Na de laatste wandeling van december hebben we afgesproken om in januari weer op stap te gaan. Peter en Jan Willem buigen zich over een wandelroute ten zuiden van Breda. De Hellegat Route hebben we al gelopen en in Tour Actief van oktober 2005 staat een aardige rondwandeling in de buurt van Rijsbergen, ooit een middeleeuws dorp in het beekdal van de Aa of Weerijs. De lengte van 23 kilometer mag geen probleem zijn. Allen de geplande datum moet enkele keren worden aangepast: teambuilding op het Hanze College gooit roet in het eten. Maar uiteindelijk kunnen op 8 februari de wandelschoenen weer uit het vet. Emailverkeer van marconist Jan Willem zorgt ervoor dat de juiste informatie over vertrektijd en startplaats op tijd wordt rondgestuurd. Jan moet verstek laten gaan omdat hij en Dia enkele dagen in Brussel vertoeven vanwege een muzikaal huwelijkscadeau.
De weersvoorspellingen zijn echter niet zo gunstig: het weerbericht geeft regen en windvlagen. Maar niemand laat zich afschrikken. Als de wekkers die morgen van 8 februari aflopen, valt de regen met bakken uit de hemel. Wat te doen? Met de weerspreuk van Johan Verschuren : “Regen voor acht uur is nooit van lange duur” in gedachte besluiten we toch maar naar Rijsbergen af te reizen. Lorenz pikt Peter en Jan Willem op en Charles vertrekt op eigen gelegenheid vanuit Loon op Zand. De zuidelijke rondweg rond Breda zorgt voor enig oponthoud. Charles heeft dit ingecalculeerd en is op tijd op de plek van vertrek. Rond 9.10 uur verschijnt de voiture van Lorenz op de afspraak aan het Kennedyplein. We parkeren de auto’s voor cafetaria Bon Appetit. Het is alsof de weergoden de spreuk van Johan Verschuren gehoord hebben. Het houdt op met regenen en de hemel klaart wat op. De zon laat nog even op zich wachten. Vol goede moed komen de wandelschoenen en de rugzakken te voorschijn en kunnen we op weg!
Als we op dit vroege uur vanaf cafetaria Bon Appetit vertrekken is de eetgelegenheid nog potdicht. Dus geen koffie vooraf! De route voert ons oostwaarts door de Hogestraat tot voorbij de brug over de Aa of Weerijs, die net over de Belgische grens in de buurt van Wuustwezel ontspringt en bij Breda in de Mark uitmondt. Over de brug gaan we meteen linksaf de Lange Dreef in om bij de eerste bocht het asfalt achter ons te laten en de fietspad te blijven volgen langs het riviertje. Dit Beekpad kronkelt langs de Aa of Weerijs tot aan de brug bij het buurtschap Kaarschot. Rechtsaf de Kaarschotsestraat in tot aan het Slikstraatje. We komen langs kunstwerkplaats "De Vlaamse schuur", die zijn naam ontleent aan een monumentaal gerestaureerde Vlaamse schuur met zijn typische toegang en riet gedekt. De verharding gaat over in zandweg met fietspad.
Even verderop komen we in de Krabbebosschen. Dit bosrijke landgoed ligt op twee flauwe dekzandruggen met daartussen het open dal van de Aa of Weerrijs. Deze geografische toestand werd tijdens het beleg van Breda in 1624 uitgebuit door de Spaanse bevelhebber Mencia de Mendoza. Door beide dekzandruggen met een dam te verbinden, werd de Aa of Weerrijs afgesnoerd. Hierdoor konden de Bredanaars hun stad niet langer verdedigen door middel van het onder water zetten van de directe omgeving. Restanten van deze “dam van Mencia” zijn in het beekdal nog te herkennen. Het gebied is vrij toegankelijk op wegen en paden en bestaat hoofdzakelijk uit fraai gevormde oude dennen- en loofbossen. Ook zie je er zeer oude, op natuurlijke wijze afgesneden beekmeanders, de zogenaamde stroomdalvennen, met open water, moerasjes en verlandingsvegetaties, zoals riet en wilgenstruweel.
