VÉZELAY - BASILIQUE STE. MADELEINE

www.gobarging.com
Vézelay in vogelvlucht vanuit het westen

Het schilderachtige dorp Vézelay (500 inwoners, Departement Yonne), opklimmend uit het dal van de Cure in het noorden van het Parc de Morvan, lijkt nu alleen nog te bestaan om een ieder te wijzen op, en iedereen deelgenoot te laten zijn van zijn glorieuze verleden als één van de belangrijkste bedevaartsoorden tijdens de Middeleeuwen. De huizen zijn als het ware in een lint gebouwd, dat plotseling ophoudt te bestaan, pal voor de kerk, de Basilique Ste. Madeleine, één van de grootse cultuurschatten van Bourgondië, op de top.

Voor de kerk is een parkeerterreintje, maar dat onder aan de heuvel aan de Champ-de-Foire is toch meer aan te raden. Van daaruit kun je te voet de 'Promenade des Fossés' volgen. In deze Rue St. Étienne is elk huis als galerie, delicatessen- of souvenirwinkel in gebruik. Onder vele huizen liggen kelders waar pelgrims samengepakt onderdak vonden. Zo kom je op het plein pal voor de Basilique Ste. Madeleine uit. De grijze Romaanse kathedraal, die volledig past in de oude Bourgondische bouwtraditie, springt uit de grijze huizenrij op, zoals Bertus Aafjes in een van zijn reisverhalen in de bundel “In de schone Helena” heeft geschreven. Per jaar bezoeken ongeveer 700.000 toeristen of pelgrims Vézelay. Hoogtijdagen zijn: Pasen, Pinksteren, 14 juli, 22 juli en 15 augustus. Een bijzonder schouwspel is op 24 juni, de feestdag van St. Jan de Doper, als de zon op het middaguur het zonlicht in het middenpad een lichtspoor vormt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Lichtpad op 24 juni St. Jan de Doper - Basilique Ste. Madeleine
Rond 860 stichtte Girard de Roussillon, graaf van Vienne en regent van de Provence, samen met zijn vrouw Berthe aan de voet van de heuvel - waar nu St. Père-sous-Vézelay ligt - een Benedictinessenklooster. In 873 werd dit klooster volledig verwoest door de Noormannen. Na deze gebeurtenis werd snel een nieuw klooster gebouwd, maar nu, beter verdedigbaar boven op de heuvel, waarna Benedictijnen de plaats innamen van de nonnen. Volgens een legende had in die periode de monnik Badilon de beenderen van de heilige Maria Magdalena uit Aix-en-Provence opgehaald. Deze Maria werd door Christus genezen, was aanwezig bij de kruisiging en zou de eerste zijn geweest aan wie Christus na zijn opstanding verscheen. In de Middeleeuwse kunst wordt zij veelal afgebeeld als boetvaardige zondares, zodat boetelingen zich geen beter pelgrimsdoel dan Vézelay konden indenken. Rond 1050 ging in de Provence het gerucht dar de heilige Lazarus (sinds de 11e eeuw vereerd in Autun) samen met Maria Magdalena vanuit het Heilige Land in dit deel van Frankrijk was geland om de kerstening nieuw leven in te blazen.

