© L.A.W.V.VIA-VIA

Volgens afspraak na de laatste etappe van het Hertogenpad hebben we woensdag 11 mei vastgelegd om dan het volgende traject van het Hertogenpad te lopen met start in Middelrode. Er is opnieuw voldoende belangstelling, maar op het allerlaatste moment moet de planning worden aangepast. Charles krijgt bericht dat hij op die woensdag een begrafenis heeft en dus wordt de dagwandeling een weekje verschoven. Dit betekent dat Arie af moet haken wegens zijn al vastgelegde vakantie naar La Douce France. Voor Peter, Harrie, Marlien en Karst geen probleem, zij zullen van de partij zijn. Omdat we met 5 personen op pad zullen gaan, levert dit geen logistieke hoogstandjes op en kunnen we met 2 auto’s naar het eindpunt rijden en dan doorrijden naar het vertrekpunt met achterlating van één auto.

Op woensdag 18 mei wordt afgesproken elkaar rond de klok van 8.30 uur te treffen op de parkeerplaats van Natuurcentrum Slaboek in Nistelrode. Zo gezegd zo gedaan en dus zien we elkaar op het afgesproken tijdstip. Nu nog even naar Middelrode rijden en over de A50 via Uden kost dit weinig tijd. Nog voor 9.00 uur zijn de wandelschoenen gestrikt en de rugzakken op. Vanaf het vertrekpunt aan de Assendelftseweg zal de route ons op het eerste deel langs het riviertje de Aa naar Kasteel Heeswijk voeren. Daarna betreden we de Heeswijksche Bosschen en wandelen door lange populierenlanen naar de Dinthersche Heide. Langs de noordkant van Vorstenbosch komen we aan de Bedafse Heide, die we in noordoostelijke richting doorkruisen langs de steile stuifduinen. Als we de Peelrandbreuk gepasseerd zijn betreden we het gevarieerde landschap van natuurgebied De Maashorst en bereiken Natuurcentrum Slabroek, het eindpunt van deze etappe.

Voor deze dagwandeling van het Hertogenpad starten we dus in Middelrode op de kruising van de Assendelftseweg met Kapelstraat en Brugstraat. Het is een opmerkelijke plek omdat hier de oorspronkelijke dorpskern van Middelrode heeft gelegen. Al in de 14e eeuw is hier bij de doorwaadbare plaats in de rivier de Aa een houten brug gebouwd als deel van de oude handelsroute die de stad Luik voert met het Land van Ravenstein. Bij deze rivierovergang ontstaan in de 13e en 14e eeuw enkele herbergen met brouwerijen, het kasteeltje Assendelft, dat dan nog Ter Bergelen heet. Rond 1445 wordt bij deze brug over de Aa een kapel gebouwd, gewijd aan de H. Cornelius en aan Onze Lieve Vrouw. Vanaf 1461 is het ook mogelijk om in deze kapel de zondagsmis bij te wonen. De kapel doet dienst tot 1648 en wordt dan aan de Protestanten toebedeeld, die het als school gebruiken. In 1830 wordt het gebouw afgebroken en komt er een nieuw schoolgebouw met onderwijzerswoning met het uiterlijk van een kapel. Het gebouw wordt in 1957 gesloopt. Op deze plek vinden we ook het Krukhuis, oorspronkelijk uit de 17e eeuw en gebruikt als boerderij, brouwerij en herberg, sinds 1930 als woonhuis en schuur. Het pand met ervoor drie oude linden heeft architectuurhistorische waarde vanwege de in- en uitwendig gaaf behouden hoofdstructuur en het traditionele materiaalgebruik alsmede vanwege onderdelen van het interieur en is straatbeeldbepalend als laatste restant van de oorspronkelijke locatie van het dorp Middelrode.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We verlaten het stationsgebouw van ’s Hertogenbosch aan de stadszijde en steken bij de rotonde de drukke Oranje Nassaulaan over. Midden op deze rotonde pal boven de verkeerstunnel zien we de Drakenfontein met zijn vergulde draak. Het standbeeld is geplaatst in 1903 en is onderdeel van een wedstrijd, die door ’s Hertogenbosch is uitgeschreven naar de wens van Jonkheer Paulus Jan Bosch van Drakestein, (1825-1894), Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, die de stad bij zijn overlijden een legaat vermaakt om een gedenkteken op te richten voor zijn tweelingdochters, die in 1881 op 17-jarige leeftijd zijn overleden. Ofschoon de gebroeders De Leeuw uit Nijmegen deze wedstrijd winnen, krijgt architect van 't Zand Jules Dony de opdracht een ontwerp te maken voor de drakenfontein. De draak en de kleine draken zijn gefabriceerd bij de firma De Braat in Delft. De sokkel is gemaakt door de steenhouwerij Glaudemans. Dat het een Drakenfontein wordt, heeft een tweetal verklaringen. Zo is er het verhaal dat door de ligging 's-Hertogenbosch in een moerasgebied, de omgeving van de stad makkelijk onder water te zetten is. De stad wordt daarom ook wel de Moerasdraak genoemd en geldt als een onneembare vesting. In 1629 wil Frederik Hendrik 's-Hertogenbosch veroveren, maar de inwoners van 's-Hertogenbosch maken zich aanvankelijk geen zorgen vanwege de drassige ondergrond. Door het gebied rond de stad droog te malen lukt het Frederik Hendrik toch om de stad in te nemen. Het andere verhaal is, dat vanwege de achternaam van de legator gekozen is voor een draak. Dit ook, omdat de draak een schild vasthoudt met het familiewapen van Bosch van Drakenstein.

