© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het eind van de laatste wandeldag in oktober hebben we het idee geopperd om eens een poging te wagen op een andere dag op pad te gaan om zo wellicht wat meer mensen te enthousiasmeren mee te wandelen. Dus spreken we af op vrijdag 9 november een rondwandeling in de Oisterwijkse Bossen en over de Kampina te plannen. Charles laat een mail uitgaan. Maar hoe dichter die 9 november in zicht komt, reactie blijft uit of men heeft al andere afspraken. En zo melden zich op het afgesproken tijdstip dezelfde wandelvrienden als in september en oktober: Arie, Karst en Charles. Natuurlijk is dit geen probleem en zullen ze met veel plezier aan de dagwandeling beginnen. Charles heeft een route samengesteld die gebruik maakt van verschillende wandelingen van Natuurmonumenten gecombineerd met het wandelroutenetwerk het Groene Woud.

Op de geplande vrijdag treffen Karst, Arie en Charles elkaar om 9.00 uur op de parkeerplaats bij het Bezoekerscentrum van Natuurmonumenten aan de Van Tienhovenlaan 5. Karst is vanuit Breda sneller op de afspraak als Arie en Charles, die vanuit Loon op Zand weinig tijd nodig hebben om op de plaats van bestemming te komen. En zo kunnen we dan van start gaan voor een rondwandeling, die ons langs een twintigtal vennen gelegen in het bosrijke gebied ten zuiden van Oisterwijk en in het noordelijk deel van het uitgestrekte heidegebied van de Kampina zal voeren. Deze natuurgebieden maken deel uit van het Nationaal Park Het Groene Woud in de driehoek Eindhoven-Tilburg-'s-Hertogenbosch. Is dit gebied een eeuw geleden nog een open heidegebied, later worden er grove dennen aangeplant om hout te leveren voor de mijnbouw in Zuid-Limburg. Als het gebied in bezit komt van Natuurmonumenten, worden de bossen teruggebracht naar een meer natuurlijk bos en krijgt de Kampina de uitgestrektheid, de ongereptheid, de rust en vooral zijn variatie terug.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het vertrekpunt is het Bezoekerscentrum van Natuurmonumenten aan de Van Tienhovenlaan 5 en ligt midden in de Oisterwijkse Bossen, die al van ouds als een toeristische trekpleister gelden vanwege de uitgestrekte bossen en de vele vennen. Vóór de 20e eeuw heeft het landschap hier ten zuiden van Oisterwijk een andere aanblik en zijn er in plaats van bossen uitgestrekte heidevelden. Doordat men ophoudt de schapen de heidevelden te laten begrazen, ontstaan er door aanplanting van bomen vanaf 1801 grote bosgebieden. Bijzonder is dat er hier veel meer vennen zijn dan in andere soortgelijke gebieden van Noord-Brabant. Vanaf de parkeerplaats steken we de Van Tienhoven laan over en wandelen we zuidwestwaarts de blauwe markering van de rondwandeling van Natuurmonumenten volgend langs het verlaten gebouw van Café-Restaurant Groot Speijck. Deze voormalige horecagelegenheid Groot Speijck dateert uit 1932 en foto's van het oorspronkelijke pand geven een beeld van een huis met veranda, midden in het bos. Het straalt een enorme sfeer uit en je zou er zo weer gaan zitten met een kopje koffie, de zon gefilterd door de bladeren. Het pand is in beeld bij Natuurmonumenten, die van plan is in het natuurgebeid de Oisterwijkse Bossen en Vennen een vernieuwende bezoekersformule te realiseren. Geen traditioneel bezoekerscentrum, maar een combinatie van een sfeervolle bezoekersvoorziening en horeca. Maar of dit ooit gerealiseerd gaat worden is nog een vraag.

