Voor de maand december wordt alweer de laatste wandeling van het jaar 2011 gepland. In deze drukke tijd voor de Kerstdagen wordt gekozen voor woensdag 7 december. Charles heeft voor die dag de Swaelwensterte Route uitgezet in de omgeving van Hooge en Lage Zwaluwe. De oude route in het polderlandschap in de Gemeente Drimmelen, die bekend is onder de naam Zwaluwevlucht is met het in gebruik nemen van het nieuwe Wandelroutenetwerk Wijde Biesbosch Zuid niet meer onderhouden en dus is de geel-witte markering op veel plaatsen verdwenen. Met behulp van die oude routekaart en het nu actuele Wandelroutenetwerk Wijde Biesbosch Zuid heeft Charles een nieuwe dagwandeling uitgestippeld, die gebruik maakt van de nu bekende wandelknooppunten. Iedereen wordt met een mailtje op de hoogte gebracht van dit plan om op 7 december op pad te gaan. Toch moeten Harrie, Arie en op het allerlaatste moment ook Jan Willem verstek laten gaan.
Zo melden zich op woensdag 7 december rond de klok van 8.30 uur Vic, Karst en Charles bij Peter in Den Hout. De weersomstandigheden zien er niet goed uit! Regen, storm en onweer op de vroege morgen doen vermoeden dat we een pittig wandeldagje tegemoet gaan. Dus toch maar eerst nog even koffie drinken en hopen dat de omstandigheden beter worden. Charles blijft bij zijn stokpaardje: “Regen voor acht uur is nooit van lange duur!”. Een ook nu krijgt hij gelijk. Rond de klok van 9.00 uur zijn we op ons vertrekpunt in Hooge Zwaluwe op het kleine parkeerplaatsje aan de voormalige haven. De regen is inmiddels weggetrokken en de eerste zonnestralen doen een verwoede poging door de dichte bewolking heen te dringen. Nog even en we krijgen winderig, maar zonnig weer.
De route van deze dagwandeling zal ons door het polderlandschap voeren van de voormalige Gemeente Hooge en Lage Zwaluwe, die nu deel uitmaakt van de Gemeente Drimmelen. De beide Zwaluwen zijn als buurtschappen ontstaan in de Middeleeuwen en ontlenen hun naam aan een stroompje dat ten westen van de huidige dorpen moet hebben gelopen: de Swaelwensterte of Swalve met het stroomopwaarts gelegen Hooge Zwaluwe en het stroomafwaarts een de rivier de Amer gelegen Lage Zwaluwe. In een oorkonde uit het jaar 1290 van Floris V, Graaf van Holland, de toenmalige bezitter van het gebied, is er sprake van “die Swaluw”. De Graven van Holland zijn dan wel de bezitters van de Heerlijkheid Zwaluwe, het dagelijks bestuur laten zij tot het jaar 1503 over aan de Heren Van Duvenvoorde. De bekendste is Willem van Duvevoorde, Heer van Oosterhout, die op zijn sterfbed in 1353 zijn bezittingen nalaat aan zijn neef Jan II van Polanen. Door vererving gaat het gebied later over naar het Huis Oranje Nassau. Van 1580 tot 1611 zijn Hooge en Lage Zwaluwe eigendom van Prins Willem van Oranje. In dat jaar wordt de unie bezit van Prins Frederik Hendrik. Hij zorgt er ook voor dat Hooge Zwaluwe een protestantse kerk krijgt. Koningin Beatrix draagt door de vele historische banden van de Oranjes met de dorpen ook nu nog de titel Vrouwe van Hooge en Lage Zwaluwe. In 1795 komt er een einde aan de Heerlijkheden en wordt Zwaluwe een gemeente.
