© L.A.W.V.VIA-VIA

Met de fijne herinneringen aan een geslaagd Eifelweekend is het alweer november geworden en kriebelt het wandelvirus weer. Er wacht opnieuw een wandeldag en daarvoor wordt in overleg gekozen voor woensdag 16 november. Op de uitnodiging wordt door 7 wandelfanaten gereageerd. Het groepje “vaste mannen” krijgt deze keer gezelschap van Vic, die weer voor enige tijd zijn Balinees stulpje heeft ingeruild voor een verblijf van enkele maanden in Oosterhout. Charles heeft deze keer een route uitgezet door het unieke polderlandschap in het Land van Heusden over eeuwenoude dijkjes en langs dode Maasarmen die nog goed zichtbaar zijn in het landschap. Vanuit het monumentale vestingstadje Heusden zullen we langs de vestingwerken naar Oudheusden wandelen om dan oostwaarts door de polder naar Herpt te lopen en vandaar naar het Haarsteegse Wiel. Over de dijk gaat de route langs Hedikhuizen naar de Bergsche Maas en terug naar Heusden. Kortom een afwisselende route met veel natuurschoon en wielen onderweg, typische huizen langs de dijk, voorbij aan het Voormalige Fort Hedikhuizen en door het pittoreske Heusden met als afsluiting een gezellig samenzijn in het Heusdens IJshuys.

Op de afgesproken woensdag is het verbazingwekkend hoe goedgezind de weergoden zijn op deze frisse novemberdag. Zijn de voorafgaande dagen mistig en somber, wij hebben geluk, zoals zo vaak als we een wandeldag op de woensdag hebben gepland. We hebben afgesproken om elkaar rond 9.00 uur te treffen op de parkeerplaats van de Bromsluis en de Oudheusdensestraat binnen de vestingmuren van Heusden. Charles en Arie zijn er ruim op tijd, de delegatie uit Den Hout, die bij Peter verzameld hebben laten nog even op zich wachten. Zij hebben het idee dat we in Oudheusden op de parkeerplaats hebben afgesproken. Gelukkig kijken ze nog even op de routebeschrijving en rijden door naar de vertrekplek in Heusden. De wandelschoenen gaan aan en de regenjas blijft in de auto. Het is nog fris maar daarvoor heeft iedereen zich goed warm aangekleed. Even na 9.00 uur beginnen we aan de dagwandeling, maar zonder een laatste controle of de auto’s goed zijn achtergelaten! We willen

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf deze parkeerplaats willen onze rondwandeling door het land van Heusden in het stroomgebied van Maas en Waal starten en zo wandelen we door de Hertogin Johanna van Brabantstraat in de richting van het Burchtplein tot we de aan de zuidzijde gelegen St. Catharinakerk, de R.K. parochiekerk van Heusden bereiken. Deze kerk is gebouwd in 1954 en op 25 mei 1950 ingewijd. De oorspronkelijke Katholieke kerk, een Waterstaatkerk uit 1841, heeft op de hoek van de Herptsestraat en de Roomsche Kerkstraat gestaan en is in november 1944 door de Duitse troepen opgeblazen. Het in Grieks-Romeinse Basilicastijl uitgevoerde kerkgebouw is een ontwerp van de architect Nico van der Laan (1908-1986) uit de vroege periode van de Bossche School. De kerk bevat edelsmeedwerk van Bossche edelsmid en beeldhouwer Harry van den Thillart (1915-2009). De kerktoren stamt uit 1960. De St. Catharinakerk ligt op het terrein waar eens de voorburcht van het oorspronkelijke Kasteel Heusden heeft gelegen.

