Na afloop van de laatste wandeling heeft Charles het voorstel geopperd om op pad te gaan in het beekdal van de Oude Leij en de aangrenzende landgoederen. In het verleden hebben we op verschillende wandeltochten het gebied tussen Riel, Alphen en Goirle al aangedaan, maar de route die nu in de planning ligt, is duidelijk anders. Zo zal de rondwandeling van 25 september ons vanuit Riel door het Riels Laag met het beekdal van de Oude Leij via het buurtschap Looienhoek over de Brakelse Heide naar Landgoed De Hoevens voeren. Vanaf de Goorstraat gaat de route vervolgens langs de zuidzijde van Landgoed Het Ooievaarsnest richting Belgische grens bij het buurtschap Aarle om dan noordwaarts door te steken langs het Halve maan ven en vogelkijkhut Tapsmoer naar de Regte Heide. Dit uitgestrekte heidegebied doorkruisen we langs de verschillende grafheuvels om dan terug te keren naar het startpunt aan de Rielsedijk.
Op de mail die rondgestuurd wordt en definitief de datum is afgesproken van 25 september, krijgt Charles 4 reacties: Arie, Wil, Hans en Karst zullen van de partij zijn. Harry heeft al enige tijd eerder aangegeven voor een paar maanden naar India te zullen vertrekken om er vrijwilligerswerk te gaan doen. Hij zal ons op afstand blijven volgen. Woensdag 25 september melden zich om 8.30 uur Arie, Wil en Hans bij Charles om vanaf de Andromeda te vertrekken naar de Rielsedijk in Riel. Karst kom in zijn eentje vanuit Breda en is als eerste op de Rielsedijk, waar hij de wandelaars uit Loon op Zand al opwacht. Nog even doorrijden naar de parkeerplaats aan de Rielsedijk ongeveer een kilometer buiten Riel in de richting van Goirle. Dan kunnen de wandelschoenen aan en zijn we klaar voor vertrek.
We kiezen voor het brede bospad dat in zuidelijke richting loopt lang het bosgebied dat op de topografische kaart vermeld staat als Aesvoorde. De naam ‘voorde’ verwijst altijd naar een doorwaadbare plaats in een beek of riviertje, in dit geval de Oude Leij. Ook de verderop gelegen Aesvoirtsedijk herinnert aan zo’n plek. De oudste vermelding van de Aesvoirt stamt uit 1295 en doet vermoeden dat de Oude Leij, toen nog Aa geheten, in eerdere tijden aanzienlijk groter en breder moet zijn geweest. Aangekomen bij de eerste gelegenheid om naar rechts te gaan, pikken we de groengele markering van het wandelroutenetwerk op en bereiken even verderop wandelknooppunt 28. Hier wandelen we naar rechts tot aan wandelknooppunt 32 over de Aesvoortsedijk. Dit zandpad verbindt Riel met het goed 1 kilometer zuidelijker gelegen Riels Hoefke. We bevinden ons hier op een zeldzame overgang van de hoge droge, voedselarme zandgronden van de Regte Heide met het voedselrijke vochtige lagere beekdal uitgeslepen door de Oude Leij.
Deze overgang van de Regte Heide naar het beekdal van de Oude Leij, wordt het Riels Laag genoemd en is nu grotendeels eigendom van het Brabants Landschap, dat hier alles in het werk stelt om de oorspronkelijke natuurwaarden te herstellen. Door stuwing en verondieping is het Riels Laag het hele jaar door nat, wat steltlopers en moerasvogels lokt: zomertaling, slobeend, grutto en kievit broeden er. Het bijzondere van het Riels Laag is dat het beekdal over een lengte van 3 kilometer direct grenst aan de Regte Heide, wat een voor Brabantse begrippen spectaculair hoogteverschil oplevert. Door ontginning, ruilverkaveling en landinrichting zijn dergelijke 'gradiënten' of natuurlijke overgangen nog maar op enkele plaatsen in Nederland aanwezig. Niet alleen landschappelijk, ook cultuurhistorisch is deze contactzone van groot belang.