Het brede zandpad omzoomd met statige bomen loopt uit op de Overase Baan. Even scherp naar rechts en voorbij de boerderij linksaf langs de slagboom het bospad met bordje van Staatsbosbeheer Krabbebosschen in. We volgen het bospad in zuidelijke richting tot we aan het einde van het pad, na de slagboom rechts aanhouden en het asfalt volgen. We laten links de doodlopende Nieuwe Ginnekensebaan liggen. In de bocht met de Scholbergstraat bij ANWB P-24550 nemen we naar links de halfverharde weg de Zandstraat. De route voert ons langs een bosrand met daarin gelegen kapitale villa’s, die uitzicht hebben op de drukke A16, waar een glasscherm het geluid van het voortrazende verkeer moet dempen. Of het veel helpt is de vraag. Na goed 2 kilometer kruisen we tussen akkers en weiland de Oude Trambaan. Eens was hier van 1898 tot 1934 een tramlijn tussen Nederland en België. In 1899 komt deze tramlijn Rijsbergen - Meersel Dreef - Hoogstraten tot stand. Het grensstation bevond zich in Hazeldonk. Deze fietspad ligt nu ten noorden van het industrieterrein Hazeldonk op dit oude traject. De zandweg is overgegaan in een klinkerweg.
We steken de Noorhoeksestraat, een voorrangsweg, recht over en lopen de Klein Oekelsestraat in. Zo komen we in het gehucht Klein Oekel, dat deel uitmaakt van het buurtschap Oekel. Hier is de “Speer van Rijsbergen” geboren: Johan van der Velde, Nederlands beroepswielrenner van 1978 - 1990. Dit weergaloos talent en meesterknecht van Joop Zoetemelk, debuteert hij in 1978 bij de TI-Raleigh ploeg van Peter Post met overwinningen in de Ronde van Romandië, de Ronde van Nederland en de Ronde van Engeland. In 1980 wint hij de aansprekende rittenkoers Dauphiné Liberé en het jongerenklassement in de Tour de France. In 1983 het Kampioenschap van Zürich en hij wist driemaal het puntenklassement in de Giro d'Italia te winnen. Na zijn carrière kwam hij nog enkele malen negatief in het nieuws door duistere activiteiten. Terug op het rechte pad wordt hij nog steeds door velen bewonderd.
We lopen de Klein Oekelsestraat uit tot de T-splitsing en gaan naar links de Oekelsebaan op tot aan Hoeve Altenaar. Bij deze hoeve waar het dak van de schuur duidelijk met rode pannen aangeeft dat dit Hoeve Altenaar is. Gaan we voorlangs de Altenaarweg in tot aan de splitsing, waar we links het graspad aanhouden, dat later zandweg wordt. Deze zandweg komt uit op de Breedschotse Straat bijna recht voor Camping ’t Oekeltje met Restaurant Oekels Droombos. Het restaurant is nog gesloten zo midden op de morgen. Wat rest is staande een kopje koffie uit de thermosfles. We slaan vervolgens na de camping de eerste weg rechts in, achter de camping langs en door het Oekelsbos. Op de splitsing houden we rechts aan. Met de bocht mee naar links lopen we om het Oekelsbos heen. In 2005 was er veel commotie rond de recreatiewoningen in dit bosgebied. Er was sprake van het opheffen van de permanente woonbestemming. Maar Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben de noodzakelijke aanpassing van het bestemmingsplan goedgekeurd en het Oekelsbos heeft nu officieel een woonbestemming. Dit is van groot belang voor de eigenaren van 41 permanent bewoonde recreatiewoningen in dit gebied. Zij werden tot nu toe gedoogd. De toezegging van GS maakt nu dat de bewoners legaal in hun recreatiewoning mogen wonen.