Of de monniken van Vézelay nu pas bekend maakten dat zij de relikwieën van Maria Magdalena bezaten, of dat de tijd nu rijp was voor een grootschalige verering, is onduidelijk, maar grote scharen pelgrims kozen vanaf dat moment Vézelay als bedevaartsdoel. Vlak daarna werd het dorp één van de vier verzamelpunten in Frankrijk voor de pelgrimages naar Santiago de Compostela in Spanje. Nog steeds is Vézelay een halteplaats op weg naar St. Jacobus, getuige de schelp die in het wegdek van de Rue St. Étienne zichtbaar is.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Jacobsschelp in de Rue St. Étienne
Abt Artaud begon in 1096 met de bouw van een nieuwe kerk en reeds in 1104 kon het koor worden gewijd. Intussen was rond de kerk een relatief grote nederzetting ontstaan, die op haar hoogtepunt 15.000 inwoners telde. De belastingdruk, inherent aan nieuwbouw van kerken, veroorzaakte in 1106 een opstand, waarbij Artaud werd vermoord. De bouw stagneerde. Aan de vooravond van de feestdag van Maria Magdalena, op 22 juli 1120, brak een brand uit, waarbij meer dan 1000 pelgrims de dood vonden. Nog steeds is deze dag een toeristische topdag. Abt Renaud van Semur pakte de bouwactiviteit weer op. Anders dan gebruikelijk, werd het schip vanuit het westen naar de bestaande koorpartij toegebouwd (dit is in de huidige constructie nog zichtbaar aan de knik tussen schip en koor).

Het jaar 1146 was bijzonder glorieus voor Vézelay: op 31 maart riep de beroemde cisterciënzer abt Bernardus van Clairvaux, uit naam van paus Eugenius ll en in aanwezigheid van de Franse koning Lodewijk VII, koningin Eleonora van Aquitanië en ontelbare edellieden en andere pelgrims, de christenen op tot de Tweede Kruistocht (1147-1149, volledig mislukt). In 1190 verzamelden de legers van Filips II Augustus (Frankrijk) en Richard Leeuwenhart (Engeland) zich hier voor de Derde Kruistocht. Ook voor Lodewijk IX de Heilige was Vézelay het beginpunt van zijn twee achtereenvolgende rampzalige kruistochten. In 1166 verbleef Thomas Becket in Vézelay in ballingschap en in 1217 stichtte broeder Pacifique uit naam van Franciscus van Assisi in dit dorp het eerste franciscaner klooster op Frans grondgebied. Het stadje werd zo een rendez-vous voor koningen, ridders, bisschoppen, abten en pelgrims.