Over de Stationsweg komen we aan de Wilhelminabrug over de Dommel. Hier is omstreeks 1870 een eerste, houten brug aangelegd tussen de oude binnenstad en de toekomstige nieuwe stadswijk Het Zand met het station. Enkele jaren later wordt de brug vervangen door een smalle brug, met tramrails. Maar de entree naar het stadcentrum krijgt een nieuwe, mooiere brug in 1923, versierd met rijk beeldhouwwerk, vervaardigd door de befaamde Hildo Krop (1884-1970). De brug draagt vanaf dan ook officieel de naam Wilhelminabrug. Tijdens de zware gevechten bij de bevrijding van de stad door de 53rd Welsh Division in oktober 1944 wordt de Wilhelminabrug onherstelbaar beschadigd en er wordt naar een nieuwe oplossing gezocht. Enige ornamenten en beeldhouwwerk van de oude brug worden elders in de stad geplaatst. In 1954 komt een nieuwe Wilhelminabrug gereed met de letters W met een kroontje op de brugleuning. Speciale aandacht verdient het beeldhouwwerk van Frans van der Burgt op de twee pylonen, die taferelen uitbeelden van de Bossche stadsgeschiedenis vanaf de stadsstichting in 1185 tot en met de bevrijding van de stad in 1944 door de 53rd Welsh Division.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We wandelen over de Kapelstraat in zuidelijke richting naar de Zuid-Willemsvaart. Aan onze linkerzijde zien we de rood-witte markering van het Hertogenpad. We gaan niet door het klaphekje, dat toegang geeft tot het natuurgebied aan de zuidzijde van de gekanaliseerde Aa. Met een boog voert de route ons langs restanten van de oorspronkelijke loop en van het beekdal dat goed zichtbaar. De landelijke rust wordt hier enkel verstoord door het voortrazende verkeer over de provinciale weg N279 die hier direct langs het de Zuid-Willemsvaart loopt. Over het dijkje langs de Aa bereiken we na ruim twee kilometer even voorbij een boerderij de brug over de Aa. Hier steken we het riviertje over en door de statige met grote beukenbomen omgeven oprijlaan naar het in de verte gelegen Kasteel Heeswijk op. Toch lopen we deze laan niet helemaal uit. De markering geeft aan dat we hier naar links moeten, maar de topografische kaart en de tekst uit de wandelgids zeggen ons op dit punt naar rechts te wandelen. Wij besluiten de topografische kaart te volgen en de links gelegen Looz-Corswarem-hoeve, lange jaren een authentiek boerenbedrijf en nu een groepsvakantiehuis en het bruggetje over de door de weilanden kronkelende Leigraaf, een laaglandbeek, letterlijk links te laten liggen.

