© L.A.W.V.VIA-VIA

Hebben we de dagen voorafgaand aan onze wandeldag op 13 februari prachtig lenteweer met aangename temperaturen, op de afgesproken woensdag is het grauw, grijs en zeer mistig. Niet bepaald een weertje dat uitnodigt tot een lange wandeling. Maar als echte “mannen van stavast” laten we ons niet door het kille weer afschrikken. Rond de klok van 8.45 uur melden Lorenz, Peter, Jan, Jan-Willem en Harry zich bij Charles in Loon op Zand. Van hier wordt er vertrokken naar Oisterwijk voor een rondwandeling in het gebied tussen Oisterwijk en Moergestel, dat natuurlijk het meeste bekend is om de Oisterwijkse vennen met de Voorste Stroom, de Achterste Stroom en de Reusel. Omdat we met zes man sterk op pad gaan rijden we met 2 auto’s naar het vertrekpunt in Oisterwijk.

Bij de voorbereiding om deze wandeling uit te zetten duikt Charles in de meer recente geschiedenis van dit gebied. Hij stuit op een opmerkelijk feit dat in de periode van 24 tot 26 oktober 1944 het hele streek rond Moergestel en Oisterwijk door de 15e Schotse Divisie met hun commandant Generaal Colin Muir Barber is bevrijd, die dan op 27 oktober doorstoot naar Tilburg om deze stad te bevrijden. Een naam voor deze rondwandeling is dan ook snel gevonden. Het wordt de Generaal C.M. Barber Route. De ervaring heeft immers geleerd dat wandelingen met een thema veel belangstelling hebben bij wandelaars en ze zo een meerwaarde geven. Het gaat immers niet enkel om een natuurwandeling!

Iets later dan gepland parkeren we de auto’s in Oisterwijk aan de Frans Halsstraat, net buiten de parkeerzone. We lopen terug naar de Groenstraat, langs de Voorste stroom en steken er de brug over. Hier aan het Stroomdalpad begint onze wandeling. Rechtsaf over het fietspad, c.q. voetpad volgen we achter de bebouwing de beekdal stroomopwaarts. Het is even opletten bij het oversteken van de drukke Moergestelse weg, maar dan laten we snel de laatste huizen van Oisterwijk achter ons. We passeren het oefengebied van de plaatselijke kanovereniging, die hier een Slalomtraject hebben, en dan gaat het Stroomdalpad naar de andere oever. Even voorbij de stuw verlaten we het beekdal van de Voorste stroom en buigen naar rechtsaf tot aan de Oisterwijkse baan, de oude verbinding van Oisterwijk met Tilburg door het buitengebied. We houden deze weg aan in westelijke richting naar Tilburg tot op het punt dat er naar links een zandweg komt net voor een boerderij. We slaan hier in en houden rechts aan voor een stal en een hakhoutbosje. Op het kruispunt van zandwegen wandelen we naar links en met de klok mee bereiken we de Laag Heukelomseweg.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We zijn nu in het gehucht Laag Heukelom, naar links voert de route ons naar de in de volksmond bekende uitspanning "Mie Pieters", terwijl het cafeetje toch eigenlijk "Jagers en Visserslust" heet. Het is de Tilburgse kleine man en de kleine burger die vroeger graag naar Mie Pieters (1854-1936) wandelen. Maar ook de jagers van de heer Van den Bergh van wie zij de herberg huurt, komen er ná en tussen de jacht uitblazen. Het feit, dat Mie Pieters tot legende is geworden, verraadt een vrouw met persoonlijkheid. Vierenzestig jaar heeft deze ongetrouwde Mie in "Jagers en Visserslust" daar op Laag-Heukelom aan de Voorste Stroom achter de tap gestaan, totdat zij in 1930 die tapkraan zelf vaarwel zei. De klok slaat er nog altijd "Mie Pieters", al is het in een nagalm. Het heet er nog altijd officieel "Jagers en Visserslust" in dikke, opgelegde letters in versierde lijst tegen een zijmuur. Het niet al te grote interieur verhaalt in geur en kleur van het boeren- en het waterland. Toch heeft het café enige verbouwing ondergaan. Een vergeelde foto in de gelagkamer leert hoe het er vroeger uitzag. Een halve molensteen fungeert als stoep voor de ingang van "Jagers en Visserslust", een laatste restant van de watermolen, die aan het begin van de vorige eeuw afgebrand is.

