Nu we de smaak van het Hertogenpad te pakken hebben, is het bijna vanzelfsprekend om voor de wandeldag van februari de volgende etappe van deze LAW13 te plannen. Iedereen wordt gemaild en enthousiast melden zich voor woensdag 16 februari opnieuw 6 belangstellenden: Peter, Marlien, Jan Willem, Harrie en Arie. Dit betekent opnieuw een logistieke puzzel, die Jan Willem weer kopzorgen geeft. Geen nood de oplossing is eenvoudig! Op het eindpunt zullen zich Peter, Harrie en Charles met de auto melden en Harrie neemt iedereen die zich op de Roestelberg meldt, naar het startpunt bij de fietsbrug in Dongen. Hier zullen Marlien en Jan Willem wachten tot de groep compleet is.
Zo gezegd, zo gedaan! En op woensdag 16 februari melden zich bij de Roerstelberg op het afgesproken tijdstip van 8.30 uur Peter, Harrie, Arie en Charles. Er worden 2 auto’s achtergelaten en we vertrekken naar Dongen. Hier krijgen Marlien en Jan Willem niet eens de tijd om de hele ochtendkrant te lezen! Om 9.00 uur kunnen we bij een stralend zonnetje van start voor een nieuw traject van het Hertogenpad, dat ons vandaag vanuit Dongen over de fietsbrug langs het Wilhelminakanaal via industrieterrein Vossenberg III naar Landgoed Huis ter Heide zal brengen om ons via het noordelijk deel van dit landgoed over de N261 naar de Loonse en Drunense Duinen te leiden naar het eindpunt van deze dag, de Roestelberg.
We vertrekken in Dongen vanaf de ruime parkeerplaats aan de Kanaaldijk Noord bij fietsbrug “De Oversteek”. Hier heeft tot oktober 1983 een ophaalbrug over het Wilhelminakanaal gelegen, waar dagelijks een aantal mannen en vrouwen op een afgesproken tijd bij elkaar kwamen om de dingen van de dag te bespreken. Nu heeft de Gemeente Dongen hier sinds 5 mei 2010 een nieuwe gelegenheid geschapen voor vooral de Dongense hangjongeren om op de door hen uitgekozen tijden ‘bij te kletsen’. Het is de Jongeren Ontmoeting Plaats (JOP) geworden, een blauwe gedeeltelijk open container met zit- en schuilplaatsen en al rijkelijk voorzien van graffiti. Over de moderne fietsbrug bereiken we de overzijde van het Wilhelminakanaal en vervolgen het geasfalteerde fietspad in oostelijke richting langs het kanaal tot aan de volgende brug bij de Vierbundersweg. Onder de brug door wandelen we meteen rechtsaf om over de trap de brug op te lopen. Direct aan de andere zijde staat de markering op de vangrail en moeten we met een steile, smalle afdaling over het talud naar beneden. Hier gaat de route even naar links om dan naar rechts over een breed graspad naar rechts langs de slootkant verder te gaan. De markering ontbreekt hier! De route verloopt tussen de sloot en de kanaaldijk, die ons door de begroeiing het zicht ontneemt op het Wilhelminakanaal.
Dit Wilhelminakanaal is het eerste kanaal dat vernoemd is naar een vorstin en loopt van de rivier de Amer bij Geertruidenberg naar de Zuid-Willemsvaart tussen Beek en Donk en Aarle-Rixtel. Het is 68 kilometer lang. De grootste plaatsen aan het kanaal zijn Tilburg en Eindhoven. De eerste plannen voor een kanaal dat Tilburg en Eindhoven met de Maas verbindt, dateren uit 1794, maar het duurt tot 1910 tot wordt begonnen met het graven. Meer dan een eeuw hebben de Brabanders moeten vechten voor een kanaal dat Tilburg en Eindhoven met de Maas zou verbinden. In een tijd waarin het vervoer over de weg nog niet veel voorstelt, is zo’n waterweg een welkome impuls zijn voor de Tilburgse textielindustrie om kolen voor de stoommachines aan te voeren en de vele eindproducten te kunnen exporteren naar buiten Brabant. Op 16 september 1916 meert het eerste schip in Tilburg aan, maar het duurt tot 1923 voordat het kanaal voltooid wordt. Op 4 april van dat jaar wordt het officieel geopend. Via deze waterweg is Tilburg met Rotterdam en de Maasvlakte verbonden. De gemiddelde diepte van het kanaal is 2,30 meter, de breedte 25 tot 30 meter. Al sinds de jaren zeventig is er de wens om het Wilhelminakanaal ten hoogte van Tilburg te verbreden waardoor ook grotere schepen toegang tot dit deel van het kanaal krijgen. Omdat het binnenvaartverkeer nog steeds flink groeit, wordt het Wilhelminakanaal vanaf 2011 breder en dieper gemaakt.