Rechts langs de kerk betreden we de plek waar vermoedelijk in de 12e eeuw het Kasteel Heusden is gebouwd aan van het zuiden naar het noorden lopend watertje dat het Oude Maasje met de nieuwe Maasbedding verbonden heeft tot het in 1250 is afgedamd. In 1948 is onder leiding van de archeoloog Jaap Renaud (1911-2007) met wetenschappelijke opgravingen bij het kasteel begonnen. Men vindt, zoals gebruikelijk, een voorburcht en een hoofdburcht. De hoofdburcht kent een achthoekige verdedigingstoren met een doorsnede van 8 meter en een muurdikte van 2 meter, en een vierkante woontoren van 10 bij 10 meter. Dit alles is opgetrokken uit natuursteen en gefundeerd op het maaiveld, waarna de burchtheuvel of motte is opgeworpen. Eind 13e eeuw komt er een ringmuur met steunberen. Zo ontstaat een waterburcht, die in 1328 in handen van Brabant komt en in 1335 in opdracht van Hertog Jan III van Brabant verder wordt uitgebreid, onder andere met een achtkantige donjon van 40 meter hoog en met muren tot 4 meter dikte, die wordt uitgebouwd in de gracht. Niet veel later komt het kasteel weer in Hollandse handen. Omstreeks 1425 neemt Jacoba van Beieren regelmatig haar toevlucht tot het kasteel.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het Kasteel Heusden blijft eeuwenlang intact, maar de kruittorenramp in 1680, waarbij de bliksem inslaat in de donjon die als opslagplaats voor buskruit wordt gebruikt, wordt het kasteel fataal. In de toren bevinden zich op dat moment 16.000 pond buskruit, handgranaten en stincpotten. Het kasteel wordt vrijwel geheel verwoest en ook vele huizen in de omgeving ervan worden vernield. Slechts de muren van een vierkante toren blijven gedeeltelijk overeind. Deze toren wordt weer enigszins hersteld, maar in 1823 volgt totale sloop van de kasteelruïne. We weten vrij nauwkeurig hoe het kasteel er uit heeft gezien. Zo heeft Joan Bleau het in zijn atlas van omstreeks 1659 opgenomen en is het Kasteel Heusden vaker getekend door de befaamde en betrouwbare tekenaar Roelant Roghman (1627-1692). Na de opgravingen in 1949 zijn de fundamenten weer bedekt en er komt een hertenkamp op de plaats van het kasteel. In 1987 besluit men tot een gedeeltelijke reconstructie van het Kasteel Heusden, zij het in veel kleiner formaat dan het tot 1680 geweest is, maar dit wordt als een mislukking beschouwd!

We lopen door langs het gereconstrueerde Kasteel Heusden tot op het Noorder Bolwerk en gaan naar rechts en bereiken zo de Wijkse Poort, een van de vier oorspronkelijke toegangspoorten tot de vestingstad. Van bovenaf op deze Wijkse Poort heb je een prachtig uitzicht op de noordelijk gelegen jachthaven. Vanaf de Wijkse Poort wandelen we in westelijke richting en verlaten het vestingstadje. Over de parkeerplaats Tramhaven met een drietal oude kannonen beklimmen we de vesting dijk en nemen de route in westelijke richting. Waar we het dijkje verlaten, passeren we de Heusdense schandpaal, een zogeheten kaak, waar misdadigers en criminelen aan de kaak zijn gesteld. Zij krijgen dan de ijzeren band om hun nek. Deze schandpaal heeft het voormalige waterschap De Hoge Maasdijk in 1992 gerenoveerd. Net voor de in 2008 gesloten N.V. Heusdensche Conservenfabriek, bekend geworden onder de naam Jonker Fris, gaat de route naar links bij Wandelknooppunt 76 om dan direct tegen de klok in langs het water van de vestingwerken Heusden over de Grotestraat verder te gaan richting Wandelknooppunt 75. We passeren het industrieterrein van Heesbeen. Bij dit Wandelknooppunt 75 slaan we linksaf en houden het fietspad aan dat de waterpartijen volgt van de vestingwerken aan de zuidwest zijde van Heusden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Eens hebben deze vestingwerken rondom Heusden een belangrijke rol gespeeld. Zo heeft Heusden, gelegen op de grens van het Graafschap Holland en de Hertogdommen Brabant en Gelre, in haar geschiedenis regelmatig strijd geleverd met de Graven van Holland. In de loop van de 13e eeuw versterken de Hertogen van Brabant de nederzetting met een gracht en een stadsmuur met rondelen en poorten om Holland dwars te zitten. Heusden behoort tot een van de eerste Hollandse steden die door een muur worden omringd. Tijdens de 80-jarige oorlog is Heusden trouw aan de Spaanse koning. In deze periode is het rivierengebied rondom Heusden meerdere malen een strijdtoneel geweest. Op den duur bieden de oude stadsmuren nauwelijks voldoende veiligheid, doordat het geschut steeds beter wordt. Heusden besluit in 1577 de kant te kiezen van de Prins van Oranje. Dit brengt veel gunstige ontwikkelingen teweeg. Vanaf 1581 worden de verdedigingswerken gemoderniseerd en in opdracht van de Prins van Oranje gaat Hollands bekendste ingenieur en vestingbouwer, Adriaen Anthonisz Van Alkmaer zich bemoeien met de verbetering van de weerbaarheid. Hij ontwerpt de eerste vestingwerken volgens het Oud Nederlands vestingstelsel met wallen, grachten, bastions en ravelijnen en de haven en het kasteel komen daarmee binnen de omwalling te liggen. Tussen 1613 en 1620 worden verdere verbeteringen aangebracht. Ook de Wiel, een plas ontstaan in 1679, komt nu binnen de omwalling te liggen. Zo wordt de reputatie van een onneembare vesting hooggehouden. Heusden speelt tijdens de Tachtigjarige Oorlog een belangrijke rol als bruggenhoofd voor de Staatsen. Van 1700 - 1730 wordt de vesting aangepast aan het Nieuw Nederlands vestingstelsel, waarbij de hoornwerken worden geslecht.