De rondwandeling begint in de Raadhuisstraat bij de Nederlands Hervormde kerk, die oorspronkelijk als Katholieke kerk stamt uit 1483. Het huidige kerkgebouw is gebouwd tussen 1639-1641 na de Reformatie. Het gebouw in de vorm van een Grieks kruis bestaat uit een middenvierkant, het schip, met aan vier zijden een gelijk ondiepe uitbouw. Het hogere middendeel wordt gesteund door dubbele hoekberen met gebogen oplopende lijnen. De zijbouwen zijn voorzien van schuin oplopende lessenaardaken. De Amsterdamse architect Jacob van Kampen (1595-1657) heeft raad gegeven bij de bouw van deze monumentale kerk. Prins Frederik Hendrik heeft belangrijke financiële steun gegeven, zoals blijkt uit de linkse gevelsteen, waarvan de Latijnse tekst betekent: Frederik Hendrik, Prins van Oranje, heeft dit heiligdom van de fundamenten af opgetrokken gewijd aan de Allerhoogste God en aan de Zalige Gemeente van het volk van Zwaluwe, 1641. Voor het kerkgebouw staat het bronzen beeld “De Barmhartige Samaritaan”van de uit Moerdijk afkomstige beeldhouwer Niek van Leest, een kunstwerk dat op 31 mei 1986 onthuld is door Prins Claus ter gelegenheid van de restauratie van de Nederlands Hervormde kerk.
Als we de Raadhuisstraat uitlopen in oostelijke richting zien we tegenover de Nederlands Hervormde kerk een tweetal monumentale panden. Het pand nr. 8 is een rijksmonument en een kenmerkend voorbeeld van een rijk uitgevoerde dorpswoning uit de 18e eeuw, dat te zien is aan de 'kuifstukken’ boven de vensters en de voordeur. En op nr. 6 het monumentale woonhuis, dat vroeger eigendom is geweest van het geslacht Van Es Vogel, boeren en renteniers. Zo komen we bij wandelknooppunt 48 aan de Havenstraat bij de Oude Haven van Hooge Zwaluwe. Deze haven is waarschijnlijk ontstaan in het begin van de 16e eeuw. Hooge Zwaluwe ligt dan op de dijk rond de "Groote of Zuidhollandse Waard". Deze dijk begeeft het tijdens de St. Elisabethsvloed in 1421 en het westen van deze waard wordt een enorme binnenzee. Hoog Zwaluwe blijft gespaard en komt ineens aan zee te liggen. Dat verklaart ook dat Hooge Zwaluwe een "Zeedijk" heeft. Die binnenzee, de latere Biesbosch, staat rechtstreeks in verbinding met de Noordzee, wat goed te merken is aan de grote getijdeverschillen hier. Het wegstromende vloedwater vindt haar weg langs natuurlijke kreken die hierdoor telkens worden uitgeslepen.
De haven van Hooge Zwaluwe is ook uit zo'n kreek ontstaan en het naastliggende land wordt door aanvoer van slib door de Maas steeds hoger. In de 16e eeuw begint men met de eerste inpolderingen aan de oostkant van de Zeedijk en zo ontstaan de Alblaspolder, de Brandpolder, de Mariapolder, de Ketelpolder, Oudgors, de Boerenpolder, de Dobbe, de Meeuwenpolder, de Willem Frederikpolder, de Vierendeelen en het Plaatje. Tussen die poldertjes blijft er steeds de open waterverbinding tussen Hooge Zwaluwe en de "zee" intact. Dit is in die tijd nodig voor het vele goederenverkeer over het water bij gebrek aan goede wegen en rollende transportmiddelen. Een haven met een loswal is dan ook van grote economische betekenis. Bovendien heeft de haven een andere belangrijke functie als uitwatering van de eveneens al snel bedijkte Groot Zonzeelse Polder aan de westkant van de Hooge Zwaluwe. De haven van Hooge Zwaluwe heeft tot halverwege de vorige eeuw een rol gespeeld voor de aan- en afvoer van met name bouwstoffen en agrarische producten. Aan dit alles komt een einde bij de aanleg van de grote bandijk langs de Amer in 1950, waardoor er een einde komt aan het steeds onder water lopen van de poldertjes met landbouwgrond rond de haven, maar ook aan de scheepvaart van en naar Hooge Zwaluwe.
