[IMAGE]

Als het schooljaar goed en wel aan de gang is, begint bij de meeste van ons het wandelvirus weer te kriebelen en kijken we reikhalzend uit naar het wandelweekend in de Ardennen. Om ons goed voor te bereiden en afspraken te maken wie welke taak krijgt toebedeeld, wordt er een "vergadering" uitgeschreven. Peter nodigt ons uit om onder het genot van een hapje en een drankje zijn verjaardag nog eens dunnetjes over te doen. Ook kunnen we onze herinneringen aan de wandelweek in de Morvan van de afgelopen zomer nog eens ophalen bij het bekijken van de dia's. De taken zijn snel verdeeld en als vanzelfsprekend zorgt Peter voor het ontbijt, Lorenz voor de drank, Bert voor de financiën en Jan voor één maaltijd. Charles buigt zich over de routes en stuurt ook de gasten een mailtje.

Ja, gasten hebben we dit jaar opnieuw. Je kunt wel zeggen dat dit bijna vanzelfsprekend is. Zo is "Door omstandigheden" zelfs weer voltallig aanwezig: Marion én Marlien. Het is immers al weer lang geleden dat beide dames samen van de partij zijn geweest. Marion krijgt zo versterking, al laat ze altijd goed merken dat ze ook alleen haar mannetje kan staan bij de "Mannenbroeders van Via-Via". Het betekent dat zij ook het verzorgen van een maaltijd voor haar rekening neemt. En als "special guest" hebben we dit jaar Jan-Willem gevraagd deel te nemen aan het Ardennenoffensief.

Zo bestaat het gezelschap dit jaar uit 8 personen. Voor ons verblijf in La Spinette te Laidprangleux is dit geen enkel probleem: slaapplaatsen genoeg! De reservering is bij het vertrek het vorige jaar al vastgelegd en de schriftelijke bevestiging dit jaar is dus niet meer dan een formaliteit. Logistiek betekent de uitbreiding met 2 personen een andere aanpak van de routeplanning. Een route van A neer B is met zoveel mensen een ander verhaal: de "Toekan" van Lorenz (sinds de Morvan is de auto van Lorenz, pardon Wilma, onder deze naam bij de leden van "Via-Via" bekend) is immers geen bestelbusje! En met drie auto's op en neer rijden is te omslachtig en vergt te veel reistijd. We komen nog altijd om te wandelen. Dus heeft Charles een tweetal rondwandelingen uitgezet. Voor de eerste dag voert het parcours over een gedeelte van de Transardeense Route. De tweede wandeling loopt in het stroomgebied van de Lienne.

Dag van vertrek is zondag 19 oktober. Het is al bijna traditie op zondagsmiddag rond de klok van 15.30 onafhankelijk van elkaar te vertrekken om tegen 18.00 uur op de plek van afspraak Baraque de Fraiture te arriveren. Er is afgesproken met drie auto's op pad te gaan: Bert met Marion en Jan, Lorenz met Peter en Charles en tenslotte Jan-Willem en Marlien. Zij schatten de reistijd wat al te ruim in en zijn om 17.00 uur op het hoogste punt van België. De ervaring van Bert en Lorenz zorgen ervoor dat zij precies om 18.00 uur op de plaats van afspraak zijn. Tussen de aankomst van beide auto's zit nauwelijks één minuut!! Er is tijd voor een drankje en tegen 19.00 uur rijden we naar ons verblijf in Laidprangleux. Het huisje is nog op slot en zo moeten we eerst de sleutel ophalen bij Anne-Françoise Daco, Bois de Tave 1. Zij ontvangt ons allerhartelijkst en geeft ons als verrassing nog een potje bramenjam mee. Terug in La Spinette zoekt eenieder de hem/haar vertrouwde slaapkamer en worden de bedden opgemaakt. Onrustig als altijd weet Jan niet meteen een eigen kamer te kiezen en richt zijn slaapplek in op de kamer met Peter en Charles. Zij weten uit ervaring dat dit wellicht niet voor meer dan één nacht zal zijn: Jan is een onrustige slaper en dit zal later ook blijken.