Als het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 ontstaat, heeft de vesting Heusden, die deel uitmaakt van de Zuiderwaterlinie, geen functie meer. Deze Nederlandse militaire verdedigingslinie van de 16e en 17e eeuw is tot dan de langste aaneenschakeling van forten, vestingsteden en inundatiegebieden, die Nederland ooit heeft gekend, en is gebouwd om de Noordelijke Nederlanden te beschermen tegen Spaanse, en later Franse, aanvallen. In 1821 verliest Heusden zijn vestingstatus en in 1879 ook zijn garnizoen. De verdedigingswerken raken in verval en menigmaal staat het afbreken ervan ter discussie. Dit gebeurt echter niet en ziet men geleidelijk de monumentale waarde ervan in. Uiteindelijk besluit men tot restauratie over te gaan en worden de vestingwerken gerestaureerd volgens de kaart van Joan Blaeu uit 1646, overeenkomstig het ontwerp van Jacob Kemp, inclusief de soms onhandige indelingen. Na deze restauratie van 1978 heeft Heusden negen bastions, zes ravelijnen, een beschermend eilandje en een natte gracht. Op enkele bastions staan standerdmolens en torens. In 1980 wint Heusden de Urbes Nostrae-prijs voor zijn vestingrestauratie, de hoogste Europese prijs op het gebied van restauratie.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De grillige route langs de vestingwerken van Heusden brengt ons tot aan de begraafplaats in Oudheusden. Rechts langs de beukenhaag van deze begraafplaats komen we op de Vestingstraat bij de bushalte. We wandelen even naar links tot op de T-splitsing, waar we rechtsaf Oudheusden inlopen, dat oorspronkelijk een nederzetting aan een vroegere loop van de Maas, later Oude Maas, is en daarmee ouder is dan het vestingstadje Heusden, hoewel daar weinig meer van terug te vinden is. In de vijftigerjaren van de 20e eeuw is men hier met de bouw van rijtjeshuizen begonnen voor de arbeiders van de Verolme Scheepswerf en de conservenfabriek Jonker Fris in Heusden. Ook later is er veel nieuwbouw neergezet, die het plaatsje domineert en de bevolkingsgroei van het nabijgelegen vestingstadje heeft opgevangen. We volgen de Herptsestraat, die bij Wandelknooppunt 85 naar links verloopt en als we de bebouwing achter ons hebben, gaat de route naar rechts voor een sloot met hekwerk. Het graspad loopt tussen de sloot en de rand van de oostelijke bebouwing van Oudheusden tot we naar rechts worden geleid en in de Gerard van Oostromstraat uitkomen. De route leidt ons naar links tot op de T-splitsing met De Oosters.