Het smalle bospad steekt de Van Swinderenlaan over en zo komen we even verderop aan het eerste ven van onze wandeling het is het Diaconieven. De langwerpige vorm en de omringende heuvels duiden erop dat dit ven in een ver verleden door de wind is gevormd. De laagte is door de overheersende zuidwestenwind uitgestoven, zodat voornamelijk aan de noordoost kant duintjes zijn ontstaan. Aan de plantengroei kunt u zien dat dit ven veel voedselarmer en dus meer natuurlijk is dan een groot aantal andere vennen in dit gebied. De witte waterlelies ontbreken nagenoeg en langs de oevers groeit bijvoorbeeld waternavel, dat herkenbaar is aan het kuiltje in het midden van het blad. Doordat het Diaconieven niet sterk begroeid is, is het erg geliefd bij watervleermuizen. Ze kunnen er makkelijk naartoe vliegen vanuit hun schuilplaatsen elders in het bos en zo ’s nachts laag over het water vliegen om muggen en nachtvlinders te vangen. We lopen nu door gemengd bos tussen het Diaconieven en het Brandven. Het is een mooi voorbeeld van een goed geslaagde omvorming van een saai naaldbos tot een natuurlijk gemengd bos, waardoor Natuurmonumenten hoopt veel meer natuurlijke bossen te krijgen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Zo bereiken we spoedig het wonderschone Brandven, waar Natuurmonumenten niet altijd even blij is met de weelderige begroeiing van witte waterlelies. Die horen oorspronkelijk niet in een ven thuis, maar kunnen er groeien dankzij het voedselrijker worden van het water, bijvoorbeeld door bladinval. De waterlelies zorgen ervoor dat het vennetje langzaam maar zeker dichtgroeit. In het verleden is het Brandven ook voor een groot deel dichtgegroeid geweest, waarna men het weer heeft open gegraven om de plantenresten als turf in de kachel te kunnen stoken. De bulten pijpenstrootje laten zien tot waar er turf gebaggerd is. Voor het Brandven langs gaat onze route naar rechts en hier stuiten we op de geelgroene markering van het wandelroutenetwerk. We steken de Van Tienhovenlaan over en komen vanuit het bos bij wandelknooppunt 62 aan het Kolkven. De route verloopt vanaf hier naar rechts met de blauwe markering van Natuurmonumenten. Dit Kolkven is niet door poolwinden uitgestoven, zoals veel andere vennen in de buurt. Het kolkende water van een oude smeltwaterrivier moet het hebben uitgeslepen. Hierdoor is het Kolkven ook een stuk dieper dan de andere Oisterwijkse vennen en biedt het meer plaats aan watervogels. Om de vogels niet te verstoren kun u het Kolkven het beste bekijken vanachter het vogelscherm, dat even van de route af op een landtong ligt. Daar is ook een informatiebord met uitleg over de verschillende soorten watervogels die op en rond het ven leven.

De geelgroene markering van het wandelroutenetwerk, die hier samengaat met de blauwe pijlen van Natuurmonumenten leidt ons met de klok mee rond het Kolkven. We orden even van de oever van het Kolkven afgeleid naar de Bosweg om dan opnieuw rechtsaf uit te komen bij het Kolkven. Hier passeren we op een bergje aan de oostzijde van het Kolkven, op de vroegere grens tussen Oisterwijk en Moergestel, een gemetselde stenen bank, met hardstenen zitplaat, de monumentale Wierdsma bank. Aan de voorzijde zien we een hardstenen fries. Links staat de moeilijk leesbare tekst: “De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland heeft dese bosschen en vennen aangekocht in de jaren 1914, 1915, 1916”. Rechts staat de tekst ‘Ter herinnering aan de aan elkaar gelieerde geslachten Wierdsma, Rypperda en De Balbian Verster in Oisterwijk heeft J.V.Wierdsma deze bank opgericht in 1916’. Links is de bank geflankeerd met het familiewapen De Balbian Verster, in het midden dat van Wierdsma en rechts van Rypperda. Aan de achterzijde bevindt zich een gedenksteen met de volgende tekst: “Deze Bosschen en Vennen zijn gesteld onder de bescherming van het Nederlandsche Volk”.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voorbij deze monumentale Wierdsma bank volgen we nog even de oever van het Kolkven om dan de geelgroene markering naar links te volgen tot we opnieuw op de Bosweg uitkomen. Hier gaat de route even naar rechts om ons dan meteen linksaf tot bij wandelknooppunt 63 te brengen aan het Lammertven, dat bijna overwoekerd wordt door vooral grassen als het pijpenstrootje. Dit komt vooral door de regen, die nog steeds zuur is en veel stikstof bevat. Het Lammertven staat daarnaast bekend om zijn grote aantal groene kikkers, die vanaf mei luid in koren kwaken. We wandelen richting wandelknooppunt 38 en komen nu weer op de Bosweg bij Boshuis Venkraai, een alleraardigste uitspanning met zijn rood-witte luiken en gezellig terras. Boshuis Venkraai dankt zijn naam aan de geheimzinnige zwarte stern, die vroeger op de Kolkvennen broedde en zodoende venkraai werd genoemd door de bevolking. Inmiddels is de vogel hier al jaren verdwenen. Maar de naam is nog steeds blijven bestaan! Als echt “bruin woonkamer-café” is deze uitspanning volstrekt uniek met zijn gezellig ouderwetse inrichting en prachtig gelegen in het Oisterwijkse vennengebied.

