© L.A.W.V.VIA-VIA

Nu iedereen de wederzijdse kaarten met de beste wensen voor de nieuwe jaar 2008 weer heeft opgeborgen, kunnen we elkaar in elk geval op de afgesproken woensdag 9 januari 2008 persoonlijk de hand schudden met de wens ook dit jaar weer elke maand in goede gezondheid op pad te gaan. Zo gezegd zo gedaan en dus melden zich voor de wandeling in de omgeving van Hilvarenbeek Peter, Jan-Willem, Lorenz en Charles. Jan moet verstek laten gaan door een griepje! Charles heeft iedereen op de hoogte gebracht met een mailtje dat we op die woensdag op pad gaan in het buitengebied van Hilvarenbeek. Tijd van vertek 9.00 uur. Maarhet wordt iets later dat Peter, Jan-Willem en Lorenz zich melden op het Vrijthof, waar Charles al enige tijd wacht. De auto’s vinden een parkeerplekje aan de St. Sebastiaanstraat tegenover Museumbouwerij De Roos.

Voor de wandeling van vandaag wordt opnieuw gebruik gemaakt van het archief van Jan-Willem, die de Slibbroekroute beschikbaar heeft gesteld. Toch vindt Charles die naam niet zo goed gekozen omdat de route ons helemaal niet door dit voormalige buurtschap aan de noordkant van Hilvarenbeek voert. Het is nu een industriegebiedje, en dus niet interessant. Charles geeft de voorkeur aan “Op pad in het Land van de Hilver”. Het Land van de Hilver is immers een prachtig gebied ten zuidoosten van Tilburg, gelegen in de Kempen. Hier vinden we beeldschone natuurgebieden, een rijke historie en een levendige cultuur. De route voert ons door de dorpen Hilvarenbeek, Esbeek, Baarschot, Diessen en Biest-Houtakker. We wandelen door een afwisselend landschap bestaande uit weide- en akkerland en het prachtige bosgebied van Ananina’s Rust en Landgoed Gorp en Rovert.

We beginnen onze route in Hilvarenbeek aan het Vrijthof, waar een informatiebord staat, dat het verloop van de route weergeeft. Maar Charles heeft na het bestuderen van de routekaart besloten enkele kleine aanpassingen op de route te doen. Het Vrijthof is als uniek Frankisch marktveld 1967 tot beschermd dorpsgezicht verklaard. Het landelijk gelegen Kempische dorp Hilvarenbeek groeit in de 15e eeuw uit tot een welvarende plaats, omdat het langs een handelsroute ligt. Getuige aan de periode is de aan de oostzijde van het Vrijthof gelegen R.K. Kerk Sint Petrus' Banden, een Gotische kerk uit de 14e en 15e eeuw. De toren is met een hoogte van 75 meter een prachtig exemplaar van de Kempense baksteengotiek. De kerk, nog ouder dan de toren, heeft een verrassend interieur met fraaie barokaltaren, zeldzaam koperwerk en een uitzonderlijk mooi bewerkte preekstoel. Het orgel (1840) is van de hand van Bernard Petrus van Hirtum (1792-1875), die lange tijd ook organist op dit orgel was en het onderhield tot ver in de 19de eeuw. Het is onlangs opnieuw gerestaureerd.

In de oudste vermelding komt de naam Hilvarenbeek voor als Beek. We vinden die in een akte uit 1157, aanwezig in de Abdij van Tongerloo, waarin een tweetal hoeven in erfpacht worden gegeven aan deze Abdij. In de 14e eeuw staat het dorp bekend als “Beke der heyliger Hildevardi”, mogelijk een verwijzing naar Hilsondis, de vrouw van graaf Ansfried, later bisschop van Utrecht. Hilsondis, stichteres van de Abdij van Thorn, zou de eerste stenen kerk in Beek gesticht hebben. Vanaf de 14e eeuw treden ook de Hertog van Brabant en de Bisschop van Luik mede op als Heren van de Heerlijkheid Hilvarenbeek. De rechten van de Brabantse hertogen komen in 1648 in handen van de Staten-Generaal, die van de bisschop van Luik in handen van een aantal adellijke geslachten, de families Van Herlaer, Van Horne, Van Leefdael, Van Petershem en Van Merode. De rechten van de Heren van Hilvarenbeek verdwijnen in 1798 en in 1810 wordt Hilvarenbeek officieel een gemeente, waartoe nu ook Esbeek, Baarschot, Diessen, Biets-Houtakker en Haghorst behoren.