Hier bij wandelknooppunt 32 gaat de route naar links met een ruime boog rond dit Riels Laag. We passeren een drietal hardstenen kubussen, die onderdeel uitmaken van een groot aantal poosplaatsen in het grensgebied met België, waar natuur en poëzie worden samengebracht. Op deze arduinen zitelementen wordt hier de winter van de maanden december, januari en februari poëtisch verwoord in korte gedichten van Pien Storm-van Leeuwen, Jace van de Ven en Ben Verschuren. Langs het Riels Laag verlaten we naar rechts het beekdal van de Oude Leij en komen door het open landschap aan de Oude Tilburgse Baan, de vroegere verbinding van Tilburg via Hoogstraten naar Antwerpen, die we oversteken om het buurtschap Looienhoek te bereiken. Naar links door de Koestraat komen we voorbij wandelknooppunt 23 op een viersprong, waar we even naar rechts gaan om dan direct schuin links een breed onverhard pad, de Berkendreef, langs de bosrand te volgen. Dit bosgebied heet de Brakelsche Heide, een particulier landgoed van 45 hectare, dat gelegen is ten zuiden van Riel. Het gebied sluit in het oosten aan op het dal van de Leij met het Riels Laag en dankt zijn naam aan het ten noorden ervan gelegen oude buurtschap Brakel, waarvan de bewoners vroeger de heide benutten. Het gebied behoort tot 1798 tot de Hoeve ter Braken, eigendom van de Abdij van Tongerlo. Het voormalig heidegebied is tegenwoordig beplant met naaldhout, Amerikaanse eik en rododendron. Eigenaar is de Familie Van Lith de Jeude.
Op de Berkendreef nemen we de eerste mogelijkheid naar rechts met zicht op een beukenlaantje. Het bospad volgend gaan we op de kruising naar links en volgen hier de groengele markering van het wandelroutenetwerk tot bijna aan wandelknooppunt 25, opnieuw op de Berkendreef. Maar net voor dit knooppunt slaan we rechtsaf en volgen het bospad links en rechts aanhoudend tot we de zuidzijde van de Brakelsche Heide bereiken, waar we westwaarts de route voortzetten. Op dit punt ligt naar het oosten verscholen in het bos het voor de oorlog gebouwde "Het Muldersnest", een landhuis dat eigendom is geweest van Professor Anthonie Nicolaas Molenaar (1888-1958), lid van de Eerste Kamer. Aan onze linkerzijde heeft hier tot aan het einde van WOII het buurtschap Leeuwerkeneik gelegen. De archieven laten zien dat de Leeuwerkeneik op 26 februari 1295 aan de Abdij van Tongerlo is gekomen. Zo ligt hier al in 1220 de Achterste Hoef, een versterkte Frankische hoeve, omgeven door een gracht en gebouwd op een terp idyllisch onder de hoge linden. Het is ook hier dat Pastoor Willem J.C. Binck bij onderzoek van de ruïnes van de hoef na de oorlog drie tot vier lemen vloeren boven elkaar gevonden heeft. Eigenlijk gaat het om drie woningen. Bij de Achterste Hoeve hoort namelijk een zogenaamd “laathuis” voor de meesterknecht. De derde woning is van latere datum. De boerderijen onder de hoge lindebomen, een complex zó stil, zó eenzaam, zó contemplatief, dat de geest er nooit meer van is losgekomen, komen tragisch aan hun einde. Tijdens WOII hebben de Duitsers de Leeuwerkeneik uitgekozen als afwerpgebied van niet gebruikte bommen. Voor Engeland bestemde vliegtuigen, die hun doel om een of andere reden niet kunnen bereiken en naar hun startbasis te Gilze-Rijen terugkeren, krijgen de order vóór de landing zich boven de Leeuwerkeneik van hun bommenlast te bevrijden en deze tot ontploffing te brengen. De aloude Achterste Hoeve wordt vernield en de bewoners van het stille paradijs van de Leeuwerkeneik de families Jan Smits, Adrianus Timmermans en Nico Kilsdonk vinden nog slechts één troosteloze ruïne na de oorlog van het hele complex van de Leeuwerkeneik. Geen steen is er nog van over en de reuzenlindebomen zijn verdwenen.