We bereiken bij wandelknooppunt 25 van Wandelroutenetwerk Bernheze de statige oprijlaan naar Kasteel Heeswijk en lopen hier noordwaarts tussen imposante beuken met bloeiende rododendrons als onderbegroeiing. Over het riviertje de Leigraaf en langs het gesloten hekwerk, dat duidelijk toe is aan een opknapbeurt, naderen we het Kasteel Heeswijk, waar we begroet worden door imponerende in metaal gegoten reuzenfiguren, die allemaal zijn weggelopen uit de Nachtwacht van Rembrandt en die hier wachten op een definitief plekje bij Kasteel Heeswijk. Aan onze linkerzijde passeren we het oorlogsmonument dat herinnert aan de luchtlanding in deze omgeving van de 101e Airborne Division onder bevel van Luitenant Kolonel Harry William Osborne Kinnard (1915–2009), commandant van het 1st Battalion, 501st Parachute Infantry Regiment van de U.S. 101st Airborne Division, aan het begin van Operatie Market Garden 17 september 1944. Hij landt met zijn parachutebataljon in het door de Duitsers bezet gebied hier bij Kasteel Heeswijk vijf mijlen van de aangewezen landingszone en zet een tactische aanval op om de voor zijn bataljon aangewezen doelen in drie uren te veroveren waarbij hij de vijand in dat gebied met zware verliezen verdrijft en 418 Duitsers krijgsgevangenen maakt. Na zijn succesvolle verovering van Schijndel stoot Luitenant Kolonel Harry William Osborne Kinnard door naar Eerde en is bij al deze geslaagde acties van zijn eenheid steeds aan het front in de eerste linie, dapper en zonder aarzeling. Zijn heldhaftige leiding en persoonlijke moed hebben het succes van zijn eenheid tot gevolg, waarvoor hij op 14 november 1946 bij Koninklijk Besluit door koningin Wilhelmina benoemd wordt tot Ridder in de Militaire Willemsorde. Een ander opmerkelijke gedenksteen geeft aan dat aalmoezenier Francis L. Sampson (1912-1996), die deel uitmaakt van deze eerder genoemde luchtlanding, hier bij toeval in de kasteelgracht terecht komt, nadat zijn parachute in de war is geraakt met een lotgenoot en zijn spullen moet opduiken, zoals hij ook vermeld in zijn autobiografische boek “Look out below” (1958).

© L.A.W.V.VIA-VIA

Via het naar deze onfortuinlijke aalmoezenier Francis L. Sampson van de 101e Airborne Division genoemde laantje verlaten we langs wandelknooppunt 23 het kasteelterrein naar links en komen aan de toegangspoort van het kasteel, waar een tweetal liggende leeuwen rustend op hun wapenschilden de oprijlaan flankeren. De route van het Hertogenpad kruist hier bij wandelknooppunt 24 de Gouverneursweg en we vervolgen onze wandeling over het Kersouwelaantje tussen de akkers door. Om ons heen in het bosrijke landschap van Kasteel Heeswijk zien we opvallend veel boerderijen die luiken hebben met een geel en blauw zandlopermotief op de luiken. Die kleuren zijn afkomstig van het wapen van de familie Van den Bogaerde van Terbrugge. Over het asfalt in noordelijke richting lopen we richting Openluchttheater De Kersouwe en steken andermaal het stroompje de Leigraaf over, die uiteindelijk verderop in de Aa uitkomt. Dit natuurtheater De Kersouwe, is vernoemd naar de Kersouwe, ‘oud Brabants’ voor madeliefje, een kleine sterk bloempje met een zonnig hart. Dit bloempje bloeit uitbundig als in 1946 vlak na de oorlog het theater op de puinhopen wordt opgericht in de bossen op het grondgebied van Kasteel Heeswijk.

Aangekomen bij wandelknooppunt 91 gaan we voor Openluchttheater De Kersouwe rechtsaf en volgen de richting naar wandelknooppunt 70 langs de zuidzijde van de Heeswijksche Bosschen, een in de 19e eeuw aangeplant naaldbos op stuifzand en heide waarbinnen zich enkele heiderestanten en het Klotven bevinden. In 1865 is het bosgebied nog kale heide en pas later zijn de bossen geplant. Dit naaldhout is geschikt om de mijnschachten in de kolenmijnen van Limburg te ondersteunen. Nu is de das één van de bewoners van dit gebied Voorbij de Galgenberg gaat de rood-witte markering van het Hertogenpad naar links en vervolgens naar rechts. We steken de Kaathovensedijk over en voor een wat verwaarloosd hekwerk moeten we naar rechts en op de T-splitsing opnieuw naar links tot we aan de Meerstraat uitkomen bij wandelknooppunt 60 en Bungalowpark, "De Wildhorst.