Het Vrijthof heeft vroeger een openbare functie. Het is de plaats waar handel wordt gedreven en het is het centrum van bestuur en rechtspraak. Op dit Frankisch marktveld, omzoomd door het groen van de lindebomen, valt in het bijzonder de majestueuze linde uit 1676 op, waaronder vroeger recht is gesproken. In de direct nabijheid van deze boom staat op een sokkel de markante bronzen kop van Anton van Duinkerken (1903-1968), gemaakt door Arthur Spronken. Anton van Duinkerken, pseudoniem voor Willem Asselbergs, was journalist, schrijver, redenaar en hoogleraar. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was hij dé spil van de Groot-Kempische cultuurdagen en een graag geziene gast in Hilvarenbeek als eredoctor van de Pickwick Club, op 15 februari 1943 opgericht door cultuurminnend Hilvarenbeek.

We lopen vanaf het Vrijthof in zuidelijke richting door de Gelderstraat en slaan op de hoek met de Papenstraat rechtsaf. Langs het postkantoor komen we aan het ruim opgezette Zorgcentrum De Clossenborch, dat gebouwd is in 2003. Onder de loopbrug door vervolgen we onze wandeling en steken op de kruising met de Rogier van Leefdaellstraat recht over, de Hoog Spul in, waar architecten zich hebben kunnen uitleven in moderne eigentijdse woningen. We zitten hier meteen in het buitengebied. Op de T-splising even naar rechts en dan de eertse gelegenheid naar links, nog steeds Hoog Spul. Het asfalt gaat even verderop over in een onverharde weg, die uitkomt op de Spaaneindsestraat. We slaan opnieuw linksaf en wandelen langs Camping De Spaendershorst. We zijn hier in het bij Esbeek horende kleine buurtschap Spaendershorst, dat zijn naam te danken heeft aan Henric van der Spaendonck die zich hier in 1390 vestigt op Hoeve “De Clapstaart”. Deze familie is afkomstig van Spaendonck op de grens van Moergestel en Haghorst.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Verderlopend komen we langs een opmerkelijke lindeboom. Hierbij staat de tekst dat deze lindeboom in 1998, in het kader van “200 jaar” Noord-Brabant, als klein monument door de Werkgroep Heemkunde Esbeek is aangemeld op de lijst van meest fraaie lindebomen in ons land. In de 14e eeuw ligt achter deze linde Hoeve “Hof ten Eynde”. In die hoeve is eeuwenlang een herberg geweest. In 1680 woont er herbergier en boterkramer Jan Michiel Wouters, die er ook een winkel drijft. In 1710 is Mathijs van de Kieboom er herbergier. Wellicht is rond 1789 de laatste bewoner Jan van Laarhoven de planter van deze karakteristieke lindeboom. Een schets van Rotterdamse kunstenaar Andreas Schotel (1896-1984) laat deze boom zien. Sinds de zomer van 1924 wordt deze kunstschilder regelmatig in Esbeek gezien, fietsend door het dorp of tekenend en schilderend achter zijn schildersezel. Iedere zomer keerde Andreas Schotel vanuit Rotterdam terug naar Esbeek naar zijn klein huisje met de naam “Schuttel” om de Brabantse landbouw en bosbouw, waarin vaak werkende mensen, als boeren en bosarbeiders, centraal staan, op doek vast te leggen.