Over de Oosters wandelen we richting Herpt en laten de Spieringweg rechts liggen met de bocht mee bereiken we de Hoofdstraat net voorbij het rustbankje en lopen naar rechts het dorpje Herpt binnen, gebouwd op stroomruggen langs de Maas. Hierdoor zijn een aantal min of meer evenwijdige straten met vooral agrarische bebouwing ontstaan. Die oudste bewoningssporen van Herpt dateren uit de 10e eeuw. Tot in de 11e eeuw valt Herpt onder de parochie Aalburg en in 1148 wordt Herpt een zelfstandige parochie met een eigen pastoor. Het Romaanse kerkje dat toen gebouwd is, is opgetrokken in tufsteen en gewijd aan de H. Trudo. In 1250 wordt aan de westkant een toren gebouwd. Maar in de 15e eeuw is het kerkje gesloopt en vervangen door een gebouw in Gotische stijl. Maar het karakteristieke gebouw met de Romaanse tufstenen toren gaat vervolgens na de 80-jarige Oorlog over naar de Protestanten. Op 5 november 1944 wordt de toren door de Duitsers opgeblazen en verwoest in zijn val het hele kerkje. Deze toren is ooit één der oudste van Nederland geweest. Mogelijk is er in 1718 een schuurkerk in gebruik genomen, maar in 1892 wordt opnieuw een eigen parochie gesticht en wordt het voormalig café van P. Mallant aangekocht en ingericht tot noodkerk. Pas in 1924 wordt een bakstenen kerk gebouwd aan de Torenstraat naar een ontwerp van de Limburgse architect Caspar Franssen (1860-1932) en gewijd aan de H. Catharina. In 1969 vertrekt de laatste eigen pastoor, waarna de kerk tot 1987 bediend wordt door de Abdij Mariënkroon.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op het kruispunt aangekomen bij Wandelknooppunt 83 slaan we rechtsaf de Watersteeg in, een lange asfaltweg, die na de bocht naar links overgaat in de met statige bomen omzoomde Veldweg. We wandelen door het weidse landbouwgebied en negeren de Zeggelaarsweg en het fietspad bij Wandelknooppunt 90. Zo bereiken we na goed 2,5 kilometer de drukke Heusdenseweg, waar we rechts af de Heusdenseweg op gaan tot aan de brug over het Koningsvliet. Hier verlaten we voor de brug de verharde weg en slaan linksaf een onverhard pad in, op weg naar het Haarsteegse Wiel. Links van het pad wat broekbossen van wilgen- en elzenstruiken die hier in het vochtige gebied goed gedijen. Dan zien we het grote Haarsteegse Wiel, prachtig gelegen in de winterse ochtend. We klimmen tegen de dijk op om zo op de dijk om het wiel heen te lopen. Hier gaat ook een oude sluis onder de dijk door. Informatiepanelen rondom het Haarsteegse Wiel vertellen over het ontstaan ervan als hier de dijk over 200 meter weggeslagen is. Tijdens de Kleine IJstijd in de 16e en 17e eeuw wordt door een ijsdam het kruiend ijs in de Oude Maas in 1610 het zuidelijk bekken van het Haarsteegse Wiel gevormd en in 1740 ontstaat bij een nieuwe overstroming het noordelijk bekken. Nu is het wiel 18 hectare groot en met 19 meter een van de diepste doorbraakkolken van Nederland. Het is nu een uniek natuurgebied.

