© L.A.W.V.VIA-VIA

Voor de wandeling van maart heeft Charles een wandeling in de buurt van Boxtel uitgezocht, maar ook Peter heeft in zijn archief een wandeling in de omgeving van Drunen gevonden, die te boek staat als de Kanaal Route. Een mailtje rondsturen om democratisch vast te stellen waar we op pad gaan, geeft als reactie dat de voorkeur uitgaat naar de Kanaal Route. Als wandeldag wordt 18 maart uitgekozen en we zullen met 5 personen op stap gaan: Marlie, Jan Willem, Peter, Jan en Charles. Maar Charles zou Charles niet zijn dat hij bij bestudering van de route niet nog opmerkelijke plekjes ontdekt, die een aanpassing van het traject mogelijk maken. Zo ontstaat de Baardwijksche Overlaat Route.

Deze rondwandeling voert ons door enkele sterk afwisselende stukjes van het meest westelijk deel van de Meierij. Op slechts enkele vierkante kilometers komen we over oude dijkjes en langs het Afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen. De route gaat door polders, langs bossen en een stuifzandgebied. In dit gebied tussen Drunen, Nieuwkuijk en Giersbergen is een wereld van verschil en overeenkomst. Altijd heeft men hier strijd gevoerd tegen de natuur. Het is de strijd tegen het water of de strijd tegen het oprukkende zand. Dit gevecht tegen het water is merendeels gewonnen, de strijd tegen het oprukkende zand ook.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Volgens afspraak meldt iedereen zich keurig rond de klok van 8.30 uur in Drunen onder aan afslag 39 Drunen-West van de A59 op de Eindsestraat. Bij de molen "Hertogin van Brabant" vinden we voldoende parkeergelegenheid. Hier aan de westzijde van Drunen aan de Eindstraat - Parallelweg bij molen "Hertogin van Brabant" starten we. Deze ronde stenen beltmolen is gebouwd in 1838 voor molenaar Manders als vervanging van een in 1836 afgebrande standerdmolen. De kap heeft een eenvoudige baard, groen geverfd, wit afgebiesd en draagt de opschriften: “ANNO 1838” en “Hertogin van Brabant”. Op de zeer smalle achterbaard is eveneens het jaartal “1838” aangebracht. De molen kent enige bijzondere constructies: de pen van de bovenas is, zeer zeldzaam, nog van hout, met metalen schenen. De kruivloer is uitgevoerd vermoedelijk sinds 1953 in beton uitgevoerd.

Tijdens WOII biedt de korenmolen onderdak aan onderduikers. In 1947 wordt met malen gestopt en een dieselmotor neemt het werk van de wind over. Maar de molen raakt in verval. In de jaren 1953-1954 wordt de molen door de firma Dirkse uit Mijnsheerenland gerestaureerd en kan er weer worden gemalen. In 1969 komt de molen stil te staan en raakt langzaam in verval Nu verkeert de molen "Hertogin van Brabant" in slechte staat. De ijzeren roeden staan al jaren kaal, maar het binnenwerk en ook de kap verkeren echter nog altijd in een behoorlijke staat. Wel is de staat van de voeghoutkoppen nu zo, dat overwogen wordt, de roeden te strijken. Uit een onlangs uitgevoerd inspectierapport van Monumentenwacht blijkt, dat het slecht gesteld met de veiligheid in de molen. Er moet een groot aantal onderdelen worden vervangen. De huidige eigenaar C. van Tuijl heeft hiervoor subsidie aangevraagd.