Wij lopen de Spaaneindsestraat uit tot de kruising met de Oude Trambaan en gaan links af richting het centrum van Esbeek. We komen in de Dorpstraat langs de parochiekerk H. Adrianus, die mede het beeld bepaalt van dit pittoreske dorpje, in 1889 gebouwd naar een ontwerp van architect Hendriks uit Oss. Het is bouwpastoor Jurgens, zoon van een margarine-baron uit Oss, die in die tijd ook de verering van de H. Cornelius, patroon van het hoornvee en ook wel een boerenheilige genoemd, in gang zet. Het cultusobject waarmee de verering is begonnen, is een gepolychromeerd houten beeld van de H. Cornelius met als attributen de hoorn, de tiara en de staf. In 1984 is dit beeld volledig gerestaureerd door de Oisterwijkse kunstenaar Verbraak. Maar de kerk bezit ook een reliek van St. Cornelius (botresten), die rond 1900 door pastoor Jurgens is verworven. Een pelgrimsstroom vooral vanuit Tilburg en Goirle, vanwaaruit van 1907 tot 1935 een tramverbinding naar Esbeek loopt, komt op gang met als hoogtepunt 1952, met zo'n 7000 bezoekers. Daarna loopt het aantal bedevaartgangers geleidelijk terug, met een snelle daling in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we de bebouwing verlaten, komen we voorbij Gasterij “Schuttershof”, en steken hier eerst de oude doorgaande weg van Hilvarenbeek naar Lage Mierde over om via de Groenstraat onder de N269 door richting Diessen te lopen. Op de T-splitsing houden we de Groenstraat aan naar rechts en voert de route ons op de T-splitsing naar links de Larestraat in naar Baarschot. Verderop gaat het asfalt over in de Esbeeksedijk en loopt dan parallel aan het riviertje de Reusel. Zo bereiken we de eerste huizen van Baarschot, de kleinste kern in de gemeente Hilvarenbeek. Naar rechts over de Reusel komen we in de Baarschotsestraat aan de Mariagrot. Deze devotiegrot is na de Tweede Wereldoorlog opgebouwd met zwerfkeien uit Landgoed de Utrecht uit dankbaarheid voor het feit dat er in de oorlogsjaren geen oorlogsslachtoffers uit Baarschot zijn gevallen. In de grot is een granaathuls ingemetseld waarin een lijst met de nemen van alle bewoners ten tijde van de totstandkoming. Ook ruim vijftig jaar later bij de restauratie in de jaren 80 van de vorige eeuw is een lijst toegevoegd van de huidige ingezetenen. Het is nog steeds een plaats voor devotie en herdenking.

Door de Baarschotsestraat met enkele 18e eeuwse langgevelboerderijen bereiken we de Van Dycklaan, vernoemd naar de laatste brouwer van de voormalige bierbrouwerij van 1717 Van Dijck. Deze "brouwer van Borschot" is ooit wijd in de omtrek bekend geweest om het "witte bier" dat hij maakte. Wij slaan naar links deze weg in en lopen door tot aan de Watermolenweg. Hier wandelen we naar links tot aan de brug over de Reusel. In een ver verleden hebben hier aan de oever van de Reusel een tweetal, nu verdwenen, watermolens gestaan. Voor de brug volgen we het jaagpad op de oostelijke oever. Op deze oever vinden we het moerasgebied het Turkaa, een klein loof- en naaldbos met afgesneden beekmeanders. Het is eigendom van de gemeente Diessen en heeft een rijke flora en fauna. We komen er ook langs een groot open water, dat dienst doet als visvijver van H.S. V ’T Turkaa.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij Turkaaweg aangekomen, lopen we naar links en nemen de brug over de Reusel tot aan de Molenstraat. Richting centrum van Diessen gaat de wandeling. Linksaf door de Lombartstraat en vervolgens rechtsaf richting Kerksingel. Zo staan we dan bij de R.K. Willibrorduskerk met zijn Willibrordusputje. Het met zorg opgemetselde bouwwerkje herinnert aan de relatie tussen het mooi bewaard gebleven dorp Diessen en Willibrordus, de vader des vaderlands van christelijk Nederland. De heilige bracht immers het christendom naar de Lage Landen. Hij zou ook in Diessen zijn geweest. Tussen Diessen, een van de oudste dorpen van Nederland, en Willibrordus bestaat een zeer oude band. In het testament van de in 726 overleden heilige liet hij zijn bezit in onder meer Diosna na aan de abdij van Echternach. Dit Diessens putwater zou kinderen van het 'gebrek van Sint Willibrord', de Engelse ziekte, hebben genezen. Nu vinden we op de bodem van de put naast de kerk alleen een grote hoeveelheid troep: frietbakjes, verfomfaaide shagbuilen, vergeelde krantenpagina's en straatvuil. Ook de 'mik', waaraan de emmer voor het putwater, is verdwenen.

