Als we in december van het afgelopen jaar afspreken om het nieuwe jaar met een wandeling in de omgeving van De Moer en Loon op Zand te starten, hebben we niet kunnen voorzien dat dit wel een heel bijzondere wandeling zou gaan worden. Is tot 14 januari geen sprake van winter, op die dag slaat Koning Winter hard toe en bedekt het land met een flink pak sneeuw en zorgt voor ijzige kou. Op de aankondiging voor de wandeldag van 16 januari wordt door Harry, Karst, Arie en Hans gereageerd, nog niet wetend welke barre omstandigheden hen te wachten staan op het afgesproken tijdstip. Is de dinsdag nog somber met veel sneeuw, als op woensdagmorgen de gordijnen opengaan is het helder en met de besneeuwde ondergrond betekent dit dat het flink vriest. De thermometer wijst -13 graden aan. Arie en Charles rijden met Hans even voor 9.00 uur naar ’t Maoske in De Moer, waar zich ook meteen Harry meldt. Karst heeft zich de avond tevoren afgemeld, omdat hij de gladheid op de weg niet vertrouwt. We zullen dus met zijn vieren aan deze wandeldag beginnen, die vanaf vertrek meer op een poolexpeditie lijkt! Het is de bedoeling om vanuit De Moer zuidwaarts door Landgoed Huis ter Heide in te gaan, waar het acacialaantje ons naar het Galgeneind leidt. Over de Baan achter de Ruwe Bossen bereiken we dan door het bosgebied Galgeneind het Leikeven. Over het vlonderpad en langs het uitkijkpunt over herstelplan Lobelia gaat de route langs het Plakkeven naar Loon op Zand om er in Café Brasserie De Kiosk te pauzeren. Van hier wandelen we noordwaarts via Westloon en de Kraanvensche Heide om dan over de N261 opnieuw Landgoed Huis ter Heide te betreden. Via de Paalbaan en het St. Annapadje keren we terug naar ons vertrekpunt in De Moer.
De uitvalsbasis is Café Restaurant ’t Maoske, dat uit 1894 stamt als café, winkel en smederij met de toen toepasselijke naam Café Kerkzicht tegenover de St. Joachimskerk. Maar al snel wordt de naam veranderd in ’t Maoske, vanwege de toenmalige eigenaar Tinus Maas die door de inwoners van De Moer “‘t Maoske” wordt genoemd omdat hij zo’n klein vlug manneke is. We staan hier midden in het kleine dorpje De Moer, een van de drie kerkdorpen in de Gemeente Loon op Zand, gelegen op een kruispunt van wegen met lintbebouwing. De geschiedenis gaat terug tot in de 14e eeuw en De Moer dankt zijn naam aan de veengrond die hier voorkwam en de bijbehorende turfwinning. In 1894 wordt De Moer een zelfstandige parochie die zich afgesplitst van de parochie St. Jans Onthoofding in Loon op Zand. Met Café Restaurant ’t Maoske vormt ook de R.K. Kerk St. Joachim het beeldbepalend middelpunt van De Moer. Nadat hier in 1894 een houten noodkerk wordt neer gezet, is het de Tilburgse architect Cornelis Franciscus van Hoof (1862-1952), die verantwoordelijk is voor de bouw van de huidige Kerk St. Joachim (1902), vernoemd naar de jonggestorven broer van de toenmalige pastoor A.H.F. Kamp. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de kerk zwaar beschadigd, waardoor delen van het gewelf moeten worden vervangen en de polychromie verdwijnt.