Aangekomen op de Hoge Maasdijk is het tijd voor een rustpauze. Omdat er op deze plaats een bankje ontbreekt, moeten we op zoek naar iets anders. Gelukkig is en hier net achter de dijk is een ideaal plekje bij het doorlaatsluisje. Plaats genoeg voor iedereen en in de zon en een beetje beschut tegen de schrale wind. Naar het oosten hebben we zicht op de ijsbaan, maar die ligt er nog duidelijk ongebruikt bij, want van winter is tot op dit moment nog geen enkel ogenblik sprake geweest. Na een stevige pauze vervolgen we onze wandeling en over de Hoge Maasdijk ten oosten van het Haarsteegse Wiel gaat de route noordwaarts. Rechts in het landschap zijn de overblijfselen te zien van de Hedikhuizensche Maas, een zeer scherpe Maasmeander die al in 1474-1475 is gegraven om de scheepvaart te vergemakkelijken. De meander bevindt zich tussen Hedikhuizen en Haarsteeg en is vroeger een aftakking van de Maas die naar de haven van Haarsteeg gelopen heeft. Vóór 1474 is deze tak van de Maas onderdeel van de rivier zelf. De Hedikhuizensche Maas is sindsdien geleidelijk verland. Het is tegenwoordig een lang en smal water en verderop zelfs een sloot. Het staat ook in verbinding met een systeem van uitwateringssloten dat onder meer de Luisbroekse Wetering omvat. Het gebied ten noorden van deze meander, en dus nu gelegen ten zuiden van de Maas, blijft als Gelderse Waarden nog tot 1958 bij Gelderland horen. De loop van de Hedikhuizensche Maas is nu nog in het landschap te zien aan de aanwezige rietkraag. De wandelroute blijft bij Wandelknooppunt 54 de Hoge Maasdijk volgen, richting Hedikhuizen of Hekese, zoals de mensen hier zelf zeggen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het eerste dat opvalt, is links in het landschap naast de Hoge Maasdijk het Fort Hedikhuizen dat eens onderdeel is geweest van de Zuiderwaterlinie en de verdedigingswerken rondom Heusden. Tegenover het Fort Hedikhuizen passeren we de oude inundatiesluis, een coupure in de dijk, die de verbinding vormt tussen de gracht rondom het fort en de Hedikhuizensche Maas. Deze sluis maakt het mogelijk op een gecontroleerde manier water vanuit de Hedikhuizensche Maas binnendijks te laten stromen, waardoor een groot gebied onder water kan worden gezet om de vesting Heusden te beschermen tegen een vijandelijke aanval. Met de bouw van die inundatiesluis en het Fort Hedikhuizen is men in 1862 begonnen. Deze in baksteen opgetrokken inundatiesluis bestaat uit drie smalle kokers, afgedekt door een tongewelf met hefschuiven aan de binnendijkse en buitendijkse kant, bediend door een heugelstang. Die loopt door tandwielkasten die op de dijk is geplaatst. Toch is al in 1505 voor het eerst sprake van een versterking op deze plaats. Nieuwe verschansingen worden in 1593 en in 1755 aangelegd, als de oude vervallen verschansing wordt vervangen door een nieuwe. Het Fort Hedikhuizen bestaat uit versterkte legeringsgebouwen, een aarden wal en een natte gracht. Het fort wordt tot 1952 gebruikt en is nog in vrijwel originele staat. In 1952 worden Fort Hedikhuizen en de inundatiesluis bij Koninklijk Besluit als vestingwerk opgeheven en in 1993 komt de inundatiesluis op de lijst van beschermde Rijksmonumenten. De inundatiesluis is in 2002-2003 gerestaureerd en fungeert nu als ‘stapsteen’ in de lokale ecologische verbindingszone. Het fort en de sluis worden in 2002 voor een symbolisch bedrag verkocht aan waterschap Aa en Maas. Op dit moment is het Fort Hedikhuizen in gebruik als feestlocatie.

We passeren de inundatiesluis en wandelen op het kruispunt van wegen rechtdoor. Het Fort Hedikhuizen van dichtbij bekijken om te zien hoe dik de muren zijn, is niet mogelijk omdat een gesloten hekwerk over de gracht ons de weg verspert. Op de Hoge Maasdijk passeren we aan de linkerkant de voormalige Hervormde kerk aan de Hoge Maasdijk 9. Het eenbeukige Laat-Gotische aan St. Lambertus gewijde Rooms Katholieke kerkje komt in 1598 in Protestantse handen. De Romaanse in tufsteen opgetrokken toren wordt in 1939 gerestaureerd, maar in oktober 1944 door de Duitsers kapotgeschoten, waarbij slechts de tufstenen benedenruimte met kruisgewelf behouden blijft, zij het deels verwoest. Nu doet het dienst als atelierruimte met verbouwing met etage. Beneden, in de atelierruimte, bevindt zich nog de grafsteen van een lokale notabele uit 1813, maar ook in de tuin zijn nog de grafstenen aanwezig. Vanhier voert de route ons naar links van de Hoge Maasdijk af door de Kerkstraat naar het centrum van het dorpje Hedikhuizen. Hedikhuizen behoort tot het Land van Heusden dat in 1357 deel uitmaakt van het Graafschap Holland. Pas omstreeks 1800 wordt het bij Noord-Brabant gevoegd. Maar aan het einde van de 10e eeuw is Hedikhuizen in het bezit van Bisschop Notger van het Prinsbisdom Luik. En in 1282 komen de bezittingen te Hedikhuizen aan de Abdij van Berne die ook het patronaatsrecht verkrijgt. Tegenwoordig maakt Hedikhuizen deel uit van de Gemeente Heusden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Door de Kerkstraat komen we in het centrum van Hedikhuizen en zien dat het dorp feitelijk bestaat uit niet meer is dan een rechte weg met een kruispunt: de weg naar Herpt en de weg naar Bokhoven. “Jezus, Onze Koning” wijst ons hier de juiste weg. Op deze plek worden we voorbij gereden door een auto met camera op het dak, die wellicht voor Google Earth onderweg is. Enkelen van ons zijn nu al in de veronderstelling eerdaags op Google Earth zichtbaar te zijn, maar dan zeker onherkenbaar! We kiezen voor de Oude Schoolstraat rechtdoor op het kruispunt. Noordwaarts wandelend laten we de Ophovenseweg links liggen en kiezen rechts aanhoudend voor het fietspad dat ons naar de dijk langs de Maas leidt. De bankjes langs het fietspad geven ons een schitterend uitzicht over de polder met in de verte de Maas. Eenmaal op de dijk langs de Maas bij Wandelknooppunt 62 opnieuw een bankje. Van hieruit is het puur genieten van het landschap en het zicht op de Maas. Bij dit bankje staan informatiepanelen die meer vertellen over de geschiedenis van de Maas. De rivier was bij de Romeinen al bekend! We lezen hoe de loop van de Maas door de eeuwen heen haar loop verlegd heeft, hoe dijken moesten worden aangelegd tegen overstromingen en hoe de Bergsche Maas gegraven is en op 18 augustus 1904 als nieuwe waterverbinding door koningin Wilhelmina in gebruik wordt gesteld. We nemen alle tijd voor een rustpauze en vervolgen even later over de dijk onze wandeling in de richting van het Bernse Veer. Hier ligt aan de overkant van de rivier ligt Nederhemert. De grens tussen Noord-Brabant en Gelderland ligt midden op de rivier. Op de dijk lopen heeft ook zo zijn bijzonderheden. Je loopt even hoog als een biddende valk die zijn prooi in de lager gelegen polder aan het zoeken is.