Over de brug van de Voorste Stroom gaat de Laag Heukelomseweg over in de Sparrendreef langs het gelijknamige natuurgebied. Op de kruising met de Hoevenseweg volgen we het fietspad langs het Schaapsven en blijven in de buurt van de hoogspanningsmasten. Het ligt op het landgoed “Ter Braakloop” sinds 1963 eigendom van Brabants Landschap. Dit is een van de eerste aankopen. Het is een 45 hectares grote bosgebied, voorheen bestaande uit kleine akkertjes omzoomd door houtwallen, die omstreeks 1890 zijn beplant met grove den, voor de productie van stuthout in de kolenmijnen. Het Schaapsven heeft een zeer gevarieerde oeverbeplanting en aan één zijde begrensd met beboste heuvels. Het is dichtgegroeid met gele plomp en waterlelie, terwijl aan de oever ook waterdrieblad groeit. Er liggen veeneilandjes in, waar onder meer gagel groeit. Om te voorkomen dat er niet meer clandestien gezwommen kan worden, is het door prikkeldraad afgezet.

Voorbij dit Schaapsven gaan we naar rechts om zo rond het Galgeven, bezit van Het Brabants Landschap, te lopen. Ook dit van is met prikkeldraad omgeven. We hebben geen zicht op het aan onze linkerzijde gelegen ven van 30 ha dat omringd is door heuveltjes. Op één daarvan heeft ooit een galg gestaan, en op een andere een windmolen uit 1811. Bij dit ven groeiden vroeger Waterlobelia, Oeverkruid en Biesvaren. Het is echter sterk vervuild door de volmolen, die werd benut door Tilburgse textielfabrikant Van den Bergh. Deze bracht de wollen stoffen voorheen van Tilburg naar Dordrecht om ze daar te vollen. Er was bij de volmolen een kleine nederzetting gebouwd, met enkele vol- en wasinrichtingen, enkele arbeiderswoningen en een kantoortje. Daarom heet dit ven ook wel Berghven. Van de nederzetting is niets meer over, op enkele destijds geplante loofbomen na. Ondanks dit alles wordt ook nu nog Kleine zonnedauw, Waterdrieblad en Moerashertshooi in de omgeving van dit ven gevonden. In 2005 heeft men kalkrijk water uit de ondergrond in dit ven gelaten, teneinde de zuurgraad omhoog te brengen, want het water was levenloos geworden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We lopen het kaarsrechte bospad uit tot we na ongeveer anderhalve kilometer bij een open stuk in het bos, scherp naar links afslaan in zuidoostelijke richting. Na één kilometer opnieuw naar links. Even verderop is er gelegenheid om een pad te kiezen dat ons in noordelijke richting met de klok mee om het Galgeven leidt. Het is echter enkel toegankelijk voor leden van Brabants Landschap. Deze kleine rondwandeling brengt ons terug op het kaarsrechte bospad in noordoostelijke richting naar de Heukelomse Baan met fietspad. Hier even naar rechts om dan onmiddellijk linksaf laantje langs een beekje omzoomd met beuken naar de Moergestelseweg te volgen. We staan direct bij het Mariakapelletje aan de drukke doorgaande weg van Oisterwijk naar Moergestel. Deze Kapel is toegewijd aan O.L. Vrouw van de Vrede. Het is een eenvoudige, eenbeukige kapel met halfrond gesloten apsis, opgetrokken in baksteen en gewit en maakt deel uit van de bakstenen entreepoort met ezelsrugmuur van het Landgoed “De Hooge Braaken”. Het is de Haarlemse zakenman Carol Schade (1909-1977), wonend op Landgoed ‘De Hooge Braaken’, die na het ‘op wonderbaarlijke wijze’ in Brussel overleven van een zwaar auto-ongeluk, belooft op zijn landgoed een Mariakapel te bouwen. Dat gebeurt in 1939 naar een ontwerp van architect W.A.M. van der Ven uit Velp gebouwd.

