Nu het dagelijks leven weer zijn loop heeft genomen en iedereen de vakantie achter zich heeft of weer plannen maakt voor een nieuw uitstapje, pakken ook wij de draad op voor de maandelijkse wandeldag op woensdag. Charles stuurt een mail rond om de belangstellenden uit te nodigen voor een rondwandeling in de Noorderkempen door het Turnhouts Vennengebied met als vertrekpunt Ravels. Reactie zijn er van Harrie, Jan Willem en Marlien, Arie en Peter. Jan laat weten met pijn in het hart verstek te moeten laten gaan. Volgende keer beter!
Op de geplande datum van 12 september melden zich Harrie, Arie, Jan Willem, Peter en Charles op het vertrekpunt in Ravels. Marlien moet zich op het allerlaatste moment afmelden met een verstuikte enkel. Ruim voor het op de aankondiging vermelde tijdstip van 9.30 uur, wat hoogst ongebruikelijk is wordt door Jan Willem gemeld, is iedereen present. En zo starten we even na 9.00 uur de rondwandeling vanuit het centrum van Ravels op de parkeerplaats bij de St. Servatiuskerk. Het is de bedoeling vandaag een kleine 20 kilometer te wandelen door de Noorderkempen langs het Turnhouts Vennengebied, één van de belangrijke heidegebieden in Vlaanderen.
We laten de Parochiekerk St. Servatius achter ons. De St. Servatiuskerk is een Neo-Gotische kerk uit 1908 met Laat-Gotische toren en koor uit de 16e eeuw. Uit geschriften betreffende een schenking moet een eerste houten kerkje al vóór 1211 in Ravels bestaan hebben. Mogelijk wordt dit kerkje in de 13e eeuw, bij de overdracht aan de abdij van Tongerlo, vervangen door een groter stenen bedehuis, dat de functie van parochiekerk blijft vervullen tot in de 16e eeuw. Dan wordt de Gotische kerk met één beuk gebouwd, die uiteindelijk in 1908 sterk vergroot wordt naar een Neo-Gotisch ontwerp van de Jules Taeymans (1872-1944) met een driebeukig schip zonder transept waarin de 16e eeuwse toren en het koor worden behouden. De in baksteen opgetrokken kerk heeft een zadel- en lessenaardaken met dakkapellen gedekt met leien en een smeedijzeren kruis boven het koor. Boven het kerkportaal zien we in een spitsboognis het beeld van St. Servatius. Links naast de kerk staat een beschilderd betonnen Christusbeeld. De spitsboogarcade van het schip wordt gedragen door zuilen met sober koolbladkapiteel met octogonale dekplaat, die rusten op een arduinen octogonale sokkel. Het interieur is met schijnvoegen bepleisterd en beschilderd. Middenbeuk en koor hebben een tongewelf, de zijbeuken halve tongewelven met steekgewelfjes ter hoogte van de vensters. In de kerk zien we een schilderij van St. Servatius uit 1782 van de hand van H. Gillis, een schilderij St. Franciscus ontvangt het stigma (17e eeuw). Het hoofdaltaar zou afkomstig zijn van de St. Romboutskerk te Mechelen en geplaatst in 1908 ter vervanging van het voormalige altaar. De Laat-Barokke preekstoel stamt uit 1760 en is van W. Pompe, maar de voet is niet origineel.
Het dorp Ravels is nog in een diepe rust en oogt niet alsof het kan bogen op een rijke historie. Toch gaat haar geschiedenis terug tot in de prehistorie en zoals ook op andere plaatsen in de Noorderkempen zijn er sporen aangetroffen van menselijke aanwezigheid. Zo zijn bij opgravingen in Ravels en Weelde resten van grafheuvels en urnenvelden aan het licht gekomen, waarbij urnen, vuurstenen en bijlen zijn blootgelegd. In de eerste helft van de 9e eeuw is er al sprake van een kleine landbouwnederzetting. In de Middeleeuwen valt Ravels onder het kerkelijk gezag van het Sint Servaaskapittel in Maastricht en in 1165 komt het patronaat Ravenslo, de vroegste benaming van het huidige Ravels, in bezit van de abdij van Tongerlo. Onder Keizer Maximiliaan wordt de streek in 1487 verwoest en platgebrand en tussen 1777 en 1785 heerst er in de streek dysenterie, waardoor de bevolking terugloopt. Met de onafhankelijkheidsverklaring van België in 1830 en de laatste stuiptrekking onder het Hollands Bewind komt Ravels door de Slag bij Ravels 1831 duidelijk op de kaart.