Het is een Neo-Gotische bakstenen kruiskerk met toren aan de westzijde en een schip van drie traveeën en transeptarmen van één travee met driezijdige sluiting. Het koor bestaat uit één travee met driezijdige sluiting. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen en voorzien van steunberen met betegelde afzaten. Onder de gootlijsten zijn ter decoratie brede sierfriezen gemetseld en op de zadel- en lessenaardaken liggen leien in maasdekking, maar ook op de naaldspitsen van de toren en de dakruiter op de viering. De toren met hoofdingang heeft een vierkante plattegrond en bestaat uit vier geledingen. In de toren bevindt zich het portaal met een stucwerk stergewelf, in de wand een gedenksteen. Hierop staan de namen van de architect C.F. van Hoof, aannemer Broens, pastoor Kamp en de jaartallen 1901-1902 vermeld. De driebeukige kerk heeft zowel in het schip als in de zijbeuken stenen kruisgewelven, die geaccentueerd worden door baksteen ribben, steunend op baksteen bundelzuilen en schalken met eenvoudig natuurstenen kapiteel. De oorspronkelijke polychromie is overgeschilderd in wit, met uitzondering van genoemde zuilen en ribben. Onder de vensters bevindt zich een tandlijst. De vensters bevatten eenvoudig glas-in-lood, terwijl de gebrandschilderde ramen van het koor Christus' Geboorte en het Laatste Avondmaal tonen. Deze ramen zijn omstreeks 1950 ontworpen door de Boxtelse glazenier Antonius Cornelis Ninaber van Eyben (1896-1977). De kerk bevat een aantal belangrijke onderdelen, die vooral uit het atelier van de gebroeders Custers uit Eindhoven afkomstig zijn. Dit zijn onder meer de kalkstenen Neo-Gotische Anna altaar en het Maria altaar. Het hoofdaltaar heeft marmeren zuiltjes. De tombe dateert uit 1902 en de retabel uit 1906 stelt het Laatste Avondmaal, de Calvariegroep en de geboorte van Christus voor. De kruiswegstaties (1935) zijn vervaardigd door Roermondse kunstschilder Albin Windhausen (1863-1946).
We vertrekken bij de R.K. Kerk St. Joachim aan de Middelstraat waar ook het informatiebord te vinden is als officieel startpunt van het wandelroutenetwerk Hart van Brabant. Hier is ook wandelknooppunt 70. Onze route start over de Middelstraat in de richting van Loon op Zand. Na 500 meter laten we de bebouwing achter om bij wandelknooppunt 85 rechtsaf te slaan en door het hekwerk het Landgoed Huis ter Heide te betreden. Hier is het landschap nog open door landbouwontginning van de voormalige veengrond en is de grond naar het oosten toe hoger en zandiger. De grasbaan buigt naar links en langs een houtwal komen we op een T-splitsing, waar we naar rechts afslaan om dan even verderop bij de slagboom naar links de Galgeneindsebaan in te slaan. Dit karakteristieke laantje staat bekend als het acacialaantje. Het is een typisch laantje, dat aan beide zijden omzoomd is met robinia pseudoacacia, een uit Noord-Amerika ingevoerde houtsoort. Erg mooi. De grillige contouren van deze bomen lenen zich uitstekend om in laanvorm te planten, maar in het landschap het is wel een vreemde plaats voor zo'n laantje. Het is niet bekend met welke reden ze ooit hier aangeplant zijn. Aan het einde van dit acacialaantje wandelen we voorbij de slagboom even naar rechts om dan langs de bosrand en de weilanden de Galgeneindsestraat te volgen in westelijke richting. Op de verharding aangekomen blijven we deze klinkerweg van het Galgeneind vervolgen tot we bij wandelknooppunt 64 aankomen. Deze routemarkering ligt direct voor Auberge De Moerse Hoeve, die de uitstraling heeft van een Friese stopboerderij en stamt uit de tijd dat N.V. Cultuuronderneming "Zoomland" uit Bergen op Zoom dit gebied in bezit heeft.
Bij dit wandelknooppunt wijst ons de groengele markering scherp naar links over een klein dijkje. Hier volgen we het bospad door bosperceel Gageldonk tot we de weilanden bereiken aan een breed zandpad dat op de topografische kaart vermeld staat als Baan achter de Ruwe Bossen. In 1929 heeft de N.V. Cultuuronderneming "Zoomland" uit Bergen op Zoom dit gebied aangeboden aan Natuurmonumenten, maar het gebied gaat over in handen van de Tilburgse arts Jules Joseph Marie Gimbrére, die het op zijn beurt in het voorjaar van 1931 te koop aanbiedt aan de Utrechtse beleggingsmaatschappij Unitas, die het in 1976 overdraagt aan Natuurmonumenten. Op deze brede zandweg die op de topografische kaart vermeld staat als de Baan achter de Ruwe Bossen wandelen we linksaf langs de bosrand. Het open gebied zuidwaarts tot aan de drukke Burgemeester Letschertweg is schraal weiland en is al gedeeltelijk terug gegeven aan de natuur. We volgen de route tot we na een paar honderd meter voorbij de hoogspanningsmasten opnieuw naar links een breed bospad inslaan. Door een hekje aan onze rechterzijde gaat de wandeling verder. Het bospad zoekt slingerend zijn weg tot we wandelknooppunt 65 bereiken.