Aan de Oude Haven passeren het Oorlogsmonument Hooge Zwaluwe ter nagedachtenis aan de Poolse bevrijders en zij die gevallen zijn tijdens WOII. Het bevrijdingsmonument, in donkerrood baksteen uitgevoerd en met in het midden een grijsmarmeren gedenkplaat, is onthuld op 5 november 1994, precies vijftig jaar na de bevrijding van Hooge Zwaluwe. Hier heeft zich een complete veldslag afgespeeld waarbij oprukkende Poolse infanteristen dekking moeten zoeken in ingestorte boerderijen. Zij krijgen op 4 november 1944 om 21.30 uur het bevel de gevechtstroepen van de Duitsers vanuit het zuiden terug te dringen tot de Amer. Zij bestoken de spoorlijn en de artillerieslag duurt de hele middag. Pas tegen de avond geven de Duitsers de stellingen op en trekken zich onder dekking van de invallende nacht langzaam terug naar het noordelijk gelegen Lage Zwaluwe. In het gras van de Kerkdijk en tussen de in puin geschoten huizen liggen de dode Polen en Duitsers. Hooge Zwaluwe biedt een troosteloze aanblik met door puin versperde straten en kapot geschoten militair materieel.
Vanaf het Oorlogsmonument Hooge Zwaluwe lopen we even de Havenstraat in om dan bij wandelknooppunt 49 meteen naar links tussen de huizen door het verharde fietspad te volgen over de Zeedijk aan de oostzijde van de Haven. Na goed een kilometer komen we op de Ruilverkavelingsweg en steken naar links de brug over om bij wandelknooppunt 59 vervolgens het fietspad naar rechts onder langs de dijk, die omzoomd wordt met populieren, te volgen. Aan de overkant van het water zien u op de dijk Stonehengeachtige ruïnes, overblijfselen van een Duitse uitkijktoren met bijbehorende soldatenbarakken uit WOII, die in september 1944 worden vernield. We wandelen langs het gemaaltje loopt en hebben naar het westen zicht op de Polder Vierendeelen. Na verloop van tijd passeren we de Vierendeelseweg waar enkele wielen liggen, restanten van enkele dijkdoorbraken uit de tijd dat de zeedijk nog buitendijk is en daarachter nog “de zee” ligt. Na het wiel komen we aan onze linkerzijde langs het Kraaiebosje, een broed- en schuilplaats van veel vogels en zoogdieren. Zo bereiken we bij wandelknooppunt 12 de Molenweg en Steenplaats. De Steenplaats dankt zijn naam aan de steenbakkerij die hier vroeger heeft gestaan en omstreeks 1700 is gesticht door Christiaan Swaens, de toenmalige Schout van de Zwaluwen. De hiervoor benodigde klei haalt hij uit het Lorregat, de tegenwoordige Hooge Zwaluwse Haven. Het toenmalige dorpsbestuur vindt dit prima, omdat dat de afwatering zal bevorderen.
We gaan op het kruispunt rechtsaf omhoog de dijk over, vanwaar we een mooi uitzicht hebben op de aan de overzijde van de Haven gelegen poldertjes: de Volharding, de Brandpolder, de Ketelpolder, Oudgors, de Alblaspolder en de Mariapolder. Door de aaneenvoeging zijn ze nu bijna niet meer te onderscheiden. In de 17e eeuw is dit nog een onherbergzaam buitendijks gelegen gebied waarmee door de invloed van het brakke water nog niet veel te beginnen was. Prins Willem I van Oranje Nassau heeft dit gebied in 1579 als Heer van Zwaluwe al verpand, waarschijnlijk uit geldgebrek. Sinds die tijd staat het gebied een tijdlang als het 'Pandschap` bekend. Later verkoopt zijn zoon Prins Maurits het aan onder meer de Burgemeester van Breda. Het gehele gebied wordt dan geleidelijk aan ingepolderd. Het pad blijven we volgen en zien op een gegeven moment aan de overzijde van het water een merkwaardig gevormd keetje. Het is een overblijfsel van een uit de vorige eeuw daterend boerderijtje dat op een eilandje staat, dat bekend is als het ‘pIaotje‘. Aan het eind van het geasfalteerde pad wandelen we de houten brug over en komen bij de Uitwateringssluis (1952) op de Amer. Het is een betonnen bouwsel in de dijk, dat dient om het boezemwater in de Amer te kunnen lozen als de waterstand binnendijks dat noodzakelijk maakt. Bij gebrek aan water in de polder kan er ook water worden ingelaten.