Op 2 augustus 1831 tijdens de Tiendaagse Veldtocht voert Prins Willem van Oranje, de latere Koning Willem II, hoogstpersoonlijk de Nederlandse troepen aan tijdens deze Slag bij Ravels en behaalt een glorieuze overwinning op de Belgen. Aan deze slag danken we het spreekwoord: de eerste klap is een daalder waard! Koning Willem I van Oranje Nassau heeft een daalder de man uitgeloofd voor die compagnie die de Belgische opstandelingen een lesje zal leren. Het Belgische leger onder leiding van generaal Charles Niellon behalen aanvankelijk kleine overwinningen. Maar als de kanonnen van de Nederlanders bulderen en tot Turnhout hoorbaar zijn, vluchten de opgeschrikte inwoners van Ravels massaal naar Antwerpen. Bij de pastorie wordt Norbert Amsens in opdracht van de Prins van Oranje dood geschoten omdat hij zijn Belgische gevoelens wat onvoorzichtig durft te uiten. De Hollanders dringen het dorp in en zuiveren het van de Belgen. Deze overwinning in Ravels geldt als een van de grootste overwinningen in de geschiedenis van het huidige Nederlandse koningshuis.
Als we de drukke doorgaande weg van Poppel naar Turnhout, de N12, overgestoken zijn, wandelen we het Vennekenspad in dat uitkomt op de Onze-Lieve-Vrouwstraat. Naar rechts voert ons de route tot aan de splitsing met de Bovenheide. Hier even naar links en dan meteen rechts de Lusthofstraat in. Deze straat doet zijn naam eer aan als we kijken naar de “nederige stulpjes” die hier gebouwd zijn! Zo komen we tussen de weilanden en langs een groot landhuis met de bocht naar rechts opnieuw in een buitenwijk van Ravels. De eerste weg naar links is de Blauwe Kei, die we inslaan om bij het kapelletje opnieuw links de Blauwe Kei te volgen. Op de splitsing met de bosweg wandelen we naar links en vervolgen deze bosbaan tot aan het punt voorbij het grote verscholen liggende landhuis aan onze linkerhand en het open weidegebied naar rechts bij de slagboom het zuidelijk bosgebied van de Kampheide betreden. In het bos houden we het rechter bospaadje aan om na een paar honderd meter opnieuw op een brede boslaan uit te komen. We wandelen naar links tot op de T-splitsing uitkomen bij het open akkerland. Tussen prikkeldraadafzettingen van een tweetal percelen is naar rechts een bospaadje. We wagen het om dit bospaadje in te slaan, maar merken dat we voorbij het weiland op een maïsakker stuiten. Met de kaart in de hand gaat het langs het maïsveld tot we op een breed zandpad komen. Aan deze improvisatie hebben we wel natte broekspijpen overgehouden. Maar in het zonnetje is alles snel droog!
Op het zandpad voert de route ons naar rechts langs de bosrand in noordelijke richting en we negeren het eerste zandpad naar links tussen de akkers door tot de volgende T-splitsing. Hier lopen we naar links in westelijke richting nog steeds op de Kampheide. Onderweg komen we een markering tegen van het Zwartwaterpad. Steeds rechtuit langs de Zwarte Heide aan de linkerhand. We komen nu bij de meest noordelijk gelegen vennen van het Turnhouts Vennengebied, een uniek natuurgebied en één van de belangrijkste heidegebieden in Vlaanderen. Tal van vennen en heideterreinen met waardevolle biotopen liggen verspreid in dit vlak cultuurlandschap. De zandige bodem bestaat uit akkers en weilanden met stukken heide- en vennenlandschap. De Grote Klotteraard en het Zwart Water behoren tot de mooiste vennen van de Noorderkempen. Deze plassen worden gevormd door infiltrerend grondwater en afstromend regenwater. Het grondwater is door de bodem verrijkt met calcium dat dan weer reageert met zuren. Dit proces bezorgt het vennenwater een stabiele zuurgraad, wat dan weer zorgt voor een uitzonderlijke soortenrijkdom voor flora en fauna.