De kapel, die op 8 december 1939 door pastoor Janssen van Moergestel wordt ingezegend, heeft niet meer dan acht knielplaatsen, waarvan vier tevens met een zitplaats. In de apsis van de kapel staat een kunststof gepolychromeerd Mariabeeld (1990), 60 cm hoog uit het atelier Van Paridon, Amsterdam, met een kroon op haar hoofd en het kind Jezus op de arm, dat in zijn linkerhand een wereldbol houdt. Het beeld is in 1992 geschonken door de Tilburgse kunsthandel Van Erp-Broekhans, nadat de kapel door brand grotendeels verwoest is. De kapel heeft een zadeldak en een dakruiter met klokje. Boven de ingang staan de woorden ‘Ave Maria’. Aan de voorkant van de kapel is een steen ingemetseld met een Mariafiguur met kind, waarop de datum van inzegening staat en de vermelding dat de kapel is toegewijd aan O.L. Vrouw. Pas na de Tweede Wereldoorlog wordt de kapel specifiek aan O.L. Vrouw van de Vrede toegewijd en in mei 1950 wordt een gedenkplaat onthuld met de namen van 35 Nederlandse militairen, verzetsmensen en geallieerde militairen die tijdens de oorlogsjaren in Oisterwijk en Moergestel hun leven hebben gegeven. Het onderhoud en verzorging van de kapel is van 1963 tot 2000 de voortdurende zorg van Jan en Dien Hoosemans-van Summeren, die vele vernielingen en brandstichtingen in de loop der jaren hebben meegemaakt, maar de kapel met vereende krachten en dankzij giften in stand hebben gehouden als devotieplek.

We vervolgen onze wandeling over de Moergestelseweg, omzoomd met zware beukenbomen, in de richting van Oisterwijk. Net voorbij het vroeger bekende Restaurant “De Jonge Hertog”, nu een Japans Teppan Yaki Restaurant, voert de route ons tegenover het sprookjesachtig Landgoed “Het Aalsven” naar rechts. Dit ongeveer 11,4 hectare grote privé-gebied met lange statige oprit omzoomd door een dubbele rij beukenbomen bestaat uit een aantal gebouwen: een pittoreske villa, kapel, jachthuis, koetshuis, botenhuis, gemetselde brug met sierlijk hekwerk en enkele andere bijgebouwen. De mooiste gebouwen zijn gesitueerd rondom de prachtige vennen omgeven met oude rododendronpartijen. We betreden nu het volgende landgoed: de “Oude Hondsberg”, een 83 ha groot landgoed, dat eigendom is. De naam "Honsberch" duikt voor het eerst al in 1591 op bij 'n scheiding en deling en komt ook in de 17e eeuw voor. Er is dan enige malen sprake van "Den Hontsberg onder Huyckelom". De tot nu toe gevonden gegevens zijn maar povertjes en in ieder geval onvoldoende om uit te maken of de Oude Hondsberg van thans identiek is met de Hondsberg, waarvan vroeger sprake was. Er ligt o.a. een psychiatrische inrichting, waarvan een in Neo-Lodewijk XVI-stijl opgetrokken villa eigenlijk de Hondsberg vormt. Rond 1800 is de Hondsberg in Oisterwijk gebouwd als hotel, begin 1900 verbouwd tot landhuis en sinds 1961 is er een tehuis voor onderzoek en behandeling voor ernstig gedragsgestoorde kinderen gevestigd. Het is gelegen in een idyllisch park met enkele monumentale bomen.

Zo belanden we bij het Rietven, dat een "pièce de résistance" vormt van de Oude Hondsberg. Het verdient deze kwalificatie niet enkel uit een oogpunt van natuurschoon, maar het is ook een merkwaardig ven. Het blijkt door enige sloten met de er achter liggende Achterste Stroom of Reusel verbonden. Aan de andere zijde mondt er de kleine, van het westen komende Braakloop in uit, welke via het ven zijn water naar de Reusel voert. Verschillende bruggetjes en drassige paden leiden ons door dit moerasgebied. Voedselarme en voedselrijke milieus treft je hier met al hun overgangen naast elkaar aan. Dat tekent zich af in de plantengroei. Naast algemeen voorkomende planten vindt je er zeldzaamheden als bijvoorbeeld de beenbreek. Het geheel door riet omzoomde ven wordt door een omstreeks in 1913 gelegde dam in tweeën gedeeld, waarbij een klein bruggetje de verbinding vormt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als het bos wijkt en een grote weidevlakte openwaaiert, verandert het toneel opnieuw als bij toverslag. We zijn in het dal van de Reusel, die even verderop stroomafwaarts als Achterste Stroom Oisterwijk bereikt. De vrij brede beek verkeert hier in ongerepte natuurstaat, omdat tenminste dit gedeelte niet aan kanalisatie ten offer gevallen is. In de weide met een vernevelde boszoom in de verte vertonen zich nog restanten van een afgesneden stroomarm, die bijna weer geheel is dichtgegroeid. Links zijn weer de ondoordringbare bossen opgedoken, waar in de zomer de gagel heerlijk geuren moet. Het weggetje vertoont een eigenaardige karakteristiek doordat van de hoge Canadapopulieren om de andere boom er tot op een goede meter boven de grond werd afgezaagd en nu opnieuw takken heeft geschoten als kandidaat-knotwilg. Nog een weinig verder stroomopwaarts biedt een houten bruggetje gelegenheid de Reusel over te steken. Na een hoog sparrenbos en een complex Amerikaanse eik achter ons te hebben gelaten, komen we op een punt waar een bord “Verboden Toegang” ons dwingt een andere route te kiezen. Kijkend op de kaart gaan we voor de kortste route en dit betekent naar rechts, in zuidelijke richting langs het modderige akkerland. Zo steken we door naar de Waterhoefstraat en gaan naar rechts tot aan de Reusel.