De route voert ons van de molen "Hertogin van Brabant" via de Eindstraat even richting Drunen. We steken de straat over om dan meteen even rechtsaf te gaan en onmiddellijk linksaf het voetpad langs de sloot te volgen. We steken de Overlaatweg over en vervolgen de route tot voor het huisje op de dijk. Hier gaan we even naar links om dan meteen rechtsaf het fietspad te nemen op de dijk. Bij de eerste gelegenheid slaan we naar rechts af en betreden het gebied van de Baardwijksche Overlaat met een groot Wiel. Dit natuurgebied is tot 1942 als overlaat in gebruik. Er zijn hier zogeheten spoelgaten ontstaan bij vroegere overstromingen waar nu amfibieën leven. Bij het Lange Wiel verblijven heikikker en kamsalamander. Het bos eromheen dateert uit de jaren zestig en is rijk aan paddenstoelen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij hoge waterstanden in de Maas heeft deze Baardwijksche Overlaat de functie gehad het overtollige water in de winter in lager gelegen gebieden te laten stromen zonder dijkdoorbraken. Tevens heeft dit gebied ooit dienst gedaan als westelijke inundatiezone van ’s-Hertogenbosch. Dit gebied, gelegen ten zuiden van de lijn Vlijmen, Nieuwkuijk en Drunen, kan tijdens perioden van beleg van ’s-Hertogenbosch als verdediging onder water worden gezet. De overlaat is daarvoor in compartimenten verdeeld door dwarsdijken, met daarop wegen en paden. Elk compartiment afzonderlijk kan zo door een sluis in de Maasdijk worden gespuid of geïnundeerd. Deze sluizen zijn strategisch belangrijk en worden dan meestal bewaakt. Langs de Wielen wandelen we naar links tot we op de Heidijk aankomen. Deze oorspronkelijke zeedijk in het Meierijse landschap vormt de zuidelijke rand van de bebouwing van Drunen. Het is een overblijfsel uit de tijd omstreeks 1273 als dit hele gebied deel uitmaakt van de Grote of Zuid-Hollandsche Waard die tijdens de St. Elisabethsvloed van 18 op 19 november 1421 verloren gaat.

We volgen het voetpad direct langs de zuidzijde van het Wiel tot we op de Kanaalweg komen. We wandelen naar rechts langs enkele grote landbouwpanden tot op de kruising met de Torenstraat. De route voert ons linksaf terug naar Drunen, naar de Heidijk, die de zuidelijke rand van de bebouwing van Drunen vormt. Drunen ligt in de Langstraat en is van oudsher bekend zijn leer- en schoenenindustrie. Drunen, waartoe ook het gehucht Giersbergen, Fellenoord en de Klinkaert behoren, is vanaf 1813 een zelfstandige gemeente, maar wordt in 1997 samengevoegd met Vlijmen en Heusden tot de nieuwe, grotere Gemeente Heusden.

Over de afkomst van de plaatsnaam is weinig met zekerheid bekend. Aangenomen wordt dat 'Drunen' een samentrekking is van 'Ter Hunen'. Bodemvondsten wijzen erop dat in deze omgeving al vroeg bewoning is geweest. Waarschijnlijk wordt de plaatsnaam voor het eerst vermeld in 1232 als het als bezit van de adellijke familie Van Altena, leenmannen van de Graven van Holland, overgaat aan de Hertog van Brabant. Vanaf die datum ligt Drunen in de Meierij van ’s-Hertogenbosch, behorend tot het kwartier van Oisterwijk. Het dorp Drunen met aanhorigheden blijft Brabants bezit totdat Hertogin Johanna in 1387 de dorpen Tilburg, Goirle en Drunen met de tol van Venloen (Loon op Zand) aan Paulus van Haestrecht verpandt. Hierdoor wordt Drunen een Heerlijkheid en komt onder directe heerschappij van de oude familie Van Haestrecht. Later gaat het gebied over aan het geslacht van Wassenaar, waarna het door vererving in bezit komt van het geslacht d'Oultremont.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op de kruising van de Torenstraat en de Heidijk gaat de route naar rechts. Aan de Torenstraat gaat de Baardwijksche Overlaat over in de Honderd Bunder Polder. We blijven zoveel mogelijk op de Heidijk lopen, waar een fietspad ligt. Dit dijkje vormt een duidelijke afscheiding met de huizen en de sportvelden, die als het ware “buitengaats” liggen. De Duinweg naar Giersbergen steken we over en vervolgen de Akkerlaan langs het kerkhof. Het dijkje voert ons langs kapitale optrekjes in noordelijke richting. Aangekomen op het asfalt van De Zeeg met de Kooiweg kiezen we ervoor even naar links de dijk over te steken om dan meteen naar rechts het laantje onder langs de dijk te vervolgen. Naar het oosten hebben we een openlandschap met een oude imposante beukenlaan, die op de Kooiweg uitkomt. Hier steken we over om nog steeds in oostelijke richting naar Nieuwkuijk te wandelen. De Meerdijk steken we over en hebben bij het bankje naar Het westen zicht op een klein Wiel, dat wellicht ook is ontstaan bij een doorbraak van de Meerdijk. We blijven in oostelijke richting onze route vervolgen over deze Meerdijk tot we na de eerste huizen van Nieuwkuijk bij de Emmamolen aankomen.