We zijn hier in de Galgeneindse bossen, die ook deel uitmaken van het Landgoed Huis ter Heide. Deze bossen, die liggen tussen de Baan achter de Ruwe Bossen en de Galgeneindsestraat zijn eentonig, de meeste paden kaarsrecht, zoals de bomen, die keurig in het gelid zijn aangeplant, allemaal even oud en van dezelfde soort. De bossen van Galgeneind worden daarom wel eens laatdunkend “dennenakkers” genoemd, waarin slechts weinig diersoorten iets van hun gading vonden. De laatste jaren is Natuurmonumenten echter bezig met een meer natuurlijk bosbeheer, waarbij de schaarse, inheemse loofbomen die tussen het naaldhout staan, de ruimte krijgen. Soms wordt een groepje bomen gekapt om meer licht op de bodem te krijgen en die open plekken krijgen allerlei struiken en kruiden weer een kans. Geleidelijk ontstaat zo een natuurlijker bos waar meer planten- en diersoorten een geschikt plaatsje kunnen vinden. Dat is nu duidelijk te zien. Vanaf wandelknooppunt 65 houden we de richting naar wandelknooppunt 66 aan en komen we door de Galgeneindse bossen opnieuw aan de Baan achter de Ruwe Bossen uit. Hier kiezen we voor een klein toertje over het knuppelbruggetje in het Leikeven. Hiervoor moeten we even het met hakhout omzoomde pad in zuidelijke richting nemen en dan naar links over de vlonder door het Leikeven.
We zitten hier midden in het gebied van Natuurmonumenten waar een aantal jaren geleden het natuurherstelplan Lobelia is uitgevoerd in het kader van de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) om nieuwe natuur te creëren en natuurgebieden met elkaar te verbinden, zodat een aaneengesloten netwerk ontstaat waarin migratie van planten en dieren mogelijk wordt van het ene gebied naar het andere. Dankzij dit herstelplan Lobelia zijn de intensieve landbouwgronden in het zuidelijke deel van landgoed Huis ter Heide omgetoverd tot een prachtig nieuw natuurgebied met natte heide en oude en nieuw uitgegraven vennen. Zo zijn de enige twee bij de ontginningen gespaard gebleven vennen, het Leikeven en het Plakkeven, die al die jaren omgeven zijn geweest door intensieve landbouw, in hun oude staat hersteld. Het project is genoemd naar de daar vroeger uitbundig bloeiende waterlobelia. Dit plantje zorgt zomers voor onafzienbare, weidse witte vlaktes. Verzuring en mest hebben daar in de vorige eeuw een einde aan gemaakt. Natuurmonumenten heeft nu de natte heidevelden terug laten keren, zodat de waterlobelia hier en daar alweer de kop opsteekt, net als de vleesetende zonnedauw en klokjesgentiaan en ook heikikkers en de in ons land zeldzame vinpootsalamander voelen zich weer thuis. Onder de dieren zijn ook de roodborsttapuit, watersnip, blauwborst, nachtzwaluw, veldleeuwerik, rugstreeppad, kamsalamander en diverse, ook zeldzame libellensoorten, zoals de Kempense heidelibelle en de vuurlibelle. Het resultaat is verbluffend. Waar akkers, grasland en eentonig naaldbos ruim een eeuw de dienst uitgemaakt hebben, is nu het oorspronkelijke heide- vennenlandschap terug van rond 1900.