Terwijl iedereen aan een pilsje, een wijntje en nootjes rond de open haard geschaard zit en de benen kan strekken, is de "kok van dienst" Jan in de keuken begonnen met het bereiden van het avondeten. Spaghetti Bolognese staat op het menu. Jans ervaring van afgelopen zomer in "Aux Fins Chasseurs" te Montigny-en-Morvan heeft geleerd dat dit Italiaanse gerecht uit meer bestaat dan alleen witte sliertjes. Petje af voor Cuisinier Jean. Ook de nootjes in de salade ontbreken niet!! We laten het ons goed smaken. En iemand voor de afwas vinden is ook niet moeilijk. Het is overdreven te zeggen dat iedereen in de rij staat, maar de boel is snel aan de kant. De afwasmachine doet het werk en dus kunnen we rustig onderuit gezakt aan de avond beginnen. Als het ontbijt van de volgende ochtend ter sprake komt, weet Peter te melden dat er verse afbakbroodjes zijn. Er ontspint zich een discussie dat het ook mogelijk geweest zou zijn om een broodbakmachine mee te nemen. Lorenz laat zich ontvallen dat hij zo'n apparaat thuis heeft, maar dat dit een plek heeft gekregen naast nog een aantal niet gebruikte hebbedingetjes. Met zijn apparaat zou je zelfs appelmoes kunnen maken. Natuurlijk overdrijft hij, maar het neemt niet weg dat we hem er even tussen nemen. Laten we zeggen dat dit, naar mate de avond vordert, aan de drank ligt en daar heeft hij tenslotte ook voor gezorgd. Tegen 23.30 uur gaat iedereen upstairs en is het weldra rustig op de slaapafdeling. Maar dit is niet van lange duur. Tegen 2.00 uur begint Jan te spoken: hij gaat naar beneden en weer naar boven. Dit herhaalt zich nog een keer. De nachtrust op de slaapkamer van Peter en Charles wordt danig verstoord en pas tegen 3.30 uur is het definitief rustig. Zo is voor zijn kamergenoten de nacht wel erg kort, want om 7.00 loopt de wekker af.

Als de wekker goed en wel afgelopen is, komt de bedrijvigheid geleidelijk op gang. De badkamers worden bevolkt en in de keuken gonst het al snel van activiteit: de afwasmachine wordt uitgeruimd, de tafel gedekt, de broodjes afgebakken en koffie gezet. Iedereen weet wat er moet gebeuren en om 7.45 uur zitten we aan tafel. Gezellig ontbijten met koffie, thee en een sapje. De lunchpakketten worden klaargemaakt, de thermosflessen gevuld en de rugzakken gepakt. Zo maakt zich iedereen klaar voor vertrek. De weergoden laten zich van hun goede kant zien. De zon is al present, maar het is nog wel koud. Het weerbericht heeft ons toch anders voorbereid: bewolkt, kans op regen en sneeuw in de Ardennen. Gelukkig niets van dit alles.

Tegen 8.45 uur stappen we in de auto en rijden naar het vertrekpunt van onze dagwandeling. Het startpunt ligt in Wyompont aan de Ourthe Occidentale. Hier lag het vorig jaar het eindpunt van onze eerste etappe van de Transardeense Route. Vandaag zullen we opnieuw een deel van deze gemarkeerde route onder de voeten nemen en terugkeren naar Wyompont. Het betekent dat we de loop van de Ourthe zullen volgen en wel de westelijke tak vanaf de Barrage de Nisramont. We parkeren de auto's bij de oude brug en pakken de markering op over de brug. De onverharde weg gaat meteen naar rechts langs de weilanden en volgt de nog jonge Ourthe stroomopwaarts. De weilanden gaan over in bos en na 2 kilometer zien we bovenons tussen de weilanden door het Château de Roumont. Over de oude geplaveide weg, ook wel de Chaussée Marie-Thérèse genoemd leidt de route ons Roumont binnen. Deze weg werd ingewijd in 1770, tijdens het bewind van de keizerin van Oostenrijk. Deze postweg was een verbindingsweg tussen Brussel en Wenen en kruiste de Ourthe via de doorwaadbare plaats bij Berguême en klom steil omhoog naar Roumont. Zo komen we in Roumont.

