De wandeling van vandaag zat al een maand in de planning. Na de laatste keer dat we op pad geweest zijn eind april en de Essche Stroom Route gelopen hebben, is de datum van 27 mei door Jan-Willem al meteen in zijn agenda gezet. We hadden dan ook tijd genoeg om een passende route te kiezen. Toch wordt de keuze van een gemarkeerde routes in Midden Brabant steeds beperkter. Bijna alle wandelingen hebben we in de loop der jaren onder de voeten genomen. De Koekedongen Route stond nog open en zo spraken we af dat we elkaar op 27 mei op het pleintje voor de kerk in Alphen zouden treffen rond de klok van 9.00 uur. Enkele mailtjes en nog even telefonisch contact zorgden ervoor dat op het afgesproken tijdstip Peter, Jan-Willem en Charles elkaar troffen op de plaats van vertrek bij de St. Willibrorduskerk in het centrum van Alphen.
De Koekedongen Route ontleent zijn naam aan het agrarische gebied Koekedongen, dat ten oosten van Alphen ligt, en start vanuit het historische dorp Alphen. We lopen voornamelijk zuidoostelijk van Alphen. Op de route wordt het landschapsbeeld in het buitengebied bepaald door bos en akkerland. We wandelen door of langs het bosgebied 't Zand, de Alphense Bergen, landgoed Het Ooievaarsnest en buurtschappen als Kwaalburg, Boshoven en Het Sas. We maken vanuit Bedaf even een uitstapje door België naar Aarle om bij grenspaal 213 weer terug te keren in het Koninkrijk der Nederlanden. Wel dient opgemerkt te worden dat de geel-witte routemarkering niet overal even duidelijk is. Bovendien hebben boeren verschillende paden bij hun landbouwactiviteiten getrokken en ben je gedwongen de akkers dwars over te steken.
We beginnen in Alphen aan de Heuvelstraat tegenover Café 't Raedhuijs, van oorsprong een boerenhofstede uit de 17e eeuw. Hier geeft een informatiepaneel aan dat we op het startpunt van deze Koekedongen Route staan. De totale lengte van deze route is ongeveer18 km. Maar we hebben voor vandaag een kleine variant van de beschreven wandeling gepland die ons even over Belgisch grondgebied zal leiden. Als we op het afgesproken tijdstip vertrekken is het nog rustig. We staan voor de St. Willibrorduskerk met monumentale laatgotische toren daterend uit 1559, die in de tweede wereldoorlog totaal vernield werd en nadien opnieuw gebouwd is. Eind oktober 1944 tijdens Operatie "Pheasant" is het de Eerste Poolse Pantserdivisie die het hele grondgebied rondom Baarle Nassau van Duitsers gezuiverd heeft. In totaal verloren de Polen hierbij 47 manschappen, waarvan een aantal begraven ligt op de Poolse Begraafplaats van de Oorlogsgravenstichting aan de Molenstraat.
Door de Heuvelstraat komen we op het Pastoor Binckplein. Binck (1889-1971) werd in 1932 pastoor in Alphen, waar hij zich meteen ging inzetten voor de archeologie. In 1940 werd hij de oprichter van Brabants Heem, waarin hij heemkundigen ging verenigen. Hij vond dat de Brabanders te weinig kennis hadden van hun eigen dorp en stad. Hij trok het gehele gewest door om lezingen te geven en nieuwe heemkundekringen te stimuleren. Alphen immers heeft een geschiedenis die teruggaat tot aloude tijden, wat blijkt uit de vele prehistorische vondsten. Deze zijn ondergebracht in het Streekmuseum, dat gevestigd is in het vroegere protestantse kerkje uit 1822. Het bevat een uitgebreide verzameling van archeologische vondsten. Buiten een collectie aan urnen, gereedschappen en gebruiksvoorwerpen uit de prehistorie en de Romeinse tijd, wordt het hoofdbestanddeel gevormd door de voor Brabant unieke verzameling van sieraden, wapens, potten en glaswerk uit het ter plaatse lootgelegde Merovingische grafveld (450-750 na Chr.). De grafheuvel ten zuidwesten van de huidige woonkern dateert uit de periode rond 2500 jaar voor Christus. De vroege bewoning is mede verklaarbaar doordat het gebied relatief hoog gelegen is tussen de moerassige en venige dalen van de rivier de Leije en de rivier de Mark.