Zo staan we direct bij wandelknoopunt 21 voor Kasteel Heeswijk, imposante bakstenen waterburcht. Het kasteel is ontstaan in de elfde eeuw. En zeer waarschijnlijk was dat een motte-burcht, het oudste in ons land voorkomende kastelentype. Een motte bestaat uit een kunstmatige heuvel, waarop een versterking is gebouwd. De motte wordt gemaakt door bij het graven van een ringvormige gracht de grond te gebruiken om daarmee in het midden van die ring een kunstmatige heuvel op te werpen. De eerst bekende Heer van Heeswijk is Ridder Almericus van Heswic, die al in 1196 genoemd wordt. Het geslacht van Heeswijk wordt opgevolgd door het geslacht van Benthem, omdat een erfdochter met de Gelderse edelman Walraven van Benthem trouwt. Een eeuw later komt het kasteel aan Hendrik van der Leck, die het middeleeuwse kasteel laat bouwen. De heuvel van de Heeswijkse motte is grotendeels geslecht, maar op dezelfde plaats wordt dan in de 15e eeuw het huidige kasteel gesticht. Kasteel Heeswijk wordt een omgrachte vierkante waterburcht met een voorburcht.

In de jaren 1372 en 1398 is het kasteel meermalen door de Geldersen belegerd, maar Heeswijk blijkt een machtige burcht te zijn. Dat ondervindt Prins Maurits rond 1600 ook, maar zijn broer, Frederik Hendrik, krijgt het kasteel in handen zonder er veel moeite voor te hoeven doen. Waarschijnlijk is zijn bijnaam 'De Stedendwinger' al voldoende om de bewoners van het kasteel in 1629 angst aan te jagen. Ze geven zich zonder slag of stoot aan de prins over. De Franse vorst Lodewijk XIV de Zonnekoning verblijft er in 1672. Op 16 juni van dat jaar wordt op dit kasteel het verdrag gesloten tussen het Frans-Engels verbond en de Nederlanden, de zogenaamde "Vrede van Heeswijk". Na de tachtigjarige oorlog is de rol van Kasteel Heeswijk als verdedigbaar kasteel wel uitgespeeld. Het wordt wat rustiger rond het kasteel en in de 19e eeuw wordt het kasteel min of meer een buitenplaats, die als woonplaats gaat dienen voor hoge ambtenaren en officieren van Koning Willem I. Willem I benoemt de uit Zuid-Nederland afkomstige Baron Andreas Johannes Ludovicus van de Bogaerde de Terbruggen (1787-1855) tot zijn gouverneur in Noord-Brabant. Deze baron koopt Kasteel Heeswijk in 1835 om het als woning te gaan gebruiken. Hij laat het kasteel verbouwen en in 1871 wordt de gehele zuidzijde van het complex herbouwd. Voor de groeiende collectie kunstvoorwerpen en curiosa van hem en zijn zoons wordt het kasteel uitgebreid met onder andere de wapenzaal en de ijzeren toren. Het huidige kasteelmuseum geeft een beeld van de woonsituatie en de verzameltraditie uit de 19e eeuw.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij de dood van Donatus van den Bogaerde de Terbrugge in 1895 blijkt dat hij een bijzondere bepaling in zijn testament heeft opgenomen. Hij wil niet dat de door hem en zijn broer Louis bij elkaar vergaarde kunstvoorwerpen, die kasteel Heeswijk overvol hebben gemaakt, na zijn dood in alle windrichtingen verspreid zouden worden. En daarom bepaalt hij dat alles zo moet blijven als het is tot de jongste kleinzoon van zijn broer Amedée tachtig jaar zal zijn geworden. En dat is het geval in 1963. De erfgenamen van Donatus zijn hier uiteraard niet blij mee en vechten het testament aan. Dat heeft gedeeltelijk succes, want de Rechtbank te 's-Hertogenbosch bepaalt, dat de inventaris van het kasteel verkocht mag worden. Maar de bepaling dat het kasteel niet betrokken mag worden tot 1963 blijft gehandhaafd. En zo werd het grootste deel van de kunstcollectie verkocht, waarvoor verschillende veilingen nodig waren.

