Volgens afspraak heeft iedereen de eerste woensdag van de maand in de agenda omcirkeld als vast moment om te gaan wandelen. Een mailtje van Charles is dan ook al voldoende om iedereen scherp te houden en de datum van woensdag 5 april te reserveren. Jammer dat Jan al een afspraak heeft lopen voor een bezoekje aan het Amphiaziekenhuis in Oosterhout. Hij zal opnieuw verstek moeten laten gaan. Volgende keer beter! De eerste etappe van het Grenslandpad is zo goed bevallen dat het niet moeilijk is om opnieuw een traject van deze lange afstandswandelweg onder de wandelschoenen te nemen. Was Alphen het eindpunt op 8 maart, nu is het vertrekpunt als logisch vervolg. Verzamelen doen we net buiten Strijbeek bij de Gouwberg. Tijd van samenkomst 8.30 uur.

Als het woensdag 5 april geworden is, gaat de wekker een half uurtje vroeger af. We hebben immers besloten om 8.30 uur af te spreken als tijdstip om elkaar te treffen. Zo hebben we iets meer tijd om naar het vertrekpunt te rijden, zodat we rond de klok van 9.00 uur kunnen vertrekken. Charles heeft vandaag geluk: geen files rond Tilburg en Breda. Maar op de afslag naar Chaam gaat het mis! Niet de weg naar Strijbeek genomen en dus door de binnenlanden van Chaam naar de Gouwberg. Tot overmaat van ramp stuit hij op een wegafzetting wegens werkzaamheden aan het wegdek. Er moet gefreesd en geasfalteerd worden. Wachten dus. Als dan ook nog de auto niet meer wil starten, is er enige paniek. Zelfs het aanduwen door een handjevol wegwerkers wil niet helpen. Overschakelen van gas op benzine brengt de uitkomst. Nog op tijd bereikt Charles de Gouwberg, waar hij even later de auto van Lorenz voorbij ziet rijden. Zij zijn op weg naar de verkeerde parkeerplaats! Maar het mobieltje brengt uitkomst en zo keren Lorenz, Peter en Jan-Willem met rasse schreden terug naar de Gouwberg, waar ze Charles oppikken. Via Chaam met een extra rondje om de rotonde gaat het naar Alphen. Ruim voor 9.00 uur parkeren we de auto in het centrum bij het bejaardenhuis aan de Wilibrordusstraat.

We pikken de route van het Grenslandpad op aan de Molenstraat, waar we bij het kerkhof een bezoekje brengen aan de oorlogsgraven. Alphen en het hele grondgebied rondom Baarle Nassau is eind oktober 1944 tijdens Operatie "Pheasant" door de Eerste Poolse Pantserdivisie van Duitsers gezuiverd. In totaal verloren de Polen hierbij 47 manschappen, waarvan er een aantal begraven ligt op de Poolse Begraafplaats van de Oorlogsgravenstichting aan de Molenstraat. Even verderop komen we langs het Pastoor Binckplein. Binck (1889-1971) werd in 1932 pastoor in Alphen, waar hij zich meteen ging inzetten voor de archeologie. In 1940 werd hij de oprichter van Brabants Heem. Hij vond dat de Brabanders te weinig kennis hadden van hun eigen dorp en stad. Hij trok het gehele gewest door om lezingen te geven en nieuwe heemkundekringen te stimuleren. Alphen immers heeft een geschiedenis die teruggaat tot aloude tijden, wat blijkt uit de vele prehistorische vondsten. Deze zijn ondergebracht in het Streekmuseum, dat gevestigd is in het vroegere protestantse kerkje uit 1822. Het bevat een uitgebreide verzameling van archeologische vondsten. Buiten een collectie aan urnen, gereedschappen en gebruiksvoorwerpen uit de prehistorie en de Romeinse tijd, wordt het hoofdbestanddeel gevormd door de voor Brabant unieke verzameling van sieraden, wapens, potten en glaswerk uit het ter plaatse blootgelegde Merovingische grafveld (450-750 na Christus). Deze grafheuvel ten zuidwesten van de huidige woonkern dateert uit de periode rond 2500 jaar voor Christus. De vroege bewoning is mede verklaarbaar doordat het gebied relatief hoog gelegen is tussen de moerassige en venige dalen van de rivier de Leije en de rivier de Mark.