De geschiedenis van dit dorp is direct verwant aan die van de abdij van Echternach. In het jaar 709 werd de abdij geschonken aan bisschop St. Willibrordus . Hierna werd de abdij begiftigd met goederen en rechten gelegen ander Alphen. Als belangrijkste bezitter van grond heeft de abdij zodoende enkele eeuwen zowel de wereldlijke als de kerkelijke macht uitgeoefend in de toenmalige parochie, waartoe eveneens Riel en Chaam behoorden. Met het groeien van de macht van de wereldlijke vorsten kwam hieraan een einde en werden de rechten aanmerkelijk beperkt. In de 12e eeuw treden de Tempeliers, een orde van kruisridders, en de Heren van Breda op als eigenaren van de gronden en als beoefenaars van de juridische macht. Alphen (en Riel) bleef met Chaam een rechtsgebied tot de Franse tijd. In 1810 werd Chaam zelfstandig en Alphen werd samen met Riel eveneens een zelfstandige gemeente. Naast de eerder genoemde grafheuvel bevinden zich in en om het dorp nog andere herkenbare overblijfselen van vroeger, die de moeite van het bezichtigen waard zijn.
Aan het einde van het Pastoor Binckplein slaan we rechtsaf de Zandstraat in en hebben weldra de bebouwing achter ons. Op de splitsing met de Maastrichtse Baan staat een informatiebord. Het betreft het gemeentelijk landgoed 't Zand, een 200 hectare groot bos- en natuurgebied dat een eigen sfeer en rust uitstraalt. In het gebied is zowel een camping als een door ontgraving verkregen zwem- en speelvijver gesitueerd. Die vijver circa 1,5 meter diep wordt omzoomd door 7 hectare strand en ligweide, met daarnaast nog uitgestrekte speelweiden. De geel-witte markering voert ons naar links de Maastrichtse Baan op. Opnieuw naar links het bos in, we lopen in zuidwestelijke richting tot aan het hekwerk dat Militair terrein omgeeft. De route brengt ons naar de Chaamse weg. We steken deze over en zijn nu in de Alphensche Bergen. Zij vormen samen met de aangrenzende Generaalsbossen het oostelijk deel van de Boswachterij Chaam. Het gaat hier om naaldbossen op stuifzand. De naam van dit gebied is wellicht ontleend aan het heuvelachtige karakter van het gebied, veroorzaakt door het opgestoven zand. We merken dit als de wandeling ons zuidwaarts over korte, steile klimmetjes naar de Ulicotense baan leidt. Bij het asfalt naar links richting het gehucht Kwaalbroek. Waar het bos rechts van ons overgaat in de bebouwing slaan we rechtsaf langs de bosrand.
Even verderop zien we in zuidoostelijke richting tussen de bomen de verhoging die de grafheuvel aangeeft. Deze grafheuvel nabij Kwaalburg dateert uit circa 2500 jaar voor Christus en staat te boek als een archeologisch monument. In deze zogenaamde ringwalheuvel werd de as gevonden van een mens die hier geleefd moet hebben op de overgang van de jongste steentijd naar de bronstijd. Het bosgebied waarin de grafheuvel ligt is een bebost oud heidegebied, de Generaalsbossen genaamd. Momenteel is men druk bezig het heidegebied te herstellen. We verlaten deze plek in zuidelijke richting en gaan naar links over het bospad tot aan het akkerland. Volgens de routekaart voert er een pad naar rechts, maar de landbouw heeft in zijn enthousiasme bij het zetten van de maïs ook het pad meegenomen. Er blijft niets anders over dan de bosrand volgend door de maïsakker te lopen tot waar er opnieuw een bospad het oppakken van de route mogelijk maakt.
