© L.A.W.V.VIA-VIA

Het is de bedoeling om op de wandeldag in mei opnieuw te kiezen voor het vervolgtraject van het Hertogenpad, de wandelroute van Landgoed Stippelberg naar Griendveen. Maar als uit het mailverkeer blijkt dat Harrie niet meeloopt en Jan Willem en Arie de voorkeur geven aan een andere wandeling dichter bij huis, wordt het programma omgezet en kiezen we voor de rondwandeling op woensdag 9 mei in de buurt van Waspik. Het is een rondje dat in het controlegebied van het wandelroutenetwerk van Arie ligt en dat goed aansluit bij de keuze om rond de 20 kilometer te wandelen. Deze rondwandeling zal ons vanuit Waspik leiden naar het Zuiderafwateringskanaal, waarlangs we de door het slagenlandschap van de Langstraat wandelen tussen Waspik en Waalwijk. Onderweg komen we door drie bijzondere natuurgebieden: de eendenkooi van Den Dulver, natuurgebied Den Dullaert en natuurgebied het Labbegat. Dan bereiken we Sprang-Capelle om vervolgens op de grens met Kaatsheuvel via de Zandschel en de zuidkant van Capelle door het buitengebied van Waspik-Boven opnieuw bij het Halvenzolenpad te komen. Via natuurgebied De Vest keren we daarna terug naar ons vertrekpunt in Waspik.

Afgesproken wordt om elkaar op woensdag 9 mei te treffen rond de klok van 8.30 uur bij het Sociaal Cultureel Centrum Den Bolder in Waspik. De parkeerplaats ligt wat verborgen aan de achterzijde van het gebouw, maar op het afgesproken tijdstip is de club compleet. We gaan op stap met Peter, Karst, Jan Willem, Arie, Charles en Vic, die op het laatste moment heeft gemaild ook mee te zullen wandelen. De weersomstandigheden kunnen beter. Het heeft de afgelopen dagen behoorlijk geregend en het is door de hoge temperaturen groeizaam en vochtig weer. Het zonnetje heeft er nog niet veel zin in op dit tijdstip en het ziet er naar uit dat we die vandaag nauwelijks te zien zullen krijgen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op de afgesproken tijd is het Sociaal Cultureel Centrum Den Bolder nog gesloten en zullen we zonder koffie op stap gaan. Het dorp Waspik, bestaande uit de kernen Waspik-Boven en Waspik-Beneden, waarbij de scheiding bepaald wordt door de voormalige Langstraatspoorlijn, is nog in een diepe rust. Het dorp Waspik wordt samen met Capelle voor het eerst schriftelijk vermeld in 1257. Er is dan sprake van een schenking door Ridder Walterus van Aalburg, die het tiendrecht van Waspich en Capella aan de Abdij van Sint Truiden afstaat. Waspik behoort dan bij het Baljuwschap Zuid-Holland van het Graafschap Holland. In 1331 is ook al sprake van Neder-Waspik en Over-Waspik. Ze zijn gelegen op een zandrug die door moerassig gebied loopt, waar de turfwinning een belangrijke bestaansbron is. Door de Sint Elisabethsvloed van 1421 wordt de Zuidhollandse Waard, waar Waspik toe behoort, vernietigd. Enige tijd na deze overstroming wordt het dorp op een iets zuidelijker gelegen plaats herbouwd en de turfwinning wordt weer ter hand genomen. De Hoekse en Kabeljauwse twisten zorgen in Waspik voor veel onrust en ellende. Bovendien heft Dordrecht in de dorpen in de Langstraat accijns op bier en turf en men is verplicht de turf via Dordrecht te verhandelen. Als Waspik weigert de turfaccijns te voldoen worden de inwoners weggevoerd en gevangen gezet.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog komt Waspik in het oorlogsgebied te liggen. Voor de belegering van Geertruidenberg worden er ook nabij Waspik verdedigingswerken opgeworpen en er ontstaan schansen en linies om de Spaanse troepen te verhinderen Geertruidenberg te ontzetten. Als dit plan niet slaagt, worden in Waspik de huizen in brand gestoken. Na een overstroming in 1595 en met de afkondiging van het Twaalfjarig Bestand in 1609 komt er rust. Als in 1740 de Franse troepen in de streek neerstrijken, wordt er opnieuw veel ellende aangericht en de economie krijgt het onder de Fransen zwaar te verduren. Als in 1813 Napoleon een beslissende nederlaag bij Leipzig lijdt, behoort de Langstraat tot de nieuwe provincie Noord-Brabant wordt voor de dorpen het reglement van het platteland van kracht, waarin de wijze van benoemingen en het bestuur geregeld worden. Schout Cornelis Hendrik Schoenmakers wordt in 1821 burgemeester van Waspik. Rond 1900 telt Waspik ongeveer 3000 inwoners en sinds 1997 maakt Waspik deel uit van de Gemeente Waalwijk.