We volgen de zandweg langs de verschillende optrekjes en komen in open gebied met naar het westen zicht op het brede beekdal van Aa of Weerijs. Even naar links en dan meteen naar rechts en doorlopen tot het asfalt van de Bakkenbrug Straat. Op deze weg gaat het in westelijke richting naar de brug over de Aa of Weerijs. Net voor deze brug volgen we de dijkroute op de oever van de Aa of Weerijs, die ons langs de Bakkenbrugsche Akkers voert. Op dit traject net voor de afsluitboom bij de volgende brug zijn een aantal vissteigers aangelegd. Bij de Voorste Schaapdijk gaan we meteen de brug over en lopen door tot het buurtschap Stuivezand aan de doorgaande weg van Rijsbergen naar Zundert, de N263. Rechtsaf tot Café Stuivezand, een American Style Eetcafé met opvallende gevelschilderingen en een heuse American Schoolbus. Ook hier treffen we een gesloten deur, dus doorlopen! Linksaf de Aardgang Straat in, ook wel Oude Postbaan genoemd. Het is een klinkerweg die overgaat in een zandpad. Op de T-splitsing duiken plotsklaps beide naambordjes opduiken. Deze Oude Postbaan stamt nog uit 1812 toen de Napoleonsweg tussen Parijs en Amsterdam is aangelegd en hier de directe verbinding van Antwerpen met Breda langs ging via Zundert en Rijsbergen. Wij volgen naar links de Aardgang Straat. Van straat is al lang geen sprake meer, het zand en de modder plakt aan onze wandelschoenen.
Zo bereiken we het land- en tuinbouwgebied Raamberg. Opnieuw een open landschap dat ligt op een lichtgolvend plateau met verspreide bosjes en aardbeienvelden. Op de kruising met de Raambergweg oversteken en de Raamloopweg in, die verderop halfverhard wordt. We volgen hier de geel-witte markering van een traject van de Raambergroute, een wandeling van 23 kilometer rond Rijsbergen en Zundert. Op de driesprong rechtsaf de zandweg in tot toegangshek bij bosperceel, waar we naar rechts het bospad volgen. Waar we het bos uitkomen op de driesprong links aanhouden en meteen het pad rechts negeren.
Het zandpad komt uit op de verharding van de Zundertse Baan, die we in noordelijke richting volgen tot het kruispunt met de klinkerweg naar het natuurgebied de Pannenhoef. We nemen deze Pannenhoefse Baan met fietspad naar links tot net voor de parkeerplaats. Rechtsaf langs de afsluitboom komt het bospad even verderop uit op weilanden. We volgen de bocht naar links en lopen door een lange laan tot we aan bijna een kilometer onder een poortje door op het fietspad uitkomen. Even naar rechts en meteen naar links het natuurgebied Pannenhoef in.
Dit natuurgebied Pannenhoef is 530 hectaren groot en is in bezit van het Noord-Brabants Landschap. Dit afwisselend landgoed bestaat uit 150 hectaren naald- en loofbos en 100 ha heide en moerasterrein; voor het overige is het landbouwgrond. Eeuwenlang bestond het gebied geheel uit heide met vennen. In het begin van de vijftiende eeuw werd er veen afgegraven. Er zijn nog restanten te vinden van de turfvaarten die destijds zijn aangelegd om de turf af te voeren. In 1618 werd besloten om de Turfvaart aan te leggen. Dit water was destijds een belangrijke ader waar vanuit het gebied is verveend. De vaart zorgde voor ontwatering van het veenmoeras en voor transport van de turf naar Breda, Roosendaal, Etten of Oudenbosch. Op de terugweg voerden de turfschepen mest mee, waarmee delen van het verveende land tot landbouwgrond konden worden ontgonnen. Het meeste afgegraven land bleef echter woest en ledig. Het werd gebruikt om bos aan te planten, vee te weiden of plaggen te steken. Dit mooie natuurterrein is rijk aan een afwisseling van bos, weiland, vennen en heide. Naast broedvogels als kuifeend, blauwborst, dodaars en roodborsttapuit, broeden er ook roofvogels en zangvogels op dit landgoed. Ook Schotse Hooglanders grazen er.