Roumont koestert nog steeds de herinnering aan een Merovingische grafheuvel, geopend in 1912. Men ontdekte er aardewerk, een asurn en een paar koperen voorwerpen. We lopen langs de muren van het voormalige Relais, de herberg Casaquy, nu herschapen in een privé-kasteel met een mooie binnenplaats. Belangrijk was dit Relais voor koetsen en paarden halverwege de weg Namen en Luxemburg. Langs de kerk en het kerkhof lopen we rechtdoor tot de verharde weg overgaat in een pad dat ons door het Bois de Herbaimont tot aan de doorgaande weg Houffalize-Libramont brengt. Hier naar rechts over de N26 tot voorbij de Barrière Hinck aan de N4. Onder de brug door slaan we links de weg in die naar Sprimont voert, de markering van de Transardeense Route volgend. Even voor Sprimont naar links tot aan een beekje bij de bosrand. We volgen naar rechts langs de weilanden de loop van het beekje, dat enkele vijvers vult. De routemarkering is onduidelijk en met de kaart in de hand volgen we de bosrand naar rechts tot we bij het weiland de onverharde weg bereiken die ons laat afdalen in zuidwestelijke richting naar de vallei van de Ourthe. We passeren een camping en de oude Moulin de Wachirock, gebouwd in 1620. We zijn nu in Sprimont, een gehucht van Amberloup, dat samen met Tillet en Lavacherie de gemeente Ste. Ode vormt.

Vanuit Sprimont loopt de Transardeense Route samen met de Rijn-Maasroute tot in Bouillon. Deze route verbindt Andernach in Duitsland met Monthermé in Frankrijk en loopt door België en Luxemburg. We volgen de doorgaande weg de N26 richting de N4 om na 200 meter links af te slaan, de secundaire weg op naar Aviscourt. De weg klimt en buigt af naar rechts. We komen voorbij de pittoreske Gîte "La Pommeraie" waar ter herinnering aan de stedenband van Ste. Mère Eglise met Ste. Ode na de bevrijding in 1944 de keuken verrijkt is met Normandische producten: kazen, cider en calvados. Voor Jan wellicht een adresje om nog eens terug te keren en te genieten van een glaasje calvados! Langs een smal kronkelig weggetje klimmen we de heuvel over die Sprimont scheidt van Aviscourt, een klein gehucht dat zijn naam ontleedt aan het Waalse "nawiscoûr", dat "oud hof" betekent en al tijdens het Romeinse rijk bewoond.

Even buiten Aviscourt volgt een lange afdaling naar Lavacherie. We komen voorbij de begraafplaats van Belgische oud-krijgsgevangenen. Het Nationale Verbond van Oud-Krijgsgevangenen (NVOK) is sedert 1950 in Lavacherie gevestigd. Heel wat krijgsgevangenen die na de oorlog terugkeerden uit de nazi-kampen hadden immers dringend verpleging nodig. Het NVOK zocht dus een rustige plaats, waar de lucht nog zuiver was om er een kuuroord te vestigen. Het kocht het kasteel van Celly en een omliggend domein van 100 ha, waarvan 2/3 bebost is. Vandaag treffen we echter nog zelden een krijgsgevangene aan onder de patiënten die er worden verpleegd. De 226 bedden van het "Centre hospitalier" van Ste. Ode, nu eigendom van de Provincie Luxemburg, worden permanent bezet door zieken in observatie en herstellenden uit de steden die in de Ardeense bossen een ongekende rust komen opzoeken.

Als we Lavacherie binnenlopen, worden we getroffen door de harmonieuze verhoudingen van een oud gebouw dat haaks op de weg staat aan de voet van een heuvel. Het is de oude "Moulin de Ia Gotelle", die reeds in de 15e eeuw wordt vermeld in oorkonden van de abdij van St. Hubert. Als we onze weg vervolgen naar links langs de malen, zien we tegen de achtermuur aangebouwd de overblijfselen van het schoepenrad dat de molen aandreef en ook de sluis die het water in de waterloop tegenhield. Met huidige gebouw, dat gedeeltelijk is gerestaureerd, dateert uit de 17e eeuw. Tot aan het begin van de vorige eeuw had de molen een strooien dak. Een eindje verderop gaan we de Ourthe ever, die hier duidelijk veel minder breed is dan in La Roche. Rechts van de weg staat een kapelletje. Binnen staat er een prachtig beeld van St. Rochus, beschermheilige en genezer van besmettelijke ziekten. Hij wordt vergezeld van een hond met een brood in de bek. De heilige draagt het typische pelgrimsgewaad uit de middeleeuwen, de mantel getooid met Jakobsschelpen, een hoed met opgeslagen rand en een pelgrimsstaf versierd met een kalebas. In zijn ene hand houdt hij de staf, met zijn andere licht hij zijn kleed op om de wonden van de pest op zijn dij te ontbloten.