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Wij vertrekken vanaf de parkeerplaats van Sociaal Cultureel Centrum Den Bolder, de plek waar in het begin van de twintigste eeuw de openbare lagere school gestaan heeft. Als in 1968 de laatste leerlingen de school verlaten krijgt het gebouw een nieuwe bestemming als jeugd- en jongerencentrum. In 1971 wordt het centrum officieel geopend en krijgt het de naam: “Den Bolder” waarmee de banden van Waspik met de scheepvaart onderstreept worden en aangeeft dat het centrum een aanlegplaats zal zijn voor de Waspikse jongeren. Steeds meer uiteenlopende activiteiten worden er ontplooid en alles draait op vrijwilligers! Eind jaren negentig komen de mankementen van het oude schoolgebouw duidelijk aan het licht en de keuze voor de bouw van een nieuw multifunctioneel centrum heeft de voorkeur. In december 2001 vindt de officiële opening van de nieuwe “Den Bolder” plaats. En nu is het gebouw het sociaal cultureel hart van Waspik. De parkeerplaats aan de Schoolstraat wandelen we met de bocht naar links af door de Kemphaan tot aan de T-splitsing met de Rietzanger, die we naar rechts inslaan.

Vanuit de Rietzanger slaan we naar links de Watersnip in om dan voorbij de waterpartij naar rechts het voetpad in te wandelen door het parkje. Zo bereiken we de Stichtingsweg en die wandelen we tussen de knotwilgen uit tot aan wandelknooppunt 18 aan de Vrouwkensvaartsestraat. Arie constateert hier dat wandelknooppunt 18 niet aanwezig is en zal dit rapporteren. Op deze Vrouwkensvaartsestraat gaat de wandeling naar links hier ligt aan de linkerzijde achter de bomen het in vergetelheid geraakte onverharde ”Pollepelstraatje” wat in het nieuwe wandelroutenetwerk een ideaal pad voor de wandelaar is. Verderop bereiken we het Zuiderafwateringskanaal, dat bedoeld is voor de afwatering van de laaggelegen gebieden in de Westelijke Langstraat. Dit kanaal is aangelegd in de periode 1887-1900 in samenhang met de in deze periode eveneens gegraven Bergsche Maas. De Westelijke Langstraat in de omgeving van Waspik is laaggelegen en kent veel kwel, aangezien de Naad van Brabant, de scheidslijn tussen de zandgrond in het zuiden en de kleigrond in het noorden, er doorheen loopt. Ofschoon Waspik vrij diep in het binnenland ligt, heeft het toch te lijden gehad van de watersnoodramp van 1953. De polders lopen onder en de inwoners van buurtschap 't Vaartje moeten worden geëvacueerd. Later worden de Deltawerken uitgevoerd en valt de getijdenwerking weg. De afwatering vanaf Waalwijk via Capelle en Waspik verloopt nu via het afwateringskanaal van de Donge om bij het gemaal in Keizersveer uit te wateren op het Oude Maasje.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voor de sluisbrug over het Zuiderafwateringskanaal bij wandelknooppunt 75 volgen we het graspad op de zuidelijke oever. De route zal ons nu door het slagenlandschap van de Langstraat voeren tussen Waspik en Waalwijk. In dit gebied bevinden zich drie bijzondere natuurgebieden: de eendenkooi van Den Dulver, natuurgebied Den Dullaert en natuurgebied het Labbegat. Eeuwenlang zijn deze gebieden als weide- en hooiland in gebruik geweest. Hierdoor is een groot deel van de natuurwaarden verloren gegaan. Sinds 1990 is met succes begonnen met het natuurherstel en veel bijzondere planten en dieren zijn inmiddels teruggekeerd. Het slagenlandschap wordt nu beheerd door Staatsbosbeheer en bestaat uit lange, smalle percelen grond, door sloten van elkaar gescheiden. Aangenomen wordt dat dit ontstaan is doordat iedere erfgenaam een deel van de grond erft, waardoor de gebieden steeds smaller worden. Waarschijnlijk zijn de vele sloten nodig om het grondwater af te voeren.

