[IMAGE]

Met een aantal vrije dagen rond Koninginnedag voor de boeg is snel het plan opgevat om met de harde kern weer eens te gaan wandelen. Bert heeft immers door zijn drukke werkzaamheden nauwelijks tijd. Lorenz moet verstek laten gaan omdat hij zonnigere oorden opzoekt: hij heeft immers een vakantie op Sicilië gepland. En ook Jan-Willem heeft andere bezigheden. En Marlien? Heeft zij graag persoonlijk voor “Door Omstandigheden” een uitnodiging gehad? We zullen er een volgende keer in elk geval rekening mee houden.

Donderdag 29 april komt iedereen goed uit, een telefoontje en een mailtje zijn voldoende. Charles heeft voor deze gelegenheid weer eens een route in de Meierij voor de dag gehaald: de Essche Stroom Route, maar wel in aangepaste vorm. De route zal ons vanuit Kasteel Nemelaer in de richting van het uitgestrekte natuurgebied Kampina brengen. Het noordelijke deel van dit natuurgebied wordt in de wandeling opgenomen om ons dan door het agrarische gebied ten westen van Boxtel, langs de oude gemeenschappen De Roond, Tongeren en Nergena door Landgoed Sparren rijk naar Esch te brengen. Hier pikken we de Essche Stroom op en lopen over de dijk terug naar ons uitgangspunt.

Om 9.00 uur is het verzamelen in Loon op Zand. Iedereen meldt zich op tijd: Peter, Jan, Bert en Marion. Even tijd om bij te kletsen en koffie te drinken. Maar een half uur is snel voorbij en dus met de auto op pad. Via Udenhout en Haaren gaat het naar de parkeerplaats voor Kasteel Nemelaer. Links doemen de bossen van landgoed Nemerlaer op met zijn statige oprijlanen. De auto worden geparkeerd, de wandelschoenen dichtgesnoerd en klaar zijn we voor vertrek.

De route voert ons door de statige oprijlaan in de richting van Kasteel Nemerlaer. Het uiterlijk van dit uit de veertiende eeuw stammende kasteel heeft in de loop der eeuwen vele veranderingen ondergaan. Hel kasteel duikt in 1303 voor het eerst in de archieven op. De naam van het kasteel is ontleend aan her riviertje achter her kasteel, de Nemer, en het oude woord voor een open plek in her bos, een 'laer'. Van het riviertje is alleen nog maar de bedding te herkennen in het landschap. Binnenin her kasteel is nog wel muurwerk uit deze allervroegste beginperiode bewaard gebleven. Zo is er nog een gastenkelder met gewelven en zijn er nog karakteristieke schietsleuven en lampnissen te zien. In diverse vertrekken kan de bezoeker nog eeuwenoude schouwen en haarden tegenkomen.

Kasteel Nemerlaer is lange tijd bezit geweest van adellijke families, die ook vele bezittingen hadden in andere plaatsen in Brabant. In de vijftiende eeuw zwaaiden de familie Van Bockhoven en vervolgens de jonkheren Van Vladeracken de scepter over het kasteel. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog borg de parochie Haaren de kerkelijke goederen op in het kasteel en fungeerde het in een aantal gevallen als vesting. De baronnen Van Cronstrom, gouverneurs van de stad 's Hertogenbosch, kwamen in het begin van de achttiende eeuw in bezit van het kasteel. Onder hun supervisie werd het kasteel flink onder handen genomen. In 1853 kwam Nemerlaer in handen van jonkheer Donatus Alberic van den Boogaerde van Terbrugge, de jongste zoon van de Brabantse gouverneur.