Net voor de betonnen sluis bij wandelknooppunt 14 even naar rechts en dan naar links beklimmen we de Amerdijk en genieten in noordelijke richting van het uitzicht over de rivier de Amer, die de voortzetting vormt van de Bergsche Maas. De Amer begint bij Geertruidenberg waar het water van het riviertje de Donge vanuit het zuiden en van het Spijkerboor vanaf het noorden samenstromen met het water van de Bergsche Maas, maar is veel ouder dan de Bergsche Maas. Het ontstaan ervan hangt samen met de St. Elizabethsvloed in 1421 en is in feite een brede getijdenkreek, die onderdeel uitmaakt van de Biesbosch, voor de voltooiing van de Bergsche Maas in 1904. De rivier de Amer is bijna twaalf kilometer lang en vormt de zuidelijke begrenzing van Nationaal Park De Biesbosch en mondt bij Lage Zwaluwe uit in het Hollands Diep. Over de Amerdijk wandelend zien we naar het zuiden, een eind de polder in, een oud gebouw met een huisje erbij. Dat is het oude, uit 1882 daterende stoomgemaal dat voorheen het water uit de Nieuwe Zwaluwe Polder weg gepompt heeft. Daarvoor heeft hier de in 1775 gebouwde ‘Dobbensche WatermoIen’ gestaan, die genoemd is naar ‘de Dobbe`, een klein poldertje dat is opgegaan in de Boerenpolder die op zijn beurt weer deel is gaan uitmaken van de Nieuwe Zwaluwe Polder. Het is vanaf de dijk niet te zien, maar onder de muren van dit stoomgemaal steekt de ronde fundering van de oude molen nog uit, het gemaal is er gewoon opgebouwd. Nu doet het geen dienst meer en wordt het water op peil gehouden door het een eindje verderop staande elektrische gemaal ‘Ir. de Bruijn’ dat in 1954 in gebruik is gesteld.
De verharding op de Amerdijk komt even voor de bebouwde kom van Lage Zwaluwe samen met de parallel verlopende Amerweg net voorbij de gemeentelijke zuiveringsinstallatie van het rioolwater. Dan passeren we de ijsbaan, die aan onze rechterhand verscholen ligt achter struiken en bomen. Het is niet meer dan een weitje dat ‘s winters als ijsbaan dienst doet. Aan het eind van de Amerweg waar we het dorp Lage Zwaluwe binnen wandelen, slaan we bij wandelknooppunt 18 rechtsaf de Ameroever in langs de jachthaven van Lage Zwaluwe en waar we naar rechts door de nieuwe woonwijk Princenhil volgen tot op de dijk langs de Amer. Het voetpad leidt ons om deze woonwijk heen en zo komen we aan de waterkant aan de Amer bij het Crossline monument, een oorlogsmonument dat uit twee onderdelen bestaat. Allereerst een gehavende zuil geplaatst op een voetstuk van veldkeien, afkomstig van de in WOII verwoeste kloosterkapel van de Zusters van het Heilige Hart van Jezus te Moerdijk. Op het voetstuk van de zuil vinden we de tekst: “Deze zuil uit een door de vijand verwoeste kerk in deze gemeente, getuigd thans hier van de onverwoestbare liefde voor vrijheid, vorstenhuis en vaderland van de linie crossers die over deze haven tussen november 1944 en mei 1945 driehonderdvierenzeventig maal de frontlijn doorbraken.” Ernaast een mannenfiguur voorstellend een verzetsman die uitkijkt over het rivierwater naar de Biesbosch, een beeld van Niek van Leest. Vanaf november 1944 is Nederland verdeeld in een bevrijd en bezet gebied. Sliedrecht en Lage Zwaluwe spelen in die tijd een belangrijke rol voor het verzet als vanaf 6 november 1944 de zogenaamde line-crossers via de voor de bezetter moeilijk te controleren Biesbosch naar het inmiddels bevrijde Noord-Brabant oversteken. Met gevaar voor eigen leven brengen zij honderden door de bezetter gezochte Nederlanders, joden en verzetsmensen, agenten met geheime zenders en gestrande geallieerde piloten via de geheime overtochten in veiligheid. Bovendien smokkelt verzetsgroep 'Albrecht' militaire berichten de frontlinie over, maar de oversteken worden ook gebruikt voor het vervoer van schaarse medicijnen, zoals insuline.