In 1949 vestigt Baron Willem, een achterkleinzoon van Baron Andreas J.L. van den Bogaerde van Terbrugge, Heer van Heeswijk, Dinther en Moergestel, zich met zijn vrouw in het koetshuis van Kasteel Heeswijk. Baron Andreas J.L. van den Bogaerde van Terbrugge leeft van 1787 tot 1855 en heeft op zijn kosten de Gouverneursweg laten aanleggen, een verharde weg van Den Bosch naar Heeswijk, waar eerst slechts een karrespoor loopt. Na het overlijden van Baron Willem van den Bogaerde van Terbrugge blijft van 1882 tot 1974. zijn vrouw, Douairière Albertine R.A.H.M.O. van den Bogaerde van Terbrugge, Baronesse van Heeckeren van Kell in het koetshuis wonen, maar brengt het kasteel in 1976 onder in de Stichting Kasteel Heeswijk. In 1996 wordt de Stichting Het Brabants Landschap eigenares van het circa 80 ha grote landgoed, dat behalve enkele boerderijen, ook bossen, akkers en weilanden omvat. De beide stichtingen werken nauw samen, opdat er een band tussen het landgoed en het kasteel zal blijven bestaan. De restauratie van het kasteel is inmiddels afgerond en toont het Kasteel in zijn volle glorie.

Via het naar deze onfortuinlijke aalmoezenier Francis L. Sampson van de 101e Airborne Division genoemde laantje verlaten we langs wandelknooppunt 23 het kasteelterrein naar links en komen aan de toegangspoort van het kasteel, waar een tweetal liggende leeuwen rustend op hun wapenschilden de oprijlaan flankeren. De route van het Hertogenpad kruist hier bij wandelknooppunt 24 de Gouverneursweg en we vervolgen onze wandeling over het Kersouwelaantje tussen de akkers door. Om ons heen in het bosrijke landschap van Kasteel Heeswijk zien we opvallend veel boerderijen die luiken hebben met een geel en blauw zandlopermotief op de luiken. Die kleuren zijn afkomstig van het wapen van de familie Van den Bogaerde van Terbrugge. Over het asfalt in noordelijke richting lopen we richting Openluchttheater De Kersouwe en steken andermaal het stroompje de Leigraaf over, die uiteindelijk verderop in de Aa uitkomt. Dit natuurtheater De Kersouwe, is vernoemd naar de Kersouwe, ‘oud Brabants’ voor madeliefje, een kleine sterk bloempje met een zonnig hart. Dit bloempje bloeit uitbundig als in 1946 vlak na de oorlog het theater op de puinhopen wordt opgericht in de bossen op het grondgebied van Kasteel Heeswijk.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aangekomen bij wandelknooppunt 91 gaan we voor Openluchttheater De Kersouwe rechtsaf en volgen de richting naar wandelknooppunt 70 langs de zuidzijde van de Heeswijksche Bosschen, een in de 19e eeuw aangeplant naaldbos op stuifzand en heide waarbinnen zich enkele heiderestanten en het Klotven bevinden. In 1865 is het bosgebied nog kale heide en pas later zijn de bossen geplant. Dit naaldhout is geschikt om de mijnschachten in de kolenmijnen van Limburg te ondersteunen. Nu is de das één van de bewoners van dit gebied Voorbij de Galgenberg gaat de rood-witte markering van het Hertogenpad naar links en vervolgens naar rechts. We steken de Kaathovensedijk over en voor een wat verwaarloosd hekwerk moeten we naar rechts en op de T-splitsing opnieuw naar links tot we aan de Meerstraat uitkomen bij wandelknooppunt 60 en Bungalowpark, "De Wildhorst.