Het eerste grote ven van het Turnhouts Vennengebied aan onze route is de Grote Klotteraard, slechts op afstand zichtbaar achter het prikkeldraad, dat dit beschermde gebied moet behouden voor direct bezoek. Dit zorgt ervoor dat in de openheid en rust van het gebied weidevogels zoals de wulp en de grutto zich hier thuis voelen. Zo bereiken we de drukke doorgaande N119, de Steenweg op Baarle Hertog. Hier wandelen we even naar rechts om en komen bij Café Pitstop ’t Zwart Water. Ofschoon we eigenlijk nog maar een uurtje aan de wandel zijn en dit nog niet echt het juiste moment in om een koffiepauze in houden, laten we ons toch verleiden om even een rustpauze met een kopje koffie in te lassen in de wetenschap dat dit de enige gelegenheid op de route is waar we kunnen neerstrijken. De uitbater blijkt uit Dongen te komen, is een spraakwaterval en blijkt over een geweldige fantasie te beschikken. We hebben meer zijn in de koffie dan in zijn opgeklopte verhalen.
Na 20 minuten gaan we weer in de benen en steken de N119 over en volgen het onverharde pad dat ons meteen naar het volgende ven, het Zwart Water, leidt. Door het hekje aan de linkerzijde van het pad betreden we het beschermd natuurgebied van het Zwart Water, dat in 1987 als natuurreservaat is aangekocht en 85 hectare groot is. Het is een bekende groeiplaats van oeverkruidgemeenschappen, met ondermeer waterlobelia, een van de meer gevoelige en heden in Vlaanderen erg zeldzaam geworden soorten. Op basis van historische diatomeeënmonsters, die teruggaan tot het begin van de jaren 1930, heeft recente onderzoek uitgewezen dat hier geen dystrofe, uitgesproken mineraalarme, omstandigheden heersen. Na een aanvankelijk zwakzure en voedselarme, maar enigszins bicarbonaatgebufferde, uitgangstoestand is er een meer geleidelijke verandering gekomen naar een antropogeen verzuurd systeem. Al die tijd zijn er oorspronkelijke waterplanten aanwezig gebleven, zij het dat hun voorkomen en vitaliteit zijn afgenomen. Het landbouwgebruik in de omgeving van het Zwart Water heeft hierop dus niet zoveel invloed gehad als men zou vermoeden. Nu loopt er een natuurinrichtingsproject om ook dit ven te herstellen en terug te brengen in zijn oorspronkelijke staat.
Een gemarkeerde route voert ons aanvankelijk direct langs de oever van het Zwart Water om ons dan in noordwestelijke richting tussen een tweetal kleien vennetjes door naar een uitgangshekje te leiden aan de Bremstraat. Maar wij blijven te lang ons pad zoeken op de oever van het Zwart Water. Zo moeten we onze route zoeken in het moerassig gebied springend van pol naar pol. Hierdoor raken we enigszins uit koers en belanden tussen de Schotse Hooglandrunderen. Dit noodzaakt ons om over het prikkeldraad te klimmen, die het gebied afsluit. Na nog een prikkeldraad en een droge sloot staan we op de onverharde Bremstraat en wandelen we naar recht tot de afslag met de Marckstraat, die we naar links inslaan. De weg blijft onverhard en loopt hier tussen de weilanden door. Aan onze linkerzijde passeren we de Zandvenheide, een gebied dat gekenmerkt wordt door percelen die beheerd worden door landbouwers en Natuurmonumenten. We bevinden ons nu op de waterscheiding tussen Maas en Schelde. Hier ontspring ook het riviertje de Mark, die via Merksplas, Wortel en Hoogstraten naar Nederland stroomt. In dit gebied is op het eind van de vorige eeuw de vruchtbare landbouwgrond afgeplagd tot op de voedselarme zandlaag. Door deze ingreep krijgen zonnedauw, moeraswolfsklauw en duizendguldenkruid opnieuw kansen om te groeien. Maar ook voor de weide- en trekvogels is deze plek goed om te foerageren.
