Met de afspraak dat we dit kalenderjaar elke maand een woensdag op pad willen gaan, is er na de vorige wandeling in de omgeving van Rijsbergen meteen een datum geprikt. Zo wordt 8 maart in de agenda bijgeschreven. Die dag ligt vast en er hoeft alleen nog te worden nagedacht over de route. Peter oppert het idee om een langere wandelroute te gaan lopen, die in etappes kan worden afgelegd en komt met het plan het Grenslandpad – LAW11 eens te bekijken. Hij is in het bezit van dit gidsje. Het 365 kilometer lange Grenslandpad tussen Sluis in Zeeuws Vlaanderen en het Limburgse Thorn verloopt in de buurt van de grens met onze Zuiderburen en staat te boek als een ontdekkingstocht naar de sporen van een zeer boeiende cultuurhistorische geschiedenis aan weerszijden van de Nederlandse zuidgrens. De met rood-wit gemarkeerde wandelroute voert ons volgens de beschrijving door een afwisselend landschap tussen het Zwin en de Maas, waar de Bourgondische sfeer van gezelligheid en gastvrijheid voor grenzeloos wandelen zorgt. Wij zijn benieuwd of dit ook klopt en besluiten een eerste etappe onder de wandelschoenen te nemen. Charles puzzelt uit de gids een traject van 24 kilometer met als startpunt de grensovergang aan de Poppelse Dijk, de doorgaande weg van Poppel naar Lage Mierden. Eindpunt is het centrum van Alphen.
Woensdagmorgen 8 maart zijn de weersvooruitzichten niet bepaald gunstig. Volgens weergoeroe Piet Paulusma moeten we rekenen op veel regen. We laten ons hierdoor niet afschrikken en om 9.45 uur melden zich Charles, Lorenz en Peter op de parkeerplaats voor de kerk in Alphen. Jan Willem heeft afgebeld in verband met een blessure en Jan is door griep geveld! Gelukkig is het nog droog. Voor de logistiek van het wandeltraject van vandaag is het nodig één auto achter te laten en met de andere, in dit geval de auto van Peter, naar de Poppelse Dijk te rijden. Hebben we het gevoel vanuit Alphen de juiste weg te kiezen richting Poppel, eenmaal onderweg blijken we de juiste afslag via Egelsbroek in Terover gemist te hebben en staan we plotseling in Baarle-Hertog. De kaart moet erbij komen en Charles lootst ons door de binnenlanden naar de Bedafse Brug. Hier bekijken we nog even de situatie waar Peter tijdens één van de vorige wandelingen een pijnlijke smark gemaakt heeft over een gespannen draad bij een boerderij. Nu zijn we zo in Poppel. Even opletten om de juiste route te vinden naar de Poppelse Dijk.
Even voor half tien bereiken we de Belgisch-Nederlandse grens, waar we de auto parkeren en meteen de rood-witte markering van het Grenslandpad ontdekken. De wandelschoenen gaan aan, de rugzakken om. We nemen het kaarsrechte, brede bospad naar het noordoosten direct langs de grens. Naar het westen hebben we uitzicht over de landerijen, die voor de ontginning deel uitgemaakt hebben van de Tulderse Heide. Na goed 500 meter duikt de eerste grensmarkeing op: een bemoste grenssteen. De gietijzeren grenspalen 207 en 208 volgen elkaar daarna snel op. Bij deze laatste gaan we naar rechts het bos in. Met een ruime bocht naar links voert de route ons door Landgoed De Tulder, een vroegere landbouwenclave aan de grens. De oude Tulderhoeve had een wal met een begroeiing van eiken en was zelfs omwaterd. We passeren een jachthuisje en boswachterswoning, die omstreeks 1900 hier werden gebouwd door notaris Huysmans, de voorlaatste eigenaar van Landgoed De Tulder. Even verderop voorbij een boerderij aan de rechterkant bij P-22669 gaat de weg over in asfalt en heet hier Roovertse Baan. Links, hoeve De Nuydt, en rechts komen we voorbij optrekjes met de bekende rood-witte luiken, welke aangeven dat we hier op Landgoed De Utrecht zijn.