Het terras van Bungalowpark, "De Wildhorst” is een uitstekende plek om even te verpozen. Onder het genot van een kopje koffie discussiëren we of we niet wat vroeg zijn neergestreken voor een rustpauze. Half elf vinden Peter en Charles wat snel na het vertrek rond de klok van 9.00 uur. Maar zij houden ervan eerst een flink stuk van de route af te leggen en tegen de klok van 12.00 uur de benen pas even rust te geven. Toch smaakt er de koffie niet minder door! Weer op weg wandelen we met de klok mee door tot op de kruising met de Heibloemsedijk. Bij wandelknooppunt 79 gaat de route naar rechts en komen we langs Café Stanserhorn. De oorsprong van deze uitspanning gaat terug tot 1934 als hier door architect M.C. van Aspert een woonhuis gebouwd wordt in opdracht van de familie Van Sleeuwen met de naam Stanserhorn, vernoemd naar een berg en hotel aan het Vierwoudstedenmeer in Zwitserland. Een verbouwing van het woonhuis in 1937 geeft het pand een horecafunctie en het wordt met een gelagkamer uitgebreid. In de loop der tijd heeft het horecapand verschillende uitbaters gekregen en is intussen een heus familiebedrijf is geworden. Jammer genoeg op woensdag gesloten!

Over de Heibloemsedijk wandelen we ongeveer 1,5 kilometer door tot we naar rechts aan de Stoppelveldseweg een zandweg ingaan, de Heikantsedijk. Deze zandweg volgen we tot het einde. Aan het landschap is duidelijk te zien dat we midden in De Meierij, door veel mensen gezien als het meest Brabantse landschap van heel de provincie. Karakteristiek is hier voor Brabant de populier, die je in lange rijen op veel plaatsen tegenkomt. De snelgroeiende bomen worden vooral vanaf de 18e eeuw aangeplant langs de gemeenschappelijke gronden, zo is vastgelegd in de uit de Middeleeuwen daterende voorpootrechten, het recht van grondbezitters om bomen te planten, te bezitten en te rooien in de berm van de openbare weg die grenst aan het eigen bezit. Aan het einde van de Heikantsedijk komen we aan wandelknooppunt 2 op het kruispunt met de Nistelstelrodense Dijk, de Hommelse Dijk en de Justitieweg in het buurtschap Hommelse Hoeven. We steken recht over en volgen de route op de Justitieweg tot aan wandelknooppunt 3. Hier gaat de route naar links en passeren even verderop aan onze rechterzijde een opmerkelijk kunstwerk: de Bernhezer Ontmoetingsplek.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op 25 juni 2003 schenk de Bernhezer gemeenschap deze ontmoetingsplek aan Burgemeester José van Gorp - van de Ven ter gelegenheid van haar afscheid. De gemeente Bernheze is ontstaan uit een fusie van enkele gemeenten en is onder haar leiding een eenheid in verscheidenheid geworden. Het is één groene Gemeente bestaande uit de vijf kernen Heesch, Heeswijk-Dinther, Loosbroek, Nistelrode en Vorstenbosch met ieder een eigen identiteit en met kenmerken van verschillende landschappen. De plek is ontworpen en ingericht door landschapsarchitect Stan Elings. De verscheidenheid in het landschap van Bernheze vormt de inspiratie. Stan Elings maakt optimaal gebruik van de aanwezige elementen en versterkt deze door het aanbrengen van stuifzand en het planten van vliegdennen, eiken en berken. De reeds aanwezige waterpoel is onderdeel geworden van het geheel. In de stalen achterwand is het profiel van de verschillende kernen van de gemeente Bernheze zichtbaar. De locatie biedt beschutting tegen de wind. Fietsers en wandelaars kunnen hier uitrusten en van de omgeving genieten. Vijf banken met de namen van die kernen maken de ontmoeting mogelijk.