Het pad volgend gaan we in de bocht rechtdoor. De voetgangerssluis brengt ons op een smal pad tot aan een eerste knuppelbrug. Deze steken we over en na een dijkje gepasseerd te zijn nemen we over het volgende knuppelbruggetje de bocht naar rechts. De route voert ons tussen Bijloop en Turfvaart in noordoostelijke richting langs weilanden en door kreupelhout langs de stroompjes. Hier worden we overvallen door een kort maar heftig sneeuwbuitje dat overgaat in regen. De jagende luchten laten zien dat het slechts van korte duur is. Daarom blijven de paraplu’s in de rugzak en komen slechts de capuchons uit de jas.
Bij het tweede bruggetje gaan we naar rechts en lopen rechtdoor langs de bosrand tot we op een afsluitboom stuiten. Op dit zandpad met fietspad slaan we linksaf en lopen door tot de Ettense Baan. Hier even naar rechts en meteen de Tiggeltsebergstraat in. Na goed 1,5 kilometer komt en net voor het hoogspanningshuisje en weg naar rechts, de Hoefstraat. Hier is nog even tijd voor een pauze en worden de laatste restjes versnaperingen verdeeld. We steken we de Goudbergse Leij over en komen. We laten de Heistraat en Nieuwe Akker rechts en links liggen en kiezen voor de Finéstraat en gaan linksaf. We steken door naar de Laguitensebaan en nemen de Oranjestraat. Even een ommetje door de Nassaustraat waar we het beeld van “De Koe” vinden. Ter gelegenheid van de 25ste keer Boerendag in Rijsbergen is dit beeld in 2001 is op deze locatie geplaatst, waar de eerste boerendag gehouden is. Het is een ontwerp van Pierrot van Leest.
Het opvallende aan ons ommetje is dat we achteraf horen dat we op deze middag in de Nassaustraat voorbijlopen aan het stulpje van Ria Monsieurs op nummer 25. Bij een volgende doortocht in Rijsbergen zijn we van harte uitgenodigd op de koffie. We zullen het onthouden want de Raamberg Route staat binnenkort ook nog op het programma. Via de Oranje straat lopen we terug naar het Kennedyplein en hebben uit de verte nog zicht op de St. Bavokerk. Deze St. Bavokerk is gebouwd in 1918 ter vervanging van de oude St. Bavokerk, die tegenover de huidige kerk stond. Het huidige kerkgebouw is groter en heeft een hogere toren met voor vijf gebrandschilderde ramen (1924) met aartsengelen van de glazenier Lou Asperslagh (1893-1949). Die ramen hebben alles te maken met een stuk geschiedenis van de gesloopte kerk en Kardinaal Van Frankenberg, die sinds begin 1800 begraven lag in de oude kerk. De oude kerk is in 1918 rondom de stoffelijke resten van de monseigneur weggesloopt. Zijn resten zijn herbegraven in België en als tegenprestatie kwamen gebrandschilderde ramen in de nieuwe kerk. Ook vinden we er muurschilderingen van Dom J. van der Mey O.S.B.
De oude, nu verdwenen, St. Bavokerk werd in 1435 gebouwd. Deze kerk kwam tijdens de reformatie van 1648 tot 1796 in handen van de hervormden, maar raakte in verval. In 1777 begon de restauratie van de kerk. Er was niet veel meer over dan een ruïne. De zijbeuken van de oude kruiskerk gingen eraf. In 1796 werd hij weer in gebruik genomen door de katholieken. In 1810 is hij groter gemaakt en de toren hersteld. In 1837 is die toren nog een tijd als gevangenis gebruikt door militairen. Ondanks alle restauraties raakte de kerk toch weer in verval. In 1916 was die kerk versleten en is het besluit genomen om aan de overkant de nieuwe St. Bavokerk te bouwen. Die was in 1918 klaar. Daarna is meteen een begin gemaakt met de sloop van de oude kerk. De altaren van de gesloopte kerk waren erg waardevol, maar voor de sloop ging het indrukwekkende hoofdaltaar naar het Rijksmuseum in Amsterdam.