Aangekomen op de kruising met de Geheulse Dijk gaat de route naar links de Geheulse Dijk op langs de westzijde van de Zandvenheide. Duidelijk is waarneembaar dat het gebied voor een deel drassig is. De Geheulse dijk gaat over in de Langvenstraat. We volgen de brede bomendreef in zuidoostelijke richting en over de Natterloop komen in de Nieuwe Bossen. Dit natuurgebied van 24 hectare is eigendom van de Vlaamse Overheid en wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het bestaat grotendeels uit bos, dat in de 19e eeuw is aangeplant op arme heide grond in een verder bosarme omgeving. Een deel van deze bossen wordt nog gedomineerd door grove dennen, die kort na WOII aangeplant zijn als mijnhout. Door een gericht bosbeheer zijn deze naaldbossen omgevormd naar gemengde bossen, waarin inheemse struiken en bomen als zomereik, ruwe berk, grove den, sporkehout en lijsterbes domineren. Nu worden Amerikaanse Eik en vogelkers weggekapt, zodat het bos een inheems karakter krijgt. Hierbij wordt rekening gehouden met dood hout, open plekken in het bos en natuurlijke bosranden, zodat flora en fauna zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Waar de Langvenstraat een bocht naar links maakt bereiken we het Peerdsven, het hoogst gelegen ven ten noorden van Turnhout. Het heeft een bijzondere geschiedenis. Het ven, waaruit de blekers van de Heizijde in Turnhout hun waswater onttrokken, heeft ook gediend voor het bleken van garens van Boones Blijk. Later worden er zelfs bloedzuigers in gekweekt. Hiervoor worden dan paarden in het ven geleid, waarop zich de bloedzuigers hechten en die dan worden verzameld en verstuurd naar de ziekenhuizen in Parijs en Londen. Zo heeft het Peerdsven een bijzondere natuurwetenschappelijke waarde. Heeft het Peerdsven vijftig jaar geleden nog een vegetatie met veel veenmos en veenpluis, de laatste jaren wordt het overheerst door pitrus en pijpenstrootje. Een van de bedreigingen voor het Peerdsven ligt in het aangrenzende bos. Veel afgevallen bladeren leiden tot grote hoeveelheden slib en nitraten en sulfaten spoelen in verhoogde mate uit het bos. Door het huidige natuurinrichtingsproject is het bos rondom het ven gekapt, de bovenste laag van de bodem afgeschraapt en het Peerdsven ontdaan van slib. Zo biedt de open plek rondom het Peerdsven nu ruimte voor natte en droge heide en heischraal grasland. Struikheide en tormentil, maar ook insecten en amfibieën, vlinders en broedvogels krijgen weer kansen. De afrastering rond het Peerdsven is geplaatst om er schapen te laten grazen, waardoor de vegetatie zich optimaal kan ontwikkelen.
Net voorbij het Peerdsven komen we op de kruising bij de Elzenstraat. Hier staat een boerderij, die we rechts laten liggen en naar links wandelen we langs de oostzijde van het Peerdsven over de Elzenstraat noordwaarts. Rechts verscholen achter de omheining ligt een landgoed met daarin nog een tweetal vennetjes. Maar deze zijn vanaf het bospad niet zichtbaar. Door de drukke werkzaamheden in het bos liggen er flinke boomstammen langs het pad, die een goede zitplaats bieden voor de middagpauze. De rugzakken worden lichter gemaakt en we laten de boterhammen en de drankjes goed smaken. Ook de bijvoeding gaat er in als koek!