De Emmamolen is nog als korenmolen in functie, maar tevens zijn in de molen een café en een kleine molenwinkel gevestigd. De molen is een zogenaamde stellingmolen, die uit verschillende verdiepingen bestaat op de 5 zolders vinden we 2 opslagzolders, een meelzolder, de steenzolder met de molenstenen en de luizolder met het hijswerktuig voor alle onderliggende zolders. De molen, in 1886 gebouwd voor rekening van Adrianus Rombouts, een in 1855 te Elshout geboren molenaar, heeft een eenvoudige baard, die donkergroen geverfd en wit afgebiesd is met in grote letters de naam 'Emma'. Twee generaties Rombouts hebben met deze molen gewerkt tot in 1960 Anton Rombouts de molen aan de gemeente Vlijmen verkoopt. In 1966-1967 wordt de Emmamolen restaureert. Tot 1987 is deze molen uitgerust met twee bijzondere geklonken roeden: de binnenroede van het fabrikaat De Prins van Oranje en de buitenroede een Pannevis. Beide zijn vervangen, maar worden wel als 'souvenirroede' naast de molen bewaard. In 2006 is het niet-originele kruirad weer vervangen door een kruilier in Brabantse stijl.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het gezellige terras en de molenwinkel nodigen uit voor een pauze. Tijd voor een heerlijke cappuccino met een stevige plak peperkoek. We nemen de tijd om ook even binnen te kijken en de molenwinkel te bezoeken. Weer op weg wandelen we over de Nieuwkuijkse Weg zuidwaarts langs de skeeler- en wielerbaan De Heuvelen, Waar de Nieuwkuijkse Weg naar links afbuigt nemen we de eerste gelegenheid naar rechts: De Zeeg, om dan meteen weer naar links het Limietpad in te slaan. Opvallend zijn in dit gebied de lange smalle kavels met kaarsrechte polderwegen en met sloten, die in deze Honderd Bunder polder door slagenverkaveling zijn ontstaan.

Voorbij de kruising van de Ritskampen met Honderdbunderweg komen we aan het bosgebied dat direct grenst aan het Afwateringskanaal van s' Hertogenbosch naar Drongelen. Nog voor de brug lopen we naar rechts. Een statig laantje leidt ons door een ouder loofbos, waarin een wielerbaantje ligt, naar een waterplas, de Roeivijver. In de zomer nodigen de ligweiden aan de plas uit voor een picknick. Deze plek is te bereiken vanaf de Kievitswaard. Langs de noordzijde volgen we het wandelpad langs de langgerekte waterplas tot we aan het einde uitkomen bij een plek, die duidelijk aangeeft dat hier in de winter geschaatst kan worden. Het is een heuse ijsbaan!