Vanaf de dijk hebben we een schitterend uitzicht op een landschap dat beheerst wordt door het Hollands Diep. Langs de jachthaven bereiken we opnieuw de Ameroever en steken naar rechts het bruggetje over, waar de binnenhaven met behulp van betonnen balken tegen extreem hoog water kan worden beschermd. Over de Biesboschweg komen we aan wandelknooppunt 38 en wandelen even naar links de Nieuwlandsedijk op. Hier begint het oude gedeelte van Lage Zwaluwe, dat in 1514 als “Leege Zwaluwe” wordt vermeld naar haar ligging bij het riviertje De Zwaluwe. Dit is in tegenstelling tot het zuidoostwaarts hoger gelegen dorpje Hooge Zwaluwe. Lage Zwaluwe is vooral een begrip geworden, omdat hier het eerste spoorwegstation beneden de Moerdijk is. Het dorp is tegen de dijk aangebouwd met typische, dicht opeengepakte lintbebouwing en een aantal oude geveltjes waarbij er verschil tussen de zijgevels en de voorgevels. De zijgevels zijn vaak van heel oude ijsselsteentjes, terwijl de voorgevel dikwijls is vernieuwd. Even verderop in deze straat zien we de uit 1951 stammende R.K Johannes de Doperkerk, een pseudo-basilicale bakstenen kruiskerk in Romaans stijl, ontworpen door architect Hendrik Willem Valk (1886-1973) uit ‘s Hertogenbosch. Deze kerk vervangt een in 1944 door oorlogshandelingen verwoeste neogotische voorganger uit 1878. Ernaast staat de prachtige pastorie die in 1787 is gebouwd samen met de oorspronkelijke eerste katholieke kerk, een zeer eenvoudige en onopvallende kerkschuur onder het patronaat van de H. Willibrordus. Het links aangebouwde gedeelte is nog een overblijfsel van de oude kerkschuur en doet thans dienst als dagkapel en voor samenkomsten. De pastorie staat op de monumentenlijst.
Op de Nieuwlandsedijk slaan we meteen bij wandelknooppunt 36 rechtsaf de Flierstraat in en wandelen zo Lage Zwaluwe uit tot aan de rotonde met de Oude Weg, die we recht oversteken bij wandelknooppunt 35. Zo komen we op de Keizersdijk, die ons door het open polderlandschap in de richting van Blauwe Sluis voert. Naar het westen hebben we zicht op een restant van het oude dijklichaam Keizersdijk dat nu grotendeels is afgegraven. Hier staan nog voormalige tankversperringen, die onderdeel zijn geweest van Sperre 131 van de Stutzpunktgruppe Moerdijk van de Deutsche Wehrmacht in WOII ter verdediging van een mogelijke geallieerde aanval vanuit het Zuiden op de Moerdijkbrug. De tankversperringen zijn vroeger verbonden geweest met een tankgracht, die niet meer herkenbaar is. De Polen moeten hier in november 1944 hard knokken om erdoor te komen en zodoende te trachten de strategische Moerdijkbruggen te bereiken voor de Duitsers die in de lucht laten vliegen.