Over de Rue de Bastogne gaat onze route dwars door het dorp, dat zich uitstrekt langs deze hoofdstraat, waar talloze typische Ardeense huizen zijn te bewonderen, vooral rond de kerk, die werd gebouwd in 1836 op de plaats van een oude kapel gewijd aan de heiligen Albinus en Antonius van Padua. Alles wijst er op dat Lavacherie al bewoond is. Men heeft er Neolithische, Gallische, Romeinse en Merovingische overblijfselen opgegraven. De ook de Romeinse heerweg Bavay naar Trier liep door Lavacherie. De herberg bij de kerk, nu een hotel restaurant, was ook vroeger al een sterk gewaardeerd relais. In het centrum vindt je nog een telefooncel, een café-restaurant, een slager, een mini-supermarkt en een bakker. Het hotel-restaurant Auberge de Lavacherie blijkt gesloten. We zijn wel aan een middagpauze toe en de dames trekken de stoute schoenen aan en gaan vragen of we gebruik mogen maken van het terras. Een van de broertjes van Bommel die dit etablissement runnen komt even later vragen of we wellicht toch zin hebben in koffie of thee. Natuurlijk!! En zo wordt onze middagpauze op het terras met een heerlijk zonnetje en uit de wind nog echt aangenaam. Het uur is snel voorbij en met de wetenschap dat we nog zo'n twee uurtjes wandelen voor de boeg hebben gaan we weer tegen 13.30 uur op pad.

Over de doorgaande weg in noordelijke richting laten we de bebouwing van Lavacherie achter ons. We lopen langs een vervallen industrieterrein. Eens was hier volop industriële activiteit. De metaalnijverheid bloeide hier en de smederijen werden voorzien van houtskool uit de omliggende bossen. Vandaag de dag heeft Lavacherie nog meer dan 2500 hectare bosgebied, wat gelijk is aan 82% van het oppervlak van de gemeente. Het uitgestrekte Bois de Freyr maakt hiervan deel uit.

Na goed 1 kilometer voorbij kilometerpaal 4 steken we de stenen brug, over de westelijke tak van de Ourthe, over om meteen naar links de rood-wit gemarkeerde wandelroute van de GR 14 te volgen. Het brede bospad loopt direct langs de Ourthe. We passeren de Rocher du Coucou. Hoog in het bos boven deze rots ligt het Château de Celly. Als we verderop de Ourthe door de weilanden zien verder stromen bereiken we de verharde weg die vanuit noordelijke richting de toegangsweg is naar het Centre Hospitalier de Ste. Ode. We laten de Ferme de Basseille links liggen en als we bij kilometerpaal 1 zijn gaat het naar rechts. Opnieuw een stenen brug over de Ourthe en langs de bosrand met naar het noorden zicht op Ortheuville bereiken we de N4. Het verkeer raast aan ons voorbij en het is oppassen geblazen bij deze gevaarlijke oversteek. Nog twee kilometer scheiden ons van Roumont waar we aan het begin van onze wandeling ook zijn doorgekomen. Terug naar ons startpunt in Wyompont nemen we dezelfde weg, nu in tegengestelde richting. Hierdoor heb je toch de indruk dat je een totaal nieuw pad kiest. Bij de auto arriveren we om 15.30 uur en hebben nog een zee van tijd voordat we in La Spinette aan tafel kunnen aanschuiven.