We staan nu op de Duinweg. Net voor het Afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen is een picknick plek. Een ideale plaats om onze lunchpakketten uit de rugzak te halen en op een bankje de inwendige mens te sterken en even de benen te strekken. Charles stelt voor die gelegenheid de camera op op het statief om dan met de zelfontspanner op afstand dit tafereel vast te leggen. Na deze lunchpauze steken we het Afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen over om dan meteen naar links de groen-gele markeringen van het netwerk van wandelknooppunten te volgen. Zo gaat het rechtsaf, linksaf en opnieuw rechtsaf door bosgebied De Maayen, oorspronkelijk schraal grasland waar het vee gehoed wordt en ook turf gestoken is. Nu komen we in een kleinschalige cultuurlandschap met kleinere akkers en weilanden, omgeven door houtwallen. Hier en daar is duidelijk hoogteverschil op de akkers waar te nemen, vaak veroorzaakt door jarenlang bemesten met plaggen, vermengd met mest uit de potstal en afgravingen waar het te hoog geworden is. Er zijn gebiedsaanspraken gemaakt om dit cultuurhistorisch rijke gebied te behouden. Het onverhard pad laat ons om deze akkers en bosjes heenlopen. De Margrietweg steken we over en langs Manege De Hoge Heide bereiken we het gehucht Giersbergen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De oude nederzetting Giersbergen maakt deel uit van Drunen en haar historie gaat terug tot 1244, als Hertog Hendrik II van Brabant 150 bunder woeste grond op die plaats schenkt aan de Cisterciëncerinnenabdij van Ter Kameren bij Brussel. Giersbergen wordt dan een uithof van deze abdij waarmee bedoeld wordt een kloosterhoeve met bijbehorende landerijen en hoort zo niet tot de Heerlijkheid Drunen. Het eigenlijke goed ligt binnen een omwalling, waarbij zich de maaijen, heiden en duinen aansluiten die ook in het bezit zijn van Giersbergen. Er ontstaan op Giersbergen twee boerderijen: de Poorthoeve en de Maaihoeve. De Maaihoeve, Giersbergen 2a, is de best bewaarde boerderij. Het is een voortzetting van de middeleeuwse boerderij. Het pand staat op de Rijksmonumentenlijst. Achter deze hoeve staat een Vlaamse schuur die in 1991 is gerestaureerd. De boerderijen in Giersbergen hebben een zeer opmerkelijke oversteek, een deels doorlopende dakconstructie, die gelegenheid biedt om bepaalde werkzaamheden bij regen toch uit te kunnen voeren.

Deze oorspronkelijke middeleeuwse structuur is nog steeds op en rondom Giersbergen terug te vinden. In de 17e eeuw komt het gehucht in moeilijkheden door het oprukkende zand en er wordt gepoogd het stuivende zand vast te leggen door middel van beplantingen. De moderne gemakken zijn lang aan dit gehucht voorbij gegaan. Geleidelijk doet de moderne twintigste eeuw hier haar intrede. In 1951 wordt er nog een "dorpspomp" aangelegd, omdat in droge tijden de putten nagenoeg droog staan. Deze pomp is ook van belang voor de brandweer van Drunen en er is meer drinkwater nodig voor het opkomende toerisme. Waterleiding komt er pas in 1965. In 1958 wordt er op Giersbergen elektriciteit aangelegd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Door Giersbergen wandelend in westelijke richting komen we al meteen langs het Giersbergs Boerinneke van Giersbergen, een sculptuur van de beeldhouwster Carla Vrendenberg (1943) Het is een blijvende herinnering aan dat feit dat Giersbergen in 1995 het 750-jarig bestaan viert. Voorbij de historische Maaihoeve treffen we nog een kunstwerk: de "Magneettafel", dat de aantrekkingskracht van de kern symboliseert. Dit kunstwerk krijgt Giersbergen aangeboden als de Gemeente Drunen op 1 januari 1997 samengaat met Heusden en Vlijmen. De "Magneettafel" is ontworpen door Tine van de Weyer (1951) en is onderdeel van een serie van drie.

Tegenover de “Magneettafel” slaan we de verharding in, die even verderop overgaat in een zandweg. Op de T-splitsing houden we rechts aan en bereiken het bosgebied dat de noordelijke zijde van De Loonsche en Drunensche Duinen vormt. Dit Nationaal Park is als natuurreservaat een van de grootste levende zandverstuivingen in West-Europa, omringd door heide, naaldbos, gemengd bos en cultuurland. Na de laatste lJstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, ontwikkelen de Loonsche en Drunensche Duinen zich tot een met eikenbos en heide begroeide hoge dekzandrug, omringd door uitgestrekte hoogvenen, zegge- en gagelmoerassen en broekbossen. Door vervening van de omgeving sinds de Romeinse tijd daalt de grondwaterstand in de duinen. Door overbeweiding en beplagging ontstaat een stuifzandgebied, waar de wind vrij spel heeft. Het gebied bereikt zijn maximale omvang omstreeks 1850. Sindsdien is het stuifzand vastgelegd door schuin op de windrichting dijken, houtwallen en boomsingels aan te leggen.