Over het dijkje bereiken we na een paar honderd meter het bruggetje, waar de groengele markering van het wandelnetwerk ons naar rechts verwijst. Ook de markering van het laarzenpad van Staatsbosbeheer leidt ons hier naar de eendenkooi van Den Dulver, die al dateert van voor 1830. Op de brugleuning zien we een fazant, die dezelfde route als wij wil nemen. Zo betreden we nu met voor ons die fazant de Binnenpolder van Capelle waar bijzondere planten voorkomen als ronde zegge, draadzegge, Spaanse ruiter, moeraskartelblad moeraswolfsklauw, geelgroene zegge en koekoeksbloem. Het knuppelpad zorgt ervoor dat we in dit natte en moerassige natuurgebied De Dulver geen natte voeten krijgen. De Dulver is een heel oud gebied en volgens de situatie van voor 1421 ligt De Dulver in de Grote of Zuidhollandse Waard tussen de Oude Maas en de Hollandse Dijk in de “Hoge Veenzijde” of Langstraat. Op de kaart van 1825 ligt het gebied De Dulver ten zuiden van de Langstraatschendijk, ten noorden van de Juffrouwsteeg en tussen de Vrouwkensvaartsestraat en de Willemkensevaartsteeg, op de plaats waar de huidige aanvoersloot naar de eendenkooi loopt. Bij de aanleg van het Kadaster is op deze plaats in omstreeks.1830 al een eendenkooi aanwezig.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het drassige wandelpad volgend komen we aan de eendenkooi Den Dulver, verscholen in een moerasgebied midden in een elzenbroekbos en blauwgraslanden. Het gebied is ongeveer 55 hectare en afgesloten voor publiek vanwege de rust die op een eendenkooi noodzakelijk is. De eendenkooi is nu in bezit van Staatsbosbeheer, maar is in de loop van zijn bestaan diversen malen verkocht en in particuliere handen geweest. In 1951 wordt zowel de tenaamstelling als het beheer door Staatsbosbeheer overgenomen en op verzoek van Staatsbosbeheer wordt op 4 april 1956 de eendenkooi opnieuw geregistreerd en stelt Staatsbosbeheer de kooikers aan. Is de eendenkooi vroeger in gebruik voor consumptiedoeleinden, nu worden er alleen eenden gevangen voor wetenschappelijke doeleinden. Dit betekent dat gevangen eenden worden geringd en weer vrijgelaten. Daarnaast heeft de kooiker tot taak het voeren van de staleenden, maar vooral het onderhoud van de kooi met 800 meter rietscherm, het herstel van de vangpijpen en het snoeien van het kooibos, vooral boven de vangpijpen, voor voldoende licht. Kooiker zijn dat moet je willen, het is geen beroep maar een manier van leven. Je moet één zijn met de natuur en een belangrijk onderdeel van dit ecosysteem.