Het schip van de huidige St. Willibrorduskerk dateert uit de 15e eeuw en de slanke toren uit het begin van de 16e. Het gebouw maakt van binnen een zeer bijzondere - bouwkundige - indruk.In de kerk bevinden zich enkele kunstwerken die met de vroegere Willibrordusverering te maken hebben. Zo is er het retabelschilderij van het hoofdaltaar. Het beeldt rechts St. Willibrord uit, gekleed in koorkap of bisschopsmantel knielend voor de links tronende O.L. Vrouw met kind. Linksonder staat een zittende vrouw afgebeeld met een kind aan haar zijde, terwijl zij een ander ziek kind opheft, voor wie Willibrord als voorspreker optreedt. Een bron is te zien alsmede flesjes die door pelgrims worden gebruikt om water mee te nemen. Dit schilderij is waarschijnlijk een uitbeeling van de lokale Willibrorduscultus in Diessen. De afgebeelde kerk is namelijk dezelfde als de kerk die bij het kleine Willibrordbeeld van de kerk als attribuut is toegevoegd. De schilder J.J. Liberti heeft het doek in 1738 in olieverf uitgevoerd. Links en rechts van het hoofdaltaar bevinden zich in het koor 20e eeuwse glas-in-loodramen, vervaardigd door J. van Leeuwen en zoon te Geldrop. Het linkerraam verbeeldt de schenkingen aan Willibrord uit het begin van de 8e eeuw met aan de bovenzijde afbeeldingen van de kerk van Diessen en het gemeentewapen. Het rechterraam toont Willibrord als geloofsverkondiger onder de Diessenaren. De kerk bezit ook een schitterende relikwiehouder, dat het opschrift 1735 draagt maar veel ouder is.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Door de Kerkstraat komen we in het centrum van Diessen. Dit pareltje onder de Brabantse dorpen heet vroeger Deuso en wordt al vermeld in de 3e eeuw. Omstreeks het jaar 370 worden Saksische plunderaars hier door de Romeinen overvallen en tot de laatste man gedood. Het dorp heeft eveneens hierom zijn eigen historische plaats verkregen. In de middeleeuwen is Diessen ook een druk bezochte bedevaartplaats. Willibrordus doopt hier heidenen uit de Kempen. De plaats beschikt al vroeg over een kerkgebouw. Bestuurlijk hoorde Diessen vroeger tot de Heerlijkheid Diessen, Westelbeers, Beke en Riet. Bij het opheffen van de heerlijkheid in 1810 werd Diessen een zelfstandige gemeente. Op het kruispunt met de Heuvelstraat is het goed toeven in de wandelaarsvriendelijke Herberg “Kerkzicht”. Het is op deze rondwandeling een ideale plek voor een pauze. Gezeten achter een kopje koffie en appelgebak met slagroom heb je zicht op de St. Willibrorduskerk en het plastiek op sokkel dat de toepasselijke naam draagt: Straatbeeld (1994) van de kunstenaar Emile Zwartelé met als thema winkelen en neringdoenden voor Diessen, dat van oudsher een bedrijvige dorpskern heeft. Hier in het centrum vinden we nog een drietal kunstwerken. Bij de St. Willibrorduskerk aan de Gildeweide vinden we een drieluik van de kunstenaars Louis de Groot en Marita Kratz (1994), dat in vorm en afbeelding oud en nieuw verbinden. Het zijn voorstellingen van de aan de westkant van de kerk gelegen bossen, weiden en akkers, de Driessense gilden, die hun naam aan dit plein gegeven hebben en spelende kinderen, die hier nu veelvuldig te vinden zijn.

Als we door de Willibrordusstraat het centrum van Diessen verlaten staat er op het pleintje met de Docfastraat opnieuw een opmerkelijk kunstwerk: Hercules uit 1995 van de in Oirschot wonende beeldhouwer Hans van Eerd. Hercules Magusanus is een verwijzing naar het Romeins verleden van Diessen. Hier is een van de werken van Hercules afgebeeld als reiniger van de Augiasstal. Augias, koning van Elis, heeft een stal waarin 3000 runderen staan, die in geen dertig jaar gereinigd is. Hercules reinigt die stal en volbrengt dit werk door er in één dag de rivieren Alfeus en Peneus doorheen te leiden. In het oeuvre van Hans van Eerd reist de mens door tijd en ruimte en zoekt beschutting tegen de krachten van de natuur, door middel van ruimtes die hij om zich heen bouwt. Het zijn poëtische maar ook archetypische vormen van beschutting zoeken tegen het geweld van de natuur.