Als we de brug over de Reusel zijn overgestoken, kiezen we meteen voor het voetpad naar links over het dijkje van deze hier gekanaliseerde laaglandbeek. Het stroompje is tamelijk breed en heeft hier de charme van een echte beek duidelijk verloren. Het pad leidt ons onder de hoogspanningsmast voorbij het voetgangersbruggetje naar de brug over de Reusel, de doorgaande weg van Moergestel naar Oirschot. Hier staat ook het monument ter herinnering aan Generaal-Majoor Colin Muir Barber (1897-1964), commandant de 15th Scottish Infantry Division en onder wiens leiding de Schotten Moergestel bevrijd hebben op 25 oktober 1944. Zijn statige gestalte van 2,03 m gekleed in Schotse rok is in brons vervaardigd door de plaatselijke kunstenaar Hans van Brunschot en onthuld in 1994. Het zijn Luitenant Archie Fletcher en Alex Somerville, manschappen van de 3e Tank Battalion Scots Guards, die deel uitmaken van deze 15th Scottish Infantry Division, die hier op die dag op deze plek rond het middaguur als eerste met de tank “Montrose” de Reusel bereiken, terwijl er op hun aanrijroute via Oirschot en Spoordonk slechts een paar schermutselingen hebben plaatsgevonden. De beide bevelvoerende tankofficieren vinden de brug opgeblazen. Bewoners van Moergestel gooien van alles in de Reusel om de Schotten te kunnen laten oversteken via een loopbrug. De eerste Churchill-tank blijft in het riviertje steken en de Scots Guards moeten een bruglegger-tanks laten oprukken om voor de oprukkende colonnes een verdere opmars goed te kunnen laten verlopen. Het is Generaal C.M. Barber zelf die hier in Moergestel beraadslaagt met zijn staf hoe de colonnes zo snel mogelijk door de nauwe straten van dit dorp geleid kunnen worden naar Biest-Houtakker, Oisterwijk en Tilburg om vanuit het zuidoosten en oosten de bevrijding van Tilburg in te zetten. Maar door de grote hoeveelheid voertuigen komt het verkeer muurvast te zitten. De snelle opmars over de as Best-Oirschot-Moergestel komt tot stilstand en Oisterwijk kan pas de volgende dag op 26 oktober en Tilburg weer een dag later 27 oktober bevrijd worden. Generaal Barber brengt de nacht in Moergestel door aan de Oisterwijkseweg 76.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We houden onze lunchpauze bij het monument van Generaal Colin Muir Barber om vervolgens door de Raadhuisstraat naar het centrum van Moergestel te lopen. Zoals we al zo vaak gemerkt hebben op onze woensdagse wandeling is het lastig rond het middaguur een plaatselijk café te vinden dat open is. In de buurt van de kerk is alles gesloten. Uiteindelijk vinden we Café De Klaore aan het Rootven 22 open. Het doet wat kaal aan. We bestellen koffie en kunnen zo even bijkomen van het kille mistige weer, dat geen enkele poging doet om een wat vriendelijker gezicht op te zetten. Daar heeft de cafébaas overigens ook een beetje moeite mee! Als we opbreken en de wandeling voortzetten pakken we de route bij de parochiekerk op. Dat deze kerk toegewijd is aan St. Jans Onthoofding, is duidelijk te zien aan het in de plaveisel aangebracht mozaïek, uitgevoerd in kleurige straatstenen.


© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf de Raadhuisstraat lopen we door de Kerkstraat en de Schoolstraat. Linksaf door de Pastoor de Louwstraat komen we in de Bosstraat, waar we even naar links gaan om dan voorbij de school rechtsaf naar het dijkje langs de Reusel door te steken. We laten de bewoonde wereld van Moergestel achter ons en volgen opnieuw de gekanaliseerde Reusel in zuidelijke richting. Zo bereiken we de Blankemansweg, een onverharde weg, die parallel loopt aan de drukke A58. We volgen onze route over deze zandweg tot aan de hoogspanningsmast. Hier gaat het naar links en laten we het drukke geraas op de A58 achter ons. In noordelijke richting over de Goyaardsdijk komen we aan het Hildsven, een voedselrijk ven dat aan de randen geleidelijk overgaat in hoger gelegen zandgronden en sinds 2001 bescherm natuurgebied. We lopen tegen de klok in omheen en bereiken na een kilometer de Oirschotseweg, die we oversteken. Hier zijn we in het gehucht Heiligeboom, een van de vele buurtschappen in dit landelijk gebied. De route gaat hier verder als Allemansven en leidt ons langs het gelijknamige ven en particulier landgoed. Het Allemansven maakt deel uit van het vennenrijke gebied rond Moergestel en Oisterwijk. Het hart van het 14 hectare grootte landgoed bestaat uit het ven en het geheel vormt van uit landschappelijk- en ecologische oogpunt bezien een fraai en waardevol gebied. Het Allemansven is in de vijftiger jaren van de vorige eeuw de officiële zweminrichting van Moergestel, maar als er entreegeld wordt gevraagd, blijkt de interesse voor het ven spoorslags verdwenen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aangekomen op de Zandstraat lopen we westwaarts tot aan het punt waar ons een pad naar rechts voert langs een weiland omzoomd met hoge zomereiken. In de weilanden rond het Achterste Kolkven krijgt de natuur de vrije hand, waardoor zich een afwisselend bos ontwikkelt. Richting Achterste Kolkven leidt het pad, maar we raken verzeild in een bijna onbegaanbaar moerasbos met omgewaaide berken, jonge boompjes en waterloopjes. Voor het Middelste Kolkven lopen we met de klok mee, langs de grens van het gebied van Natuurmonumenten naar het Grote Kolkven. Dit ven is niet door poolwinden uitgestoven, zoals veel andere vennen in de buurt. Het kolkende water van een oude smeltwaterrivier moet het hebben uitgeslepen. Hierdoor is het Grote Kolkven ook een stuk dieper dan de andere Oisterwijkse vennen en biedt het meer plaats aan watervogels. Om de vogels niet te verstoren kun je die het beste bekijken vanachter het vogelscherm, dat we passeren. Daar is ook een informatiebord met uitleg over de verschillende soorten die op en rond het ven leven.

We nemen het pad dat zo dicht mogelijk langs de oever van het Kolkven loopt en steken aan de noordelijke punt door naar de Bosweg. Hier komen we bij Boshuis Venkraai met zijn rood-witte luiken en gezellig terras. Boshuis Venkraai dankt zijn naam aan de geheimzinnige zwarte stern, die vroeger op de Kolkvennen broedde en zodoende venkraai werd genoemd door de bevolking. Inmiddels is de vogel hier al jaren verdwenen. Maar de naam is nog steeds blijven bestaan! Als echt “bruin woonkamer-café” is deze uitspanning volstrekt uniek met zijn gezellig ouderwetse inrichting en prachtig gelegen in het Oisterwijkse vennengebied.