Op het kruispunt van de Bosweg met de Van Swinderenlaan kiezen we bij wandelknooppunt 38 voor het laantje in noordoostelijke richting dat ons naar de oever van het Voorste Goorven brengt. We komen nu in het gebied waar de Vereniging Natuurmonumenten in 1913 haar eerste vennen gekocht heeft. De destijds geplande woningbouw kan zo niet doorgaan en een uniek gebied wordt behouden. De vennen hier zijn ontstaan, doordat 15.000 à 20.000 jaar geleden, tijdens de laatste ijstijd, zware zuidwesterstormen laagten blazen in de dikke zandgronden van Midden- Brabant. Hierdoor ontstaan langgerekte kuilen die dankzij hun ondoorlatende leemgrond vol met regenwater lopen. Deze vennen zijn van oorsprong voedselarme wateren, die voor een zeldzame en gevarieerde plantenwereld zorgen. Maar aan het einde van de vorige eeuw raken de vennen vervuild en verzuurd en veel planten- en dierensoorten verdwijnen en het water is troebel. In de winter van 1995 besluit Vereniging Natuurmonumenten daarom in te grijpen en naast het Voorste Goorven ook het Van Esschenven en het Witven te restaureren. Deze vennen worden leeggepompt en de bodem schoongemaakt. In het voorjaar van 1996 stromen de vennen weer langzaam vol met helder water. De zeldzame planten en dieren, die hier thuishoren, krijgen zo opnieuw een kans om terug te keren in de vennen, zodat de karakteristieke flora en fauna zich kan herstellen. Deze grondige schoonmaak heeft geleid tot een succesvol herstel van het Voorste Goorven.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Langs de oevers van het Voorste en Achterste Goorven wandelen we over een met beuken omzoomd pad naar het uiterste puntje van het Achterste Goorven. Hier is het wat geaccidenteerd met heuvels van stuifduinen die van de laatste ijstijd dateren. We lopen om het achterste Goorven heen westwaarts en steken bij het bruggetje naar rechts door tot we op de splitsing nogmaals kort naar rechts gaan en dan doorsteken tot het Witven. Dit ven dankt zijn naam aan de oorspronkelijk witte zandbodem, maar het water is nu voedselrijk en de bodem daardoor donkergekleurd. We verlaten het Witven naar rechts, de groengele markering van het wandelroutenetwerk volgend, en houden op de kruising nogmaals rechts aan. Op de T-splitsing nog voor de drukke Gemullehoekenweg gaat de route naar rechts om dan verderop linksaf naar de Gemullehoekenweg door te steken naar wandelknooppunt 39. Langs de parkeerplaats houden we rechts aan en komen nu langs het Klein Aderven met merkwaardige bewoners: Amerikaanse hondsvisjes. Deze visjes zijn bestand tegen zeer zuur water, grote temperatuursschommelingen en zelfs kortstondig droogvallen van het ven.Het zijn eigenlijk aquariumvissen die hier vermoedelijk zijn losgelaten. Het Klein Aderven is ook een van de overwinteringplaatsen van padden in de Oisterwijkse Bossen. Aan de rand van dit Klein Aderven vinden we in een boom een inkerving, die de herinnering levend houdt aan de fusillering van de broers Hein en Bernard Schut , verzetsmensen die op 6 en 7 oktober 1944 door de Duitsers zijn gefusilleerd. Tijdens WOII hebben ze o.a. zeven Duitsers gevangen gehouden en een schuilplaats aan evacués aangeboden. Als de Duitse bezetters hier in 1944 achter komen, zijn de twee broers opgepakt en worden gedwongen hun eigen graf te graven in de bossen van Oisterwijk.