Na deze rustpauze vervolgen we de wandeling over de Elzenstraat die uitkomt op de Dombergstraat. Hier vinden we een routeaanduiding voor het Vennenwandeling. Wij kiezen voor de richting naar rechts met de 15 kilometer aanduiding. Zo komen we opnieuw aan de drukke N119, die kruist met de Dombergstraat en die we recht oversteken. Na goed 50 meter staan we aan het asfalt van de fietsroute van het Bels Lijntje, dat we naar links op wandelen. Het Bels Lijntje is een groene fietsroute die hier aangelegd is op de oude spoorwegbedding die dwars door het natuurgebied van het Turnhouts Vennengebied snijdt.
Dit Bels Lijntje verloopt waar eens het spoorwegtracé van Tilburg naar Turnhout is geweest. In 1867 wordt deze lijn onder meer voor het kolentransport geopend. De lijn dient ter verkorting van de spoorwegverbinding van de Borinage naar de Tilburgse textielfabrieken. Met het gereedkomen in 1872 van de spoorwegbrug bij Moerdijk wordt echter al snel duidelijk, dat railvervoer via Roosendaal kennelijk de voorkeur geniet. Latere pogingen om het gebruik van deze lijn te vergroten hebben niet tot resultaat geleid en het Bels Lijntje blijft niet meer dan een Bels Lijntje. Na de opheffing van het personenvervoer in 1934 wordt in 1973 ook tot sluiting van de lijn voor het goederenvervoer overgegaan. Na een kort toeristisch leven als Baal-boemel, neemt de NS in 1986 het bestuit om de lijn af te breken en de grond te verkopen aan de gemeenten over wiens grondgebied het Bels Lijntje loopt. Deze gemeenten besluiten over te gaan tot de aanleg van het huidige recreatieve fietspad. In mei 1990 wordt het door de Gouverneur van Antwerpen en de Brabantse Commissaris van de Koningin geopend.
Aan beide zijden van het fietspad liggen hier brede groenstroken. Door de natuurlijke ontwikkeling van de begroeiing en het extensieve beheer zijn deze groenstroken belangrijk als leefgebied voor een groot aantal wilde planten en dieren. De bloemrijke bermen vormen ook een eldorado voor veel insecten. Braambegroeiingen en andere doornige struiken, maar ook smalle houtsingels, vormen geschikte broed- en schuilgelegenheden voor velerlei vogels en kleine zoogdieren als egels, wezels, veldmuizen en konijnen. Na goed een kilometer komen we in het centrum van het Turnhouts Vennengebied, waar we meteen getuigen zijn van het natuurinrichtingsproject dat opgenomen in het Natura 2000 Netwerk in het kader van de Europese habitatrichtlijn. De eerste werkzaamheden die we passeren zijn in de buurt van het Weversgoor. Even een moment om te kijken hoe de werkzaamheden worden uitgevoerd. Verderop voert de route ons langs het Haverven en dan komen we bij de grootste vennen: de Kleine Klotteraard en Grote Klotteraard.
Hier is direct aan het Bels Lijntje in april 2009 een flinke uitkijktoren van dik 12 meter hoog neergezet voor een mooi uitzicht over de Kleine Klotteraard en Grote Klotteraard. De bouw van deze toren maakt ook deel uit van het natuurinrichtingsproject Turnhouts Vennengebied en biedt een ideale uitkijkpost om de komende jaren de natuurinrichtingswerken te observeren. De toren bestaat uit een stalen constructie die met duurzame eik en cederhout is bevloerd en bekleed. De constructie heeft ongeveer € 175.000 en is een gezamenlijke investering van het Agentschap voor Natuur en Bos, de Europese, Vlaamse en provinciale overheid en de stad Turnhout en is gedaan door aannemersbedrijf Baeck & Jansen N.V. naar een ontwerp van architectenbureau Delobelle - Depuydt, die doet danken aan een middeleeuwse verplaatsbare aanvalstoren.