Na de eendenkooi voert de wandeling ons terug naar het Zuiderafwateringskanaal, waar we bij het verlaten van het drassig bosgebied op de oever van het kanaaltje bij de picknickplek een speelattractie vinden die duidelijk een vangpijp van de eendenkooi voorstelt. Langs de rustbank met herinnering aan de boomfeestdag 2012 wandelen we tot aan de Tolweg. Hier moeten we de brug over het Zuiderafwateringskanaal oversteken om op de andere oever de route te kunnen voortzetten naar de Wendelnesseweg in Capelle. Eerst moeten we nog over een hek, dat door de grondeigenaar het liefst gesloten wordt gehouden en dan op de Schoolstraat komen we bij de sluisbrug en wandelknooppunt 31. Ook nu zetten we de wandeling voort op de zuidelijke oever van het Zuiderafwateringskanaal. Zo bereiken we het natuurgebied Den Dullaert, waaraan deze rondwandeling zijn naam ontleent.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het voormalige Landgoed Den Dullaert wordt tijdens de crisis in de dertiger jaren van de vorige eeuw als project in het kader van de Werkverschaffing aangepakt, omdat de natuurwaarden door vermesting, verdroging en vervuiling grotendeels verloren gegaan is. Maar ook nu is het natuurgebied Den Dullaert weer volop in ontwikkeling doordat Staatbosbeheer het huidige populierenbos omvormt naar elzenbroekbos, dat oorspronkelijk in het gebied aanwezig is. Zo zijn er ook een zestal nieuwe vijvers en petgaten gegraven met de bedoeling dat hier uiteindelijk de “papieren zolderkes” weer terugkomen. Als sloten en veenputten niet worden onderhouden verlanden deze langzaam en allerlei plantensoorten vormen samen een drijvende groene massa van krabbescheer, kikkerbeet en blaasjeskruid. Vanaf de oevers versnellen andere planten, zoals slangenwortel en waterdrieblad, vervolgens de verlanding. Doordat je gemakkelijk door deze broze massa heen kan trappen is de streeknaam “papieren zolderkes” ontstaan. Deze petgaten komen voor in het veenlandschap en worden ook wel “boerenkuilen” genoemd. Ze zijn oorspronkelijk het gevolg van het steken van turf in het voorjaar, zoveel als nodig is voor één stookseizoen. Het zo ontstane gat vult zich met water. Hier zien we dat al in het eerste jaar na het graven van een petgat vele bijzondere plantensoorten aangetroffen worden zoals de zeldzame alpenrus en is het voorkomen van kranswieren spectaculair te noemen.

De route voert ons langs de noordzijde van het natuurgebied Den Dullaert nog steeds langs het Zuiderafwateringskanaal. We passeren het voormalige, maar nog in takt zijnde gemaaltje dat het moerassige natuurgebied Den Dullaert van het overtollige water moet hebben ontdaan. Nu is het industrieel erfgoed. Het is stevig doorstappen over het graspad op de kanaaloever tot we aankomen bij wandelknooppunt 22, die opgesteld staat bij de sluisbrug aan de Hooge Vaart, een buurtschap van Vrijhoeve-Capelle. De route langs het Zuiderafwateringskanaal brengt ons nu in natuurgebied Labbegat, een van de laatste relicten van het typische Langstraatse slagenlandschap. Het Labbegat is een van oorsprong oud veengebied in de Langstraat, dat zich kenmerkt door lange smalle percelen hooiland, die door sloten van elkaar gescheiden zijn. Enige jaren geleden is ook hier met succes begonnen aan het herstel van de het gebied door het afgraven van de grond, waardoor het kwelwater weer naar boven kan komen. Hierdoor vestigen verdwenen plantensoorten zich opnieuw in het gebied. Zelfs lang verdwenen soorten komen terug uit de oude zaadvoorraad die nog in de bodem aanwezig is. Ook verschenen er weer allerlei vogels die zich in het natte veengebied thuis voelen. Het natuurgebied Labbegat heeft nu door het herstel van een deel van het oude “slagenlandschap” met zijn lange en vooral smalle percelen, omzoomd met elzenheggen, weer een grote cultuurhistorische waarde gekregen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Van wandelknooppunt 22 voert de route ons langs wandelknoopunt 20, waar we een brede sloot oversteken, naar wandelknooppunt 23. We hebben naar het zuiden zicht op het typische slagenlandschap met smalle moerassige percelen en aangrenzende elzenheggen. Via wandelknooppunt 24 komen we bij wandelknoopunt 21, waar we naar links gaan aan de achterzijde van Kasteel Zuidewijn bij het Laantje van Zuidewijn, dat leidt naar ‘De Steene Camer’, de vroegere benaming van het Kasteel Zuidewijn. Deze zogenaamde smalle dijk of zijkade, die haaks op de rivier wordt aangelegd, speelt bij de ontginning van dit veengebied een belangrijke rol. Deze “zijdwende” geeft zijn naam aan het oude ambacht en ook aan het kasteel Zuidewijn. Het oudste deel van de zijdwende ligt aan de oever van de Maas en zal kort na het jaar 1000 zijn aangelegd. Naarmate de ontginning opschuift, wordt de zijdwende verlengd en laat zich tot bij Kaatsheuvel terugvinden in het landschap. Naar links door het smalle boslaantje komen we uit op de Spoorbaanweg ten noorden van Sprang-Capelle met het Halvezolenpad en volgen dit tot wandelknooppunt 16 op de kruising met de Julianalaan en de Hogevaart.