Door hem is aan dit oude kasteel een eigenaardige geschiedenis verbonden! Natuurlijk heeft het zijn roemruchte verleden maar volgens de laatste wil van jonkheer Donatus van den Bogaerde van Terbrugge moest het kasteel bijna 70 jaar onbewoond blijven en mocht er niets uit ontvreemd of verkocht worden. Over dat vreemde testament werden al spoedig processen gevoerd. In 1898 verklaarde de rechtbank van 's-Hertogenbosch dat de bepaling dat niets aangeroerd macht worden, in strijd met de wet was, maar bewoond mocht het niet worden. De nalatenschap moest beheerd worden door een bewindvoerder totdat de jongste erfgenaam 80 jaar zou zijn geworden. Ten tijde van het testament was deze twaalf jaar! Om een lang verhaal kort te maken: het landgoed van 116 ha werd in 1964 verkocht aan de tegenwoordige stichting Brabants Landschap. Inmiddels is het bezit van deze Stichting gegroeid op dit landgoed tot 153 ha. Het kasteel is sinds 1967 in het bezit van de Stichting Kasteel Nemerlaer.

Over de geschiedenis van het kasteel bestaan diverse publicaties onder andere van de hand van de huidige slotvoogd, Anton van Oirschot. Het heeft op het kasteel altijd gespookt. Het spook is het astrale lichaam van een jonkvrouw, die nog altijd op zoek is naar de man, die haar in de buurt van het kasteel om het leven heeft gebracht. Het moet al eeuwen geleden zijn dat hier de jonkheer woonde die die moord op zijn geweten moet hebben. De zwangere jonkvrouw werd in drie stukken gehakt die in een ven dicht bij het slot werden gedropt. Het spook is op verschillende plaatsen gezien, in de lanen en bij het Beeldven. Een van de latere bezitters heeft bij dat ven een grote grafkelder laten maken met levensgrote beelden erop in de hoop dat het spook daar de rust zou vinden. Het mocht niet baten. Nog steeds spookt het op dit kasteel.

In de boerderij, links naast het kasteel, houdt Brabants Landschap kantoor. De route voert ons in zuidoostelijke richting door een statige laan over de Essche Stroom naar de spoorlijn Tilburg – Boxtel. Direct over de spoorlijn heen volgen we de onverharde Posthoornse weg, die ons naar de Campina Heide zal brengen. Dit 1149 hectare grote natuurgebied ligt tussen Boxtel en Oisterwijk in en is in het bezit van Natuurmonumenten. Overal staat aangekondigd dat het gebied alleen toegankelijk is voor leden van Natuurmonumenten. Links van de weg is het moerassig en hier stroomt het riviertje de Rosep door. Na bijna een kilometer slaan we links in en steken meteen de Rosep over. Het heidegebied rechts staat als Belvertse Bergen op de kaart. Op de Belvertse Baan aan gekomen gaan we eerst naar rechts om vervolgens naar links door het heidegebied om het Duikersven, Groot Huisven, Kogelvangersven en Ganzenven heen te lopen. Overal schorre kikkers en krijsende meeuwen. We steken door de grote heide en bereiken de Zandbergsvennen met aan de oostrand van de heide de zandheuvel met daarop het graf, opgetrokken uit zwerfkeien, van de man die doorgaat als een van de grootste natuurbeschermers die Nederland ooit heeft gekend: Meester van Tienhoven. 'Vogelen Piet', zoals de vriend van Jac. P. Thijsse van de Verkade-natuuralbums werd genoemd, wilde dààr rusten: op een met heide bedekte stuifzandheuvel met uitzicht op de Zandbergsvennen.

Hier staat een bankje dat een goed rustpunt en plek biedt voor een hapje en een drankje. Plaats is er echter maar voor 3 personen en dus zoeken Jan en Charles het iets hoger op. Na een korte lunchpauze gaat het over een onverhard rolstoelpad - we vragen ons wel af hoe je hier als rolstoeler moet komen - oostwaarts. We bereiken door het bos de onverharde Nianadreef en laten meteen het Natuurgebied Kampina achter ons. Door het klaphekje staan plotsklaps in het agrarische gebied ten westen van Boxtel van de oude gemeenschap De Roond. Linksaf door bereiken we De Roond, steken het asfalt over en nemen de met populieren omzoomde Voorstraat. Even verderop steken we de Kleine Aa over en dan opnieuw linksaf de Vinkenberg in.