Aan het einde van de vlonder zijn we terug op de Baan achter de Ruwe bossen en vervolgen de groengele markering naar rechts langs het Leikeven tot aan de uitkijktoren rechts. Hier hebben we een wijds uitzicht over het plan Lobelia, waarvan de horizon beheerst wordt door industrieterrein De Vossenberg met een vijftal grote windturbines. Van hieruit gaat de route bij wandelknooppunt 66 even noordwaarts om dan meteen naar rechts richting Loon op Zand te verwijzen. Onder de hoogspanningsmasten door komen we aan het Plakkeven, dat tot circa 1200 deel uitmaakt van een groot hoogveengebied. In de periode van de 13e tot de 16e eeuw is in dit gebied turf gewonnen. De grote stukken afgegraven veen worden banken genoemd en de kleine stukken plakken. Na verloop van tijd regende het afgegraven gat vol en ontstaat er een ven. Ondanks het regelmatig droog vallen van het ven, groeit de waterlelie hier goed. Opvallend is ook de groei van draadzegge en de wateraardbei, die kenmerkend zijn voor een ven dat langzaan dichtgroeit. In het voorjaar is hier de paddentrek, die zich in dit Plakkeven voortplant en in de zomer zoekt de levendbarende hagedis hier de warme oevers op. De vogels die hier huizen zijn de kleine karekiet, de wintertaling en de blauwborst en kunnen met wat geluk vanaf de vogelkijkplek gespot worden.
Voorbij het Plakkeven komen we opnieuw aan de Galgeneindsestraat bij wandelknoopunt 11. Hier gaat het oostwaarts over de verharde weg langs een van de terreinen van het militaire MOB-complex, een voormalige munitie-opslagplaats van Defensie, die nu in beheer is van Natuurmonumenten teruggeven is aan de natuur. Na goed 500 meter komen we op de kruising met het Spinderspad wij wandelknooppunt 10. Hier wandelen we naar links op dan de eerste weg naar rechts in te staan. De route verloopt aanvankelijk over asfalt en gaat na een paar honderd meter, waar naar rechts het landschap zicht opent, over in een onverhard pad. Hier hebben in het verleden zogenoemde vloeivelden gelegen, die met een oppervlakte van tien hectare decennia lang gebruikt zijn bij de zuivering van het rioolwater vervuild met chroom. Deze chroomvervuiling is afkomstig van de vele leerlooierijen in de omgeving, die bij het looien van leer chroomzouten gebruikt hebben. Aan het einde van dit pad gaan we bij de slagboom naar links en komen dan tussen de bebouwing uit op de Bergstraat. Naar rechts onder het viaduct van de N261 door komen we in het centrum van Loon op Zand.
Het dorpsbeeld wordt hier bepaald door de fraaie in Kempische Gotiek gebouwde parochiekerk St. Jans Onthoofding heeft een imposante kerktoren met 57 meter hoogte, die al van verre zichtbaar is en in de Loonse en Drunense Duinen lopend een markant oriëntatiepunt aan de horizon is. Hij behoort tot de mooiste van de hele streek en is een goed voorbeeld van de Brabantse Gotiek. De zandstenen lijsten, die het bakstenen geraamte verlevendigen en versieren, trekken meteen de aandacht. Een bezoekje binnen loont zeer de moeite. Het priesterkoor met aansluitend een rechthoekig zaalkerkje moet rond 1400 zijn gerealiseerd. Ongeveer in 1450 wordt begonnen met de bouw van de monumentale toren. Het is een groots opgezette toren met steunberen, rijk versierd met natuursteen en kunstig metselwerk. In de 16e eeuw krijgt de kerk geleidelijk haar huidige vorm. Vanaf 1521 wordt het transept aangebouwd, alsmede de twee lagere zijbeuken aan weerszijde van het middenschip en de ruimte ten noorden van de toren, de huidige Mariakapel. In 1879 wordt de kerk nog uitgebreid met een doopkapel ten zuiden van de toren en rond 1928-1929 worden naast de beide kruiskoren twee nieuwe zijbeuken aangebouwd. De nieuwe zuidbeuk aan de Kerkstraat wordt tijdens de Bevrijdingsdagen in oktober 1944 verwoest en werd in 1950-1951 in een geheel andere stijl herbouwd.