Als de Brakelsche Heide achter ons laten en het landschap zich opent, staan we aan het coulissemlandschap van Landgoed De Hoevens, een oud cultuurland met een afwisseling van bolle akkers, houtwallen en bospercelen waar lanen van zomereik, beuk en robinia het gebied doorsnijden. We volgen de onverharde Kruisbaan, die we westelijke begrenzing vormt van dit 190 hectare grote landgoed, dat deel uitmaakt van een uitgestrekt natuurgebied langs de Belgische grens. Landgoed De Hoevens, dat niet toegankelijk is voor publiek, kent een bewogen geschiedenis. In 709 komen de gronden uit een schenking in het bezit van St. Willibrordus die ze in 736 overdraagt aan de Abdij van Echternach. In die tijd zullen er al enkele "Hoevens" hebben gestaan. In 1175 gaat het bezit over naar de Abdij van Tongerlo die het tot 1798 beheert. Van de vijf hoeven uit die tijd bestaan er nog twee: de Nieuwelandse Hoeve uit 1205 en nog in vrij oorspronkelijke staat verkerende Grote Hoeve, gebouwd begin 16e eeuw. De andere, zoals de eerder genoemde Achterste Hoeve, vallen in 1943 ten prooi aan oorlogsgeweld of, om economische redenen aan de sloophamer. Na de inlijving van Brabant bij het Franse keizerrijk worden de gronden geconfisqueerd en aan particulieren verkocht. In 1919 kopen de Tilburgse textielfabrikanten Henri en Joseph Blomjous het landgoed aan als jachtgebied. In 1920 bouwt de bekende Tilburgse architect Jan van der Valk een fraaie jachtkamer aan de Grote Hoef. Het landgoed is nu eigendom van de familie Van de Lande-Vogels, kleindochter van de familie Blomjous.
Landgoed De Hoevens onderhoud een goede samenwerking met de Stichting Brabants Landschap, waardoor de natuur- en landschapswaarden met het patroon van akkers en weilanden, omzoomd door eeuwenoude dreven en houtwallen en bloemrijke akkerranden de laatste jaren vergroot zijn door de ontwikkeling van nieuwe natuur zoals de omvorming van bouwland tot nieuw bos en de aanleg van nieuwe houtwallen, lanen en kikkerpoelen. Ook de aanleg van een Natuurbegraafplaats maakt hiervan deel uit. Zo toont De Hoevens in de afwisselende entourage van bossen, heidevelden en akkerland een heel eigen gezicht in het oude cultuurlandschap, overeenkomstig de vroegste kaarten uit 1745. Door het uiterlijke beheer vinden we hier nu bijzondere planten en is het landgoed in trek bij wild.
Over de Kruisbaan naar het zuiden wandelend komen we langs de Natuurbegraafplaats De Hoevens, die in verschillende landschapssferen een laatste rustplaats biedt. We bereiken de viersprong van Kruisbaan met Schellestraat, Boslust en Goorstraat bij Wandelknooppunt 95. Hier bij het informatiebord vervolgen we onze wandeling naar links over de Goorstraat, een brede onverharde weg die vanuit Alphen langs Landgoed De Hoevens en het verderop gelegen Landgoed Het Ooievaartsnest oostwaarts naar Goirle loopt. We passeren de Hoeve Nuweleynde ofwel de Nieuwelandse Hoeve, de oudste boerderij van Alphen. Zij wordt al genoemd in akten uit het jaar 1212, waarin Godfried II op de begrafenis van zijn vader de Hoeve Nuweleynde te Alphen schenkt aan de Abdij van Tongerlo. Andere geschiedkundige feiten vertellen dat Maarten van Rossum hier op de Nieuwelandse Hoef en andere boerderijen heeft 'huisgehouden'. En in de boeken van de Abdij van Tongerlo zijn allerlei bedragen ingeschreven voor balken en stenen om na de verwoesting door Maarten van Rossum de hoeve te herstellen. Die opknapbeurt vindt omstreeks 1569 plaats en sindsdien is de vorm van de boerderij niet meer gewijzigd. Verderop is naar links de toegang tot de Grote Hoef, waar in 1920 bouwt de bekende Tilburgse architect Jan van der Valk de fraaie jachtkamer aan heeft gebouwd op verzoek van de toenmalige eigenaar, de familie Blomjous
Verderop verlaten we de Goorstraat naar rechts langs een weiland en komen de groengele markering volgend aan het bos ten zuiden van de Goorstraat bij een bankje dat uitkijkt over een waterpoel. Links af nemen we de brede beukenlaan en gaan op de T-splitsing naar rechts tot we over het open landschap van Koekendongen uitkijken om daarna nogmaals links af te slaan en uiteindelijk weer op de Goorstraat uit te komen. Naar rechts steken we de Oude Leij over om dan meteen nog voor oude hoeve van Landgoed Het Ooijevaarsnest bij wandelknooppunt 40 naar rechts het bosgebied van Landgoed Het Ooievaartsnest te betreden. De hoeve ligt ver weg van de bewoonde wereld en heeft een idyllische uitstraling. Op de typisch Brabantse schuur tegenover de boerderij bevindt zich een ooievaarsnest, dat echter reeds een aantal jaren "kunstmatig" wordt bewoond door een bijna levensechte ooievaar.