Als we de bewaakte overweg overgestoken zijn, bevinden we ons in de buurtschap Tongeren. Tot de vijftiger jaren van de vorige eeuw hadden de straten hier geen namen en woonde je bijvoorbeeld op Tongeren 111. De route volgt even de spoorbaan maar buigt dan naar links. In deze buurtschap komen we vervolgens langs de Dienst Levende Have Bereden Politie Afdeling Zuid, het opleidingscentrum voor politiepaarden. Van oudsher heeft de politie een paardenopleidingscentrum in Boxtel, 18 paarden worden hier getraind. Tegenover dit opleidingscentrum hebben we mooi zicht op een boerderij. Tot aan de stafkaart van 1921 ging Tongeren over in Nergena. Bij die bewuste stafkaart is of een foutje gemaakt of het is bewust geschied: Nergena bestond niet meer en het hele gebied heette Tongeren. Deze fout is pas rond 1955 hersteld.

Van Nergena gaan we bij Camping Dennendreef linksaf de Dennendreef in. What is in the name? Aan het einde van deze straat weer naar rechts. Opvallend is ook hier dat er duidelijk verschil is tussen links en rechts van de weg: rechts hogere, bollere akkers en links een gebied dat qua hoogte afloopt naar een beekdal. We verlaten Nergena bij de kruising met de Leunisdijk. Op de hoek staat een boerderij met een fraai bovenlicht! We steken de drukke Essche Laan van Esch naar Boxtel over en gaan rechtdoor de onverharde Koningsweg met enkele kapitale villa’s in die ons verrassend brengt naar een Mariakapelletje aan de Molewijkse weg. Bij dit kapelletje gaan we rechts af in de richting van de spoorbaan Boxtel – ’s Hertogenbosch en passeren de recreatieplas De Langspier. Meteen achter de spoorwegovergang begint Landgoed Sparrenrijk. Aan het begin staat een toegangspoort. Boven in de toegangspoort staat in het metaal de naam van Sparrenrijk te lezen. Rechts een informatiepaneel met de informatie over dit gebied en een picnictafel met banken. Opnieuw zijn we op het juiste moment op de juiste plaats: tijd voor een uitgebreide lunchpauze.

De route door Landgoed Sparrenrijk is afwisselend: door oude, beukenlanen en langs percelen productiebos. Tussen 1865 en 1895 raken de "woeste gronden" bebost, vooral met naaldhout. Tot 1910 is de familie Van Rijckevorsel eigenaar van dit landgoed. Later leerlooier Van Lieshout. De gemeente Boxtel kocht Sparrenrijk in 1954. Het bleef een productiebos, zij het met andere soorten snelgroeiende naaldbomen als de spar, douglas en tsuga. Tegenwoordig staat de houtproductie hier niet meer voorop en heeft Sparrenrijk veel meer een recreatieve functie. Langs een indrukwekkende boerderij met rood-wit getooide zandlopers op de luiken komen we voorbij een soort Mariakapelletje. Het is hier gebouwd in 1959 en wordt onderhouden door de buurt. Linksaf komen we aan de Essche weg, die we oversteken.