Aan het kruispunt met de Julianastraat, de doorgaande weg N395 naar Hilvarenbeek of Middelbeers, steken we over en hier staat opnieuw een beeld vlak voor de Rabobank en naast het Het Pannenhuis op nr. 29. Het pand dateert blijkens de jaarankers uit 1658. Het is een boerderij van het Kempische langgeveltype met een zadeldak tussen zijtopgevels, met vlechtingen in rode baksteen, toppilasters en duivengaten. Het pand staat op de monumentenlijst. De naam Pannenhuis krijgt deze boerderij destijds omdat het een van de eerste panden met pannendak is. Een ander optie heeft als verklaring dat dit pand met bier te maken heeft. 'Paan' is namelijk Zuid-Nederlands voor bier. In het jaar 1687 is hier namelijk één van de Diessense brouwerijen gevestigd met Hendrik Sweens als brouwer en herbergier. Deze bierbrouwerij houdt echter in het begin van de 19e op te bestaan. Het beeldje, dat hier staat, laat een vrouw zien, dat een lammetje op haar arm draagt en met hond aan haar voeten. Dit kunstwerk houdt de herinnering levend aan het jaar 1953 als in Diessen gedupeerden van de watersnoodramp van 1 februari 1953 tijdelijk een onderkomen hebben gekregen.

We steken het kruispunt over en lopen door de Echternachstraat de bebouwde kom van Diessen uit langs de kapel "Ter ere van Onze Lieve Vrouw van Brabant, ons aller Moeder en Hertogin", in 1950 naar een ontwerp van Eindhovenaar F. Vervest gebouwd door Brabantse studenten die een week in Diessen op kamp zijn o.l.v. Tilburgse priester Frans Siemer. Op de Laarstraat aangekomen voert ons de route in noordwestelijke richting. We laten de Bremstraat links liggen en vervolgen het Hoekske tot aan het begin van de Biestsedijk. Hier staan we aan een slagboom die toegang geeft tot het Landgoed Annanina’s Rust, een bijna 150 hectare groot landgoedbos. Landgoed Annanina’s Rust is in 1899 gesticht door Notaris Emile M.J.W.E. Huijsmans (1850-1920) uit Hilvarenbeek. Het verhaal gaat dat het gebied is vernoemd naar de maîtresse van de notaris. Zij kwam uit Rusland en woonde in een huisje in het bos. Tegenwoordig valt het beheer van het gebied onder de verantwoordelijkheid van het Brabants Landschap.

Het landgoed is zeer karakteristiek voor de Noord-Brabantse zandgronden. Het bosgebied ligt op een dekzandrug en is omgeven door drie laaglandbeken: de Reusel, de Roodloop en het Spruitenstroompje. Van oudsher heeft dit landgoed een dubbele functie. Enerzijds wordt het bos gebruikt voor de houtproductie, anderzijds dient dit bos, in het zuidwesten aangelegd op landbouwgrond, als parkbos in de trant van de Engelse landschapsstijl. Dit laatste is te zien aan de golvende paden met aan beide zijden monumentale exemplaren van oeroude zomereiken, beuken en rode beuken, afgewisseld door naaldbomen. De struiklaag wordt beheerst door rododendron en hulst. De hellingen van de bossloten zijn begroeid met dubbelloof, wijfjesvaren en mossen. In het overige bos op het landgoed, groeit voornamelijk naaldhout, stekelvaren, blauwe bosbes en struikhei. Aan de westkant in de buurt van het Spruitenstroompje vinden we kleinschalig weiland omgeven door houtwallen.