Naar links stuiten we op de verharding van het Bels Lijntje, nu fietsroute maar eens spoorwegtracé van Tilburg naar Turnhout. In 1867 werd deze lijn onder meer voor het kolentransport geopend. De lijn diende ter verkorting van de spoorwegverbinding van de Borinage naar de Tilburgse textielfabrieken. Met het gereedkomen in 1872 van de spoorwegbrug bij Moerdijk werd echter al snel duidelijk, dat railvervoer via Roosendaal kennelijk de voorkeur genoot. Latere pogingen om het gebruik van deze lijn te vergroten hebben niet tot resultaat geleid en het Bels Lijntje bleef niet meer den een Bels Lijntje. Na de opheffing van het personenvervoer in 1934 werd in 1973 ook tot sluiting van de lijn voor het goederenvervoer overgegaan. Na een kort toeristisch leven als Baal-boemel, nam de NS in 1986 het bestuit om de lijn af te breken en de grond te verkopen aan de gemeenten over wiens grondgebied het Bels Lijntje liep. Deze gemeenten besloten over te gaan tot de aanleg van het huidige recreatieve fietspad. In mei 1990 werd het door de Gouverneur van Antwerpen en de Brabantse Commissaris van de Koningin geopend. Aan beide zijden van het pad liggen brede groenstroken. Door de natuurlijke ontwikkeling van de begroeiing en het extensieve beheer zijn deze groenstroken belangrijk als leefgebied voor een groot aantal wilde planten en dieren. De bloemrijke bermen vormen ook een eldorado voor veel insecten. Braambegroeiingen en andere doornige struiken, alsmede de smalle houtsingels, vormen geschikte broed- en schuilgelegenheden voor velerlei vogels en kleine zoogdieren als egels, wezels, veldmuizen en konijnen.
Bij dit Belslijntje staat de richting aangegeven naar de Kapel van Boshoven, een van de kapelletjes in de omgeving van Alphen. Alphen heeft met vijf stuks de grootste kapellendichtheid van Brabant, waarvoor de Alphense pastoor Binck, als oprichter van Brabants Heem, de toon heeft gezet. We volgen het fietspad een paar honderd meter in zuidwestelijke richting om bij een oud overwegwachterhuisje naar links af te slaan over de Boshovense Baan naar Boshoven aan de N260, de Baarlse Weg. Als we hier overgestoken zijn, lopen we door en komen in het uitgestrekte landbouwgebied te oosten van Alphen. Het asfalt gaat over in een zandpad. We passeren enkele bossages en de route naar het oosten volgend komen we op het punt waar op de T-splitsing naar links de verkorte route terug naar Alphen gaat en wij rechtsaf de Dektstraat nemen die ons naar Terover voert. Bij de manege even raar rechts en onmiddellijk weer links. Het zandpad brengt ons naar de motorcrossbaan aan de Baarlse Baan.
Hier aan de Baarlse Baan gaat de geel-witte gemarkeerde Koekedongen Route linksaf. We steken recht over en verlaten nu de route voor een kleine omweg over de Bedafsche Heide. Het pad loopt weldra dood op een akker, terwijl op de topografische kaart het pad moet uitkomen op de Egelsbroek. We struinen door de akker en bereiken het asfalt. Linksaf wandelen we richting grenspaal 214 het beekdal van de Poppelsche Leij in. Onze hoop hier de nog jonge en smalle Poppelsche Leij te kunnen oversteken komt bedrogen uit. Prikkeldraad en een net even te breed stroompje dwingt ons terug te keren tot de laatste splitsing. We kiezen richting zuid en gaan even verderop opnieuw linksaf. Het pad kronkelt tussen weilanden en akkerland door tot een boerderij, direct gelegen aan de doorgaande weg van Baarle Nassau naar Poppel. Het heet hier Groot Bedaf. Bij de boerderij blijkt opnieuw dat de route geblokkeerd is en er blijft ons niets anders over dan via het erf de N135 te bereiken. Op het erf wacht ons echter een onaangename verrassing: op enkelhoogte is een draad gespannen en dit levert een flinke struikelpartij op voor Peter, die zijn knie en hand bezeerd.
Het gaat nu richting Belgische grens. Na enkele meters steken we de Bedafse Brug en dus de Poppelsche Leij over en de geelrode borden geven aan dat we in de Provincie Antwerpen zijn. De fietspad naar links, het beekdal van de Poppelsche Leij stroomafwaarts volgend, loopt bijna parallel aan de Belgisch-Nederlandse grens. We komen voorbij het natuurgebied Klotkuilheide en bereiken de verharding van de Fazantlaan. Hier in dit buitengebied stuiten we op een villawijk Aarleheide. Het is verbazingwekkend te zien hoe hier panden van moderne architectuur liggen naast protserige Dinasty optrekjes. Over smaak vat hier zeker te twisten. Na goed een kilometer bereiken we het gehucht Aarle. En steken hier bij grenspaal 213 opnieuw over de Poppelsche Leij. We zijn weer in Nederland.