Opnieuw betreden we een landgoed: Landgoed Den Eikenhorst, begin negentiende eeuw gesticht als zomerverblijf van de Bossche familie van wijnhandelaren De Wijs. Rond 1906 kwam het in handen kwam van de familie Henket. Aan het begin van de oprijlaan naar Landgoed Den Eikenhorst staat de portierswoning. We gaan het parkachtige boslandschap van dit landgoed in. Rondom de villa is de schitterende tuin van rond 1850 in Engelse landschapsstijl het nadrukkelijkst aanwezig. Het belangrijkste element is de vijverpartij. Dat "beekje" slingert en doorsnijdt bosschages en fraai gewelfde graslandjes. Bij de aanleg van de tuin en het park heeft de tuinarchitect Louis Paul Zocher zich laten inspireren door Engelse en Nederlandse landschapsschilders, waaronder Constable, Turner en Rembrandt. Zo'n tuinplan wordt als het ware opgezet als een schilderij van een landschap: vrijstaande bomen, boomgroepen en lage struikbeplanting zijn zo gerangschikt dat vanuit iedere hoek een boeiend doorzicht te ervaren is. We verlaten het landgoed in westelijke richting en volgen de route door de weilanden en langs de bosrand naar de Essche weg. Deze brengt ons langs het missiehuis van de missiezusters O.L.V. van Afrika, over de spoorbaan, over de Runsdijk tot in het dorpscentrum van Esch.

Het dorp Esch was ten tijde van de Romeinen al bewoond. Een infopaneel langs de route vertelt u meer over de Romeinen in Brabant. Dat Esch al heel oud is en nog door de Romeinen werd bewoond, weten we uit de opgravingen die er gedaan zijn. Er zijn maar liefst zeven Romeinse graven ontdekt. Die graven zijn aangelegd tussen 175 en 250 na Christus. De Romeinen kregen van alles mee in hun graf. In Esch is het barnstenen beeldje van de god Bacchus met zijn halfgod Sater gevonden. Het originele beeldje is te bewonderen in het Noord-Brabants Museum in 's Hertogenbosch. De replica komen we tegen op de route en wel op de dorpspomp in Esch, vlakbij het oude gemeentehuis en de kerk. In Esch bestaat de traditie om éénmaal per paar uit die pomp bier te laten vloeien. De kerk, de Willibrorduskerk, is een bijzondere. De bakstenen kerktoren is veel ouder dan de kerk zelf. De toren is vijftiende-eeuws. Een infopaneel geeft ons meer informatie over deze kerk en de bijbehorende rijksmonumenten.

De route brengt ons het dorp door tot aan de brug bij de Essche Stroom. Over de brug rechts ligt het Oudemannenhuis van Esch. Het is weliswaar niet meer als zodanig in gebruik maar een infopaneel geeft toch informatie over de geschiedenis van dit pand. We slaan direct over de brug linksaf en volgen op de westoever het jaagpad, gelegen op de dijk van de Essche Stroom. Al meteen passeren we een stuw, waar kanovaarders hun kano even moeten overdragen. De Essche Stroom is hier gekanaliseerd. In het landschap zijn de oude armen nog wel terug te vinden. Zowel links als rechts zien we agrarische bedrijven. Na goed een kilometer mondt de Kleine Aa uit in de Essche Stroom. Zo volgen we zo’n 5 kilometer het jaagpad op de westoever tot we voorbij een tweede stuw de Belvertse brug bereiken. Even hiervoor vloeit de Rosep samen met de Essche Stroom. Rechts zien we de kerktoren van Haaren. Nog even de Belverse Dijk oversteken en doorlopen tot het laantje dat ons terugbrengt naar Kasteel Nemelaer, ons startpunt van deze morgen. Terug bij de auto is het prettig de wandelschoenen te kunnen verruilen voor gemakkelijk schoeisel en we besluiten nog even in Oisterwijk aan te leggen voor een drankje.

Aan de Lind op het terras van “Lieve Lente” wil een lekker drankje er wel in en hebben we nog even tijd om na te praten over de wandeling van deze dag. Plannen voor een volgend tripje zijn al gemaakt, als we de woorden van Jan-Willem moeten geloven. Hij heeft 27 mei 2004 al in zijn agenda genoteerd. Laten we die dag in elk geval maar alvast reserveren. Kijken doen wel later nog wel.

Charles Aerssens
3 mei 2004



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 04-05-2004 door C.P.J. Aerssens