Dan komen voorbij het Bernse Veer na Wandelknooppunt 55 het vestingstadje Heusden en de scheepswerven in beeld. Het is al meer dan 100 jaar geleden dat de eerste scheepsbouwactiviteiten hier op het terrein aan de Bakkersdam en Scheepswerf zijn gestart naast het stadje Heusden. In 1918, 1930 en in 1933 gaan er zelfs stemmen op om de vestingwallen maar te slopen en er woningen neer te zetten voor de arbeiders van de scheepswerven, maar die plannen gaan niet door. De grote namen uit het verleden zoals De Haan & Oerlemans en niet te vergeten Verolme Scheepswerf Heusden hebben nu plaats gemaakt voor de Verenigde Scheepswerf Heusden (VSH), Teamco Shipyard en De Ruiter Watersport en Princess Yachts Benelux. Voorbij de scheepswerven aan de Mastdijk gaat de route bij Wandelknooppunt 53 naar rechts over de wallen langs een eerste standerdmolen en over een voetpad langs de kleine binnenhaven en het ophaalbruggetje Het Wiel. De route verloopt op de vestingwallen langs de Waterpoort of Veerpoort, die er al in de 14e eeuw staat om met een muurdoorgang het voetveer richting Nederhemert te beveiligen. De poort van nu is gereconstrueerd op oude in de wal terug gevonden fundamenten. Het verdedigingswerk achter de Veerpoort wordt vroeger ook wel aangeduid als het 'Halve Maantje'. In de vestingkunde is een halve maan een met de punt naar buiten gekeerd eiland in de gracht recht op de as van een bastion. Eilanden met dezelfde vorm maar dan loodrecht op de verbinding, courtine genaamd, tussen twee bastions worden een ravelijn genoemd. .

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voorbij de Waterpoort passeren we hier op de stadsomwalling nog een tweetal standerdmolens aan de noordzijde van de Stadshaven met zicht de Bergse Maas. De laatste bij het pittoreske ophaalbruggetje aan de toegang tot de haven is uit het Belgische Lommel afkomstig. Op vier teerlingen staat het houten bouwwerk rotsvast. De standerdmolen is een in de Middeleeuwen in Vlaanderen ontwikkeld molentype. De plek is zorgvuldig gekozen. De zeilen kunnen de westenwinden vangen. Vijandelijk geschut dat vooral van landzijde vuurt, kan de molens nauwelijks bereiken. Het gehele huis van de molen draait rond om een spil of staander die tot beneden doorloopt. Afhankelijk van de omstandigheid of het ondergedeelte geheel gesloten dan open is (de onderconstructie van balken op stenen ondersteuningen of stiepen is dan zichtbaar), spreekt men van een gesloten of open standerdmolen. In de zijkanten van het huis bevinden zich enige ronde gaten waar de wind doorheen speelt. Verandert de wind van richting, dan bemerkt de molenaar dat en gaat de molen dan kruien om het wiekenhuis weer goed op de wind te zetten.