Het grote bosgebied van Het Ooievaartsnest is 134 hectare groot met een sterke afwisseling van droge zandgronden met dennenbos, lanen met loofbomen en vochtige dalen met weide en moerasbosjes. Het landgoed is van oorsprong mogelijk een nederzetting van de monniken uit Tongerlo. Via wandelknooppunt 42 blijven we de bospaden volgen naar wandelknooppunt 52. Als we even doorlopen komen we op het fietspad van Nieuwkerk naar Bedaf, de Aalsedijk, met uitzicht op het net over de Nederlands-Belgische grens gelegen buurtschap Aarle. Naar links komen we snel aan wandelknooppunt 51 met grote rustbank, een ideale plek voor een pauze. Dus nemen we het ervan! Als Charles een groepsfoto wil maken, blijkt de batterij van de afstandbediening niet te werken. Er blijft niets anders over dan een paar voorbijfietsende dames vriendelijk te vragen of zij dit klusje voor ons kunnen klaren en ons tafereeltje op de gevoelige plaat vast te leggen. Voor hen geen probleem en zo komt er toch een foto tot stand. Na de lunchpauze wandelen we noordwaarts over de onverharde Aerleseweg naar het Nieuwkerksbaantje, waar we aan de typisch geel-rode luiken van het boerderijtje op de kruising kunnen zien dat we op het Landgoed Nieuwkerk zijn.
Dit Landgoed Nieuwkerk, dat nu voor een deel in bezit is van de Stichting Brabants Landschap, is ontstaan in het begin van de 19e eeuw, maar al in de 13e eeuw heeft de Abdij van Tongerlo hier een hoeve in bezit. De naam Nieuwkerk komt van de “nyeuwe kerck van dije van Tilborch” ofwel de grenskerk van de Tilburgers, waarbij een huis annex herberg, het Wit Huis, is gebouwd. Het grondbezit blijft in handen van de Abdij van Tongerlo tot 1796, als de abdij wordt opgeheven. In 1809 komt het Landgoed Nieuwkerk korte tijd in bezit van Keizer Napoleon, daarna wordt het in 1814 Rijksdomein. In 1820 koopt Jacob Gijsbert van Hogendorp (1783-1845) een groot aantal goederen in dit gebied en richt een veldoven op voor het bakken van baksteen om daarmee nieuwe gebouwen neer te zetten. Zijn laatste levensjaren slijt hij op Landgoed Nieuwkerk, waar hij in 1845 overlijdt door de gevolgen van een ongeluk met een op hol geslagen paard. Hij wordt tijdelijk begraven in het familiegraf op Landgoed Nieuwkerk. Het landgoed wordt in 1860 gekocht door Jean François de Meester en komt later in bezit van Albert De Meester de Betzenbroeck, die er de bouw van een klooster mogelijk maakt. Het landgoed behoort nu door vererving toe aan de familie de Jamblinne de Meux.