Na ongeveer 1,5 kilometer slaan we bij een klein bosje linksaf en volgen het smalle asfaltweggetje, de Korte Dijk. Aan het einde bereiken we opnieuw de drukke Vierbundersweg en slaan hier rechtsaf. Over de ventweg langs de voorrangsweg gaat het oostwaarts tot aan de eerste gelegenheid naar rechts, de Uiterste Stuiver. Hier komen we terecht in een geweldige bouwput! Hopen zand liggen schijnbaar doelloos neergekwakt. Her en der zijn kaarsrechte stroken uitgediept. Dit deel van het Tilburgse platteland dat aan Dongen grenst, bevindt zich op het oog in een chaotische tussenfase. Het was agrarisch gebied, het wordt bedrijventerrein en er worden verbindingwegen aangelegd. Het is nu het domein van graafmachines, kranen en zwaar vrachtverkeer. In dit gebied van de Gemeente Tilburg moet de Burgemeester Bechtweg met de Burgemeester Letschertweg een ring om het noordwesten van Tilburg gaan vormen met nieuwe ontsluitingen op bedrijventerrein Vossenberg III. Dit betekent ook een nieuwe aansluiting naar Dongen en een brug voor snelverkeer over het Wilhelminakanaal. De markering is hier totaal verloren gegaan. Na vraag bij de werklui leert ons dat zij niet eens op de hoogte zijn dat hier het Hertogenpad doorloopt!
In deze bouwput is de Voldijk, die we aan onze rechterhand moeten passeren, volledig verdwenen. Op de oude kaart van Diederik Zijnen uit 1760 wordt deze Voldijk vermeld al “Voldyken”, die naar wordt aangenomen in de 16e eeuw is aangelegd als de kortste verbinding om vanaf de Tilburgse buurtschappen het Goirke, de Veldhoven en de Hasselt, lakenstoffen via Dongen naar de Groenendijksche haven aan het riviertje de Donge te rijden, om ze van daaruit per schip te verzenden naar Leiden, Amsterdam, Zaandam en misschien ook Rotterdam en Schiedam om ze daar te laten vollen. In dit gebied aan de Voldijk is tijdens WOII in de nacht van 20 op 21 juli 1944 omstreeks 1.45 uur de AVRO Lancaster B.III met serienummer LL.859 neergeschoten door een Duitse nachtjager. Hierbij is de 7-koppige bemanning die deel uitmaken van het 622 Squadron met Mildenhall (Suffolk- Engeland) als thuisbasis omgekomen. De crew, bestaande uit Flight Sergeant Alan Leslie Smith, piloot, Flight Sergeant Francis Donald Brandon, Sergeant Reginald Ivon Lewis, Sergeant Edward Albert O'Connor, Flight Sergeant John Joseph Chigwidden, Sergeant Jack Spencer en Flying Officer Frank Charles Montgomery zijn die nacht op weg naar het Duitse Meerbeck-Homburg om er met 158 bommenwerpers aanvallen uit te voeren op de olie installaties van Rheinpreuser. Zes slachtoffers die op het grondgebied van Tilburg zijn geborgen, worden begraven op de Algemene Begraafplaats "Vredehof" aan de Gilzebaan in Tilburg. Hiervan wordt Flying Officer Frank Charles Montgomery later herbegraven in Bergen op Zoom en Sergeant Jack Spencer, geborgen op Dongens gebied krijgt zijn laatste rustplaats in Dongen. Er worden die nacht 8 toestellen brandend neergeschoten in diverse richtingen buiten Tilburg.