Rechtdoor gaat de route over het Halvezolenpad tot bij de picknickplek. Hier is een goed moment om de middagpauze te houden en uit te rusten van de inspanningen van de wandeling tot nu toe. Het moerassige terrein, het hoge natte gras en de veelal ongebaande paden hebben voor er voor gezorgd dat we wel aan een pauze toe zijn. Het proviand komt voor de dag, maar een kopje koffie ontbreekt nog. Hiervoor zullen we toch nog even moeten doorstappen! We nemen de tijd en voorzichtig wordt door Jan Willen geopperd of een afkorting mogelijk is. Charles geeft aan dat we vanhier nog een lus langs de zuidzijde van natuurgebied Den Dullaert krijgen en dan opnieuw het Halvezolenpad kruisen. De beslissing voor een afkorting wordt nog even uitgesteld.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op het infobord bij de picknickplek lezen we dat hier aan de Hogevaart aan de opgeheven Langstraatspoorlijn van Lage Zwaluwe naar ’s Hertogenbosch het voormalige spoorwegemplacement en stationshalte Kaatsheuvel-Capelle heeft gelegen. Deze Langstraatspoorlijn krijgt in de volksmond al snel de naam Halve Zolenlijn en verwijst daarmee naar de schoenenindustrie en is bovendien ironisch bedoeld voor de inwoners van deze streek. De nu verdwenen Stationshalte is op 1 november 1886 open voor reizigersvervoer, als het tracé van Lage Zwaluwe naar Waalwijk in gebruik wordt genomen. In 1891 dreigt al weer een einde te komen aan het bestaan van deze halte, omdat de Staatsspoorwegen het plan hebben om de stopplaats Capelle-Nieuwevaart, die op 2 kilometer afstand ligt, op te waarderen en de halte Kaatsheuvel-Capelle te sluiten. Het gezamenlijke protest van Kaatsheuvel en Vrijhoeve-Capelle voorkomt dit en de stationshalte Kaatsheuvel-Capelle wordt nu volledig als goederenemplacement ingericht en krijgt de bestempeling Station. In 1938 wijzigt de naam in Station Capelle-Vrijhoeve. Na WOII krijgt de Langstraatspoorlijn grote concurrentie van het vrachtverkeer en het busvervoer en besluit de Nederlandse Spoorwegen ondanks fel protest 1 augustus 1950 het personenvervoer te staken. Het goederenvervoer blijft gestaan, maar op 28 mei 1972 wordt het tracé van ’s Hertogenbosch naar Raamsdonk gesloten en dit betekent de sluiting en uiteindelijke sloop van het spoorwegemplacement in Sprang-Capelle. Als herinnering rest hier nog een perron en een stuk spoorrails met stootbuffer. Nu ligt op het talud van het oude tracé tussen Raamsdonksveer en 's-Hertogenbosch een fietspad met de toepasselijke naam: het Halvezolenpad.