De Roovertse Baan komt uit op de Oude Trambaan. Deze voormalige trambaan is tussen 1907 en 1909 aangelegd om de Kempen vanaf Tilburg via Esbeek naar de Belgische grens te ontsluiten. Er werden hoofdzakelijk post en bedevaartsgangers naar het heiligdom van St. Cornelis in Esbeek vervoerd. Al voor de Tweede Wereldoorlog is de tramdienst opgeheven. Hier steken we over en vervolgen het bospad tot aan de vijfsprong bij Aalstheide, waar we de tweede weg schuin linksaf aanhouden. Zo komen we aan een stuk open heidelandschap. Eenmaal op de zandweg voor het ven, dat op de topografische kaart staat aangeduid met Papschot, slaan we linksaf. De route verloopt op een klein dijkje tussen de heide links en het ven rechts. Dit pad buigt na ongeveer 300 meter naar links de heide over en komt uit op een breed zandpad, dat langs de grens met België loopt. We gaan naar rechts en treffen langs de anderhalve kilometer zandweg nog een viertal grensstenen. Links is België en rechts de eerste bossen van het Landgoed Gorp en Roovert en de Roovertse heide. Deze rechte grenslijn duidt erop dat in 1843 bij het vaststellen van de landsgrens gebruik is gemaakt van de liniaal om het grensverloop te bepalen over de toen nog woeste gronden in dit gebied.
Op het laatste stuk loopt de route langs de kronkelende Aa, een beekje dat over de grens overgaat in de Roovertse Leij. Met een bocht naar rechts, ter hoogte van een huis, komen we op een breder bospad en lopen door tot P-21312. Hier gaat het naar links. We lopen door tot P-21551 en slaan links het bos in bij de slagboom van het Landgoed Gorp en Roovert. Dit landgoed is samen met de Roovertsche Heide een groot gebied van rond de 1100 hectare met veel naald- en loofhout, heide en ontginning. In de 19e eeuw bestond het gebied voor een groot gedeelte uit heidevelden en vennen. In het begin van deze eeuw werd de heide grotendeels ontgonnen en ten dele in gebruik genomen als cultuurgrond. De ontgonnen grond werd echter vooral beplant met naaldhout (voor mijnstutten) en loofhout, zoals beuk, eik en tamme kastanje. Op sommige plaatsen staan ook veel rododendron. In dit zeer afwisselende gebied komen velerlei planten voor zoals diverse soorten varens en duizendknoop. In het voorjaar bloeit er plaatselijk speenkruid, bosanemoon en het lelietje der dalen. Het gebied kent ook een rijke vogelstand.
Om De Moerkes heen bereiken we de Sinteldreef, gaan even naar links over de stenen brug van de Roovertsche Leij. Hier vervolgen we stroomafwaarts de route door het beekdal van de Roovertsche Leij. Het pad slingert en kronkelt langs de beek door het bos, op veel plekken dichtbegroeid met rododendron struiken, richting de Paradijsbrug. We zijn hier op het Gorpsbaantje. Bij de Paradijsbrug wijst de rood-witte markering van het Grenslandpad naar links in westelijke richting. We komen langs de toerit naar “De Nieuwe Hoef”, een uit 1641 daterende Tiendhoeve. Pachters uit de verre omtrek kwamen er in geld of in natura het tiende deel van hun oogst aan de landheer afdragen. Het is nu ingebruik als restaurant. Eve verderop is de plek waar in het bos nog de graven te zien zijn van twee van de vijf eerste gijzelaars, die hier in augustus 1942 door de Duitsers werden gefusilleerd. Naar het noorden kijken we over de weilanden en landerijen richting Goirle, dat op ongeveer 3 kilometer aan de mistige horizon ligt. Nog even doorlopen en we bereiken de drukke doorgaande N261 van Tilburg naar Poppel, waar een informatiebord uitleg geeft over Landgoed Gorp en Roovert. De brede zandwegen die we hier in dit gebied bewandelen, waren in de 17e eeuw de aanlooprouten naar de handelswegen tussen Turnhout, Antwerpen en Brussel.