Waar de Uiterste Stuiver naar links afbuigt komen we eerst nog voorbij een indrukwekkend oude kanon uit 1592, dat niet de indruk wekt hier de “vijand” op afstand te kunnen houden. Het is eerder een curieus relict. Eenmaal op de Dongense weg staan we bij de voormalige herberg “Den Uitersten Stuiver”, nu woonhuis. Ook dit staat op de kaart van Diederik Zijnen uit 1760 als plaatsaanduiding “Laatste Stuiver” vermeld ten noorden van de Voldijk onder Dongen. Op een topografische manuscriptkaart van 1837-1838 staat op die plaats “Den Uiterste Stuiver herberg” en ook op het kaartje van de gemeente Tilburg van J. Kuijper uit 1866 lezen we de naam de Uiterste Stuiver voor de herberg, die er nu nog staat, maar zijn functie heeft verloren. Hier heeft men ooit zijn laatste of uiterste stuiver verteerd! Op de Dongenseweg houden we rechts een en vervolgen de route over het fietspad die achter het benzinestation “De Fakkel” doorloopt.
We wandelen voorbij industriepark De Wildert. Hier staat de productievestiging Dongen van Coca-Cola Nederland. De oorsprong van het huidige Coca-Cola complex gaat terug naar de vroegere Van Tuyn's Limonadefabrieken, in de vijftiger jaren van de vorige eeuw gelegen aan de St. Josephstraat in het centrum van Dongen. Er wordt voor de Amerikaans Coca-Cola Company geproduceerd en gedistribueerd in Brabant en Limburg. Maar het kerngezonde bedrijf gaat ten onder door het ook door hen geproduceerde limonademerk Exota. Van Tuyn's Limonadefabrieken wordt ten onrechte in diskrediet gebracht door een TV uitzending van Marcel van Dam van de VARA. Het heeft 30 jaren geduurd eer alles bij de rechter is uitgevochten. De in de volksmond bekende ”Exota” heeft veel voor Dongen betekend, want zonder de Exota zouden ook niet de glasfabriek, de pallet fabriek en het huidige Coca-Cola complex op industrieterrein De Wildert tot stand zijn gekomen.
Voor de productie van haar dranken maakt Coca-Cola Enterprises gebruik van lokale waterbronnen, waar rondom de waterwinningen een beschermingszone is ingesteld, vastgelegd in de Provinciale milieuverordening. Deze bescherming is bedoeld om de beschikbaarheid van kwalitatief goed grondwater tot in lengte van dagen te garanderen. Het gaat om een gebied van 400 hectare rondom de Coca-Cola waterbron. Dit water is noodzakelijk sinds een nieuwe bliklijn in gebruik is genomen, waardoor er per uur 90.000 blikjes van de band rollen. Hiermee wordt in Dongen ongeveer 80 procent van de Coca-Cola voor de Nederlandse markt gemaakt en is zo de op één na grootste Coca-Cola-vestiging op het continent.
Als we aankomen op het kruispunt van de Dongenseweg met de Heibloemstraat, steken we naar links over richting De Moer en Loon op Zand. Zo komen we aan Auberge De Moerse Hoeve, een geschikte plek voor een pauze. Dit zullen we dan ook doen! Maar voor sommigen van ons is deze rustpauze wel wat erg vroeg, want we hebben nog maar weinig kilometers gelopen! Bij de Auberge lijkt onze komst wel een overval. Alles is nog in een diepe rust, maar we zijn welkom. Toch laten we ons de koffie of cappuccino met een Moerse koek goed smaken. Maar we moeten verder!