De latere geschiedenis van Alphen is direct verwant aan die van de abdij van Echternach. In het jaar 709 werd de abdij geschonken aan bisschop St. Willibrordus . Hierna werd de abdij begiftigd met goederen en rechten gelegen onder Alphen. Als belangrijkste bezitter van grond heeft de abdij zodoende enkele eeuwen zowel de wereldlijke als de kerkelijke macht uitgeoefend in de toenmalige parochie, waartoe eveneens Riel en Chaam behoorden. Met het groeien van de macht van de wereldlijke vorsten kwam hieraan een einde en werden de rechten aanmerkelijk beperkt. In de 12e eeuw treden de Tempeliers, een orde van kruisridders, en de Heren van Breda op als eigenaren van de gronden en als beoefenaars van de juridische macht. Alphen (en Riel) bleef met Chaam een rechtsgebied tot de Franse tijd. In 1810 werd Chaam zelfstandig en Alphen werd samen met Riel eveneens een zelfstandige gemeente. Naast de eerder genoemde grafheuvel bevinden zich in en om het dorp nog andere herkenbare overblijfselen van vroeger, die de moeite van het bezichtigen waard zijn.

Aan het einde van het Pastoor Binckplein gaat de Molenstraat over in de Zandstraat. Weldra hebben we de bebouwing achter ons. Op de splitsing met de Maastrichtse Baan staat een informatiebord. Het betreft het gemeentelijk Recreatiegebied Het Zand, een 200 hectare groot bos- en natuurgebied dat een eigen sfeer en rust uitstraalt. In het gebied is zowel een camping als een door ontgraving verkregen zwem- en speelvijver gesitueerd. Die vijver circa 1,5 meter diep wordt omzoomd door 7 hectare strand en ligweide, met daarnaast nog uitgestrekte speelweiden. We negeren de afslag van de Maastrichts Baan bij ANWB-paddestoel P-23565 en lopen rechtdoor een doodlopende weg in. Schuin tegenover huisnummer 24 linksaf een bospad in langs een slagboom en meteen rechtsaf. Dit pad volgen we tot de kruising bij de Kelbaan. Hier gaan we linksaf slaan en op de volgende kruising naar rechts. We zitten nu op het pad langs de recreatieplas. Met een ruime bocht lopen we om de plas heen. Langs een berkenbosje met een bocht mee naar links. Op driesprong met zitbank rechtsaf en aan het einde van dit pad linksaf. We lopen door tot we naar links het hek van de Camping zien en gaan hier naar rechts en volgen de rood-witte routemarkering tot aan een brede zandweg met fietspad. Hier rechtsaf de Maastrichtse Baan op. We passeren de ANWB-paddestoelen P-23567 op de kruising met de Oude Gilze Baan en P-23568 op de kruising met de Franse Baan. Nog even rechtdoor en langs de slagboom boswachterij Chaam. Voorbij het fietspad dat linksaf buigt even rechtdoor gaan over het zandpad. Eerste bospad linksaf, waar we de Maastrichtse Baan verlaten, en aan het eind van dit pad komen we uit op het tegelfietspad. Hier rechtsaf.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We lopen hier op de Lange Slinger Dreef, die we na een paar honderd meter weer verlaten door naar links af te slaan. Ruim 100 meter vanaf deze kruising komen we op een Y-splitsing waar een bord 'secured by' aangeeft dat we bij een uithoek aan de achterzijde van Camping Buitenlust zijn gekomen. Met een boog naar links lopen we door tot we uitkomen op een asfaltweg, de Huisdreef, die we naar rechts vervolgen tot aan de ingang van Camping Buitenlust. Deze gemoedelijke familiecamping met een oppervlakte van 7 hectare ligt midden in de prachtige uitgestrekte Chaamsche bossen. Het is nog te vroeg op de dag om al een pauze in te lassen en hier een kopje koffie te nuttigen. Jan-Willem zou wel willen, maar stemmen is in zijn nadeel: er moet eerst maar eens stevig doorgelopen worden!! Op de kruising voor Camping Buitenlust nemen we een brede bosweg naar links. De rood-witte markering voert ons meteen naar rechts. We lopen even met de klok mee om dan het pad met de bocht naar links te volgen. Na de slagboom komen we uit op de verharde Putvenweg, hier linksaf. Na 50 opnieuw rechtsaf, smal bospad in en rechtdoor over een vlondertje. Als we de bocht naar links door zijn en op de T-splitsing aankomen. Lopen we naar rechts. We komen nu langs het Stayokay 'Het Putven' en lopen door naar het Putven.