Met de bocht linksaf wandelen we door het open polderlandschap in de richting van Blauwe Sluis. Dit gehucht is een kleine leefgemeenschap, die al sinds de 16e eeuw en bestaat. De grens wordt gevormd door de Meervliet, een nogal behoorlijk afwateringskanaal, waarover zich een overkluizing bevindt. Op de overkluizing staat een woonhuis met daaraan vastgebouwd een vlasschuur. De overkluizing wordt afgesloten door twee zogenaamde “vloeideuren”, dat wil zeggen als het water in de Zonzeelse Polder hoog staat, kan het vrijelijk wegstromen naar het Hollands Diep, waar het ter hoogte van ’s Heerensluis geloosd wordt. Terug kan niet want dan sluiten de deuren die maar naar een zijde open kunnen. De naam Blauwe Sluis komt waarschijnlijk door de hier genoemde echte sluis, die oorspronkelijk bestaat uit het wegdek van de Bloemendaalse Zeedijk, dat om het verkeer te behoeden voor een diepe val in de Meervliet, voorzien is van een degelijke muur van ijsselsteentjes die nog bovenop wordt afgedekt door een zware blauwe hardsteen. Bij de driesprong op de Bloemendaalse Zeedijk gaan we even naar rechts en vervolgens links de Zwaluwse Pootweg op.
Deze Zwaluwse Pootweg is een oude lange rechte weg die al vele eeuwen de grens vormt tussen de Zwaluwse en de Zevenbergse Heerlijkheden en dat nu nog steeds doet. Je wandelt hier door de immense Groote Zonzeelsche Polder, genoemd naar het dorpje Zonzeel dat in de late Middeleeuwen een kilometer of vier ten oosten van Zevenbergen moet hebben gelegen. Na de St. Elisabethsvloed (1421) loopt het dorp Zonzeel langzaam maar zeker onder water en verdwijnt. Langs de weg staan diverse boerderijen met namen als Hoeve Maria, Adriënhoeve en Hoeve de Kavel (1738), maar een geschikt plekje om onze boterhammen te kunnen opeten is er niet. Wel pakken zich donkere wolken boven ons samen en er is zo goed als geen beschutting. Onder enkele coniferen is er net voldoende plaats om staande uit de rugzak te eten en te drinken, terwijl de dikke regendruppels met hagelstenen uit de hemel vallen. We kunnen van geluk spreken dat door de harde wind dit heftige buitje snel overtrekt. .
We op pad moeten we nog even de hagel trotseren alvorens we verderop het goederenspoorlijntje van de inmiddels stilgelegde spoorverbinding van Lage Zwaluwe naar ’s Hertogenbosch, bekend als Langstraatspoorlijn, in de volksmond ook wel Halve Zolenlijn genoemd, bereiken. Deze naam Halve Zolenlijn refereert aan de schoenenindustrie en is natuurlijk ironisch bedoeld voor de inwoners van deze streek. De spoorlijn is aangelegd tussen 1881 en 1890 en is volledig gefinancierd met de opbrengsten uit Indië. Lage Zwaluwe fungeert als overlaadpunt voor scheepvaart naar Rotterdam, maar het transport en de exploitatie blijft beperkt. Tegenwoordig is alleen nog een deel vanuit Lage Zwaluwe naar Oosterhout als goederenspoorlijn in gebruik.