Op deze plek grenzen de drie Gemeenten Dongen, Loon op Zand en Tilburg aan elkaar. Meteen achter Auberge De Moerse Hoeve, die de uitstraling heeft van een Friese stopboerderij en stamt uit de tijd dat N.V. Cultuuronderneming "Zoomland" uit Bergen op Zoom dit gebied in bezit heeft, gaat de route naar rechts het Galgeneind op. Na goed 100 meter wijst ons de rood-witte markering naar rechts over een klein dijkje. Hier volgen we het bospad door bosperceel Gageldonk tot we de weilanden bereiken aan een breed zandpad dat op de topografische kaart vermeld staat als Baan achter de Ruwe Bossen. In 1929 heeft de N.V. Cultuuronderneming "Zoomland" uit Bergen op Zoom dit gebied aangeboden aan Natuurmonumenten, maar gaat over in handen van de Tilburgse arts Jules Joseph Marie Gimbrére, die het op zijn beurt in het voorjaar van 1931 te koop aanbiedt aan de Utrechtse beleggingsmaatschappij Unitas, die het in 1976 overdraagt aan Natuurmonumenten. Op deze brede zandweg wandelen we linksaf langs de bosrand. Het opengebied zuidwaarts tot aan de drukke Burgemeester Letschertweg is schraal weiland en is al gedeeltelijk terug gegeven aan de natuur. We volgen de route tot we na anderhalve kilometer aan de Loonsche Heide komen, dat het zuidelijk deel vormt van Landgoed Huis ter Heide.
Dit is het gebied van Natuurmonumenten waar onlangs het natuurherstelplan Lobelia is uitgevoerd in het kader van de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) om nieuwe natuur te creëren en natuurgebieden met elkaar te verbinden, zodat een aaneengesloten netwerk ontstaat waarin migratie van planten en dieren mogelijk wordt van het ene gebied naar het andere. Dankzij dit herstelplan Lobelia zijn de intensieve landbouwgronden in het zuidelijke deel van landgoed Huis ter Heide omgetoverd tot een prachtig nieuw natuurgebied met natte heide en oude en nieuw uitgegraven vennen. Zo zijn de enige twee bij de ontginningen gespaard gebleven vennen, het Leikeven en het Plakkeven, die al die jaren omgeven zijn geweest door intensieve landbouw, in hun oude staat hersteld. Het project is genoemd naar de daar vroeger uitbundig bloeiende waterlobelia. Dit plantje zorgt zomers voor onafzienbare, weidse witte vlaktes. Verzuring en mest hebben daar in de vorige eeuw een einde aan gemaakt. Natuurmonumenten heeft nu de natte heidevelden terug laten keren, zodat de waterlobelia hier en daar alweer de kop opsteekt, net als de vleesetende zonnedauw en klokjesgentiaan en ook heikikkers en de in ons land zeldzame vinpootsalamander voelen zich weer thuis. Onder de dieren zijn ook de roodborsttapuit, watersnip, blauwborst, nachtzwaluw, veldleeuwerik, rugstreeppad, kamsalamander en diverse, ook zeldzame libellensoorten, zoals de Kempense heidelibelle en de vuurlibelle. Het resultaat is verbluffend. Waar akkers, grasland en eentonig naaldbos ruim een eeuw de dienst uitgemaakt hebben, is nu het oorspronkelijke heide- vennenlandschap terug van rond 1900.
Aangekomen bij het pad dat naar rechts loopt richting de waterplas, wijken we even af van de markering van het Hertogenpad en volgen dit pad tot we naar links over het water met een vlonderpad terug wandelen naar de bosrand. Hier gaan we even naar links om dan meteen rechtsaf het bos in te gaan en de rood-witte markering van het Hertogenpad weer op te nemen. Op de eerste splitsing linksaf volgen we een slingerend pad door de Galgeneindse bossen, die ook deel uitmaken van het landgoed Huis ter Heide. Deze bossen, die liggen tussen de Baan achter de Ruwe Bossen en de Galgeneindsestraat zijn eentonig, de meeste paden kaarsrecht, zoals de bomen, die keurig in het gelid zijn aangeplant, allemaal even oud en van dezelfde soort. De bossen van Galgeneind worden daarom wel eens laatdunkend “dennenakkers” genoemd, waarin slechts weinig diersoorten iets van hun gading vonden. De laatste jaren is Natuurmonumenten echter bezig met een meer natuurlijk bosbeheer, waarbij de schaarse, inheemse loofbomen die tussen het naaldhout staan, de ruimte krijgen. Soms wordt een groepje bomen gekapt om meer licht op de bodem te krijgen en die open plekken krijgen allerlei struiken en kruiden weer een kans. Geleidelijk ontstaat zo een natuurlijker bos waar meer planten- en diersoorten een geschikt plaatsje kunnen vinden.
