De donkere dagen voor Kerstmis bieden nog een goed moment om de wandelschoenen zo aan het einde van het jaar toch nog even voor de dag te halen. De kerstboom is opgetuigd en de laatste schooldag van 2003 hebben we achter ons. Even ontspannen! Een telefoontje van Peter zorgt voor een belrondje van Charles en zo kunnen we voor 22 december een wandeldag afspreken. Van de partij zijn: Ari, Peter, Lorenz, Wilma en Charles. Door andere bezigheden moeten Marlien en Jan-Willem, Marion en Bert, maar ook Jan verstek laten gaan. Hij moet “werken”. Charles heeft de Heikant Route 20 kilometre in de omgeving van Middelrode uitgekozen om hier een stuk van de Meierij te belopen.
Plaats van afspraak is op die 22 december om 8.30 uur de parkeerplaats bij Mac Donald’s in Waalwijk. Vanhier zullen we gezamenlijk naar het startpunt in Middelrode vertrekken. Binnen een tijdsbestek van 5 minuten arriveert iedereen en na enig heen en weer besluiten we toch om met 2 auto’s richting ’s Hertogenbosch te rijden. Peter en Ari willen niet in de Touran van Lorenz. We nemen maar aan dat dit wellicht komt omdat Lorenz zich deze morgen niet heeft geschoren! Volgens afspraak zullen we ons treffen op de parkeerplaats bij de kerk in Middelrode. We bereiken elk via een eigen route de plek van vertrek: Ari en Peter gaan via Berlicum. Lorenz, Wilma en Charles missen de afslag Middelrode aan de Zuid-Willemsvaart en moeten noodgedwongen bij Heeswijk keren. Toch komt alles goed en zo kunnen we even voor 9.30 uur beginnen aan onze wandeling.
Het is een stralende dag: de zon staat strak aan de hemel, maar de weersvoorspellingen geven winterse buien. Vooralsnog is hiervan geen sprake. De route start in het centrum van Middelrode, een kleine gemeenschap die tegenwoordig bij de gemeente St. Michielsgestel behoort. Het dorp dankt waarschijnlijk zijn naam aan het feit dat het ligt midden tussen twee andere dorpen die op "rode" eindigen, namelijk St. Oedenrode en Nistelrode. Begin negentiende eeuw werd over Middelrode geschreven dat het het enige Maaslandse dorp in de Meierij is dat aan de linkeroever van de Aa ligt. Over de Aa in Middelrode lag een brug met daarbij een herberg. Er was veel vrachtverkeer met karren en reizigers die door Middelrode kwamen op doortocht van Schijndel en andere Meierijse dorpen naar Berlicum en verder naar ‘s Hertogenbosch. Maar met de komst van de Zuid-Willemsvaart verdween het drukke handels- en reizigersverkeer dat de brug bij Middelrode moest passeren en verviel de herberg. Tussen 1822 en 1826 is deze Zuid-Willemsvaart gegraven in opdracht van Koning Willem I. Het kanaal loopt van Maastricht naar 's-Hertogenbosch en is 123 kilometer lang. Het vormde een alternatieve handelsroute voor de niet altijd betrouwbare Maas.
Daarnaast kende het nu zo rustige plaatsje een roerige geschiedenis. Zo had het dorp in 1512 te Iijden van de Geldersen die het dorp afbrandden. Een paar eeuwen later, in 1794 hadden Engelsen hier hun voorposten maar bij de nadering van de Fransen verlieten ze Middelrode en brandden ze de brug gedeeltelijk af. Nu is het dorp bijna opgegaan in Berlicum. We volgen de geel-witte markering in zuidwestelijke richting door de buitenwijk komen we aan de Aa. De Aa is een echte laaglandbeek die eens ontstonden in veen-, heide- of moerasgebieden en dus niet uit een bron. Het gebied is al heel wat ouder. Het grenst aan Berlicum, ligt er als het ware in het verlengde van. Van Berlicum is bekend dat het in de Frankische tijd (circa 500- 700 na Christus) ontstaan is op een zogenaamde donk. Een donk is een hoger gelegen plaats. Vanuit Berlicum heeft uitbreiding plaatsgevonden in de richting van Middelrode.