Langs de knusse stadshaven bereiken we de Vismarkt. Deze Vismarkt met fraaie gevels is in 1796 gesticht op de plaats waar eerst de gijzel- of gevangenpoort heeft gestaan. De Vismarkt, die iets hoger ligt dan de omringende straten, is het centrale punt van het vestingstadje Heusden en doet dienst als marktplaats, feestplein met gezellige terrassen. De Vismarkt is rijk aan monumentale panden met historische gevels en is onlangs heringericht met o.a. natuursteen keien als zitelementen. Zo vinden we aan de noordzijde van de Vismarkt een bijzonder mooi gebouw: de Visbank. Dit bouwwerk met zijn twaalf Dorische zuilen is eens de verbinding tussen de Vismarkt en de voormalige haven geweest. Het gebouw dateert uit 1796 en is het enige overgebleven gebouw uit de tijd van de Bataafse Republiek met een jaartalsteen. De 18e eeuw is de tijd van de Verlichting. In de Nederlanden slagen de Patriotten er in om in 1795 de macht te grijpen. We weten dat in Heusden het allereerste patriottische stadsbestuur de macht grijpt. In de Visbank metselt men een jaartalsteen met de tekst: Anno Secundo Libertatis Batavae. Dit betekent: in het tweede jaar van de Bataafsche Vrijheid. Met de wetenschap dat in 1795 de patriotten hun Bataafse Republiek uitroepen, komen we uit in 1796 als jaar waarin de Visbank is gebouwd. Het unieke van dit gebouw schuilt in het gegeven dat nergens in ons land een ander gedateerd gebouw uit de periode van de Bataafse Republiek (1795-1803) bestaat.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Een ander opvallend pand ligt direct rechts naast de Visbank. Het is het Commiezenhuis, dat in 1648 al is gevestigd aan de zuidkant van de haven. In de Franse tijd is dit het onderkomen voor de commiezen, die verantwoordelijk zijn voor het innen van tolgelden, accijnzen en invoerrechten. Het gebouw verdwijnt in 1904. Het nagebouwde Commiezenhuis heeft een bordesje en één verdieping minder, zoals op oude foto's te zien is. Het vorige Commiezenhuis was nogal dominant ten opzichte van de Visbank. Andere opvallende panden zijn op de hoek van de Nieuwstraat het Hotel-Restaurant “In de Verdwaalde Kogel” met een verdwaalde kanonskogel hoog in de gevel naast een muuranker. Hier tegenover in het pand “De Pannekoekenbakker” is tot in de 19e eeuw de hoofdwacht van het garnizoen gevestigd. Maar ook de gevel en het interieur van Brasserie-Restaurant “Centraal”, gebouwd in de 17de eeuw, zijn opvallend. Uniek zijn de prachtige muurschilderingen (een vorm van industriële reclame) van begin de vorige eeuw van de Heusdense schilder Petrus van Engelen (1880-1961). Aan de zuidzijde van de Vismarkt staat het statige pand van 'Vleeschhouwerij' Janson, beroemd om zijn patés en rilettes.