Aan de overzijde van het Nieuwkerksebaantje vervolgen we onze wandelroute langs de groengele markering van het wandelroutenetwerk tot de eerste gelegenheid naar rechts. Hier slaan we in en komen verderop langs het in 1996 gerestaureerde ven Halve Maan. Dit ven is uitgebaggerd en er huist tegenwoordig een kolonie Canadese ganzen. Dit natuurgebiedje van 125 hectare ligt tussen de Regte Heide en Landgoed Het Ooijevaarsnest en is in 1992 voor het symbolische bedrag van 1 gulden verkocht aan de Stichting Brabants Landschap. Het bestaat voornamelijk uit naaldbos met Corsicaanse den, Europese lariks en Amerikaanse eik. Het Halve Maan ven is nu uitgebaggerd en er huist tegenwoordig een kolonie Canadese ganzen. Het gebied bestaat voornamelijk uit naaldbos met Corsicaanse den, Europese lariks en Amerikaanse eik. Bij het Halve Maan ven wijst de markering naar links en we volgen het bospad, dat op de kaart vermeld wordt als de Papenmoeren. Op de viersprong aangekomen gaan we naar rechts en kiezen op de onduidelijke driesprong voor het pad dat ons in westelijke richting langs de eerste van een aantal prehistorische grafheuvels in dit gebied. De gebeeldhouwde bronzen infozuil laat zien dat de Regte Heide niet alleen landschappelijk, maar ook cultuurhistorisch van groot belang is.
Voorbij deze eerste prehistorische grafheuvel komen we op de Aerschotsedijk met prachtig uitzicht over het dal van de Oude Leij. Even naar rechts bereiken we dan een vogelkijkhut, een aangenaam pauzemoment in de wandeling. De naam van deze hut, 'Tapsmoer', is afgeleid van 'moer', wat veen betekent, in eigendom van de 'abt'. De naam heeft alles te maken met de Abdij van Tongerlo, die al vanaf 1175 uitgestrekte landerijen en hoeven onder Alphen in bezit heeft en hier tot in de omgeving van Tilburg gronden tot ontginning brengt. De monniken van deze abdij van de Norbertijnen verzorgen in Alphen en Riel ook de pastorale zorg tot 1830. Belangrijke Alphense hoeven die de abdij in bezit heeft, zijn onder meer eerder genoemde Nieuwelandse Hoef en Grote Hoef op Landgoed De Hoevens. De vogelkijkhut is, onder auspiciën van Brabants Landschap, gebouwd door leerlingen van de 'bodemgroep' van het ROC Midden-Brabant en biedt een prachtig uitzicht over de uitgestrekte vlakte van het dal van de Oude Leij. De vogels, die je hier kunt bewonderen, wisselen door het jaar heen. In het vroege voorjaar zie je er baltsende kieviten en grutto's, maar bijvoorbeeld ook slobeend en zomertaling. In de nazomer strijken er allerlei doortrekkers neer, die wel weken in het gebied kunnen blijven hangen: lepelaar, kleine zilverreiger en aalscholver bijvoorbeeld.
We laten de vogelkijkhut achter ons en slaan meteen bij wandelknooppunt 55 linksaf op de kruising van bospaden. Verder wandelend staan we dan eindelijk op de échte heide: de Regte Heide, een onafzienbare vlakte, die zich voor ons opent met een uitgestrektheid van 250 hectare. Het is nog een van de weinige heidegebieden van enige omvang in Noord-Brabant en het gebied is gelegen op een ongeveer 1 km brede dekzandrug, die de waterscheiding vormt tussen de Oude Leij in het westen en de Poppelsche Leij in het oosten. Hij ontleent zijn naam aan “Heide van het recht”, waar in vroeger jaren terechtstellingen hebben plaatsgevonden door middel van de galg. De Regte Heide is in bezit van Brabants Landschap, maar in het verleden is het natuurgebied in bezit geweest van Alphen, Riel en Goirle, die het aan Tilburg verkocht hebben als militair oefenterrein. Door de militaire voertuigen wordt de hei op tal van plaatsen verpletterd, oude loopgraven doorploegen het gebied, vliegdennen en de verspreid voorkomende eiken- en berkenbegroeiing hebben het zwaar te verduren en er wordt illegaal rommel gedumpt. Uit een oogpunt van natuurbescherming niets goeds! Dit is pas mogelijk geworden sinds de heide en de verspreid liggende landbouwenclaves in eigendom komen van Brabants Landschap en er werk kan worden gemaakt van natuurontwikkeling en zo zijn in de loop der jaren spectaculaire natuurherstelplannen uitgevoerd en is de heide weer in oude glorie hersteld.