Voorbij de picknickplek aan het Halvezolenpad gaat de route bij wandelknooppunt 11 naar rechts in de richting van wandelknooppunt 10. Over een graspad en langs een sloot komen we uit op het asfalt van de Kruisvaart, dat we naar links volgen. Hierbij laten we de Dullaertweg links liggen tot we aan de rechterzijde aankomen bij een hek, dat toegang geeft tot het oude Landgoed Den Dullaert. De landhekken van het oude Landgoed Den Dullaert zijn onlangs in ere hersteld, nadat ze in de loop van de vorige eeuw verdwenen zijn. Maar hoe die hekken en zuilen er werkelijk uitgezien hebben, heeft enige moeite gekost. Samen met Staatsbosbeheer is een ware zoektocht op touw gezet naar de oorsprong van deze hekken en met succes. Nu prijken de nieuwe hekken en zuilen oude stijl op verschillende toegangspaden in natuurgebied Den Dullaert. Door dit hek betreden we natuurgebied Den Dullaert vanuit het zuiden, nadat we aan het begin van deze rondwandeling langs de noordelijke kant van het natuurgebied zijn gewandeld. Ook vanaf deze zijde is Den Dullaert een schitterend gebied een uitgesproken plantengroei, rietorchis, welriekende nachtorchis, beenbreek en Spaanse ruiter. Met de routemarkering naar links bij wandelknooppunt 10 passeren we het zestal petgaten van het 40 hectare grote natuurgebied, dat is ontgonnen tussen 1936 en 1939 in opdracht van de verzekeringsmaatschappij “De Utrecht” en nu onder beheer valt van Staatsbosbeheer. Maar duidelijk is nu ook te zien dat het ontgonnen gebied nooit goed cultuurland geworden vanwege de enorme kwel in dit gebied. Aan de noordzijde van deze petgaten is de nieuwe vogelkijkhut omgeven door elzenbroekbossen een opvallend element in het landschap.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Langs de petgaten, waarin nu al zeldzame flora, zoals kraaltjesglanswier en stekelharlg kransblad zijn waargenomen, wandelen we door tot op de T-splitsing en gaan naar links door een knotwilgenlaantje. Voorbij een statig optrekje bereiken we opnieuw de Kruisvaart met wandelknooppunt 34. Hier kiezen we voor de route naar links naar wandelknooppunt 12 tot we op het Halvezolenpad uitkomen. Op dit punt aangekomen geeft Jan Willem aan graag terug te wandelen naar Waspik. De vermoeidheid heeft hem overmand en hij ziet het niet zitten om nog 8 kilometer te moeten doorlopen om via Kaatsheuvel het eindpunt te bereiken. Er is overleg en Peter, Karst en Vic willen Jan Willem graag begeleiden. Arie en Charles zullen de hele route afmaken en zo naar Waspik wanden. Jan Willem, Peter, Karst en Vic kiezen hier op het Halvezolenpad de kortste weg naar rechts naar Waspik, terwijl Arie en Charles even nog naar links gaan op het Halvezolenpad om dan bij wandelknooppunt 12 rechtsaf de Dullaertweg in te slaan, die uitkomt op de Heistraat. Deze steken we schuin naar links over om via de Doorsteek op de Zuidhollandsedijk te komen. Hier gaat de route naar links en deze straat vormt de gemeentegrens tussen Sprang-Capelle, Gemeente Waalwijk en Kaatsheuvel, Gemeente Loon op Zand. De eerste gelegenheid naar rechts is de Oude Zandschel. Die zandweg nemen we en gaan op de T-splitsing met de Lage Zandschel.