Voorbij de Bernhezer Ontmoetingsplek komt de zandweg uit op het asfalt van de Heische Wal, die we even naar links volgen om dan meteen op het kruispunt van de Bosweg, de Heideweg en de Heische Wal naar rechts opnieuw het bosgebied in te gaan over het fietspad. Waar het fietspad naar links buigt, blijven we de onverharde weg rechtdoor volgen langs wandelknooppunt 83 en wandelknooppunt 82 tot we op de Oude Beemseweg uitkomen. Hier gaat de route naar links tot we op de kruising met de Vullingsweg staan. Hier wandelen we naar rechts en passeren minicamping D’n Heische Wal. De Langenbergsestraat laten we rechts liggen en over de Leeghandseweg langs wandelknooppunt 80 bereiken we de Kampweg, die we naar links oplopen. Aangekomen op de T-splitsing met de Molenweg voert de route van het Hertogenpad ons naar rechts naar wandelknooppunt 1. Hier gaat het even naar rechts over de Nistelrodense Dijk om dan via wandelknooppunt 61 linksaf opnieuw via de Leeghandseweg bij wandelknooppunt 98 uit te komen. Hier aan de Brakkense Dijk is een picknickplek met de toegang tot het natuurgebied de Bedafse bergen. We gaan een zandweg in en komen langs een wandelsluis, waar we meteen naar links een smal wandelpad volgen dat boven op een heuvelrug verloopt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Hier betreden we het langgerekte natuurgebied van de Bedafse Bergen, de hoogste stuifzandwal van Noord Brabant. Kenmerkend voor de Bedafse bergen zijn de stuifduinen en zandvlakten, met eikenhoutwallen en een stukje oorspronkelijke heide. Dit gebied heeft er niet altijd zo uitgezien. Zo’n 4000-5000 jaar geleden is Brabant bedekt met een laag zand waarop vooral eikenberkenbos groeit. In de Middeleeuwen vestigen zich boeren langs het riviertje de Leigraaf en ze leggen er akkers aan. Ze laten hun vee grazen in de bossen en jonge scheuten en jonge boompjes worden opgegeten. Langzamerhand verandert het bos in heidevelden en die plaggen de boeren af om te mengen met de schapenmest. Waar geen heide meer groeit, komt de zandlaag bloot te liggen en om het stuiven tegen te gaan leggen de boeren aan de rand van hun akkers houtwallen aan. Dat zijn eikenhoutwallen die nu nog steeds zo kenmerkend zijn voor de Bedafse Bergen. Tot rond 1900 heeft deze situatie voortbestaan en daarna trekken de boeren zich terug en worden er vooral grove dennen aangeplant, waarvan het hout als stuthout in de mijnbouw wordt gebruikt. Gebleven is de stuifzandrug met hoogten tot 25 meter. Door die heide loopt nog het oude karrenspoor, dat vroeger de kortste verbinding tussen Uden en Den Bosch is geweest. Het gebied bestrijkt 75 hectare en ligt tussen Vorstenbosch en Uden. Het is het leefgebied van de Sperwer, Boomvalk, Ransuil, Wielewaal, Bonte vliegenvanger, Geelgors, Gekraagde Roodstaart en Boomleeuwerik.

Dit slingerpaadje volgend komen we weer afdalend bij een afzetboom en wandelknooppunt 6 aan de Bergweg. Hier staat een houten uitkijktoren, die uitzicht biedt op een noordelijk gelegen waterpoel, waarin amfibieën als de alpenwatersalamander, de kleine watersalamander, de groene bastaardkikker en de bruine kikker leven. Naar het westen hebben we zicht op het weidegebied, dat aan de natuur is teruggegeven. We volgen de rood-witte markering van het Hertogenpad naar rechts en komen naar links door een wandelsluis bijna direct in het open deel van het natuurgebied, waar we onder langs de hoge stuifzandwal in noordelijke richting wandelen. Duidelijk is te zien dat recreatie een belangrijk aspect is en tevens een bedreiging vormt voor het gebied. Planten- en dierenleven hebben te lijden van die intensieve recreatie. Maar het is niet de bedoeling dat de mensen er weg blijven. Belangrijk is de zorg voor het vinden van evenwicht tussen wat de natuur hier kan verdragen en wat de recreanten toegestaan kan worden. We passeren enkele picknicktafels en steken een zandvlakte rechtdoor over langs de hoge zandheuvels. Op een vijfsprong aangekomen nemen we het tweede pad linksaf steeds de rood-witte markering volgend. Zo komen we langs enkele recreatieobjecten aan het Poeskespad bij wandelknooppunt 40. Verderop bereiken we de kruising van de Raktweg in het buurtschap Rakt. Hier steken we recht over en vervolgen de wandeling over de Bovenkampweg, die verderop overgaat in de Piet Geersdijk.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Over de Piet Geersdijk wandelen we tot wandelknooppunt 94 en gaan hier naar rechts over het geasfalteerde fietspad. Door het gebied dat we hier doorkruisen loopt de Peelrandbreuk, waar platen in de aarde uiterst langzaam over elkaar schuiven. In de ondergrond is deze breuk voor stromend water een ondoorlaatbare muur en wordt door de dikke, waterdichte ijzerhoudende oerlaag bij deze breuk, over een relatief groot oppervlak als kwel naar boven wordt gedrukt. Het water kan alleen verder door over de muur heen te stromen. Hierdoor ontstaan een de horstzijde van de Peelrandbreuk natte venige bodems, die wijstgronden worden genoemd. Aan de slenkzijde van de breuk stroomt het water wel weg. Zo kunnen hoger gelegen gronden natter zijn dan de lagere. Via wandelknooppunt 95 komen we via een ecoduct over de A50, de snelweg van Eindhoven naar Nijmegen. Meteen over dit ecoduct voert de route ons langs de linkerafrastering over een steil pad naar beneden en we wandelen onderaan de afrastering rechtsaf het zandpad op. Verderop passeren we wandelknooppunt 60. Bij de splitsing houden we rechts aan en slaan op de viersprong bij wandelknooppunt 57 linksaf.