Als we de N261 bij P-21308 zijn overgestoken vervolgen we de brede zandweg. Het droge weer bij vertrek is na overgang met miezerregen nu helemaal van slag. Pluvius heeft de hemelsluizen helemaal opengezet en de regen komt met bakken naar beneden. Gelukkig is er geen wind in valt het hemelwater loodrecht naar beneden. De paraplu is nu echt wel nodig. Dit betekent dat we ook geen mogelijkheid hebben om even te pauzeren en uit te rusten. Dit betekent doorlopen en hopen dat we toch ergens beschutting kunnen vinden voor de middagpauze. Als we een stukje verderop langs een dicht dennenbos komen, besluiten we onder het dichte dennendak, enigszins beschut tegen de gestaag vallende regen, staande te pauzeren, wat te eten en te drinken. Even zitten is er niet bij!
Opnieuw lopen we langs de Belgisch-Nederlandse grens. We komen langs de bouwval van wat eens een met een gracht omgeven boerderij is geweest en nu duidelijk door de tand des tijds is aangetast. Bij de brug over de Poppelse Leij treffen we grenspaal 211. Bij P-24700 bereiken we Nieuwkerk, dat vroeger Steenvoort werd genoemd. De naam Nieuwkerk hangt samen met de schuilkerk die hier na de Reformatie omstreeks 1650 door de Tilburgse katholieken op Spaans grondgebied, net over de Belgisch-Nederlandse grens is gebouwd. Klooster en kerkje staan er nog en maken deel uit van landgoed Het Ooievaartsnest, beheerd door de Belgische Baron Jamblinne de Meux. Tot ongeveer acht jaar geleden had het klooster nog een religieuze bestemming. De boerderij aan de rechterzijde behoort ook tot het landgoed Het Ooievaartsnest en is geschilderd in de kleuren van eigenaar Baron Jamblinne de Meux: geel rood. In Nieuwkerk ligt in het bos verscholen ook de grafkelder van de graven van Hogendorp, eens heren van de heerlijkheid Tilburg en Goirle.
Voorbij het voormalige klooster gaan we op de eerste kruising naar rechts en lopen door tot aan het in 1996 gerestaureerde ven Halve Maan. De weg vervolgend komen we aan de Regte Heide. Dit is nog een van de weinige heidegebieden van enige omvang in Noord-Brabant. De Regte Heide met een oppervlakte van 250 hectare is gelegen op een ongeveer 1 kilometer brede dekzandrug, die de waterscheiding vormt tussen de Oude Leij aan de westzijde en de Poppelsche Leij in het oosten. De overgang van de Regte Heide naar het beekdal van de Oude Leij, het Riels Laag, is nauwelijks gestoord. Over een lengte van 3 km grenst dit dal direct aan de Regte Heide, wat een, voor Brabantse begrippen, spectaculair hoogteverschil oplevert. Het betreft hier een zeer zeldzame overgang van hoge, droge en voedselarme heide naar laag, nat en voedselrijk beekdal. Op de natte heide groeien planten als zonnedauw, klokjesgentiaan en beenbreek. De bedreigde vlinders heideblauwtje en gentiaanblauwtje fladderen hier nog rond. Broedvogels van de heide die opvallen door hun hoge aantallen zijn wulp, roodborsttapuit, boompieper, boomleeuwerik en veldleeuwerik.