Dit idyllisch gelegen Putven ligt aan de westzijde van de Chaamsche Bosschen, die deel uitmaken van boswachterij Chaam. Ooit bestond het gebied uit zandverstuivingen en natte heide met verschillende vennen. Veel van deze heideterreinen zijn tussen 1900 en 1934 ontgonnen en bebost. Dit bosgebied is 1300 hectare groot en in beheer van Staatsbosbeheer. De belangrijkste natuurwaarde van de boswachterij ligt in haar omvang. De uitgestrekte bossen zorgen voor rust en stilte, waardoor tal van, meestal schuwere beesten zich hier thuis voelen. Met name roofvogels, zoals de buizerd en sperwer profiteren hiervan. Aan de rand van de open plekken in het bos grazen in de ochtend- en avonduren vaak reeën.

De route van het Grenslandpad zoekt kronkelend haar weg door het bos tot we bij de bosrand uitkomen op een asfaltweg, waar we rechtsaf slaan. Naar het westen hebben we over de weilanden zicht op het buurtschap Heikant. Als we de bocht door zijn vervolgen we het bospad rechtdoor en steken even verderop de Huisdreef over. Het eerste pad naar rechts en dan naar links doorlopen, de fietspad van de Lange Slinger Dreef oversteken, tot waar het bos wijkt voor een open landschap. Hier is het Ossengoor.

Het Ossengoor is een voormalige landbouwenclave in de oostzijde van de boswachterij Chaam. De oostkant van de Chaamsche Bosschen ondergaat de laatste jaren een ‘metamorfose’. Enkele geïsoleerde graslandcomplexen worden omgevormd naar de oorspronkelijk hier voorkomende natte heide. Het is de bedoeling dat op het nieuw ingerichte gebied weer soorten als struik- en dopheide gaan groeien, maar ook zeldzame plantjes als klokgentiaan, zonnedauw en veenbies naar boven. Staatsbosbeheer doet dit door de bovenste grondlaag af te graven en heeft in de loop der jaren talloze greppels en ontwateringsloten afgedamd of dichtgeschoven, dit in samenwerking met het Waterschap. De gemiddelde grondwaterstand blijkt daardoor meer dan een meter gestegen. In dat kader is ook het Ossegoor omgevormd tot een zogenaamd 'winterven'. Zij vormt zo een natuurlijke laagte welke in het winterseizoen volloopt met water en door de werking van een overloopstuwtje, in het voorjaar en de voorzomer weer langzaam mag opdrogen. Samen met de vele poelen die de laatste jaren in de boswachterijen zijn aangelegd, vormt die vernatting een wezenlijke stap in het herstel en de ontwikkeling van een natte ecologische infrastructuur in de boswachterij.

We steken het Geuzenpad over en de wandeling voert door de Ossengoor Dreef nu richting Gilze Weg. Hier staan we plotseling oog in oog met een ree. We lopen tegen de wind in en stilstaand kunnen we even ongestoord genieten van zijn nabijheid. Dan kiest hij toch voor een veilige aftocht en laat ons verbaasd achter. Linksaf voert de route ons door het gebied dat op de topografische kaart staat aangegeven met “Retentiebekken”. Hier kan door een stuw in overleg met het Waterschap Mark en Weerijs de waterstand tot 1,5 meter verhoogd worden om de vernatting van de Chaamsche Bosschen te regelen. Op de T-splitsing gaan we rechtsaf en lopen door het bos tot bij de slagboom aan de Gilze Weg. Hier is een geschikte picknickplek en het is tijd om er onze middagpauze te verbrengen. Zijn we tot nu toe onder een stralend zonnetje op weg geweest, nu wordt de hemel allengs donkerder en pakken dikke wolken samen. De temperatuur daalt snel en plotseling begint het te hagelen. De paraplu’s komen tevoorschijn en we moeten schuilen! We hadden ons deze pauze wat anders voorgesteld. Gelukkig is de hagelbui slechts van korte duur!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Weer op pad steken we de fietspaden en de drukke asfaltweg van de Gilze Weg of Chaamse Weg over bij ANWB-paddestoel P-23571. Het gaat rechtdoor het Ulvenhoutse Bosch in. Dit bos tussen Chaam en Breda werd voor het meerendeel in de vorige eeuw aangeplant. Met de aanplant van dit bos werd in de 16e eeuw onder de prinsen van Oranje begonnen. Het bos diende als jachtterrein. Er is nog veel dat aan het Huis van Oranje herinnert, zoals het Prinsenbosch en de Royale Dreef, zo genoemd naar Stadhouder-koning Willem III. Ook in dit bosgebied met de naam Prinsenbosch kronkelt de route van het Grenslandpad. Na goed een kilometer bereiken we de Grensweg. We volgen naar het noordwesten deze asfaltweg, die aan de buitenkant van het Prinsenbosch loopt met naar het westen zicht op het Chaamse beekdal met Groote Heikantse Beek en Broeksche Beek. Waar de asfaltweg met een bocht naar links overgaat in de Slingerdreef, houden we rechts aan en lopen het bosweg in tot aan de T-splitsing. We zijn hier op de Grote Slingerdreef, een brede zandweg met fietspad. Linksaf tot aan de ANWB-paddestoel P-23574, waar we weer naar links gaan. Even verderop steken we de Royale Dreef over om na goed 100 meter rechtsaf te slaan. De rood-wit gemarkeerde route komt uit op een brede zandweg die we naar rechts volgen. We steken de Chaamse Dreef over en komen voorbij een slagboom van het Landgoed Valkenberg, dat niet voor publiek toegankelijk is.

