkelijke Peellandschap en als zodanig ook cultuurhistorisch waardevol. In de 14e eeuw is dit natuurgebiedje van 25 hectare ontstaan nadat hier turven ofwel klotten als brandstof zijn gestoken uit de met veen begroeide laagte. We zien dat een deel van het gebied nat en laag is en een deel van het gebied hoog en droog. Door deze afwisseling kunnen hier veel verschillende plantensoorten groeien, zoals koningsvarens. Ook een hoogteverschil van vier meter zorgt voor variatie in de begroeiing. Ook over deze heide volgen we de rood-witte markering van het Hertogenpad via de Oud Bakelse Dijk, die ons naar de drukke Peeldijk brengt, die we door twee klaphekjes en over het bruggetje van de Snelle Loop bereiken. We slaan bij wandelknooppunt 19 rechtsaf en wandelen tot aan het punt waar een fietspad naar rechts afbuigt. Langs een bankje volgen we het fietspad en komen verderop langs de Wethouder Slitsvijver, het viswater van H.S.V. De Middenpeel. Voorbij deze visvijver blijven we over het fietspad langs de Snelle Loop wandelen. Daar waar het stroompje naar rechts afbuigt gaat onze route nog even rechtdoor. Op de eerste afsplitsing bij wandelknooppunt 12 buigt het Hertogenpad naar links richting Peeldijk.
De Peeldijk steken we over en vervolgen het zandpad. Waar dit pad naar rechts afbuigt hebben we voor ons nog zicht op de start- en landingsbaan van de voormalige Luchtmachtbasis De Peel, die na 29 maart 2012 is overgegaan als de Luitenant-Generaal Bestkazerne, vernoemd naar Luitenant-Generaal Petrus Wilhelmus Best (1881-1960). Nu is hier op de kazerne het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando van het CLAS gehuisvest en er zijn ongeveer 850 mensen werkzaam. De voormalige vliegbasis is in 1954 aangelegd met 1 startbaan en 1 parallelbaan. Vanaf 1973 worden hier vliegtuigshelters en bijbehorende infrastructuur gebouwd en dient tot 1985 als uitwijkhaven voor het 306 squadron van de Koninklijke Luchtmacht. Hiervoor wordt een speciaal versterkte bunker gebouwd waarin de ontwikkelapparatuur van twee mobiele foto processing units is ondergebracht. In 1993 wordt het vliegveld buiten gebruik gesteld en wordt er de Groep Geleide Wapens De Peel met Hawk en Patriot luchtdoelraketten gestationeerd. Verder op de route bereiken we rechtsaf op de Oude Kerkbaan wandelknooppunt 47 en slaan hier linksaf de Staartweg in. Zo komen we aan de Kaweische Loop, een gekanaliseerde zijbeek van de Bakelse Aa en genoemd naar het buurtschap Kaweide dat ten zuiden van Milheeze ligt. Deze Kaweische Loop vormt de grens tussen de Gemeenten Gemert-Bakel en Deurne en zorgt voor de ontwatering van de voormalige Vliegbasis De Peel, westelijk van het verderop gelegen Defensiekanaal op de grens van Noord-Brabant en Limburg.
Aangekomen op de kruising volgen we de rood-witte markering naar links, die ons eerst langs de noordzijde van de Deurnese Peel en door natuurgebied De Bult voert, een natuurgebied van 120 hectare op de grens van Brabant en Limburg. Het gebied is eigendom van Staatsbosbeheer en vormt een apart gelegen onderdeel en restant van de veel grotere verderop gelegen Deurnese Peel, dat overgebleven is na ontginningen. Het terrein bestaat uit hoogveenrestanten, berkenbos, droge en vochtige heide. Hier en daar herstelt zich een deel van de oorspronkelijke begroeiing door een verbeterde waterhuishouding. Zo vindt men er weer Veenmossen, Veenpluis en Zonnedauw. Met de bocht naar rechts verlaten we De Bult en komen aan de Kraaienhut en de drukke verkeersweg. Net voor deze N270 van Deurne naar Venray lassen we een tweede rustpauze in om daarna even naar links onze route te vervolgen. Opvallend is hier “oude” grenspaal met informatiebord over de historie van de Peellimieten. In 1716 is na veel grensincidenten bij het Traktaat van Venlo de toenmalige landsgrens tussen de Nederlandse Staat en Koninkrijk Pruisen definitief vastgesteld en zichtbaar gemaakt in de Peel middels grenspalen. Zo ook dat deze grenspaal op het westelijk puntje van de oude zandheuvel de Grotenberg moet komen om zo de grens tussen Brabant en Gelre aan te geven. Het is ook de plek waar aan het einde van de 80-jarige oorlog, als in Brabant alle katholieke erediensten verboden worden, een grenskapel als schuilkerk heeft gestaan tussen 1649 en 1678. De kapel van de Grotenberg heeft na 1672 geen dienst meer gedaan. In 1716 wordt bepaald dat de Grotenberg vrijwel geheel binnen Pruisen komt te liggen. Deze grenspaal draagt aan de Brabantse kant: “Brabantia” en aan de Limburgse zijde de inscriptie: “Geldria”.