Als we de Nieuwkerkse Dijk oversteken, komen we op landgoed Het Ooievaarsnest. Dit landgoed is 134 hectare groot en is eigendom van het Brabants Landschap. Het is een bijzonder afwisselend gebied, variërend van hoge beboste zandgronden tot laaggelegen vochtige weilanden, die liggen tussen de beekjes de Rielse Ley en de Poppelsche Leij, het grensriviertje met België. Vroeger was deze streek rijk aan amfibieën en reptielen, welke belangrijke prooidieren zijn voor ooievaars. Dennenbossen vormen tegenwoordig het grootste deel van de beplanting. De bossen worden omzoomd en doorsneden door fraaie loofhoutlanen. Hier en daar liggen midden in de bossen idyllische weilandjes. Het reeënbestand in en rond Het Ooievaarsnest is nog goed op peil. In de laaggelegen beekdalen bevinden zich ontoegankelijke moerasbosjes met interessante begroeiing als gagel. Naast veel andere zangvogels is de nachtegaal hier een van de vaste bewoners. Regelmatig waarneembaar zijn ook roofvogels, uilen en houtsnippen. Ook hazen, konijnen, wezels, hermelijnen, eekhoorns en bunzings komen hier voor. Het landgoed is van oorsprong mogelijk een nederzetting van de monniken uit Tongerlo. Op de typisch Brabantse schuur tegenover de boerderij bevindt zich een ooievaarsnest, dat echter reeds een aantal jaren "kunstmatig" wordt bewoond.
We steken het landgoed Het Ooievaarsnest dwars door en komen zo op de Goorstraat, een brede onverharde weg die vanuit Alphen langs Landgoed De Hoevens en landgoed Het Ooievaartsnest naar Nieuwkerk en Goirle loopt. We nemen de richting naar Alphen en volgen opnieuw de geel-witte markering. Zo komen we op landgoed De Hoevens. Dit landgoed heeft een oppervlakte van 190 hectare en wordt gekenmerkt door het fraaie jachthuis. Het maakt deel uit van een uitgestrekt natuurgebied tegen de Belgische grens waartoe ook De Regte Heide, het Riels Laag en de landgoederen Het Ooievaarsnest, Nieuwkerk, Gorp en Rovert en De Utrecht behoren.
Landgoed De Hoevens kent een bewogen geschiedenis. In 709 komen de gronden uit een schenking in het bezit van Sint Willebrordus die ze in 736 overdraagt aan de abdij van Echternach. In die tijd zullen er al enkele "Hoevens" hebben gestaan In 1175 gaat het bezit over naar de abdij van Tongerlo die het tot 1798 beheert. Van de vijf hoeven uit die tijd bestaan er nog twee: de Nieuwelandse Hoeve uit 1205 en nog in vrij oorspronkelijke staat verkerende Grote Hoeve, gebouwd begin 16e eeuw. De andere vallen in 1943 ten prooi aan oorlogsgeweld of, om economische redenen aan de sloophamer. Na de inlijving van Brabant bij het Franse keizerrijk worden de gronden van Landgoed De Hoevens geconfisqueerd en aan particulieren verkocht. In 1919 kopen de Tilburgse textielfabrikanten H. en J. Blomjous het landgoed aan als jachtgebied. In 1920 bouwt de bekende Tilburgse architect Jan van der Valk een fraaie jachtkamer aan de Grote Hoef. Een kleindochter van de Familie H. Blomjous woont nu op het landgoed en voert er het beheer.
De natuur- en landschapswaarden zijn de laatste jaren vergroot door de ontwikkeling van nieuwe natuur zoals de omvorming van bouwland tot nieuw bos en de aanleg van nieuwe houtwallen, lanen en kikkerpoelen. Landgoed de Hoevens onderhoud een goede samenwerking met de Stichting Brabants Landschap. In de afwisselende entourage van bossen, heidevelden en akkerland vertoont De Hoevens het heel eigen gezicht van een oud cultuurlandschap, overeenkomstig de vroegste kaarten uit 1745. Kenmerkend is het patroon van akkers en weilanden, omzoomd door eeuwenoude dreven en houtwallen, kikkerpoelen en bloemrijke akkerranden. Door het uiterlijke beheer vinden we hier bijzondere planten en is het landgoed in trek bij wild.