Vanaf deze toren met verschillende plateaus hebben we een prachtig en wijds uitzicht over de werkzaamheden van het natuurinrichtingsproject met name van de Kleine Klotteraard en Grote Klotteraard. In de voorbije eeuwen heeft de mens van de vennen gebruik gemaakt voor zand- en turfwinning. Daarnaast wordt het water gebruikt ten behoeve van blekerijen in het gebied. Al vroeg is een grachtenstelsel aangelegd dat de vennen onderling en met de blekerijen verbonden heeft. Momenteel is nog een uitgebreid grachtenstelsel aanwezig in het gebied. Door dit grachtenstelsel worden de meeste vennen in meerdere of mindere mate doorstroomd met water dat van elders afkomstig is, wat inhoudt dat ze doorgaans met landbouwwater in contact staan. Maar de vennen zijn van oudsher ook een belangrijk oord voor zachte recreatie geweest: kinderen uit de omgeving hebben er gezwommen, de mensen hebben er ‘op het witte strand’ van de zon genoten. Deze situatie is in de jaren zeventig van de vorige eeuw veranderd: door privatisering en overgang naar een natuurreservaat wordt de toegang tot de vennen verboden. Door de inspanningen van het Agentschap voor Natuur en Bos en de Vlaamse Landmaatschappij, die het natuurinrichtingsproject coördineren, wordt het landschap opnieuw meer open en worden de dichtgroeiende vennen hersteld.
De wandeling vervolgen we over het Bels Lijntje in noordelijke richting tot aan het kruispunt bij Café Pitstop ’t Zwart Water, waar we naar rechts afslaan op de onverharde weg langs de noordzijde van de Grote Klotteraard. Dit stuk dat we nu onder de wandelschoenen nemen, hebben we al in de andere richting gelopen. Maar bij de tweede mogelijkheid om naar rechts af te slaan, bij het bermpaaltje van het Zwartwaterpad, kiezen we voor die route naar rechts over de Roodhuisstraat langs de oostzijde van de Zwarte Heide. Het tweede pad naar links langs een bomenrij brengt ons in de richting van Ravels. Voorbij de bosrand aan onze linkerhand maakt het onverharde pad een bocht naar links en als we verder wandelen komen we op een kruispunt van paden waarvan er een achter een slagboom door het bos gaat. Op dit punt kiezen we voor de route naar rechts en negeren het pad dat achter de slagboom het bos ingaat. Langs de akker en de bosrand komen we op een T-splitsing. Hier gaat de route even naar rechts en dan meteen naar links over de Berkenlaan in de richting van het buurtschap Bovenheide.
We steken de Kampdijk over en komen aan de eerste huizen in Bovenheide. Vanuit dit buurtschap trekken de oprukkende Britse troepen tijdens de bevrijding van België, gesteund door de Polar Bear Division op 3 oktober 1944 naar Ravels om dan hun opmars in de richting van Poppel en de Nederlandse grens voort te zetten. Wij slaan vanaf de Berkenlaan linksaf de Eigenaarsstraat in om dan vervolgend opnieuw naar links over de Bovenheide de Onze Lieve Vrouwstraat te bereiken. Nog eenmaal linksaf door het Vennekenspad, komen we aan de Drukke N12 op het kruispunt bij de R.K. Kerk St. Servatius, waar we aan deze rondwandeling begonnen zijn. We zijn op het eindpunt van onze Turnhoutse Vennen Route, maar voor we huiswaarts keren willen we deze prachtige wandeldag nog even afsluiten met een pittig Belgisch biertje. Het blijkt dat de cafés dun gezaaid zijn en zo strijken we neer op het zonovergoten terras van Frituur Eugène aan de Oude Baan, een van de oudste frietzaken in de Kempen. Natuurlijk wordt er nog even nagepraat over de route van vandaag. Afgesproken wordt om in oktober opnieuw een woensdag te plannen, maar of iedereen van de partij kan zijn is nog ongewis. Tegen half vier keert iedereen huiswaarts. Het is weer een geslaagde dag geweest!
Charles Aerssens
30 september 2010
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 30-09-2010 door C.P.J. Aerssens