We komen nu in de Provincie Limburg en kiezen bij het Defensiekanaal aangekomen voor de groengele markering naar rechts, waarbij we onze dagwandeling op de westelijke oever van deze vaart voortzetten. Het Hertogenpad volgt hier de Peel-Raamstelling, een verdedigingslinie die in 1939 is aangelegd door het Nederlandse leger met een vertragend effect tegen een mogelijke inval door de Duitsers. Hier in de Peel op de grens van Brabant en Limburg is als onderdeel van de Peel-Raamstelling door het graven van het Defensiekanaal als anti-tank gracht een kunstmatige barrière aangelegd, waarbij kazematten, prikkeldraadversperringen en vrije schootsvelden onderdeel zijn van die verdedigingslinie. De kazematten staan hier op zo'n 200 meter van elkaar, soms zelfs op kortere afstand met als verdediging door het Nederlandse leger de Peeldivisie, bestaande uit zes bataljons infanterie en een verouderde afdeling lichte artillerie en nog mijnenvelden, loopgravenstellingen, commandoposten en afwachtingsdekkingen. Nadat op 10 mei 1940 op de eerste Nederlandse oorlogsdag de Peel-Raamstelling is gevallen, blijft deze voor het overgrote deel vrijwel intact en is op dit traject van het Hertogenpad ook nu nog zeer goed herkenbaar in het landschap zoals hier tussen de Heidsche Peel en Griendtsveen.
Langs het Defensiekanaal komen we op een groot aantal plekken langs de restanten van kazematten, oorlogsmonumenten waar de vleermuizen een onderdak gevonden hebben. We passeren wandelknooppunt 59 aan de Zeilbergseweg en komen aan het einde bij de Ysselsteinseweg langs nog een relict van de historische Peellimieten: de Zerkenpaal, een grenspaal die in het Tractaat van Venlo uit 1716 helemaal niet wordt vermeld en pas geplaatst is na 1815 als de twee dorpen Horst en Sevenum een zelfstandige gemeente worden en in het kader van de invoering van het Kadaster de toenmalige grens tussen Venray en Horst gemarkeerd wordt. De brede zware steen, plat van vorm, is bij de huidige reconstructie van de wegen als grensmarkering enkele meters naar het westen verlegd. Voor ons ligt de spoorlijn van Eindhoven naar Venlo, aangelegd in 1866 en van groot belang bij de ontginning van het veengebied de Peel. Aannemer van deze spoorlijn is Jan van de Griendt (1804-1882), een koopman uit Den Bosch. Hij is in 1853 een van de oprichters van de "Maatschappij tot ontginning en vervening van de Peel", later omgedoopt in "Maatschappij Helenaveen". Jan van de Griendt sticht het zuidelijk gelegen dorp Helenaveen en zijn zoons Jozef en Eduard zetten zijn werk voort en stichten het dorp Griendtsveen, dat we nu binnenwandelen.