We blijven aan de zuidzijde van het open heidegebied en volgen de rood-witte markering naar links. We negeren de afslag rechts naar de vogelkijkhut Tapsmoer op de grens van de Regte Heide en het Riels Laag. Deze hut is, onder auspiciën van Brabants Landschap, gebouwd door leerlingen van de 'bodemgroep' van het ROC Midden-Brabant. Als we even verderop rechtsaf het bos inlopen, staan we voor een van de grafheuvels in dit gebied. Een gebeeldhouwde infozuil laat zien dat de Regte Heide niet alleen landschappelijk, maar ook cultuurhistorisch van groot belang is. Op de Regte Heide liggen zes grafheuvels uit de Vroege en Midden-Bronstijd (circa 1700 tot 1000 vóór Christus), wat wijst op een nederzetting (hutten, akkertjes) uit die tijd. Voor de eerste keer zijn de grafheuvels opgegraven in 1935. Daarbij kwamen grafgiften aan het licht als strijdbijlen, polsbeschermers, stenen dolken, knopen en kralen. De navolgende restauratie maakte de heuvels aanzienlijk hoger. Daarna raakten ze overwoekerd door struikgewas. Daarom volgde in 1980 opnieuw een restauratie: struiken werden verwijderd, de heuvels werden opnieuw gemodelleerd en rond vijf van hen werd een nieuwe palenkrans aangebracht.
Doorlopend op de route bereiken we een kruising en slaan rechtsaf. Hier lopen we na 50 m tegen een oude, diepliggende turfvaart, die we over het bruggetje linksaf vervolgen tot de vijfsprong. Op deze kruising rechtsaf. We lopen langs het weiland om na goed 200 meter linksaf te gaan het open landschap in beekdal van de Oude Leij volgend. Enkele reusachtige accasia's staan opvallend in het landschap, getuigen van een lang verleden. De route komt nu op een zeer breed zandpad, de Goorstraat. Bij oude hoeve van Landgoed Het Ooijevaarsnest. De hoeve ligt ver weg van de bewoonde wereld en heeft een idyllische uitstraling. Op de typisch Brabantse schuur tegenover de boerderij bevindt zich een ooievaarsnest, dat echter reeds een aantal jaren "kunstmatig" wordt bewoond.door een bijna levensechte ooievaar. Landgoed Het Ooievaartsnest is 134 hectare groot met een sterke afwissling van droge zandgronden met dennenbos, lanen met loofbomen en vochtige dalen met weide en moerasbosjes. Het landgoed is van oorsprong mogelijk een nederzetting van de monniken uit Tongerlo.
Naar rechts verlaten we het landgoed Het Ooievaarsnest en komen zo op de Goorstraat, een brede onverharde weg die vanuit Alphen langs Landgoed De Hoevens en landgoed Het Ooievaartsnest naar Nieuwkerk en Goirle loopt. We nemen de richting naar Alphen en steken de Oude Leij over. Opnieuw volgen we de rood-witte markering van het Grenslandpad. Na 200 meter linksaf een beukenlaan in. Zo komen we op Landgoed De Hoevens. Dit landgoed heeft een oppervlakte van 190 hectare en wordt gekenmerkt door het fraaie jachthuis. Het maakt deel uit van een uitgestrekt natuurgebied tegen de Belgische grens waartoe ook De Regte Heide, het Riels Laag en de landgoederen Het Ooievaarsnest, Nieuwkerk, Gorp en Rovert en De Utrecht behoren.
Landgoed De Hoevens kent een bewogen geschiedenis. In 709 komen de gronden uit een schenking in het bezit van Sint Willebrordus die ze in 736 overdraagt aan de abdij van Echternach. In die tijd zullen er al enkele "Hoevens" hebben gestaan In 1175 gaat het bezit over naar de abdij van Tongerlo die het tot 1798 beheert. Van de vijf hoeven uit die tijd bestaan er nog twee: de Nieuwelandse Hoeve uit 1205 en nog in vrij oorspronkelijke staat verkerende Grote Hoeve, gebouwd begin 16e eeuw. De andere vallen in 1943 ten prooi aan oorlogsgeweld of, om economische redenen aan de sloophamer. Na de inlijving van Brabant bij het Franse keizerrijk worden de gronden geconfisqueerd en aan particulieren verkocht. In 1919 kopen de Tilburgse textielfabrikanten H. en J. Blomjous het landgoed aan als jachtgebied. In 1920 bouwt de bekende Tilburgse architect Jan van der Valk een fraaie jachtkamer aan de Grote Hoef. Een kleindochter van de familie H. Blomjous woont nu op het landgoed en voert er het beheer.