We laten wandelknooppunt 34 links liggen en we vervolgen onze wandeling op de oostelijke oevers van het Groot Aderven tot op de kruising van zandpaden. Opnieuw rechts af tot we op een driesprong komen met een markante boom. Hier naar links en zo staan we meteen op de Scheibaan aan de kruising met de Duinenweg. Deze volgen we langs Camping De Reebok tot aan de Burgemeester van de Oeverweg. Hier steken we over en vervolgen het bospad dat naar rechts afbuigt. Langs de bosrand van de Belversche Bergen gaat de groen-geel gemarkeerde route tot aan het klaphek aan onze linkerzijde. Door dit hek betreden we een afgezet gebied waardoor het beekje de Rosep stroomt. Zo bereiken we over het bruggetje van de Rosep wandelknooppunt 48 en staan dan bij het Belversven. Het Belversven is ontstaan doordat beek- en regenwater door zandduinen wordt tegengehouden, Waar geen ondoorlaatbare leembodem aanwezig is, ontstaat soms door het uitspoelen van de bovenste aardlaag daaronder een laag van ondoorlatend oer, waarop het water kan blijven staan. Zo’n ven wordt dan een “hangend ven” genoemd. Vroeger is kalkrijk beekwater van de Rosep in het Belversven ingelaten. Dit beekwater, dat het zuur in de vennen neutraliseert, heeft een heel andere chemische samenstelling, waardoor er een andere waterkwaliteit en bijbehorende leefgemeenschappen ontstaan is in het Belversven.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf de monumentale bank van Natuurmonumenten gaat de wandeling tegen de klok in langs het Belversven over de Valkeniersbaan en we houden links aan tot we op de groengele markering van het wandelroutenetwerk stuiten aan de Burgemeester Schijvenslaan. Aan de Belverse Baan aangekomen krijgen we vrij uitzicht op het gevarieerd natuurgebied van de Kampina met de grote uitgestrekte Kampinase Heide, naaldbosgebieden en een groot aantal vennen. Het heidegebied is hier en daar venig en kent bijzondere soorten als lavendelheide. De Kampina en de aangrenzende Oisterwijkse bos- en vennengebied vormen samen een voorbeeld van het licht glooiende Brabants dekzandlandschap met U-vormige paraboolduinen, met bossen, vennen, heide en overgangen naar schraalgraslanden in beekdalen. De Kampina is een restant van het halfnatuurlijke Kempense heidelandschap, met droge en vochtige heidevegetaties, akkertjes, een meanderend riviertje, voedselarme vennen en blauwgraslanden. In de oeverzones van de vennen komt nog hoogveenvorming voor, in het zuiden liggen dopheidevelden. De vennen in dit gebied zijn vaak langgerekt in zuidwest-noordoostelijke richting, de dominerende windrichting van de laatste ijstijd, als dit landschap grotendeels wordt gevormd. Vennen die hier aanwezig zijn betreffen doorstroomvennen, geïsoleerde zure vennen, en vennen in beekdalflanken die oorspronkelijk onder invloed staan van inundatie met beekwater.