Terug in ons verblijf even bijkomen met een pilsje, een wijntje of een kopje thee. Nootjes zijn er nog genoeg. Peter heeft ervoor gezorgd dat gisteren niet alles ineens in de hongerige monden verdwenen is. Marion is vandaag Chef de Cuisine en gaat aan de slag om een heus Captains Dinner te verzorgen. Als we rond 19.30 uur aan tafel kunnen worden we verrast met een overvloed aan gerechten en combinaties: bruine bonen, kapucijners, spekjes, gebakken en gekookte uitjes, stroop, verschillende salades, piccalilly. Teveel om op te noemen. We kunnen de meest fantastische combinaties maken en laten die ons goed smaken. Ook nu is de afwas geen probleem en voor we rond 23.00 uur onder de wol kruipen, is de afwas aan de kant. De avond wordt niet in ledigheid doorgebracht. Met een drankje en een hapje testen we elkaars aardrijkskundige kennis van Nederland. Op de slaapafdeling heeft Jan zijn matras opgepakt en is aan de wandel gegaan naar de slaapkamer die nog vrij is. Zo slaapt iedereen deze nacht goed en gaat de wekker de volgende morgen om 7.00 uur eigelijk te vroeg af.

Bij het opstaan beseffen we dat vandaag alweer het einde is van ons Ardennenoffensief. Het weer is wat minder uitbundig dan gisteren en zal in de loop van vandaag nog het een en ander voor ons in petto hebben. Ook nu weer gonst het van bedrijvigheid: douchen, tafeldekken, slaapkamers opruimen en vegen. Een overvloedig ontbijt zorgt voor een stevige ondergrond. Als de lunchpakketten en de thermosflessen in de rugzakken zitten, moeten we nog even beneden opruimen: afwassen, kachel schoonmaken, dweilen. Om 8.45 uur doen we voor de laatste keer de sleutel in het slot en rijden naar Bois de Tave om er bij Anne-Françoise de huur te betalen en de sleutel af te geven. Even nog snel een paar "produits laitiers de la ferme" kopen en dan op weg voor de laatste wandeling.

Voor deze laatste dag heeft Charles een rondwandeling vanuit Werbomont gepland. Vanaf Dochamps en Baraque de Fraiture zijn we dan al een flink stuk op de terugweg en dit levert tijdwinst op aan het einde van de middag. De rondwandeling vanuit Werbomont is de derde etappe in het stroomgebied van de Lienne. Hier hebben we al een tweetal keren gelopen. Gingen de routen toen langs de bovenloop van de Lienne, nu is de wandeling langs de benedenloop gepland, even voordat het riviertje in de buurt van Stoumont samenstroomt met de Amblève. Vanaf Baraque de Fraiture zijn we over de E25 snel bij kilometerpaal 34 om er de afslag naar Werbomont te nemen. In het gehucht parkeren we de auto's vlak bij het oorlogsmonument ter herinnering aan de eerste dagen van het Ardennenoffensief van december 1944. Hier is hevig strijd geleverd door onderdelen van de 82e Airborne Division.

Op 16 december beginnen de Duitsers een verrassingsaanval. Ze willen via Werbomont een wig drijven in de Amerikaanse linies en zo doorstoten naar Antwerpen. Hiervoor brengen ze twee pantserdivisies, drie infanteriedivisies en een paradivisie in de strijd. De gevechtsgroep Peiper van de 1e Panzer Division probeert een doorgang te zoeken via de Lienne, nadat door de geallieerden de bruggen bij Trois-Ponts en Stoumont zijn opgeblazen. Ze rukken op via Cheneux en Rahier, maar worden met fel artillerievuur teruggeslagen door onderdelen van de 82e Airborne Division: Het 504e PIR ten noordwesten van Rahier, het 505e PIR vanaf de hoogte bij Haut-Bodeux en het 508e PIR vanuit Chevron. Het 325e GIR blijft in Werbomont. Enkele kilometer voor Werbomont bij Habiémont, op de tegenwoordige N 66, wordt bij de nadering van Peipers Tigertanks de brug over de rivier de Lienne opgeblazen door Corporal Fred Chapin en soldaat Shorty Nickell. Het doorstoten naar de Maas is nu helemaal verhinderd. Het is het einde van de lange weg die Peiper heeft afgelegd. Peiper moet zich terugtrekken tegengehouden door een handjevol mannen van het 291st Combat Engineers. Deze gevechtshandelingen vinden plaats op 19 en 20 december 1944.