Voorbij de kerk bereiken we het Oranjeplein, waar een muziekkiosk, ooit het beeldmerk van het dorp, maar aan zijn lot overgelaten en verpauperd, nu sfeervol is omgebouwd tot Café Brasserie De Kiosk. Deze oorspronkelijke muziekkiosk is vanaf 1951 met zijn karakteristieke schelpachtige vorm een gezichtsbepalend bouwwerk op het Oranjeplein. Opvallend is het timpaan op de voorgevel met het gemeentewapen en er onder de tekst Loon op Zand. Het ontwerp is van de uit ’s Hertogenbosch afkomstige architect Nijsten en geluidsarchitect Schweigman. Tot in het midden van de jaren 80 van de vorige eeuw is deze muziekkiosk het openluchtpodium van de 2 plaatselijke topharmonieën, daarna raakt het in verval, het wordt aan zijn lot overgelaten en verpaupert. Er rijzen plannen dit Loonse monument af te breken. Met een aantal ludieke acties wordt de aandacht gevestigd op de muziekkiosk, centraal gelegen en het beeldmerk van het dorp. Voor een viertal Loonse jongeren zit er niets anders op dan de kiosk te kraken door een “Kraok Festival” te organiseren en daarmee de muziektempel te redden. Nu floreert De Kiosk weer als in vroeger tijden en neemt het aangepaste Café Brasserie De Kiosk met terras opnieuw een markante plek in in de dorpskern.
Op het Oranjeplein bij Café Brasserie De Kiosk voert de rondwandeling ons naar links langs het Looiersplein door de Venloonstraat naar het einde van de bebouwing van Loon op Zand. Hier pikken we het fietspad van de Waalwijkse Baan op en wandelen even noordwaarts om bij wandelknooppunt 19 linksaf het bosgebied in te gaan en de groengele routemarkering te volgen naar wandelknoopunt 17 aan de Kraanvensche Heide. Archeologisch onderzoek heeft hier nederzettingssporen uit de bronstijd en de vroege ijzertijd vrijgegeven. Dit is ook het gebied waar tot aan de late middeleeuwen bescheiden boerengemeenschappen in betrekkelijke welvaart wonen, maar door overbegrazing en te vaak plaggen van de heide het oprukkende stuifzandgebied de middeleeuwse dorpjes Efteling en Westloon heeft bedolven. Verderop komen we aan wandelknooppunt 89 en hier voert de route ons naar links over het Hooispoor. We kruisen met een viaduct de N261 en dalen in het talud af naar de Heideweg, die we oversteken en waar we het zanderige bospad van het Hooispoor vervolgen. We komen dan uit bij een bank van Natuurmonumenten. Verderop stuiten we op de rood-witte markering van het Hertogenpad. Langs wandelknooppunt 94 bereiken we bij het buurtschap De Duiksehoef, vernoemd naar een boerderij uit de 16e eeuw van de voormalige bezitter Willem Duijks, wandelknooppunt 95.
We slaan linksaf tot we bij wandelknooppunt 97 op de Eerste Dwarsbaan uitkomen, nog steeds ook de markering van het Hertogenpad volgend. Op deze Eerste Dwarsbaan wandelen we naar recht en langs enkele boerderijen komen we over de klinkerweg op het asfalt van de Duiksehoef. Nog steeds westwaarts gaat de route om bij wandelknooppunt 83 rechtdoor over de Eerste Dwarsbaan verder te gaan. In de jaren 60 van de vorige eeuw is hier door “Stichting Recreatiepark Het Kraanven” in exploitatie met De Efteling een veertigtal luxe bungalows in dit stuk bosgebied van ongeveer 16 hectares aangelegd. Maar als de “Stichting Recreatiepark Het Kraanven” wordt losgekoppeld, is duidelijk dat het Kraanven op een doodspoor zit. Op 25 juni 1985 trekt het bestuur de stekker eruit en nu is van dit alles niets meer zichtbaar en valt het gebied onder Natuurmonumenten. Zo passeren we aan onze rechterhand de golfbaan van Golfclub Efteling, die in 1995 officieel in gebruik is genomen en verloopt het asfalt, wat overgaat in een zandpad langs de noordzijde van Landgoed Huis ter Heide. Aangekomen bij de voormalige stortplaats van de Gemeente Loon op Zand gaat onze route nog voor wandelknooppunt 88 scherp naar links door het klaphek en betreden we Landgoed Huis ter Heide.