Vanaf wandelknooppunt 56 de route volgend over de heide en rechts aanhoudend komen we eerst aan wandelknooppunt 60 aan de oostzijde van het heidegebied, waar het voormalig exercitieterrein ligt. Vanaf hier steken we de Regte Heide dwars over in noordwestelijke richting tot wandelknooppunt o1bij een zestal grafheuvels uit de Vroege en Midden Bronstijd (circa 1700 tot 1000 vóór Christus), die in een naar het westen gekeerde boog liggen aan de rand van het heidegebied. Alles wijst op een nederzetting met hutten en akkertjes uit die tijd. Het duurde tot 1935 als archeologen voor de eerste keer de grafheuvels opgraven. Het zijn Dr. W.J.A. Willems en Johan Willems die bij de opgravingen tot de ontdekking komen dat het om Keltische grafheuvels gaat, waarvan er een met een voor Europa unieke ringwal is omgeven met vóórliggende, droge sloot. Ze brengen grafgiften aan het licht als strijdbijlen, polsbeschermers, stenen dolken, knopen en kralen. De heuvels worden naar hun allervroegste toestand gerestaureerd, wat ze aanzienlijk hoger maakt. Later raken ze overwoekerd om dan in 1980 opnieuw te worden hersteld: struiken worden verwijderd, de heuvels opnieuw gemodelleerd en rond vijf van hen wordt een nieuwe palenkrans aangebracht. Aan verkleuringen in de bodem valt af te leiden dat de palen er ook oorspronkelijk gestaan hebben. Ook hier geeft een infopaal informatie over deze cult-plek.
We staan nu aan de westzijde van het heidegebied op de overgang naar het beekdal van de Oude Leij met het Riels Laag met een afwisseling van droge en natte heide. Op de natte heide groeien planten als zonnedauw, klokjesgentiaan en beenbreek. De bedreigde vlinders heideblauwtje en gentiaanblauwtje fladderen hier nog rond. Broedvogels van de heide die opvallen door hun hoge aantallen zijn wulp, roodborsttapuit, boompieper, boomleeuwerik en veldleeuwerik. Vanaf wandelknooppunt 01 gaat het tot op de T-splitsing waar de groengele markering naar wandelknooppunt 30 rechts afbuigt. Wij gaan naar links en tot we op de T-splitsing naar rechts in noordelijke richting afslaan met het heidegebied aan onze rechterzijde. Na goed 500 meter als het bosgebied begint slaan we rechtsaf en pikken op nieuw de groengele markering van het wandelroutenetwerk op en struinen door het noordelijk deel van het heidegebied naar wandelknooppunt 29. Nu is het nog een kleine kilometer naar het startpunt op de parkeerplaats aan de Rielsedijk. Hiervoor moeten we het laatste deel nog over de heide in noordelijke richting om dan in het bos linksaf slaande de parkeerplaats te bereiken.
Op de parkeerplaats nemen Arie, Wil, Hans en Charles afscheid van Kars. Hij rijdt alleen terug naar Breda, terwijl de anderen gezamenlijk de terugreis naar Loon op Zand ondernemen. Pas daar gaat ieder zijns weegs. Afspraken voor de eerstkomende wandeldag worden nog niet gemaakt. Er wordt gedacht aan een woensdag eind oktober, want de herfstvakantie is al twintig jaren gereserveerd voor een lang wandelweekend van de “mannen broeders” van het allereerste uur van L.A.W.V.”Via-Via”. Zij zullen die wandeldagen gebruiken om de laatste twee etappes van de Eifelsteig af te ronden, waarna het traject van Aachen naar Trier met 314 er helemaal opzit!
Charles Aerssens
12 oktober 2013
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 12-10-2013 door C.P.J. Aerssens