We verlaten de Vismarkt door de Nieuwstraat en komen in de brede Hoogstraat, die we naar rechts vervolgen. Al na een paar meter gaat de Hoogstraat op de splitsing met de Gasthuisstraat over in de Botermarkt, waar we verderop aan het Gemeentehuis van Heusden komen. Maar eerst maken we nog een pauze in het Heusdens IJshuys, waar we toe zijn aan een stevig kopje koffie met een appelvlaatje met ijs. We vinden dat we dat wel verdiend hebben zo op het einde van onze dagwandeling. Als we weer op weg gaan naar het eindpunt, wandelen we eerst tot bij het Gemeentehuis van Heusden. Eens heeft op deze plek het Laat-Gotische stadhuis uit 1588 gestaan. Maar als vanaf 4 november 1944 het 5e Battalion van de Queen's Own Cameron Highlanders van de 51st Highland Division in het kader van Operation Pheasant ondersteund door heftig artillerievuur een offensief uitvoeren tegen de terugtrekkende Duitsers, die hun heil achter de Bergsche Maas richting Heusden zoeken, wordt in de vroege ochtend van 5 november door de Duitsers, onder leiding van onderofficier Bottnick, op bevel van hun commandant Pfühl, de spitse toren van het stadhuis opgeblazen. Met donderend geweld stort het gebouw in. Hierbij vinden 134 inwoners van Heusden de dood. Destijds is dit 10% van de totale bevolking! Zij hebben beschutting gezocht in de schuilkelders van het stadhuis. Diezelfde middag rollen de tanks van de 51e Highland Division Heusden binnen en ze vinden slechts puin en verslagenheid in het vestingstadje. De daders worden nooit berecht en zo blijft de stadhuisramp van Heusden een onbestrafte massamoord.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op de kruising bij het Gemeentehuis Heusden gaat de wandelroute naar rechts en we komen nu in de Engstraat. Een krap, smal, nauw straatje in het Heusdense winkelgebied. In vroeger tijden, zo gaat het verhaal moet de straf van de misdadigers, die in het Kasteel Heusden veroordeeld zijn, voor de openbare terechtstelling naar het schavot voor het stadhuis. Om van het kasteel bij het schavot te komen, moet de misdadiger door dit straatje en dat is dan best eng (griezelig) voor de angstige crimineel. Vandaar deze naam! Op de T-splitsing gaan we naar links de Ridderstraat in en lopen in de richting van de Burchtstraat. Hier passeren we aan de rechterzijde de tuin van het Clemens Briels Art Centre, dat met zijn ingang ligt aan de Wijksestraat en gehuisvest is in een monumentaal pand Wijksestraat met een gevel uit de 18e eeuw. Opvallend is hier de gebeeldhouwde omlijsting van de entree met erboven een alliantiewapen van de families Wentholt en Engelenburg. In het wapen van Wendholt is de bijl met een geknopte steel te zien en in het wapen van Engelenberg staat een engel bij een berg met waterbron en ganzen. In dit pand heeft ooit Hendrik Jan Wendholt (1725-1785), Burgemeester van Heusden met zijn vrouw Agneta Jacobs Engelenberg gewoond.

Clemens Briels droomt er al van jongs af aan om kunstenaar te worden, maar in 1990 besluit hij zich helemaal op de kunst te concentreren, nadat hij al ruimschoots naam heeft gemaakt en zijn sporen heeft verdiend in de reclamewereld als grafisch ontwerper, designer, art director, copywriter, illustrator en creative director. Zijn kunstwerken bestaan vooral uit veel abstracte vormen en heel veel felle kleuren die zo gecombineerd zijn dat het allemaal perfect bij elkaar past. Dit alles komt voort uit zijn eigen filosofie van Antipodisme, waarbij hij er de voorkeur aan geeft om het tegenovergestelde te verbeelden van wat verwacht wordt. Hij naar de wereld vanuit een ander oogpunt dan het gebruikelijke. Deze zelfbenoemde filosofie heeft hem internationaal succes gebracht en zo exposeert hij zeer succesvol in Europa, Noord-Amerika, het Midden-Oosten en Azië en tijdens de Olympische Winterspelen in Salt Lake City in 2002 wordt Clemens Briels bovendien als éérste Nederlandse kunstenaar verkozen tot Official Olympic Artist. Hier in de tuin van het Clemens Briels Art Centre is het de moeite waard om een aantal van zijn kleurrijke soms monumentale kunstwerken te bekijken.

Vanaf de tuin van het Clemens Briels Art Centre wandelen we het laatste stukje door de Ridderstraat tot aan de T-splitsing met de Burchtstraat. Hier gaat de route naar rechts en komen we op het Burchtplein waar we nog even naar links door de Hertogin Johanna van Brabantstraat wandelen om op ons startpunt van deze morgen aan de parkeerplaats aan de Oudheusdensestraat uit te komen. Hier wordt het nog even spannend als blijkt dat Peter problemen heeft met het openen van zijn auto. Het blijkt dat hij bij vertrek wellicht zijn lichten niet heeft gedoofd en nu met een lege accu staat. Na enig morrelen, gaat toch de portierdeur open en kan de auto uit het parkeervak geduwd worden. We zijn immers met man genoeg. Als de motorkap geopend is en Charles zijn auto ervoor heeft gezet worden de accuklemmen aangesloten en de motor gestart. Zonder problemen kan Peter nu ook zijn auto starten en rijdt vervolgens een rondje om zijn accu alvast op te laden. Pas dan kunnen we zonder problemen huiswaarts rijden en zit er de wandeldag weer op! Al met al een opwindend slot van een geslaagde wandeldag.

Charles Aerssens
29 november 2011



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 29-11-2011 door C.P.J. Aerssens