We komen tussen de hoge bomen van het Landgoed Valkenberg met een lanenstelsel, dat rond 1770 werd aangelegd door de eigenaren van het Landgoed Valkenberg. Het gebied Valkenberg behoorde van oudsher bij Gilze. Het is ontgonnen in de 13e eeuw en de eerste vermelding dateert uit 1456, toen het in bezit was van ene Juffrouw Lijsbetten van Valkenberge. In 1660 werd het landgoed verder uitgebouwd. Eind 18e eeuw werd er op het landgoed allerlei landbouw experimenten uitgevoerd. Het landgoed maakt deel uit van het zeer oude Chaamsche Bosch dat westelijker ligt en misschien wel het oudste bos is in heel de Kempen. In een oorkonde uit 1236 schenkt Hildegundis, Abdis van Thorn het bos aan haar abdij. Later kwam het onder beheer van de Heer van Breda. Sindsdien is het waarschijnlijk altijd bos gebleven. Het bos ligt niet op Chaams grondgebied, maar hoorde vroeger toch bij Chaam. We zijn nu op de Valkenbergseweg. En kunnen in zuidelijke richting een blik werpen op het oude landhuis, statig gelegen in een park in Engelse Landschapstijl met weiden, vijvers en boseilanden, weelderig omgeven met rododendrons. We kiezen voor de routevariant en lopen niet door tot de Valkenbergseweg kruist met de Geerbroekseweg, maar slaan eerder links af. Deze weg voert ons langs enkele rustieke optrekjes en brengt ons naar het Chaamse Bosch. We zijn nu in het beekdal van de Chaamsche Beek, een echte laaglandbeek, die meanderend haar weg zoekt. We steken deze beek over en bereiken de Chaamseweg. Even naar links en vervolgens naar rechts halfverharde pad in, dat tussen twee boerderijen door voert en even verder een graspad wordt. Hier hebben we een alleraardigste ontmoeting met een echtpaar dat ook op weg is over het grenslandpad. Zij zijn gestart in Sluis en lopen de route in oostelijke richting.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het einde van dit pad rechtsaf en direct daarna op Y-splitsing links aanhouden een brede beukenlaan. We zijn hier op de Hondsdonkseweg net buiten het buurtschap Rakens. We volgen deze brede zandweg en hebben naar het zuidoosten over de weilanden tegen de bosrand zicht op het Landgoed Hondsdonk. Landgoed Hondsdonk stamt waarschijnlijk uit de eerste helft van de 14e eeuw. De naam is waarschijnlijk ontleend aan de jachthonden, die hier door de Heren van Breda werden afgericht. De toenmalige hoeve Honsdonc is dan in het bezit van Claeus van Oekel. In 1364 wordt de nalatenschap van Claeus van Oekel verdeeld, waarbij de Hondsdonk bij Peter van Gageldonk terechtkomt. De hoeve brandt rond 1625 af, en wordt niet meer op dezelfde plaats opgebouwd.