We passeren een verweerde molensteen met een doorsnede van 1,5 meter en 41 cm hoog en een gewicht van rond de 2 ton. De 140 kerven zijn smal en diep, deze stenen worden gebruikt om eikenbast te vermalen tot looistof voor de leerlooierijen. Ze noemen dergelijke molenstenen dan ook runstenen, naar de gemalen eikenschors die eek of run genoemd wordt. Vermoedelijk is deze molensteen afkomstig uit de Oisterwijkse Kerkhovense molen en hier in 1956 neergelegd als markeringspunt voor de nieuwe gemeentegrens tussen Boxtel en Oisterwijk. De wandeling leidt ons vanaf wandelknooppunt 55 aan de Van Tienhovenweg over de open vlakte op het scheidingsvlak van het omvangrijke heidegebied ten zuiden van de route en de noordelijk gelegen uitgestrekte vennen. Honderden jaren geleden, als meerdere schaapskuddes de woeste gronden van de Kampina begrazen, is hier waarschijnlijk één grote zee van heidestruiken en stroken zand. Onder het huidige regime met runderen en paarden is het een bijzonder structuurrijke heide met een sterke afwisseling van grassen, heideplanten, struiken en enkele bomen. In deze gevarieerde boomheide voelt een groot aantal dieren zich prima thuis, waaronder graafwesp, boomleeuwerik en levendbarende hagedis. Enkele dagen per jaar strijken hier zelfs kraanvogels neer, die de ruige en vaak doodstille vlakte uitkiezen om een tussenstop te maken op hun trektocht van en naar het zuiden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Ten noorden van ons passeren we het Kromven en op de kruising van zandwegen gaan we naar links de Pindreef op, die ons langs de Zandbergse Vennen voert. Aangekomen bij het eerste bomenbosje kiezen we voor het kleine voetpad naar links en met de bocht naar rechts komen we aan een rustbank tegen de bosrand. Naar links pikken we nu de groen-gele routemarkering op, die ons langs de Huisvennen leidt. Deze Huisvennen behoren tot de waardevolste vennen van de Kampina. Hier is het water nog bijna net zo schoon als veertig jaar geleden, terwijl veel andere vennen door toestroom van meststoffen aanzienlijk zijn vervuild. In en rond het Groothuisven komen nog planten voor die elders zeldzaam zijn geworden, zoals beenbreek, veenpluis, klokjesgentiaan en veenbes.

Vanaf de Huisvennen wandelen we naar rechts langs het Kogelvangersven. Dit is weer zo’n typisch ven waar de wind na de laatste IJstijd het dekzand tot op de leemlaag heeft weggeblazen. Op deze kleiachtige ondergrond blijft het regenwater staan, waardoor hier al eeuwen prachtige, kraakheldere vennen liggen. Hier zie je waar het uitgestoven zand terecht is gekomen. In de 18e eeuw oefent er de gendarmerie haar schietkunsten door hun karabijnen over het ven in de duinen leeg te schieten. Langs het Ganzenven zetten we de wandeling voort. We stuiten opnieuw op de groengele markering van het wandelroutenet. De route blijft afwisselend met uitzicht over de heide en vanuit het bos op het volgende ven, het Lelieven. Ook het bos zelf is de moeite waard om even bij stil te staan. Het heeft al een behoorlijke mate van natuurlijkheid. Bomen van verschillende soorten en leeftijden staan hier kriskras door elkaar, terwijl op de bodem menig omgevallen boom ligt. Als dood hout maken ze een tweede leven door. Bij een boom die eerst tachtig jaar heeft gegroeid, duurt het zeker nog eens tachtig jaar voor hij volledig is verteerd. Al rottend biedt hij opnieuw voeding en beschutting aan de dieren en planten van het bos. Daarom blijven dode bomen zo veel mogelijk liggen. Het Flesven duikt op, dat zijn naam dankt aan het Franse woord Flache: een ven met leemlagen aan de oppervlakte. De naam Flacheven is later verbasterd tot Flesven.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het wandelpaden brengt ons naar links bij het Meeuwenven. Hier staat een vogelkijkscherm. Naar rechts komen we in een stuk bos, waar opvallend veel adelaarsvarens staan. De markering van het wandelroutenetwerk brengt ons bij wandelknooppunt 20. Hier even naar rechts op de Van Tienhovenlaan en bij wandelknooppunt 19 naar links. We staan nu bij het Palingven. Hier gingen veel mensen uit Boxtel vroeger zwemmen. Nu overheerst de stilte. De Belversebaan steken we over en we wandelen richting wandelknooppunt 1 over de Stenenheulweg. Een heul is een oud woord voor heuvel. De verderop gelegen stenen brug over de Rosep heeft dan ook meteen de naam “Stenen Heul” gekregen omdat die brug ook nog eens omhoog loopt. We bereiken bij wandelknooppunt 2 de Posthoornseweg met fietspad en slaan hier linksaf. Deze Posthoornseweg wandelen we uit tot aan de Scheibaan, die we oversteken om dan naar rechts het bospad te volgen langs de omheining van het Openluchtzwembad Staalbergven. Het is een natuurlijk strandbad en dankt zijn naam aan het natuurwater. Het ven dat op een natuurlijke manier verdeeld in een recreatiegedeelte waarop gewaterfietst kan worden, een diep zwemgedeelte en een speelgedeelte dat direct aan het zandstrand is gelegen. Het Staalbergven wordt door bossen omringd en heeft zo een rustige en natuurlijke uitstraling. Wij wandelen langs de omheining aan de oostzijde tot we op de Vennenlaan uitkomen. Langs statige villa’s, sportcomplexen en uitspanningen belanden we aan de Gemullehoekenweg waar we bij wandelknooppunt 6 oversteken en meteen naar links in zuidwestelijke richting de oever nalopen van het Van Esschenven.