Na de slagboom volgen we de geel-witte markering over een rechte laan tot aan de viersprong. Hier wandelen we naar rechts en lopen nu pal noord. Voor we opnieuw op de Biestsedijk komen slaan we linksaf en komen aan het einde op de Rentmeestersdijk. Nogmaals naar rechts en deze onverharde weg uitlopen tot de Biestsedijk, die we volgen naar Biest-Houtakker. Voor we de eerste huizen van dit rustige dorpje bereiken, zien we aan het bruggetje over Het Spruitenstroompje nog een Mariakapelletje. Hier wordt de herinnering levend gehouden van de vondst van een beeldje van Onze Lieve Vrouw in het jaar 1643 door vier jongelingen in het toenmalige gehucht de Biest in het stroompje de Aa bij de Bevertbrug. Deze gebeurtenis staat beschreven in een oud “Geestelijke Liedeken”uit 1644. Indachtig deze overlevering bestaat er eeuwenlang een bijzondere verering van Onze Lieve Vrouw in het dorpje Biest-Houtakker. In het dorpje gaan we op de eerste kruising linksaf de Beverstraat in die de laatste huizen overgaat in een zandweg. Deze zoekt slingerend zijn weg door het open landbouwgebied. Bij de kassen voert ons de route tegen de klok in om dit bedrijf heen tot aan de Akkerstraat. Hier even naar links en dan meteen de zandweg in naar rechts dwars door een akkers. Verderop hebben we enige beschutting van hakhoutbosjes langs het zandpad. We bereiken de Klein Westerwijksestraat.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Deze Klein Westerwijksestraat voert ons in westelijke richting terug naar Hilvarenbeek door het gehucht Westerwijk, ook wel Westrik genoemd. Deze naam wordt al in 1390 vermeld. Volgens een sage reist Hertogin Johanna van Brabant in dat jaar door Brabant. Ze verdwaalt op haar route en komt vast te zitten met haar rijtuig. De Hulp van de boeren van Westerwijk wordt ingeroepen en helpen de hertogin weer op de goede weg. Uit dankbaarheid schenkt ze een stuk grond, waarvan de opbrengst geheel toekomt aan de hulpvaardige boeren. Daarnaast schenkt ze ook een klok aan de toren van Hilvarenbeek. Die klok moet iedere avond omstreeks negen uur luiden, het tijdstip waarop Hertogin Johanna van Brabant vast komt te zitten met haar rijtuig. We passeren de uit de 17e eeuw stammende Auberge De Eksterhoeve verscholen in het groen. Een ingrijpende verbouwing door de bekende interieur designer Emile van Dijk heeft voor een bijzonder interieur gezorgd met de zonnige Zuid-Franse sfeer van de Provence. Of de uit 1668 stammende gevelschildering met kop van een everzwijn nog origineel is, laat zich niet raden.

Even verderop bereiken we aan onze linkerzijde een kapelletje, omgeven door een cirkel van 17 rode beuken stammende uit ongeveer 1870. We zijn hier op het hoogste punt, dat in vroegere tijden begrensd werd door twee stroompjes: de Ley en de Hilver Volgens de overlevering hebben hier ooit de wegen gekruist van twee heiligen, namelijk St. Servatius en St. Willibrordus. De kapel wordt dan ook aanvankelijk toegewijd aan St. Servatius, maar raakt rond 1500 ernstig in verval. Want blijkens een brief door Karel V geschreven vanuit Spanje en bewaard in het archief van de Hilvarenbeekse parochie, geeft hij toestemming tot wederopbouw van de kapel. Van 1600 tot 1800 doet de kapel ook dienst als schuilkerk, omdat na de Reformatie de Katholieken geen erediensten, meer mogen houden in de St. Petruskerk van Hilvarenbeek. In de 19e eeuw raakt de kapel opnieuw in verval en wordt in 1910 gerestaureerd en tot Mariakapel gemaakt. Sindsdien is zij reeds vele malen gerestaureerd en veranderd. Tijdens het bevrijdingsoffensief in WOII is het in de ochtend van 25 oktober 1944 de oprukkende Prinses Irene Brigade, die hier in Westerwijk en het daarachter liggende bosgebied in gevecht raakt met de Duitsers van de 256 Volks Grenadiers Division in aanloop op de moeizame bevrijding van Tilburg vanuit het zuidoosten. Het kapelletje loopt schade op en wordt opnieuw hersteld in 1967. Het is een Tilburgse familie die daarvoor het nodige geld levert en vraagt om de kapel nu toe te mogen wijden aan St. Jozef. Dit gebeurt en nu vinden we er een beeld van St. Jozef.