Aan de noordzijde van de spoorbaan volgen we nu onder betere weersomstandigheden de grasbaan tot we na goed 800 meter de onverharde pad bereiken bij de Lange Reeweg, waaraan natuurreservaat Zonzeel grenst, een kleinschalig oud polderlandschap met moerassige gedeelten, gelegen op de Brabantse Naad, die een scheidslijn vormt tussen de zandgrond in het zuiden en de kleigrond in het noorden. In deze strook komt een grote hoeveelheid kwelwater aan de oppervlakte. Dit water is honderden jaren geleden als regen- en rivierwater op hogere zandgronden in de grond gezakt en over oude naar het noorden afhellende leemlagen naar het noorden gestroomd tot de ondoordringbare kleigronden. In de Naad van Brabant komt dit ijzer- en kalkrijke water aan de oppervlakte waardoor er een gevarieerde natuur is ontstaan. In het gebied ligt een zestal putten met verschillende verlandingsstadia. In het midden zien we een voormalige zandwinput waarin gezwommen kan worden. Het hele gebied is ook van ornitnologisch en botanisch belang. In het broedseizoen is het gebied gedeeltelijk afgesloten zijn, maar de wandelroute is altijd toegankelijk. Dit natuurgebied Zonzeel ligt tussen de Lange Reeweg en de Zoutendijk.
Langs de zuidzijde van natuurreservaat Zonzeel, nog even de spoorlijn volgend komen we op de Zoutendijk bij wandelknooppunt 43 en wandelen van hier noordwaarts langs de oostzijde van het natuurgebied over het asfalt naar Hooge Zwaluwe. Aangekomen in het centrum aan de Raadhuisstraat bij wandelknooppunt 47 gaat de route naar rechts. Op dit laatste stukje van de dagwandeling komen we in de Raadhuisstraat nog langs enkele opmerkelijke optrekjes. Op Raadhuisstraat 13 heeft het voormalige herenhuis gestaan van de Zwaluwse dichter, jurist en schepen Mr. Joannes Petrus Kleyn (1760-1805). Aan het begin van de Franse tijd (1795) wordt het huis door zijn vijanden in brand gestoken. Verderop staat Raadhuisstraat 22, dat dateert van het einde van de 19e eeuw. Het is eerst notariswoning en daarna pastorie van de NH Kerk. In WOII fungeert het pand als hoofdkwartier van de Duitse Generaal Luitenant Josef Reichert (1891-1970) van de Duitse 711e Infanteriedivisie, die aan het einde van WOII verantwoordelijk is voor de Duitse verdedigingsgordel van kazematten en tankversperringen dwars door West Brabant. Op nummer 26 in de Raadhuisstraat is het voormalige woonhuis van Dirk Jan Baron van Heeckeren van Brandsenburg, (1842-1919) die hier als burgemeester van Hooge- en Lage Zwaluwe zetelt van 1877 tot 1913. Bijna aan het eindpunt van de wandeling komen we aan het voormalige Gemeentehuis van Hooge en Lage Zwaluwe aan de Raadhuisstraat 5 in 1836 gebouwd ter vervanging van het oude, bouwvallige rechthuis. In de jaren 30 van de vorige eeuw is het achter nog wat uitgebreid in dezelfde stijl. Hierin is nu gevestigd het Zwaluws Museum van Heemkundekring ‘Willem Snickerieme’. De Heemkundekring heeft haar naam ontleend aan de bijnaam van Willem van Duivenvoorde (1290-1353), kamerling en schatbewaarder van Graaf Willem III van Holland en in 1328 tot ridder geslagen door Hertog Jan III van Brabant. Het is nog steeds mogelijk is om in de oude raadzaal van het voormalige Gemeentehuis te trouwen. Zo komen we aan het eindpunt van onze Swaelwensterte Route bij de Nederlands Hervormde kerk aan de Raadhuisstraat.
Terug bij de auto gaat de rit naar Den Hout waar we nog even gezellig napraten over de dagwandeling en het geluk dat we weergoden ons hebben toebedeeld! In elk geval kan gezegd worden dat we het wandeljaar goed hebben afgesloten. Voldaan gaat iedereen huiswaarts en hoopt ook in 2012 op fijne wandeldagen.
Charles Aerssens
20 december 2011
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 20-12-2011 door C.P.J. Aerssens