De route brengt ons over het riviertje de Aa direct naar de ruďne van Seldensate. Kasteel Seldensate is rond 1450 gebouwd bij een doorwaadbare plaats, een gewathe, waar al een boerderij uit 1300 stond "Het Gewad". Een gelijknamige hoeve vormde de oorsprong van het slotje Seldensate. Het oude buitengoed beslaat 10 hectare en bestaat uit de omgrachte resten van het slotje Seldensate, een gedeeltelijk gerestaureerd poortgebouw (1600) met duiventoren (1475-1600); omgrachte binnentuin met voormalige ijskelder; tuinmanswoning en aanleunende boerderij. In 1629 bij de belegering van Den Bosch, door Frederick Henderick, biedt kasteel Seldensate beschutting aan omwonenden. Hierna komt het kasteel diverse malen in bezit van andere eigenaars. In 1890 laat eigenaar Valerius Bosch het in verval geraakte kasteel grondig verbouwen en restaureren.Na 1928 raakt het kasteel versneld in verval door de aanwezigheid van de Aa die de ondergrond verzwakt, waarna in 1959 het hoofdgebouw gesloopt wordt. In 1971 werd het herengoed aangekocht door de gemeente Berlicum. In 1973 wordt het kasteel in opdracht van de gemeente deels, de duiventoren en een deel van het poortgebouw, gerestaureerd. Na de uitvoering van het noodzakelijke onderhoud aan gebouwen, waterwegen en beplanting wordt het opengesteld als openbaar wandelpark. Hierbij is er naar gestreefd de aanleg van omstreeks 1650 weer zichtbaar te maken.
In deze omgeving zijn meerderel kastelen en slotjes te vinden. Zo zullen we even verder op de route de restanten van Assendelft passeren. Zij zijn allemaal omstreeks 1500 rondom 's Hertogenbosch gebouwd. Het waren buitenhuizen voor de adel die over het algemeen in 's Hertogenbosch het normale verblijf had. De adel ontvluchtte van tijd tot tijd graag de stad om onder andere aan de pest te ontkomen. Hier bij Seldensate staat een informatiepaneel dat meer vertelt over deze zogenaamde speelhuizen. Zo was het op 'de huysinghe Seldensate in de heerlijckheyt van Beerlichem onder Middelroij' goed toeven. Het poortgebouw met duiventoren en koetshuis werden gerestaureerd, de gracht rond de kasteelruine uitgegraven. Zo'n duiventoren was in die tijd heel belangrijk. Op de eerste plaats voor de mest van de duiven die op het land gebruikt werd. Daarnaast werden duiven gewoon gegeten! Niet iedereen mocht een duiventoren hebben; het was een recht dat men kon krijgen.
De route voert ons door dit openbare wandelpark langs de vergane glorie van Seltensate en door het toegangshek vervolgen we de wandeling over de Assendelftseweg in de richting van de restanten van Huize Assendelft aan de linkerkant van de weg. Hoewel het goed al in 1320 bestaat met als eigenaar Johannes Berdonc, wordt er pas van een groot huis gesproken 1428. Het huis werd gebouwd en gebruikt door de gegoede lieden die 's zomers de stank van de stad willen ontvluchten. In 1512 wordt het huis door de troepen van Maarten van Rossum verwoest, maar later in een eenvoudiger vorm weer opgetrokken. Ook in 1572 ondervindt het huis veel schade dankzij de hertog van Holsteijn en Schonenborgh die met een troep ongedisciplineerde soldaten in het dorp Middelrode neerstrijkt.
In 1575 vinden er uitbreidingen en reparaties plaats. In 1806 komt het huis leeg te staan, wat ten koste gaat van de conditie ervan. Wanneer in 1830 het huis gevorderd wordt om soldaten te legeren, is dit het begin van het einde. In 1836 is er veel schade en het verval dat al ingezet was, woekert snel verder. In 1842 is het huis zo bouwvallig dat het wordt gesloopt. Alleen het poortgebouw en de pachthoeve overleefden de tand des tijds en de poort werd in 1900 gerestaureerd. In 1969 volgde opnieuw restauratie. De herbouwde kasteelhoeve uit de veertiende eeuw wordt particulier bewoond, en de poort geeft toegang tot het erf. Het is niet toegankelijk, maar zowel huis als poort zijn vanaf de weg goed te zien. Aan de rechterkant van de weg zijn laagstamboomgaarden gelegen.