Op dit vroege, nog sombere ochtenduur staan we even stil bij dit oorlogsmonument. Het bestaat uit een granieten steen met opschrift voor de helden van toen en een houwitser. De straat schuin overstekend lopen we Werbomont uit in zuidwestelijke richting. Na een grote opslag nemen we de verharde weg naar links. Het asfalt gaat weldra over in een onverhard karrenspoor tussen de weilanden door. Bij de bosrand aangekomen wordt ons de doorgang versperd door een rood-wit afzetlint. Het is jachtseizoen en dit betekent dat er gejaagd mag worden. Een bord op een boom maakt ons duidelijk op welke dagen er niet in het Bois de Grimbièmont gewandeld mag worden. Gelukkig voor ons is dit niet vandaag. Zo kunnen we zonder gevaar voor eigen leven het bos betreden. Na 200 meter nemen we het bospad naar links en dalen even verderop af in de richting van de Ruisseau de Pennevert. Nog voor we dit stroompje bereiken leidt het pad ons naar rechts. Hele stukken sparrenbos is hier gekapt en zullen opnieuw worden aangeplant.

Na goed één kilometer rijden we aan onze rechterhand een in het bos gelegen weiland. De eerste voorzichtige zonnestralen zorgen voor prachtige herfstkleuren. Het bospad wordt een verhard karrenspoor. Een gué brengt ons over de Ruisseau du Pouhon. Nagestaard door een kudde koeien bereiken we de doorgaande weg van Werbomont naar de vallei van de Lienne. Even naar links en dan meteen naar rechts naar Oufny. Nog steeds rechtuit. Daar waar het asfalt naar links afbuigt nemen we het pad rechtdoor. Als we een fraai gerestaureerd ardennerhuis passeren, wordt het pad een droge uitgespoelde beekbedding. Gelukkig is het droog en dalen we steil af, van steen tot steen springend. Nog even een flinke afdaling tot aan de oever van de Lienne. Hier staat een vervallen onderkomen. Dit is te koop maar vraagt een grondige opknapbeurt. Opvallend is de muurschildering onder de overkapping aan de voorkant. Even verderop komen we in de bewoonde wereld. De huizen horen bij het gehucht Habiémont. Er is een café en een kleine dorpswinkel. Ondanks aandringen van een paar dorstige wandelaars lopen we stug door. Een pauze is pas na de volgende twee kilometer gepland!!

We steken de brug over de Lienne over. Dit is de brug die aan het begin van het Ardennenoffensief door Corporal Fred Chapin en soldaat Shorty Nickell opgeblazen is. En we beginnen aan een korte klim in Les Forges die ons 50 meter boven het dal zal brengen. Voor de kapel van St. Gilles slaan we af naar links en volgen nu op hoogte het dal van de Lienne in noordoostelijke richting. Eerst gaat het pad door weilanden en klimt vervolgens door het bos omhoog. Het is hier op de plekken waar het kwelwater over de route loopt even oppassen geblazen niet in de modder te verzanden. Het bos uitkomend hebben we voor ons de hoogspanningsmasten die op deze plek dwars over de vallei lopen. Het zijn goede oriëntatiepunten en we kunnen op de kaart precies zien waar we zijn.

Nog goed een kilometer en we bereiken over het asfalt het gehucht Froidville. In Froidville treffen we een bankje aan direct op het kruispunt naar Rahier. Het ligt tegenover een kapelletje, een mini uitvoering van de Mariagrot in Lourdes. Op het bankje is, met enig passen en meten, plaats voor het voltallige bestuur van L.A.W.V. "Via-Via". De dames van "Door Omstandigheden" en Jan-Willem komen even later op de lunchafspraak. Gelukkig is er een muurtje en heeft iedereen een zitplaats. Terwijl we hier nog maar net zijn neergestreken en de boterhammen uit de rugzak zijn gehaald, wordt het vanuit het noordwesten snel donker door dreigende regenwolken en moeten we ons nog haasten de regenkleding voor de dag te halen als een fikse regenbui losbarst. Het koelt ook meteen flink af. Hierdoor zien we ons genoodzaakt een schuilmogelijkheid te zoeken. Een overdekte garage biedt uitkomst. Gelukkig is de heftige regenbui slechts van korte duur. We besluiten de wandelroute aan te passen en niet via Rahier af te dalen naar de Lienne. Naar het noorden verlaten we Froidville, de asfaltweg volgend die vanaf de heuvelrug op de oostelijke oever van de Lienne ons direct naar de rivierbedding van de Lienne brengt. Stroomafwaarts lopen we in noordelijke richting langs de doorgaande weg de N66. Nu eens stroomt de Lienne links van ons, dan weer over een brug met de Lienne rechts. Zo komen we ook voorbij de Auberge de la Lienne. Het Hotel-restaurant is gesloten en een bord "A Vendre" geeft aan dat deze uitspanning betere tijden heeft gekend.