We zijn hier in Natuurgebied De Maashorst, een groot aaneengesloten natuurgebied dat zich uitstrekt over het gebied van de Gemeenten Oss, Landerd, Bernheze en Uden. Het gebied is ongeveer 2400 hectare groot, waarvan Staatsbosbeheer 569 hectare in bezit heeft en het bestaat uit een aantal heel verschillende landschapstypen met naaldbos, vaak op vastgelegd stuifzand, een viertal verspreid liggende heidevelden, enkele vennetjes, modern landbouwgebied, ouderwets boerenland met akkers en natte graslandjes en houtwallen. Het idee om hier een aaneengesloten natuurgebied van te maken is ontstaan in de zestiger jaren van de vorige eeuw met de mogelijkheid de verdroging te bestrijden en om een rustgebied en aaneengesloten leefgebied voor de flora en fauna te scheppen. De naam Maashorst heeft betrekking op het feit dat de rivier de Maas hier ongeveer 125.000 jaar geleden gestroomd heeft. Door allerlei geologische processen is de loop van de Maas in steeds oostelijker richting geschoven, doordat aan de westelijke rand van het gebied de Peelrandbreuk loopt. Deze is de oorzaak van de stijging van de Peelhorst en de daling van de Slenk van Venlo, waar de Maas tegenwoordig door stroomt. De Maas heeft in dit gebied veel grind en keien afgezet. Natuurgebied De Maashorst is zo ook veel aantrekkelijker voor de toeristen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Hier bij wandelknooppunt 57 blijkt dat er nog meer gemarkeerde wandelroute door dit deel van natuurgebied De Maashorst lopen. We zijn hier immers in de buurt van Natuurcentrum Slabroek, vanwaar een aantal korte wandelroutes in verschillende kleuren starten door dit gebied. Maar de meest opvallende wandeling is hier wel het kabouterpad. Ook wij komen met de route van het Hertogenpad langs deze kleine kabouters, die ons vanaf wandelknooppunt 57 linksaf in de richting van wandelknooppunt 53 leiden! Zo bereiken we over een bruggetje de parkeerplaats aan de Maashorstweg en Slabroekseweg. Naar rechts door het kleine buurtschap Slabroek bereiken we het eindpunt van onze dagetappe van het Hertogenpad: Natuurcentrum Slabroek, gevestigd in een monumentale boerderij, die in 2007-2008 gerestaureerd en waarvan het interieur volledig vernieuwd is. Het is een bezoekerscentrum dat een start- en informatiepunt is voor veel natuurgerichte activiteiten en wandelingen in het natuurgebied De Maashorst.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het is rond de klok van drie uur als we hier bij Natuurcentrum Slabroek het eindpunt van onze dagetappe van het Hertogenpad bereiken. Een mooi moment om nog even na te praten onder het genot van een drankje en een stuk taart, dat hebben we wel verdiend! Tot slot leggen we onze agenda’s naast elkaar en overleggen of er in de maand juni ook een wandelmoment gepland kan worden. Het blijkt lastig omdat de vakantie voor de deur staat en sommige van ons in het voorseizoen weg willen. Bovendien is het examentijd en het vinden van een juiste dag maakt dit alles wat ongewis. Besloten wordt om er op goed geluk een telefoontje of een mailtje aan te wagen. In elk geval kiezen we dan voor een rondwandeling en stellen een nieuwe etappe van het Hertogenpad uit tot na de zomervakantie. Dan nemen we afscheid en rijden huiswaarts.

Charles Aerssens
2 Juni 2011



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 02-06-2011 door C.P.J. Aerssens