Op de hoek met de Van Swinderenlaan steken we door naar het volgende ven: het Groot Goorven. Langs de zuidzijde lopen we oostwaarts en zien dat de oevers boomvrij zijn gemaakt om de wind vrij spel te geven en oevervegetatie de ruimte te geven. In het heldere water groeien nu bijzondere planten zoals oeverkruid, waterlelie en zeldzame sieralgen. Mede door de vervuiling is het Groot Goorven in 1950 bijna volledig dichtgegroeid met riet en biezen. Een weelderige plantengroei zorgt voor een dikke, zurige laag slib, waardoor veel zeldzame soorten verdwenen. Daarom begint Natuurmonumenten in 1996 met een schoonmaakactie door deze dikke sliblaag te verwijderen. Dat moest voorzichtig gebeuren, want de leemhoudende laag eronder zorgt ervoor dat het water niet wegzakt. Ook het nabijgelegen Witven en het Van Esschenven worden gerestaureerd. Nu de bodem weer schoon is en het water kristalhelder, krijgen de planten die op voedselarme grond groeien opnieuw een kans.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We lopen om het Groot Goorven heen met aan de noordzijde het Witven. Bijna helemaal rond komen we aan de westzijde op een heuvel langs de zogenaamde Rypperdabank. Het is een replica van de oorspronkelijke Rypperdabank, vernoemd naar Sjoerd Rypperda (1746-1813), de laatste secretaris van de Vrijheid- en Dingbank van Oisterwijk, het orgaan waar in het verleden recht werd gesproken. De oude bank is bij de aanleg van een fietspad in brokstukken uiteen gevallen. De bank is gerestaureerd, maar niet sterk genoeg meer om regelmatig te worden gebruikt door wandelaars. Dit hardstenen exemplaar is gemaakt door natuursteendeskundige Ger Mutsaerts. Aan de achterzijde van de bank bevindt zich een informatiepaneel. In de rugleuning staan de datum 4 november 2005 en de volgende tekst gegraveerd: “Aangeboden door de gemeente Oisterwijk en Brabants Landschap ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van Natuurmonumenten”. We staan weer op de Bosweg en wandelen deze af in noordelijke richting, voorbij het kruispunt met de Heisteeg.

Langs de Bosweg vinden we een aantal kapitale villa’s en voorbij Brasserie Kleijn Speijck bereiken we de bebouwing van Oisterwijk. We slaan linksaf de Merodestraat in en op het einde van deze straat naar rechts de Baerstraat in, die we doorlopen tot aan de Bunderstraat. Opnieuw linksaf tot aan de Frans Halsstraat, waar we naar rechts de bocht om gaan en vrijwel direct bij de auto’s arriveren, die daar nog keurig geparkeerd staan, net voorbij de brug over de Voorste Stroom.

Vermeldenswaard is het feit dat hier aan de Voorste stroom op 25 oktober 1944 eenheden van de 15th Scottish Infantry Division van Generaal Colin Muir Barber, komend over de Moergestelseweg aan de zuidkant van Oisterwijk proberen de brug over de Voorste stroom te nemen. Volgens plan moeten de Seaforth Highlanders en de Cameronians, met een eskadron van de Scots Guards ter ondersteuning Oisterwijk veilig stellen zodat hier vandaan de 46e Brigade linksaf kan buigen over de hoofdweg 's-Hertogenbosch-Tilburg om naar Tilburg op te rukken. De chaos in Moergestel vertraagt de opmars. De Seaforth Highlanders komen onder mortier- en machinegeweervuur van een sterke Duitse achterhoede te liggen aan de Voorste stroom en treffen de brug opgeblazen aan. Pas de volgende dag op 26 oktober 1944 in alle vroegte wordt de aanval ingezet. Dit gebeurt via een loopbrug, die nog intact is ongeveer honderd meter ten oosten van de vernielde verkeersbrug en de één kilometer verder oostwaarts aan de Gemullehoekenweg gelegen kleinere verkeersbrug, die lichte bataljonsvoertuigen kan doorlaten. Het doel is om een klein bruggenhoofd te slaan naar de spoorlijn om daarmee dekking te hebben voor de bouw van een noodbrug over de Voorste Stroom aan de Moergestelseweg voor de tanks. De Duitsers trekken zich daarop tegen het middaguur helemaal uit Oisterwijk terug. De Seaforth Highlanders brengen de nacht in Oisterwijk door, terwijl de Cameronians verder naar het westen, tegenover het kanaal, hun bivak opslaan. Zo heeft de 46e Brigade positie ingenomen om de volgende dag op 27 oktober 1944 vanuit het oosten de bevrijding van Tilburg te ondersteunen.

De wandeling zit erop. Het is tegen de klok van 16.00 uur als we richting Loon op Zand rijden om er nog een kopje koffie te drinken met Limburgse vlaai uit de eigen bakkerij van Kitty. Natuurlijk wordt deze wandeling nabesproken en Lorenz geeft ons de verzekering bij thuiskomst alle gegevens van de route met de computer te zullen uitlezen, zodat we op de meter nauwkeurig via Google Earth onze route kunnen bekijken en nalopen! Zo gezegd zo gedaan, want nog diezelfde avond komt de uitgebreide informatie binnen via de e-mail. Verbaasd zijn we wat er allemaal mogelijk is met zo’n horloge!.

Charles Aerssens
23 februari 2008



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 23-02-2008 door C.P.J. Aerssens