Aan het einde van de weg voert de geel/witte markering ons naar links. We komen voorbij de oude herberg aan de brug over de Aa. Vroeger een druk bezochte uitspanning voor het vele vrachtverkeer met karren en reizigers die door Middelrode kwamen op doortocht van Schijndel en andere Meierijse dorpen naar Berlicum en verder naar ’s-Hertogenbosch. Op de hoek rechts is een zadelmakerij. Voor dat pand vinden we een gedicht op een plaquette waarvan er zo veel in deze omgeving te vinden zijn. Deze tekst is van de hand van de in Noord-Brabant bekende Cor Swanenberg. Hij is schrijver, verteller en zingt Brabantse liedjes. Hij woont in de buurt van Seldensate. We steken de brug over het riviertje de Aa niet over, slaaan rechtsaf. De pad voert ons een heel stuk in zuidoostelijke richting over het dijkje langs de gekanaliseerde Aa. Restanten van de oorspronkelijke loop en van het beekdal zijn links goed zichtbaar. De landelijke rust wordt hier danig verstoord door het voortrazende verkeer over de provinciale weg op slechts een paar honderd meter afstand, direct langs het de Zuid-Willemsvaart. Na ruim twee kilometer bereiken we even voorbij een boerderij de brug over de Aa. Hier steken we het riviertje over en door de statige met grote beukenbomen omgeven oprijlaan doemt in de verte Kasteel Heeswijk op. Toch lopen we deze laan niet helemaal uit. De markering leidt ons naar links en vervolgens naar rechts tot aan het bruggetje over de door de weilanden kronkelende Leigraaf, ook een laaglandbeek. Enkele exotische ganzen kiezen snatterend het luchtruim. Bij de Looz-Corswarem-hoeve, lange jaren een authentiek boerenbedrijf en nu een groepsvakantiehuis, gaat het pad naar rechts en leidt ons naar Kasteel Heeswijk.
Kasteel Heeswijk is een zeer imposante bakstenen waterburcht. Het kasteel is ontstaan in de elfde eeuw. En zeer waarschijnlijk was dat een motte-burcht, het oudste in ons land voorkomende kastelentype. Een motte bestaat uit een kunstmatige heuvel, waarop een versterking is gebouwd. De motte wordt gemaakt door bij het graven van een ringvormige gracht de grond te gebruiken om daarmee in het midden van die ring een kunstmatige heuvel op te werpen. De eerst bekende heer van Heeswijk is een ridder: Almericus van Heswic die al in 1196 genoemd wordt. Het geslacht van Heeswijk werd opgevolgd door het geslacht van Benthem, omdat een erfdochter met de Gelderse edelman Walraven van Benthem trouwde. Een eeuw later kwam het kasteel aan Hendrik van der Leck, die het middeleeuwse kasteel liet bouwen. De heuvel van de Heeswijkse motte is grotendeels geslecht, maar op dezelfde plaats werd in de vijftiende eeuw het huidige kasteel gesticht. Kasteel Heeswijk werd een omgrachte vierkante waterburcht met een voorburcht.
In de jaren 1372 en 1398 werd het kasteel meermalen door de Geldersen belegerd, maar Heeswijk bleek een machtige burcht te zijn. Dat ondervond prins Maurits rond 1600 ook, maar zijn broer, Frederik Hendrik, kreeg het kasteel in handen zonder er veel moeite voor te hoeven doen. Waarschijnlijk was zijn bijnaam 'De Stedendwinger' al voldoende om de bewoners van het kasteel in 1629 angst aan te jagen. Ze gaven zich zonder slag of stoot aan de prins over. De Franse vorst Lodewijk XIV de Zonnekoning, verbleef er in 1672. Op 16 juni van dat jaar werd op dit kasteel het verdrag gesloten tussen het Frans-Engels verband en de Nederlanden, de zogenaamde "Vrede van Heeswijk".
Na de tachtigjarige oorlog was de rol van Heeswijk als verdedigbaar kasteel wel uitgespeeld. Het werd wat rustiger rond het kasteel. In de negentiende eeuw werd het kasteel min of meer een buitenplaats, die als woonplaats ging dienen voor hoge ambtenaren en officieren van koning Willem I. Willem I benoemde de uit Zuid-Nederland afkomstige baron Andreas Johannes Ludovicus van de Bogaerde de Terbruggen (1787-1855) tot zijn gouverneur in Noord-Brabant. Deze baron kocht kasteel Heeswijk in 1835 om het als woning te gaan gebruiken. Hij liet het kasteel verbouwen. In 1871 werd de gehele zuidzijde van het complex herbouwd. Voor de groeiende collectie kunstvoorwerpen en curiosa van hem en zijn zoons werd het kasteel uitgebreid met onder andere de wapenzaal en de ijzeren toren. Het huidige kasteelmuseum geeft een beeld van de woonsituatie en de verzameltraditie uit de 19de eeuw.