Hiervoor moeten we eerst de spoorlijn van Eindhoven naar Venlo oversteken en naar links gaan waar het Defensiekanaal samenvloeit met de oude turfvaarten van de Helenavaart en het Kanaal van Deurne. Naar rechts komen we over de Helenaveenseweg naar de dorpskern van Griendtsveen, dat rond 1885 is gesticht en nauw verweven is met de ontginning van de Peel. Na een paar honderd meter komen aan bij de kerk van Griendtsveen, gebouwd in 1895 naar een ontwerp van architect Hubert van Groenendael (1868-1942), leerling van de befaamde architect Pierre Cuypers (1827-1921) uit Roermond en toegewijd aan de H. Barbara, patrones van de mijnwerkers en turfstekers. We zijn hier in de dorpskern van Griendtsveen waar rond 1900 op initiatief van Eduard van der Griendt (1857-1935) fabrieken en huizen, ontworpen door de architect Louis Kooken (1867-1940), gemeentearchitect van Eindhoven gebouwd worden voor de turfstekersgemeenschap. Als na verloop van tijd hier alle veen afgegraven is, krijgt het dorp een woonfunctie. Het is wellicht het enige dorp in Limburg dat nooit een agrarische functie heeft gehad. In 1956 komt er een einde aan het alleenbezit door de "Maatschappij Helenaveen" van de Familie Van de Griendt en is de ontginning van de Peel ten einde. Over de ophaalbrug bij Café De Morgenstond, het bruisend dorpshart van Griendtsveen, eindigt deze dagetappe van het Hertogenpad. We strijken neer op het drukke terras en genieten na van deze prachtige wandeldag onder het genot van een pilsje en de bitterballen. We koemn tot de conclussie ook de volgende keer opnieuw een etappe van het Hertogenpad te plannen.
Op de terugweg naar de Doctor de Quayweg 101om er de auto van Karst op te halen besluiten we om een bezoek aan de Deutscher Soldatenfriedhof Ysselsteyn in de onmiddellijke nabijheid van Griendtsveen te brengen. Hier ligt de grootste militaire begraafplaats ter wereld. Het is de Deutscher Soldatenfriedhof Ysselsteyn en het enige Duitse Oorlogskerkhof in Nederland. Hier liggen 85 gesneuvelde Duitse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog en 31.585 uit het Tweede Wereldoorlog op in totaal 17 hectare. Het zijn Duitse soldaten die in Nederland, zoals bij Operation Market Garden en in de laatste oorlogsmaanden van WOII in het Hürtgenwald onder Aken of tijdens het Ardennen Offensief zijn omgekomen. Voor iedere gesneuvelde militair is een kruis geplaatst met daarop naam, grafligging, geboorte- en sterfdatum en rang indien bekend. Er zijn ongeveer 5000 onbekende militairen begraven met hun kruizen: Ein Deutscher Soldat. Jarenlang heeft er een taboe gerust op een bezoek van landgenoten aan deze Kriegesgräberstätte. Nu durven we hier toch openlijk een bezoek te brengen en met andere gedachten rond te lopen.
Op 15 oktober 1946 is op initiatief van de Nederlandse regering begonnen met de aanleg van de Deutscher Soldatenfriedhof Ysselsteyn in de Peel. Bijzonder vermeldenswaard is hierbij vanaf 1948 de toegewijde inzet en beheer van de Kapitein Lodewijk Johannes Timmermans (1916-1995), die nog tijdens WOII voor Nederland tegen de Duitse militairen heeft gestreden. Gewond in 1945 bij het demonteren van een mijn, komt hij in een Canadees lazaret naast een gewonde Duitse militair te liggen. Onvermijdelijk zijn er dialogen tussen de twee en het wordt beiden duidelijk dat vele vooroordelen die ze van elkaar hebben, niet juist zijn. Dat ook veel jonge Duitse militairen niet vrijwillig het Duitse leger zijn ingegaan. Kapitein Timmermans beheert het Duitse Oorlogsbegraafplaats 28 jaar. Hij legt oorlogsgraven aan, verzorgt ze, identificeert doden, leidt bezoekersgroepen rond en informeert nabestaanden. Ook is hij betrokken bij het jeugdwerk en draagt zo door zijn werk voor de Nederlandse-Duitse verzoening na de Tweede Wereldoorlog bij begrip en integratie.
Na het indrukwekkende bezoek aan dit Duits Oorlogskerkhof rijden we via IJselsteijn naar het vertrekpunt van deze wandeldag. We nemen afscheid van elkaar en gaan huiswaarts om de volgende keer opnieuw een etappe van het Hertogenpad te wandelen. Charles zal een datum prikken in de tweede helft van mei en iedereen zo snel mogelijk op de hoogte brengen. Paul en Arie zullen zeker niet van de partij zijn omdat zij dan een tijdje op vakantie zijn in het buitenland.
Charles Aerssens
30 april 2014
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 30-04-2014 door C.P.J. Aerssens