De wandeling leidt ons in noordelijke richting langs het rustiek verscholen gelegen buitenhuis ‘Witmeer’ met zijn rood-witte zandloperluiken en opvallende windwijzer. Zo bereiken we de ‘De Klinkert’, waar we nog een laatste pauze inlassen alvorens we het laatste traject terug naar Drunen onder de wandelschoenen nemen. Het is druk op het terras met ruiters, die ervoor zorgen dat de paardenboxen meer dan vol zijn. Dit zorgt voor enige onrust, maar gelukkig zitten we achter een hekwerk. Het pilsje smaakt goed in het schrale zonnetje! Weer op weg steken we het verharde fietspad over en betreden door het hekje de bossen, die ons naar het Afwateringskanaal ’s Hertogenbosch - Drongelen leiden. Opvallend is hier de rood-witte markering van het Pelgrimspad. Na goed 500 meter staan we aan het afwateringskanaal. Dit Afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen, in de volksmond Drongelens Kanaal genoemd, is 20 kilometer lang. Het is tussen 1907 en 1911 gegraven om het Bossche Broek te ontlasten bij wateroverlast. Het kanaal begint in het zuiden van de stad, vlakbij het Wilhelminaplein, en mondt bij de Bovelandsesluis uit in de Bergsche Maas. De grond die daarbij vrij gekomen is, is aan beide kanten van het kanaal gebruikt voor het dijklichaam. Dit kanaal zorgt er voor dat het water sneller afgevoerd kan worden en dat minder gebieden in de wintermaanden onder water staan. Langs het kanaal zijn enkele gemalen gebouwd, die ingezet kunnen worden als de Maas overstroomt. Die gemalen pompen het water dan in de richting van het afwateringskanaal.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We volgen het voetpad onder aan de kanaaldijk naar links tot aan de brug over het Drongelens Kanaal aan de Torenstraat. Hier steken we voor de laatste keer het water over. Bij een picknickplaats vinden we een informatiepaneel waarop de geschiedenis van het Afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen beschreven staat. We vervolgen het zandpad meteen naar links langs het water. Na bijna 2 kilometer komen we opnieuw aan de Baardwijksche Overlaat met ook hier de duidelijke restanten van spoelgaten, die ontstaan bij vroegere overstromingen van deze overlaat. Een klaphekje geeft duidelijk aan, dat alleen wandelaars welkom zijn. Het is beschermd gebied! Het pad leidt ons langs het Lange Wiel, dat enigszins verscholen ligt in het bos, dat uit de jaren zestig stamt. We worden weer naar de kanaaldijk geleid en komen door het klaphekje aan de drukke Overlaatweg.

Als we de Overlaatweg oversteken is er opnieuw een klaphekje. We kiezen ervoor over de grasdijk verder te wandelen en niet het fietspad op de andere oever te nemen. Maar het is een verrassing hoe we bij de monumentale, voormalige spoorbrug van het Halve Zolenlijntje, de spoorlijn die ooit door de Langstraat gelopen heeft, het fietspad kunnen bereiken. We zijn niet voor een kleine hindernis te vangen! Bij de oude spoorbrug aangekomen kost het ons weinig moeite om vanaf de kanaaldijk op de brug te klimmen. We hebben wel bekijks! Eenmaal op de brug volgt de laatste etappe terug naar ons vertrekpunt bij de molen "Hertogin van Brabant". Opvallend is op dit laatste tracé een gedenksteen in het fietspad ter herinnering aan de opening van het fietspad over het tracé van de Langstraatspoorweg door minister Hanja Maij-Weggen op 9 mei 1992. Zo komen we terug op ons startpunt van deze Baardwijksche Overlaat Route.

Charles Aerssens
24 maart 2009



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 24-03-2009 door C.P.J. Aerssens