Door een brede beukenlaan wandelen we in zuidoostelijke richting. Deze Paalbaan, die in zuidoostelijke richting uitkomt bij het midden op het Landgoed Huis ter Heide gelegen jachthuis uit 1864, is omzoomd met oude beuken, waarvan de diktes zeer gevarieerd zijn. Waarschijnlijk zijn de plantdata wisselend, maar de oudste exemplaren stammen wellicht van rond 1850 als de toenmalige Duitse eigenaar op de hoger gelegen heide grootschalige bossen aangeplant heeft om de zandverstuiving tegen te gaan. Het laantje is lang niet onderhouden en verschillende bomen zijn beschadigd. Bij de rood-witte markering van het Hertogenpad nemen we het kleine bospad naar rechts en lopen door tot aan de splitsing, die op de topografische kaart vermeld staat als Derde Dwarsbaan. Hier verloopt het bospad naar rechts en door een klaphek bij wandelknooppunt 87 naar links om dan na 90 meter rechtsaf de weg te vervolgen langs een bankje. Naar het noordwesten hebben we zicht op de landbouwgronden van de ontgonnen Moerse Heide. Deze heide is vroeger voor boeren onmisbaar en ze laten hier hun vee weiden. Het vee zorgt voor mest en dit wordt verzameld in de potstal, waar het vee de nacht doorbrengt. Zonder heide geen vee, zonder vee geen mest en zonder mest geen oogst! Als aan het einde van de 19e eeuw de kunstmest ingeburgerd raakt, verliest de heide haar waarde voor de boer. Het is ook een veengebied dat vanaf 1269 door de Heren van Loon wordt uitgegeven voor de turfwinning. Hout is in die tijd zeldzaam en turf is een prima brandstofbron. Het veen wordt afgegraven en het lijkt onuitputtelijk. Maar rond 1650 is er vrijwel geen veen meer over en zo wordt in en rond De Moer het nieuw ontstane land ontgonnen voor de landbouw.
Vanaf het bankje hebben we zuidwaarts zicht op een drassig gebied waar zich de kuddes van Schotse Hooglanders veelvuldig ophouden. Natuurmonumenten past hier op Landgoed Huis ter Heide zelfregulerend natuurbeheer toe met deze grote grazers. Het hele jaar door wordt het natuurgebied begraasd door drie kuddes Schotse Hooglanders. Zo dragen zij bij aan het bos als gemeenschap voor plant en dier en het bos als recreatiegebied en zorgen ze voor grote variatie in het bos. Met de bocht naar links staan we bij wandelknooppunt 86. Hier kiezen we naar rechts voor het Sint Annapadje, zo’n typisch ommetjes in een landelijk gebied, die erg populair geworden zijn. Dit Sint Annapadje is aangeboden i.s.m. Boerenbond K.L.M., Waterschap de Dongestroom en Staatsbosbeheer en loopt langs een houtwal en tussen de velden door naar wandelknooppunt 72 aan de Zijstraat. Hier zijn we nog slechts een twee honderd meter van ons vertrekpunt midden in De Moer bij Café Restaurant ’t Maoske en de R.K. Kerk St. Joachim. Naar links bereiken we ons startpunt om er na te genieten van onze dagwandeling, die onder winterse omstandigheden met meer dan 10 centimeter sneeuw en een temperatuur van -13 graden bij vertrek van start gegaan is. De opkomende zon zorgt dan nog voor een speciale lichtinval bij de optrekkende nevel, die aanvriest. Later krijgt de zon de overhand en stijgt de temperatuur een paar graden, maar het blijft vriezen!
Hier in Café Restaurant ’t Maoske zijn nu ook Peter en Jan Willem aangeschoven voor de gezellige afsluiting van onze “poolwandeling”. Fijn dat ze er zijn, want hun warme belangstelling is belangrijk om de jarenlange vriendschap van L.A.W.V.”Via-Via” in stand te houden zeker nu Peter voorgoed het wandelen vaarwel heeft moeten zeggen! Oude herinneringen worden opgehaald en zo kent gezelligheid geen tijd. Tegen de klok van 16.00 uur breken we op en hopen elkaar opnieuw te treffen op de volgende wandeling die gepland wordt op 6 februari in de omgeving van Baarle Nassau.
Charles Aerssens
28 januari 2013
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 28-01-2013 door C.P.J. Aerssens