Op splitsing houden we rechts aan en wandelen linksaf op de kruising tot we na ongeveer 40 meter het bos verlaten via een klaphek. Nu staan we op de Galgeneindsestraat. Het Galgeneind en Galgenbaan danken hun naam aan het galgenveld dat zich hier eens bevonden heeft. Hier worden in de 18e eeuw de lijken tentoongesteld van o.a. de leden van een bende die in die tijd de omgeving van Loon op Zand onveilig gemaakt hebben. Als we na het klaphek de zandweg van de Galgeneindsestraat zijn overgestoken, komen we langs een slagboom in een typisch laantje, dat aan beide zijden omzoomd is met robinia pseudoacacia, een uit Noord-Amerika ingevoerde houtsoort. Erg mooi. De grillige contouren van deze bomen lenen zich uitstekend om in laanvorm te planten, maar in het landschap het is wel een vreemde plaats voor zo'n laantje. Het is bekend met welke reden ze ooit hier aangeplant zijn. Aan het einde van dit acacialaantje wandelen we voorbij de slagboom even naar rechts om dan bij de eerste gelegenheid voor het bosgebied naar links tussen de weilanden door richting De Moer te gaan. Aangekomen op de doorgaande weg van De Moer naar Loon op Zand steken we over en kiezen het zandpad rechtdoor. Langs de parkeerplaats en het infobord van Landgoed Huis ter Heide betreden we het noordelijk deel van Landgoed Huis ter Heide, gelegen tussen Tilburg en Loon op Zand, een natuurgebied dat sinds 1976 eigendom is van de Vereniging Natuurmonumenten. Dit noordelijk gedeelte bestaat overwegend uit bos, terwijl aan de zuidgrens het eerder bewandelde gebied van het herstelplan Lobelia met vennen en natte heidevelden ligt. Als Natuurmonumenten het landgoed koopt, worden de hoger gelegen delen nog gebruikt voor houtproductie. Dennen staan hier in kaarsrechte rijen en de lagere delen zijn ontgonnen tot landbouwgrond.
De geschiedenis van dit gebied leert ons dat de hoogteverschillen op het landgoed zijn ontstaan aan het einde van de laatste ijstijd, zo'n 10.000 jaar geleden. In het kale landschap van die tijd heeft de ijskoude, droge wind vrij spel en voert veel zand aan dat ondermeer op Huis ter Heide wordt afgezet waardoor er plaatselijk verhogingen in het landschap ontstaan. Nu vallen deze hoogteverschillen nauwelijks nog op. Aan het begin van onze jaartelling is dat anders. Het inmiddels milder geworden klimaat heeft uitgestrekte hoogveenmoerassen doen ontstaan. Op Huis ter Heide steken nog enkele zandruggen en zandheuveltjes boven het uitgestrekte veen uit. Zo zijn het Galgeneind en de Moerse Heide bijna de enige plekken waar de mensen droge voeten kunnen houden. De rest van het huidige landgoed wordt bedekt met het ontoegankelijke veen, dat in het westen en noorden aansluit op nog grotere veenmoerassen.