Het is minder gaan regenen en als we twee kilometer verderop bij Camping "Les Salins" horen dat het restaurant open is, zetten we hier de abrupt onderbroken lunchpauze voort. Koffie en warme soep doen de natte kou snel vergeten. De warmte doet ons goed. Als we na goed een half uur opbreken om de wandeling voort te zetten, doet de zon voorzichtige pogingen de laatste regenflarden te verdrijven. Weldra is het droog en begeleidt een waterig zonnetje ons op de flinke klim uit het dal in noordelijke richting naar Chession. Even voorbij kilometerpaal 4 hebben we het bospad genomen. Het wekt de indruk ons af te leiden van ons doel. We volgen de bedding van Ruisseau du Pré de Neuville en de Ruisseau de Nivierlayi tot we door het bos de verharding bereiken naar Chession. Rechts af tot het bos ophoudt. De eerste weg links langs akkerland en met de weg mee gaat het richting Bru. Hier passeren we enkele grote vakantiehuizen. Bij nadere bestudering van de kaart blijkt hier de bron van het bekende Belgische mineraalwater Bru te zijn. De weg vervolgend komen we opnieuw onder de hoogspanningsleidingen door die hier dwars het dal van de Lienne oversteken. Goed 300 meter verder verlaten we het asfalt en nemen het bospad links dat langzaam klimmend ons terugleidt naar Werbomont. We komen op een kaal gekapt stuk bos. Nog een laatste pauze en dan kunnen we de resterende twee kilometer op ons gemak afleggen naar het startpunt van deze dagwandeling. Er is hier geen duidelijke markering en dwars door het bos brengt het pad ons bij de weilanden van Bovrège. Voor ons ligt Werbomont en over het karrenspoor en enkel tientallen meters asfalt zijn we in korte tijd bij de auto's.

De wandeling zit erop. Het is 15.30 uur en we hebben nog een zee van tijd om rond 19.00 uur in Oisterwijk te arriveren voor een gezamenlijke afsluiting. We kleden ons om en vertrekken richting Luik. Het is voor de avondspits rond Luik nog tamelijk vroeg. We besluiten dan ook om gewoon door de stad te rijden op de rechter Maasoever. Binnen een kwartier zitten we op de weg naar Maastricht. Charles neemt contact op met het thuisfront om af te spreken rond 18.00 uur bij "De Dorpsherberg" in Oisterwijk te zijn. Ondanks de wegwerkzaamheden rond Eindhoven in verband met de aanleg van spitsstroken verloopt de terugreis voorspoedig en is iedereen bijna klokslag zes uur in de plek van afspraak. Voor Bert komt dit wel extra goed uit: hij heeft zo meer tijd om nog een fractie van de Europacupwedstrijd van PSV tegen Celta de Vigo mee te krijgen bij thuiskomst.

Evenals vorig jaar zijn ook Wilma en Kitty naar Oisterwijk gekomen en sluiten we met tien personen het Ardennenoffensief af. De wandelingen passeren nog eens de revue, maar het zijn vooral de gebeurtenissen eromheen die voor de nodige gesprekstof zorgen. Tegen 21.00 uur gaat iedereen naar huis, vol herinneringen aan weer een geslaagd Ardennenweekend. Of we het komende jaar in de herfstvakantie opnieuw naar Laidprangleux zullen afreizen staat nog niet helemaal vast. Er zijn voorzichtige ideeën gelanceerd om eens een ander stek te zoeken. Of dit de Eifel zal zijn staat nog niet vast. We zullen zien. Maar dat we gaan, staat als een paal boven water.

Charles Aerssens
1 november 2003



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 01-11-2003 door C.P.J. Aerssens