De natuur- en landschapswaarden zijn de laatste jaren vergroot door de ontwikkeling van nieuwe natuur zoals de omvorming van bouwland tot nieuw bos en de aanleg van nieuwe houtwallen, lanen en kikkerpoelen. Landgoed de Hoevens onderhoud een goede samenwerking met de Stichting Brabants Landschap. In de afwisselende entourage van bossen, heidevelden en akkerland vertoont De Hoevens het heel eigen gezicht van een oud cultuurlandschap, overeenkomstig de vroegste kaarten uit 1745. Kenmerkend is het patroon van akkers en weilanden, omzoomd door eeuwenoude dreven en houtwallen, kikkerpoelen en bloemrijke akkerranden. Door het uiterlijke beheer vinden we hier bijzondere planten en is het landgoed in trek bij wild.
De brede laan brengt ons oostwaarts naar 't Hoekse en loopt hier over in de Schellestraat. Bij het informatiebord nemen we nog even de tijd om onder de overkapping droog te staan en een laatste rustpauze te nemen. Het is tijd voor de versnaperingen: de Mueslirepen en de Marsen!! Nog slechts een drietal kilometer scheiden ons van het vertrekpunt in het centrum van Alphen. We volgen de Schellestraat tot we aan het tracé van het Bels Lijntje komen. Hier slaan we linksaf om even verderop over de nieuw aangelegde fietsbrug over de rondweg naar Baarle-Nassau om Alphen heen rechtsaf te slaan en door een nieuwbouwwijk bij de St. Willibrorduskerk uit te komen, het eindpunt waar we vanmorgen één auto hebben achtergelaten. Het plaatselijk café is gesloten en we besluiten om nu eerst maar de andere auto aan de Poppelse Dijk op te halen. Daar aangekomen stappen Peter en Lorenz over. We kiezen er voor om in Hilvarenbeek de wandeling af te sluiten met koffie en gebak. De afkorting over de Prins Hendriklaan, dwars door Landgoed De Utrecht, is niet zo’n succes: om de paar honderd meter is er een hoge drempel. Oppassen en langzaam rijden.
Eenmaal op de doorgaande weg van Tilburg naar Reusel zijn we snel in Hilvarenbeek, waar we in het centrum nog net een parkeerplaats vinden. Even de bocht om en we staan op het Vrijthof. In de schaduw van de eeuwenoude in Kempische Gothiek opgetrokken St. Petruskerk aan het rustieke Vrijthof staan we meteen voor Herberg St. Petrus. Dit café -restaurant heeft bekendheid verworven door haar ludieke inrichting. Een preekstoel, een kruisweg en een biechtstoel getuigen van de band tussen dit etablissement en de kerk. Aan een tafeltje gezeten met koffie en vla worden we als het ware vanaf de kansel vermanend toegesproken door een pastoor, die wel enige gelijkenis vertoont met Peerke Donders. De etappe van het Grenslandpad, die we vandaag in het druilerige regenweer hebben afgelegd, wordt nog eens besproken. We zijn het er over eens dat het een geweldige route is. We besluiten dan ook op 6 april a.s. opnieuw af te spreken voor een vervolg. Even na half vier nemen we afscheid van elkaar en keren huiswaarts.
Charles Aerssens
12 maart 2006
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 12-03-2006 door C.P.J. Aerssens