Onze route verloopt op de noordelijke oever van het karakteristieke langgerekte Van Esschenven, dat al in 1913 in bezit komt van de Vereniging Natuurmonumenten. Het ven is gelegen in een langgerekte uitgeblazen laagte tussen dekzandruggen, die in het Laat-Glaciaal in de laatste ijstijd door westenwinden gevormd zijn. Meestal is later ook tijdens het Holoceen nog wat dekzand opnieuw verstoven, want op de dekzandruggen zie je aan het oppervlak soms wat opgestoven stuifzand. Verlanding maakt het nodig dat in 1995 het Van Esschenven en het aangrenzende Witven en het Voorste Goorven opgeschoond worden. Het ven wordt uitgebaggerd en de voedselrijke bodem wordt weggehaald door de Vereniging Natuurmonumenten in een poging om de waarden van de levende natuur te vergroten. Een maatregel die effectief blijkt, wat onder meer te zien aan de terugkeer van zeldzame kiezelwieren, de libelachtige watersnuffel, de geelgerande watertor, moerashertshooi en gagelstruiken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Over de smalle rug langs het Van Esschenven komen we aan het westelijke uiteinde van het ven. We passeren wandelknooppunt 69 en houden links de markering van het wandelroutenetwerk aan tot we aankomen bij wandelknooppunt 68. Het is typisch een plek die verland zou zijn, maar door de schoonmaakactiviteiten van enkele jaren geleden kun je nu zelfs het witte zand op de bodem weer zien. Hier laten we het Van Esschenven achter ons en steken door in zuidelijke richting tot we het meest zuidelijke puntje van het Witven bereiken. Hier verlaten we de groengele markering van het wandelroutenetwerk en houden rechts aan tot we op de Bosweg uitkomen. Nog even naar rechts en dan meteen linksaf langs de omheining van een kapitale villa, die verscholen ligt achter een dichte, hoge haag. We zijn hier op het asfalt van de Van Tienhovenlaan, dat ons terug voert naar het vertrekpunt van deze dagwandeling, de parkeerplaats bij het Bezoekerscentrum Natuurmonumenten.

We brengen nog even een bezoekje aan het Bezoekerscentrum Natuurmonumenten en nemen daarna afscheid van elkaar. Wel spreken we al met elkaar af de wandeldag in december opnieuw op een woensdag vast te leggen en niet meer uit te wijken naar vrijdag. We slaan spijkers met koppen en plannen woensdag 12 december als laatste wandeldag van het jaar. Charles zal op tijd hierover een mail doen uitgaan en gekeken wordt of we wellicht nog enkele enthousiaste wandelvrienden uit onze directe omgeving kunnen benaderen om in de toekomst mee te gaan. We zullen zien en hopen op het beste!

Charles Aerssens
24 november 2012



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 24-11-2012 door C.P.J. Aerssens