Dit hoofdaltaar van eikenhout stamt uit het tweede kwart van de 17e eeuw. Het altaar lijkt van zwart en wit marmer te zijn, maar dat is een marmerimitatie in verf. Het altaar is vormgegeven als een klassiek tempeltje met zuilen en pilasters, voorzien van cannelures en een kapiteel. Maar het heeft wel een Barokke stijl: de zuilen zijn geslingerd en het fronton heeft s-vormige krullen. De decoratie van engelenkopjes is typisch voor de Barok. In het fronton zijn de vergulde letters 'D.O.M.' aangebracht: 'Deo Optimo Maximo', 'voor God, de opperste en de grootste'. Het geschilderde altaarstuk stelt de 'Kruisafneming' van Christus voor. Deze kruisafneming is van de Vlaamse schilder Casper de Crayer (1584 - 1669) in olieverf op doek geschilderd met een afmeting van 309 x 234 cm. Het hoort eigelijk niet bij het altaar, maar is wel uit dezelfde periode. Ook het antependium, het voorhangsel van rood fluweel onder de schildering, is in het museum toegevoegd. Het fluweel is versierd met kostbaar goudborduursel. Tussen wereldse zaken als vruchten, druivenranken en hoornen van overvloed prijkt de adelaar, het symbool van Christus. Het totale altaar meet ruim 5 meter in de hoogte en ruim 4 meter in de breedte.
Al vanaf het vroegste begin was er in Rijsbergen een St. Bavo verering. Bavo of Allowin werd omstreeks 570 in Haspengouw uit adellijke ouders geboren. Hij huwde na een nogal losbandige jeugd, werd na de dood van zijn vrouw Adeltrudis een volgeling van St. Amandus en trad hij in in de door Amandus gestichte abdij Ganda bij Gent. Na hier enkele jaren als kluizenaar te hebben geleefd stierf Bavo op 1 oktober 653. Later werd hij de patroon van de abdij, en tevens van ettelijke parochies zoals die van Rijsbergen. Botresten en andere relikwieën van St. Bavo worden hier vereerd. Deze relikwieën zijn na 1712 in het bezit van de kerk gekomen, gevat in een ronde theca in een ovale zilveren houder met parelrand. Bo vendien beschikt de kerk over een drietal beelden van Bavo, waarvan er in het verleden mogelijk een heeft gefungeerd als cultusobject. Er was een ware Bavodevotie die al voor 1755 op gang kwam. In dat jaar verwierf de kerk een St. Bavo aflaat van paus Benedictus XIV. Deze Bavocultus zorgde in 1838 voor een hernieuwing van de aflaat van paus Benedictus XIV en in 1874 voor een St. Bavolitanie. Omstreeks 1890 kon men bij de kerk gezegend water van St. Bavo verkrijgen. Vooral kinderen ontvingen dit Bavowater tegen kinkhoest en andere keelziekten en longontsteking. Wonderbare genezingen zijn echter niet bekend. Omstreeks 1960 nam de devotie van St. Bavo af, maar sinds enkele jaren is er weer enige belangstelling vooral van de eigen parochianen.
Via de rotonde keren we terug naar ons vertrekpunt van deze wandeling op het Kennedyplein. De route zit erop! Nog even napraten in cafetaria Bon Appetit onder het genot van een pilsje. Blij dat we van de aangekondigde slechtweerzone maar even een laatste restje hebben ondervonden. Het korte hevige sneeuwbuitje was door het volgende winterse zonnetje snel vergeten. Met de volgende afspraak van 8 maart op zak gingen we naar huis.
Charles Aerssens
18 februari 2006
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 14-02-2006 door C.P.J. Aerssens