In 1657 bestaat het landgoed uit “eene hoeve, huysinge, schuere, koyen, hoff, boomgaert, landen, weyden, torffvelden, bosschen ende erven daeran gehoorende”. Het gaat hier om vrij nieuwe gebouwen. In dat jaar draagt jonkheer Philibert van Borselen het hem toebehorende deel over aan jonker Cornelis van Blyenburch. In 1777 wordt het huis verkocht aan Lucas Willem Philip, baron van der Borch, adjudant-generaal van Willem V. Hij liet aan het einde van de 18e eeuw het huidige landgoed in Empire-stijl bouwen. Als in 1820 de generaal op 82-jarige leeftijd overlijdt, laat alles na aan zijn neef Allard P.R.C. baron van der Borch van Verwolde. Diens zoon erft in 1836 het huis, dat dan verhuurd is aan Otto Jan Herbert, graaf van Limburg Stirum. In 1842 loopt het huurcontract af en Willem van der Borch besluit zelf op de Hondsdonk gaan te wonen. Via vererving komt het landgoed aan de gebroeders Prisse, waarvan Willem Ludovicus Franciscus uiteindelijk in 1919 het gehele landgoed verwerft. In 1951 erft zijn zoon F.B.E., baron Prisse het landgoed. Een ander opmerkelijk feit is, dat de Noord-Nederlandse schrijfster Eliza Carolina Ferdinanda van Calcar-Schiotling (1822-1904) enige tijd op het landgoed Hondsdonk heeft gewoond. Haar bekendste roman "Hermine" is geschreven op de Hondsdonk. Toen ze met van Calcar, later burgemeester van Wassenaar, trouwde, verhuisde ze.

De Hondsdonkse Weg vervolgend komen we nu in het bosgebied van de Strijbeekse Heide. De heideontginningsbossen van de Strijbeekse Heide zijn in de jaren 1934/35 aangelegd en bestrijken een oppervlakte van 189 ha. Er liggen drie natuurlandschappelijk waardevolle gebiedjes, namelijk het Zwarte Goor, het Langven en het Rondven. Dit zijn typisch Noord-Brabantse vennen, omringd door heide. Het zijn restanten van de oorspronkelijke Strijbeekse Heide, die nu voor een groot deel in cultuur is gebracht. Aan de Heistraat gekomen, even naar links deze zandweg met fietspad volgen en dan rechtsaf. We staan nu op de Hoge Weg slaan voorbij het akkerland het tweede pad naar links in en komen door het klaphek en staan we dan plotsklaps aan de oever van her Rondven, rustig gelegen midden op de Strijbeekse Heide. Het gebied telde in de 19e eeuw aanzienlijk meer vennen dan tegenwoordig. Vanaf de vijftiger jaren werden honderden hectaren heide, met de daarin gelegen vennen, door de Domeinen aan boeren verkocht. Die vennen, waarvan de ondergrond enigszins vruchtbaar was, werden ontgonnen. De meeste onvruchtbare vennen bleven hierdoor praktisch onaangetast. De zwarte stern, grutto en wulp broeden er, maar nu was hiervan nog geen spoor.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het is een uitstekende plek om even te pauzeren en de stilte van de natuur op je in te laten werken. Weer op weg laten we de schuilhut links liggen en lopen tegen de klok in om het Rondven. Aan de westzijde komen we op het zandpad Inneem en lopen door tot de vijfsprong. We houden links aan en kiezen bij het huis voor de Erikaweg. De rood-witte markering gaat naar rechts door het bos. Plotseling worden we opgeschrikt door een schichtig ree dat met enkele reuzesprongen op goed 15 meter voor ons het bospad overschiet en snel in de onderbegroeiing verdwijnt. We houden rechts aan en komen opnieuw op de brede zandweg Inneem. Na een paar honderd meter komen we uit op de asfaltweg bij hoeve Gouwberg, ons eindpunt van het wandeltraject van deze dag. Het is even na 15.00 uur. De auto van Charles staat er nog en dus instappen en terug naar Alphen. Hier immers moeten we de auto van Lorenz ophalen. Zoals gebruikelijk willen we nog even napraten onder het genot van een pilsje. Maar we komen bedrogen uit: geen enkel café in Alphen is op deze woensdagmiddag open!! De shoarmatent biedt gelukkig uitkomst en hier laten ons een heerlijk zacht Turks biertje goed smaken.

Opnieuw zijn we verrast door het afwisselende en gevarieerde landschap dat we op onze wandelroute van vandaag onder de wandelschoenen hadden. De beide etappes van het Grenslandpad zorgen er in elk geval voor om ook de komende keren voor deze LAW 11 te kiezen. Voor de zomervakantie zij dat nog twee keren. We zien dan ook met verwachting uit naar dagwandeling van de Reuselse Moeren naar de Poppelse Dijk op woensdag10 mei aanstaande.

Charles Aerssens
11 april 2006



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 11-04-2006 door C.P.J. Aerssens