De brede laan brengt ons oostwaarts naar 't Hoekse. Links van ons zien we de Nieuwelandse hoeve. Hoeve Nuweleynde ofvvel de Nieuwelandse Hoeve is de oudste boerderij van Alphen. Zij wordt reeds genoemd in akten uit het jaar 1212. Godfried II schenkt op de begrafenis van zijn vader de hoeve van Nuweleynde te Alphen aan de kerk van Tongerloo. In hetzelfde document wordt het wapen bescheven: drie rode kepers op een gouden veld en de woorden Veritas vincit ofwel de Waarheid overwint. De luiken op de voorgevel van De Nieuwelandse Hoef tonen deze kleuren in gezelschap van rijtuiggroen. Andere geschiedkundige feiten vertellen over bijvoorbeeld Maarten van Rossum, die op de Nieuwelandse Hoef en andere boerderijen heeft 'huisgehouden'. In de boeken van de abdij zijn allerlei bedragen (voor onder meer balken en stenen) gevonden die, na Van Rossums vertrek, werden uitgetrokken om de hoeve te herstellen. De opknapbeurt vond omstreeks 1569 plaats en sindsdien is de vorm van de boerderij niet meer gewijzigd.
In de tweede helft van 20e eeuw was de hoeve grotendeels bouwvallig, het dak haveloos en bemost, de put en het bakhuisje ingestort en de Vlaamse schuur verdwenen. Nu is de boerderij, een voormalige abdijhoeve waarvoor huurpenningen werden betaald aan de Abdij van Tongerloo, weer compleet en volledig gerestaureerd. De zware inpandige fundamenten die tijdens die laatste restauratie zijn gevonden, kunnen erop wijzen dat er meer en oudere gebouwen hebben gestaan. En er was een archeoloog, die bij hoog en bij laag volhield dat als je de boerderij zou slopen, je er resten van een prehistorische boerderij zou vinden. Binnen is de boerderij tot comfortabel woonhuis verbouwd, maar de sporen van oud gebruik zijn gerespecteerd. Na verwijderen van stucwerk en een bedstee zijn twee nissen van een huiskapel te voorschijn gekomen. De schouw met zijn schildpadtegeltjes is ongewoon groot, hoogstwaarschijnlijk omdat hier vroeger bier werd gebrouwen. De extra ruimte was nodig om verscheidene ketels tegelijk op het vuur te kunnen houden.
Van de welput, die er volgens oude beschrijvingen moest zijn, was bij de restauratie van de boerderij niets meer te zien. Dankzij de herinneringen van een oude man die op de boerderij had gewerkt, kon de plek worden gevonden. De nieuwe eigenaar haalde er vele kilo's bakstenen en zwerfstenen uit. Dat was afzien. De put is hersteld en de rand bedekt met oude radiaalstenen. Het bakhuisje is weer helemaal opgebouwd met een boven de deur ingebouwde duiventil.
In 1979 reisde de Vlaamse schuur die nu bij de Nieuwelandse Hoef staat, op een wagen twee en een halve kilometer van zuid naar noord naar zijn huidige bestemming. Het leek die dag alsof er een scheepsskelet door Alphen voer. De voorgeschiedenis van de schuurverhuizing begon in de Tweede Wereldoorlog. In 1944 brandde de Vlaamse schuur van de Nieuwelandse hoeve af. De hoeve bleef, op gaten in de voorgevel na, gespaard. Hier lagen de Duitsers. Vanuit de richting Baarte Nassau kwam het bevrijdende vuur van de Polen. Er was ook een nieuwe Nieuwelandse hoeve, uit 1647, ook wel Prinsenhoef genoemd. Daar brandde het huis af maar bleef de schuur uit 1820 gespaard. Deze luxe domeinenschuur, met een hoofdconstructie uit grenenhout en een lengte van 21 meter, moest behouden blijven. Hij werd gescheiden van een jonger aangebouwd gedeelte en het is deze schuur die op transport gezet werd. Een van de balken erin is 13 meter aan een stuk.
De onverharde Goorstraat gaat hier over in het asfalt van de Schellestraat. Nog slechts een tweetal kilometer scheiden ons van het vertrekpunt in het centrum van Alphen. Als we opnieuw op het tracé van het Bels Lijntje komen gaan we naar links om even verderop rechtsaf te slaan en door een nieuwbouwwijk bij de St. Willibrorduskerk uit te komen, het vertrekpunt van onze Koekedongen Route. Het is even na 15.30 uur als we afscheid nemen en alvast in de agenda noteren dat we op 6 of 7 juli nog een keer op pad gaan. Peter zal zorgen voor een wandeling in de omgeving van Chaam.
Charles Aerssens.
6 juni 2004.
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 07-06-2004 door C.P.J. Aerssens