De Klein Westerwijksestraat loopt door tot aan de N269, de doorgaande weg van Hilvarenbeek naar Tilburg. Het is de bedoeling aan de overzijde van deze autoweg te komen. Met een ruime lus onder het viaduct door moet de Groot Westerwijksestraat ons naar de overzijde brengen. Gelukkig is er voor de voetgangers direct achter het viaduct een trap omhoog. Zo wordt een paar honderd meter afgesneden. We lopen deze asfaltweg af tot aan het eerst zandpad naar rechts. Deze landweg tussen de weilanden en landbouwgronden en omzoomd met hakhout lopen we helemaal uit tot aan de Goirlesedijk. Hier gaat het even naar rechts om dan pal zuidwaarts te wandelen. Het is een open gebied dat op de topografische kaart staat aangegeven met de Huisvennen. Aan de huidige weiden is het voormalige Huisven al lang geleden ten offer gevallen. Wel kun je het treffen dat een valkenier bezig is met zijn slechtvalken op kraaien te jagen. Dit gebeurt op verzoek van de boeren. Een alleraardigst schouwspel! We zijn er net geen getuigen van. De slechtvalken zitten al in de auto, maar we krijgen uitgebreid uitleg over de werkwijze van het jagen met de slechtvalk.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op het kruispunt van zandwegen aangekomen nemen we de route naar rechts en volgen het pad langs de bosrand. We zijn nu op het Landgoed Gorp en Rovert, een 1100 hectare groot gebied met veel naald- en loofhout, heide en ontgonnen grond. In de 19e eeuw bestaat het gebied voor een groot deel nog uit heidevelden en vennen. In het begin van deze eeuw wordt de heide grotendeels ontgonnen. Een deel wordt in gebruik genomen als cultuurgrond, maar vooral is de heide beplant met naaldhout voor mijnstutten en loofhout, zoals beuk, eik en tamme kastanje. De wandeling gaat langs de bosrand en rechtuit door het bos tot aan een brede zandweg, waarlangs een prikkeldraadomheining loopt. Wij gaan naar links en bereiken na goed een kilometer het asfalt van Gorp, een landweg die loopt van Hilvarenbeek naar de gehuchten Gorp en Rovert.

De straat gaat over in Groot Loo en loopt door het gelijknamige buurtschap Groot Loo, dat al vanaf de 14e eeuw in de geschiedenisboeken staat opgetekend. Aan beide zijden van de weg liggen vrij dicht op elkaar prachtige boerderijen, die hun oorsprong hebben in de 15e en 16e eeuw, maar ook van recentere datum met namen als: de Heimolen, Wouwershoeve en Antoniushoeve. Dit fraaie buurtschap is voor de bomenliefhebber echt de moeite waard. Drie boerderijen op rij hebben zeer mooie leilinden voor het pand staan, een fraaie kastanje en twee solitaire Hollandse lindes bekronen het geheel. De linden zijn karakteristiek voor de Brabantse boerderij als scherm tegen zon en wind en zijn vaak nog te vinden voor de oudere boerderijen. Verder zien we voor een boerderij een gigant van een populier met wel zes stammen. Een boom als een boeket reusachtige bloemen.

Als we de bebouwing van Hilvarenbeek naderen, gaat het rechtuit de Loostraat in tot op de kruising met de St. Sebastiaanstraat. Nog even naar rechts waar we op de hoek van St. Sebastiaanstraat met de Wouwerstraat langs museumbrouwerij De Roos komen. Het is een unieke authentieke dorpsbrouwerij die dateert van omstreeks 1850 en in 1933 stilgelegd. De brouwerij is tot die tijd in bezit van de Familie de Leyer. Het feit dat een groot deel van de inventaris nog aanwezig is, maakt deze brouwerij tot een uniek monument en object van industriële archeologie met een brouwinstallatie op takkenbossen gestookte met open koperen ketels uit de tweede helft van de 19e eeuw. Doordat niet wordt overgeschakeld op pils, gaat de brouwerij ten onder. In 1993 worden de brouwerijgebouwen (brouwerij, woonhuis en poort) aangewezen als beschermd monument door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De museumbrouwerij is enkele jaren geleden in haar oude luister hersteld en is in het weekend geopend.

Terug bij de auto gaan de wandelschoenen onder de achterklep en hebben we tijd voor een drankje. Door de Wouwerstraat zijn we terug op het Vrijthof, de plek waar we voor deze rondwandeling door het Land van de Hilver vertrokken zijn. Een gelegenheid om iets te drinken is snel gevonden, alhoewel de meeste café’s dicht zijn. We strijken er neer en zijn uiterst vebaasd over de prijs van de consumpties. Dit is voor herhaling vatbaar. Bij vertrek spreken we af om in de week na Carnaval opnieuw een wandeling te plannen, Charles zal op zoek gaan naar een tocht in de buurt van Moergestel of Oisterwijk. Mail zal volgen.

Charles Aerssens
23 januari 2008



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 23-01-2008 door C.P.J. Aerssens