Naar rechts volgen we verharding van de Lage Zandschel tot op de kruising met de Dijkbaansesteeg bij wandelknooppunt 13. Hier op de grens van Kaatsheuvel, Capelle, ’s Gravenmoer en Waspik zitten we in het gebied van de Zandschel, zoals de straatnamen al aangeven. Zo’n 300 jaar geleden wordt deze streek in het grensgebied van Staats-Brabant en het Gewest Holland onveilig gemaakt door de roversbende van de Witte Veer met hun toevluchtsoord en schuilplaats in het Ravensbos nabij de Zandschel, waar ze wonen in tenten en hutten van stro en riet. Via bedelen, overvallen en diefstal scharrelen de leden van de bende de kost bij elkaar en onderneemt dit gezelschap rooftochten tot diep in Holland. Zo zorgt de bende voor veel geweld, overlast, angst en talloze slapeloze nachten in de wijde omtrek. Er waren ook in de omliggende dorpen veel mensen die aan de aanwezigheid van de bende wat beleg op het dagelijks brood verdienden. Klinkende namen van bendeleden als Zwarte Johannes, Alewijn Aertappel, Blommerantje, Lucretia en Arcules Peldertje zorgen voor weinig verheffende taferelen. Ze zijn de schakels in het regionale criminele circuit uit die dagen. Optreden tegen dit geboefte is uiterst moeilijk. De verschillende schouten willen wel maar het is een grote, goed bewapende groep. Bovendien is het gebied moeilijk toegankelijk door de vele moerassen en het behoort bij verschillende Heerlijkheden. Uiteindelijk lukt het Otto Juijn, Drossaard van Loon op Zand om in 1725 Zwarte Johannes, de leider van de bende, gevangen te nemen. Hij is één van de leiders van de roversbende van de Witte Veer. Hij bekent vele overvallen en berovingen waarbij hij betrokken is geweest. Als later nog een aantal andere rovers worden opgepakt en in 1727 aan de galg gestorven zijn, wordt het onderzoek naar de Bende van de Witte Veer afgesloten, al is hiermee de overlast dan nog niet geheel verdwenen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf wandelknoopunt 13 wandelen we in westelijke richting over het verlengde van de Lage Zandschel, die overgaat in de met statige bomen omzoomde Wittedijk, tot we bij wandelknooppunt 14 op de Nieuwevaart in het buurtschap Nieuwe Vaart uitkomen. Het buurtschap ligt ten zuiden van het dorp Capelle en is over het algemeen Protestants, wat opvallend is, omdat in de omgeving vooral overwegend dorpen en steden te vinden zijn die een Rooms Katholiek karakter hebben. Dit heeft met het verleden te maken, want tot aan 1814 behoren dorpen, zoals Sprang en 's Gravenmoer tot het Baljuwschap Zuid Holland van het Gewest Holland, waar de Reformatie veel eerder ingang vindt dan in de Meierij van 's-Hertogenbosch, die pas in 1648 bij de Republiek der Verenigde Nederlanden wordt gevoegd. Teksten langs de weg, zoals “Een waarachtig getuige zal niet liegen, maar een valsch getuige blaast leugens, spr.14:5” en “Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven. Die leugenen spreekt, zal voor mijn oogen niet bevestigd worden. Psalm 101:7”, zijn stille getuigen van die strenge Protestantse leefgemeenschap. Bij wandelknooppunt 17 gaat de route linksaf de Eendenestweg in voorbij aan het gebied van IJsclub Het Eendennest. Rechtdoor bij wandelknooppunt 15 komen we in de Vrouwkensvaartsestraat. Uit bronnen in de 18e eeuw blijkt dat hier aan deze Vrouwkensvaartsestraat een van de twee havens van Waspik moet hebben gelegen, die alleen bevaarbaar is bij hoogwater.

We wandelen door de Vrouwkensvaartsestraat in Waspik-Boven en aan het aantal oude boerderijen van het Langstraattype is te zien dat dit van oudsher een agrarisch gebied is geweest. Het oudste pand met rieten wolfdak en in de voorgevel boven de ingang en het rechtse venster met uitgekraagde bogen vinden we op nummer 20. De bouwer van het oudste huis van Waspik is Jochem Jan Berhoutse (1550-1625), van wie de naam nog steeds de voorgevel siert van het huis dat hij in 1609 aan de Vrouwkensvaartsestraat laat bouwen. Op de gevelsteen zien we naast zijn naam een wapenschild met geel varken in rode wei onder een helm en dekkleden, waarboven een leeuwenmasker en eronder een cartouche met de spreuk "Niet zonder Godt" en de datum "anno 1609". Jochem Jan Berhoutse zet zich tijdens de Tachtigjarige Oorlog onvermoeibaar in voor de belangen van Waspik en omgeving. Door gevaar, tegenwerking en tegenslag laat hij zich niet uit het veld slaan en wordt op één van zijn missies naar Brussel zelfs gegijzeld. Even verderop bereiken we opnieuw het Halvezolenpad bij de voormalige wachtpost 21 van de Langstraatspoorlijn. Hier bij wandelknooppunt 77 gaat het naar links in de richting van Waspik.