Bij zijn dood in 1895 bleek dat Donatus van den Bogaerde de Terbrugge een bijzondere bepaling in zijn testament had opgenomen. Hij wilde niet dat de door hem en zijn broer Louis bij elkaar vergaarde kunstvoorwerpen, die kasteel Heeswijk overvol hadden gemaakt, na zijn dood in alle windrichtingen verspreid zouden worden. En daarom bepaalde hij dat alles zo moest blijven als het was tot de jongste kleinzoon van zijn broer Amedée tachtig jaar zou zijn geworden. En dat zou het geval zijn in 1963.
De erfgenamen van Donatus waren hier uiteraard niet blij mee en vochten het testament aan. Dat had gedeeltelijk succes, want de Rechtbank te 's-Hertogenbosch bepaalde, dat de inventaris van het kasteel verkocht mocht worden. Maar de bepaling dat het kasteel niet betrokken mocht worden tot 1963 bleef gehandhaafd. En zo werd het grootste deel van de kunstcollectie verkocht, waarvoor verschillende veilingen nodig waren.
In 1949 vestigde een erfgenaam, baron Andreas J.L. van den Bogaerde de Terbrugge, heer van Heeswijk, Dinther en Moergestel, zich met zijn vrouw in het koetshuis van kasteel Heeswijk. De baron overleed in 1974. Zijn vrouw, douairičre Albertine R.A.H.M.O. van den Bogaerde de Terbrugge, baronesse van Heeckeren van Kell bleef in het koetshuis wonen, maar bracht het kasteel in 1976 onder in de Stichting kasteel Heeswijk. In 1996 werd de Stichting Het Brabants Landschap eigenares van het circa 80 ha grote landgoed, dat behalve enkele boerderijen, ook bossen, akkers en weilanden omvat. De beide stichtingen werken nauw samen, opdat er een band tussen het landgoed en het kasteel zal blijven bestaan. Een nieuwe restauratie van het interieur van het kasteel is inmiddels afgerond en nu staat de buitenkant voor een groot gedeelte in de steigers. Vandaag heerst er geen bedrijvigheid.
Tegenover het kasteel staan we even stil bij het oorlogsmonument dat herinnert aan de luchtlanding van de 101e Airborn Division in deze omgeving aan het begin van Operatie Market Garden 17 september 1944. Het toeval wilde dat Almoezenier Francis L. Sampson hier in de kasteelgracht terecht kwam, nadat zijn parachute in de war was geraakt met een lotgenoot en zijn spullen moest opduiken. Via het naar deze onfortuinlijke aalmoezenier van de 101e Airborn Division genoemde laantje verlaten we het kasteelterrein. Zo komen we aan de toegangspoort van het kasteel, waar een tweetal liggende leeuwen rustend op wapenschilden de oprijlaan flankeren. De route kruist hier de Gouverneursweg en over de akkers heen zijn boerderijen zichtbaar die de kleuren van het kasteel op de luiken hebben, zandlopers in blauw en oker. Over het asfalt in noordelijke richting lopen we richting Openluchttheater De Kersouwe en steken andermaal het stroompje de Leigraaf over.
De route voert ons de bossen in, om het natuurtheater heen, langs het terrein van een hondenclub. Hier is het opletten geblazen. De markering gaat meteen linksom langs de afrastering met een smal pad de bossen in en daarna even links en weer rechts. Als je hier de bewegwijzering mist, bent je al snel weer terug bij de picknickplaats op de Galgenberg! Aan de brede zandweg gaat het rechtsaf en even verderop opnieuw naar links. Pal langs het Klotven tot aan de Dreef, waar je de afkortingsroute terug naar Middelrode kunt nemen.
Onze route gaat naar de Heiblomse Dijk, 50 meter naar links en dan naar rechts naar de Heikantse Hoeve, langs grote akkers en weilanden, ontstaan na ontginning van de woeste gronden. Speciaal voor de ontginning van deze - in het licht van die tijd gezien - waardeloze gronden waren twee maatschappijen opgericht: de Heidemaatschappij (in 1888 opgericht) en Staatsbosbeheer (in 1899 opgericht). Eerst werd de grond 35 centimeter omgespit tegen de prijs van vijf gulden per hectare. Daarna werd de grond beplant met dennen. Men had in die tijd het idee dat de naalden van de dennen de grond vruchtbaar konden maken. Later werden die dennenbossen weer gekapt om plaats te maken voor weilanden. Aan dit gebied ontleend de wandeling zijn naam. Vanaf de route hebben we goed uitzicht over de grote, rechte weilanden, doorsneden met sloten, die voor de afwatering zorgen. We passeren boerderijen waar de penetrante lucht van varkensmesterijen onze neusslijmvliezen prikkelen.