Vanaf 1269 wordt het veengebied door de Heren van Loon uitgegeven voor de turfwinning. Hout is in die tijd zeldzaam en turf is een prima brandstofbron. Het veen wordt afgegraven en plakken en het lijkt onuitputtelijk. Maar rond 1650 is er vrijwel geen veen meer over. In en rond De Moer wordt het nieuw ontstane land ontgonnen voor de landbouw. Aan de zuidkant lukt dat niet zo best, want de ontwatering blijft hier een probleem en er ontstaan natte heidevelden. Zo is Huis ter Heide eeuwenlang een grotendeels kaal landschap met droge en natte heidevelden met hier en daar een landbouwenclave. Dit verandert pas als de droge heide rond 1900 wordt ingeplant met productiebos dat dan in bezit is van N.V. Cultuuronderneming "Zoomland" uit Bergen op Zoom. Eenmaal in bezit van Natuurmonumenten krijgt het gebied ook belangrijke waarden als natuurgebied. De productie van hout is nu van minder belang. Andere aspecten van het bos krijgen een betekenis: het bos als gemeenschap voor plant en dier en het bos als recreatiegebied. Nu wordt gezorgd voor grote variatie in het bos. Natuurmonumenten past hier zelfregulerend natuurbeheer toe met grote grazers. Het hele jaar door wordt het natuurgebied begraasd door drie kuddes Schotse Hooglanders. Daarnaast worden enkele landbouwpercelen op milieuvriendelijke wijze beheerd. Er liggen nu akkers met bijvoorbeeld rogge en daartussen planten als akkervergeet-mij-nietje, korenbloem, klaproos en windhalm.
Voorbij de parkeerplaats maakt het pad een bocht naar rechts en we wandelen langs een bankje. Naar het noordwesten hebben we zich op de landbouwgronden van de ontgonnen Moerse Heide. De route gaat naar links en na 90 meter rechtsaf door een klaphek een bospad in, dat op de topografische kaart vermeld staat als Derde Dwarsbaan. Als we bij het eerste bospad de rood-witte markering naar links volgen, komen we op een brede beukenlaan, de Paalbaan, die in zuidoostelijke richting uitkomt bij het midden op het landgoed Huis ter Heide gelegen jachthuis uit 1864. Het pad is omzoomd met oude beuken, waarvan de diktes zeer gevarieerd zijn. Waarschijnlijk zijn de plantdata wisselend, maar de oudste exemplaren stammen wellicht van rond 1850 als de toenmalige Duitse eigenaar op de hoger gelegen heide grootschalige bossen aangeplant heeft om de zandverstuiving tegen te gaan. Het laantje is lang niet onderhouden en verschillende bomen zijn beschadigd.
Na het klaphek gaat de route scherp naar rechts langs de voormalige stortplaats van de Gemeente Loon op Zand om dan naar links de Eerste Dwarsbaan in te gaan. Het zandpad verloopt hier langs de noordzijde van Landgoed Huis ter Heide en langs de golfbaan van Golfclub Efteling, die in 1995 officieel in gebruik is genomen en gaat verderop over in een klinkerweg die uitkomt op het asfalt van de Duiksehoef, een oude historische buurtschap in de Gemeente Loon op Zand. Op de asfaltweg gaan we naar rechts om in de volgende bocht rechtdoor de klinkerweg tussen de boerderijen te nemen. Deze klinkerweg gaat over in een zandpad. Hier is het even opletten! Tweede pad linksaf nemen we en rechtdoor na de akker wandelen we het bospad in tot op de 4-sprong. Hier gaan we naar rechts het brede zandpad op, dat bekend staat als Hooispoor. Voorbij het open landschap aan onze linkerzijde slaan we linksaf een bospad in. De routemarkering van het Hertogenpad is hier niet erg duidelijk! Rechts aanhoudend passeren we een monumentale beuk in de wei. Na deze open plek gaat de route linksaf een bospad in en op kruising rechtdoor. Op volgende kruising wandelen we rechtsaf en dan direct na de greppel linksaf tussen de eerste rijen beuken door. Naar recht wandelend komen we op de oude weg van Loon op Zand naar Kaatsheuvel bij het inmiddels gesloten Café “De Efteling” op de Horst.
Hier vinden we op wandelrouteknooppunt NR-2 van het wandelnetwerk Loonse en Drunense Duinen de eerste aanduiding van de rood-witte routemarkering van het Hertogenpad! Langs de parkeerplaats van Café “De Efteling” lopen we het talud op en volgen het geasfalteerde fietspad over het viaduct van de N261 tot aan het Vredesmonument voor de oorlogsslachtoffers 1940-1945. De uit Drunen afkomstige kunstenaar Henk Mooij uit Drunen heeft gekozen voor een gedrongen obelisk in de vorm van een granaat. Links van het jaartal 1940-1945 zijn granaatscherven aangebracht. De gedenkplaat houdt de herinnering levend aan de gevallenen in de Gemeente Loon op Zand tijdens WOII en de Schotse bevrijders van de 51e Highland Division.