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Na een kilometer bereiken we over de verharding van het Halvezolenpad het gebied De Vest, een waardevol natuur- en cultuurlandschap van 12 hectare dat onlangs projectmatig is aangepakt waarbij het verdedigingswerk dat onderdeel uitmaakt van de vroegere Zuidwaterlinie in ere is hersteld. Die Zuidwaterlinie is de voormalige verdedigingsgordel die van Bergen op Zoom naar Grave heeft gelopen en waarvan de eerste verdedigingswerken in deze gordel zo'n driehonderd jaar geleden zijn aangelegd. Het gebied is vernoemd naar een vestingwerk dat hier gelegen heeft om de oprukkende vijand uit de buurt van de vesting Geertruidenberg te houden. Dit militair verdedigingswerk is in 1702 aangelegd, omdat een deel van Waspik op de hoge zandrug van de Langstraat ligt. Hierdoor is het niet mogelijk om dit hoge gebied, waar bijna alle mensen wonen, voor verdediging onderwater te zetten. Er moet dus door middel van verdedigingswerken voorkomen worden dat vanuit het zuiden komende troepen in hun opmars worden tegen gehouden. Hiertoe wordt op deze plek door Menno van Coehoorn een retranchement aangelegd, een zigzag verlopende aarden wal met twee lunetten en twee redoutes, waar plaats is voor een groot aantal kanonnen. Als in 1795 de Franse troepen Nederland komen bezetten, wordt waterlinie in werking gesteld, en staan er maar liefst 28 kanonnen opgesteld. Veel haalt dit niet uit, want de Fransen worden weliswaar opgehouden door de waterlinie maar kunnen in december, dankzij de vorst, de rivieren oversteken en tot Holland doordringen. Daarna raakt het verdedigingswerk in verval om tijdens de Belgische Opstand in 1832 opnieuw te worden aangelegd over een lengte van 800 meter. Een deel van de gracht is blijven bestaan, maar het verdedigingswerk zelf is in 1880 al weer verdwenen. In 2008 worden de aarden wallen weer opgeworpen om de contouren van de voormalige vestingwerken weer te geven en ook de nog bestaande gracht wordt uitgegraven en vergroot.

Bij het informatiebord wandelen we naar links, eerst het fietspad volgend om dan naar rechts over het schelpenpad om de opgeworpen wallen naar bij de bebouwing aan de Spoorstraat ui te komen. Het natuurgebied De Vest is een leefgebied met veel variatie in land, water en leven, waardoor veel verschillende soorten dieren en planten zich in dit gebied thuis voelen. Zo groeien er op de hellingen en de top van de wallen andere planten dan een de voet van de dijk, die grenst aan de waterpartijen. Daarnaast zijn er bomen, heggen en knotwilgen en er is in het natuurgebied een boomgaard met oude fruitrassen, zoals de stoofpeer en de notarisappel. Bovendien vormt De Vest een natuurlijke verbindingszone tussen de Binnenbijster van Waspik en de ’s Gravenmoerse Vaart voor kikkers, padden en zaden van de koekoeksbloem en het Sint Janskruid. Vanaf de Spoorstraat gaan we naar rechts en steken voor een laatste keer het traject van de Langstraatspoorlijn over om dan na een paar honderd meter bij Sociaal Cultureel Centrum Den Bolder op het eindpunt van deze rondwandeling aan te komen.

Nog even een drankje in Sociaal Cultureel Centrum Den Bolder en hopen dat Peter, Jan Willem, Karst en Vic er ook nog zijn. Bij navraag blijkt dat zij net vertrokken zijn. Pech voor Arie en Charles. Geen mogelijkheid om alvast iets af te spreken voor de wandeldag in juni. Rond de klok van 15.00 rijden Arie en Charles huiswaarts en als zij nog maar net in Loon op Zand zijn, barst een hevig noodweer los en heeft iedereen zonder regen de eindstreep bereikt!

Charles Aerssens
28 mei 2012



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 28-05-2012 door C.P.J. Aerssens