Voorbij ’t Heikantje gaat de route naar links, steken de drukke Milrooyse Dijk over en na 200 meter de Koesteeg. Beide wegen lopen naar het gehucht Kaathoven, eens bedevaartsplaats en centrum van de verering van de 'veeheilige' Sint Cunera (Feestdag 12 juni) nadat een deel van het gebeente van de heilige hier in 1602 in vanuit het Gelderse Rhenen veiligheid werd gebracht. Tot 1648 trokken de relieken vele pelgrims naar Kaathoven, met name uit de Republiek. Na de Vrede van Munster werden de relieken naar Bedaf onder Uden overgebracht. De voormalige kapel is nu verbouwd.
Na de oversteek van de Koesteeg betreden we recreatiegebied Engelenstede. Nu voert de route ons kris kras door dit recreatiegebied. Dat het hier erg modderig kan zijn en we dus moeten denken aan goed schoeisel, is ons meteen duidelijkl! In Engelenstede kruisen vrijliggende ruiterpaden regelmatig onze route. Voor de paarden zijn ook hekjes aangebracht waaraan ze tijdens een picknick bijvoorbeeld vastgezet kunnen worden. Met de paarden kan ook geoefend worden met lage hindernissen waarover gesprongen kan worden en het parcours eigent zich goed voor Military. Het landschap van Engelenstede biedt steeds weer een andere doorkijk en laat zo alle aspecten van het Meierijse landschap zien. Het is een waar vogelparadijs. Gezeten in de zon en uit de wind genieten we van een uitgebreide lunchpauze. Rust alom!
Als we weer op pad gaan, hebben we nog steeds de indruk dat we rondjes lopen in het gebied zo slingert de route zicht door de bomen en over de vlakten. Plotseling duikt voor ons een soort “Berlijnse Muur” waarop informatiepanelen uitleg geven over dit gebied en waarop de verschillende herkenningspunten staan aangegeven. We steken de Werststeeg over en volgen de geel-witte markering naar de Groote Wetering, waar met behulp van sluizen de waterstand geregeld kan worden. Zo wordt voorkomen dat het lager gelegen ontgonnen “binnendijkse” land niet overstroomt bij piekafvoeren.
Aan de Groote Wetering gaat het meteen zuidwaarts over een dijkje langs een afwateringssloot. Na 100 meter rechts af het gebied in dat opo de topografische kaart staat aangeduid met Hooge Heide. Nu en dan weer door naaldbossen in de richting van enorme akkers en weiden. Soms loopt er een dijkje doorheen waarover een al dan niet verharde weg voert. We passeren een afgelegen hoeve waar twee loslopende honden ons niet vriendelijk begroeten. Het strak blauwe lucht heeft plaats gemaakt voor een donkere winterse bui en witte dikke vlokken dalen over het landschap neer. Het is ineens winter! Van de verharde weg van Hooghei gaan we linksaf achter de Camping door naar de Werstdreef. In de verte naar het zuidwesten een van de vele eenzaam in het landschap staande boerderijen: De Werst met in de omgeving de Werstkampen, de Werststeeg en de Werstdreef. Ook hier in deze omgeving zijn de ontginningen goed te zien.
Na goed 2 kilometer op de Wertskant houdt het op met sneeuwen en het is duidelijk dat we weldra weer in de zon zullen lopen. We kruisen opnieuw de Werststeeg en vervolgen de wandeling over de Nieuwe Weg Tot aan Plein. Via de Groenstraat voert de route weer terug naar Middelrode. Nog even een hoek om, naar links en dan is de kerk van Middelrode al weer in zicht. Zo bereiken we het eindpunt van de Heikant Route.
Het is nog vroeg in de middag: 14.30 uur en dit betekent dat we nog een zee aan tijd voor ons hebben. We nemen afscheid en wensen elkaar prettige feestdagen en keren huiswaarts. Peter en Ari rijden rechtstreeks naar Oosterhout en Wilma en Lorenz zetten Charles nog even af bij Mac Donald’s in Waalwijk, waar Bas op hetzelfde moment aankomt en Charles meteen kan overstappen naar Loon op Zand. We kunnen terugkijken op een geweldige wandeldag, want ondanks de slechte weersvooruitzichten kunnen we teugzien op een geslaagde dag: slechts één sneeuwbuitje en veel zon.
Charles Aerssens
24 december 2003
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 02-01-2004 door C.P.J. Aerssens