Dit monument staat op de plek, waar in de jaren 1942-1944 de Duitsers in de Loonse en Drunense Duinen een opslagplaats voor munitie hebben aangelegd. Deze Munitions Ausgabe Stelle (M.A.St.) is een distributieplek van munitie voor de Duitse luchtmacht op vliegveld Gilze-Rijen, dat door de Geallieerden regelmatig gebombardeerd is en waardoor het te gevaarlijk is om de daar munitie op te slaan. De munitie voor de M.A.St. wordt via het station van Waalwijk aangevoerd en met speciale vrachtwagens naar deze munitieopslagplaats gebracht. Het totale complex heeft bestaan uit een kazerne, verharde wegen, bunkers, uitgegraven parkeerhavens voor vrachtauto’s, een kantine, een voetbalveld en zelfs een zwembad. Het terrein is door middel van gaas en rijen prikkeldraad afgezet en heeft een loopgraaf om het terrein aan de kant van de Loonse en Drunense Duinen te beveiligen. Op dinsdag 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) als de Duitsers hals over kop vertrekken worden de explosieven gedeeltelijk afgevoerd en het overgrote deel tot ontploffing gebracht, wat dagenlang duurt. Hier in de buurt van het Vredesmonument zijn nu nog de talrijke sporen van het opblazen van het munitiedepot zien in de vorm van kleine en grote kraters. Soms wel met een doorsnee van meer dan vijftien meter en een diepte van ruim vier meter.
Bij oorlogsmonument kiezen we bij wandelrouteknooppunt NR-3 linksaf en gaan rechtdoor over een breder bospad naar wandelrouteknooppunt NR-4. Hier gaan we in de richting van wandelrouteknooppunt NR-7. Op dit punt verlaten we voor even de route van het Hertogenpad om naar rechts met een omtrekkende beweging langs de noordzijde van de Kaatsheuvelse IJsbaan te wandelen tot we weer op de routemarkering van het Hertogenpad komen. Naar het links gaat het op het geasfalteerde fietspad tot we bij de parkeerplaats bij wandelrouteknooppunt NR-9 rechtsaf een bospad in worden geleid. Rechts aanhouden over een heuveltje en langs de weilanden bereiken we het einddoel van deze dagetappe van het Hertogenpad: Café Restaurant De Roestelberg. Hier in de omgeving van de Roestelberg is duidelijk de massale boomkap te zien, die deel uitmaakt van het Project Stuifzand van Natuurmonumenten dat nog tot 2014 doorloopt. De kaalslag in de Loonse en Drunense Duinen is nodig om het stuifzandgebied open te leggen. Volgens Natuurmonumenten is dat belangrijk voor het behoud van dit bijzondere natuurlandschap. Niet iedereen heeft het overigens begrip voor deze bomenkap. Toch is volgens Natuurmonumenten ook veel begrip voor deze actie om andere natuur de ruimte te geven en het landschap in ere te herstellen.
Bij Café Restaurant De Roestelberg aangekomen blijkt de uitspanning gesloten. Voor een afsluitend gezellig samenzijn moeten we andere oplossing bedenken. Geen nood! We stappen in de auto’s en rijden richting Dongen waar we vanmorgen gestart zijn en weten onderweg nog wel een paar plekjes om neer te strijken. We besluiten in De Moer in Café Restaurant ’t Moaske aan te leggen en de dagwandeling met een pilsje af te sluiten. We spreken af om in maart opnieuw een nieuwe etappe van het Hertogenpad op de planning te zetten en reserveren hiervoor woensdag 23 maart. Dan nemen we afscheid van elkaar. Voor het laatste stukje naar de parkeerplaats in Dongen bij de fietsbrug is één auto voldoende en dus stappen Peter, Marlien en Jan Willem bij Harrie in de auto om huiswaarts te keren en rijdt Arie met Charles terug naar Loon op Zand.
Charles Aerssens
28 februari 2011
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 02-03-2011 door C.P.J. Aerssens