Het was echter niet doorlopend pais en vree, want door een nieuw oproer in het midden van de 12e eeuw moesten de monniken zelfs naar Parijs uitwijken en alleen door tussenkomst van Lodewijk VII en paus Eugenius II konden ze terugkeren. Vanaf dat moment kreeg Vézelay een volkomen onafhankelijke status (ook van Cluny). Niet alleen Cluny gaf in de loop der eeuwen door intriges blijk van jaloezie, ook de bisschoppen van Autun en de graven van Nevers probeerden het één en ander. Het jaar 1267 vormde echter een desastreus keerpunt, doordat twijfels rezen over de authenticiteit van de relieken. Ook hier speelde politieke motivatie een rol: het Huis Anjou, op dat moment in het bezit van de Provence, en de vertwijfelde paus Bonifatius VIII vonden elkaar en verklaarden de twee jaar later 'per ongeluk' in een grot bij St. Maximin in de Provence gevonden beenderen van Maria Magdalena, tot de 'echte'. De dominicanen, tegenstrevers van de Cluny-benedictijnen, voerden de gelovigen richting St. Maximin en Vézelay moest machteloos toezien hoe de stroom pelgrims met rasse schreden verminderde.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Middaggebed - Basilique Ste. Madeleine
In 1538 werd het klooster geseculariseerd en de kerk parochiekerk. Deze statusvermindering had wel het gunstige resultaat dat de 'beeldenstorm’ tijdens de Franse Revolutie hier beperkt bleef tot een deel van de westgevel. In 1834 trof de schrijver Prosper Mérimée in zijn functie van staatsambtenaar voor historische bouwwerken een kerk aan die op instorten stond. Zijn verzoeken aan het parlement om deze 'colline inspirée' te redden van de ondergang werden gehonoreerd. Voor de restauratiearchitect Viollet-le-Duc was de herbouw (1840-1859) een doorbraak van internationale erkenning, al werd zijn meesterschap pas veel later volledig erkend. Andere projecten van hem waren het vestingstadje Carcassonne, de kathedraal Notre-Dame in Parijs, en in Bourgondië de gotische kathedraal in Semur-en-Auxois en het timpaan en de kapitelen in de kathedraal van Autun. Na de restauratie werden de 'relieken van de heilige' weer in de kerk ondergebracht en konden de bedevaarten, nu geleid door de franciscanen, hervat worden.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Westgevel Basilique Ste. Madeleine
Op het Place de la Madeleine hebben we een prachtig zicht op de westgevel van de Basilique Ste. Madeleine, die in het midden van de 13e eeuw in Gotische stijl werd gewijzigd. In de 19e eeuw is deze gevel door Viollet-le-Duc gerestaureerd en voor een deel gebaseerd op oude documenten, opnieuw opgetrokken. Het timpaan boven het ingangsportaal met de voorstelling van Het Laatste Oordeel is geheel 19e eeuws, alleen de buitenste archivolten met bladmotieven zijn oorspronkelijk. Rond de Gotische lancetvensters zijn van links naar rechts in de beeldenserie Johannes de Evangelist, Filippus, Johannes de Doper, Petrus, Paulus en waarschijnlijk Benedictus te herkennen. Daarboven in het fronton staat Christus, geflankeerd door Maria, Maria Magdalena en twee engelen. De rechter toren, Tour St. Michel, de enige die werd voltooid, met zijn Romaanse onderbouw en Gotische top, is in de maanden juli en augustus (200 treden) te beklimmen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Narthex Basilique Ste. Madeleine
Als we de Basilique Ste. Madeleine betreden komen we in een driebeukige narthex, gebouwd tussen 1140 en 1150. Het is de laatste gesloten voorhal uit die periode, daarna werden alleen nog open ruimten gebouwd. Behalve als gebedsruimte voor de leken was deze narthex ook bestemd als overnachtingruimte voor de pelgrims, voor de rituele reiniging, en als verzamelplaats voordat de boetelingen in processie de kerk betraden. Het was een tussenstation tussen de profane en de sacrale wereld, de tocht van donker naar licht, van de onderwereld (narthex) via de wereld (het schip) naar de hemel (het koor). Vier kruisvormige pilaren verdelen het schip en dragen de kruisgewelven. Op de kapitelen zijn scènes uit het Oude (de moord van Kaïn op Abel) en het Nieuwe Testament (Johannes de Doper) afgebeeld. In de zijbeuken is boven de spits toelopende arcaden een galerij aangebracht, die zich als tribune voortzet aan de binnenwand van de kerk.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Tympaan centraal portaal Basilique Ste. Madeleine
Bij het binnengaan van deze indrukwekkende Romaanse basiliek, waarvan de bouw in 1090 begon en een rijke geschiedenis heeft met veel hoogtepunten maar ook dieptepunten, worden we overdonderd door het timpaan boven het hoofdportaal van de driebeukige narthex, die toegang geeft aan het schip van de basiliek. Ondanks het donkere geheel wordt je oog ogenblikkelijk getrokken naar het centrale timpaan op de scheiding van narthex en schip, dat rond 1125 ontworpen werd door een anonieme kunstenaar uit Cluny en dat algemeen gezien wordt als het summum van artistiek vernuft. Hoe dit timpaan geïnterpreteerd moet worden, is niet geheel duidelijk: is het missiewerk van de apostelen of het Pinksterfeest? In het midden van dit timpaan zit Christus in de mandorla. Uit zijn handen, die hij uitstrekt over de hoofden van de apostelen, komen stralen die het teken zijn van de inspiratie van de Heilige Geest. De figuren komen los van de achtergrond, de gewaden lijken door de windvlagen te wapperen. Rondom deze voorstelling zijn grote gebeeldhouwde banden die het wereldbeeld van de middeleeuwer weergeven, maar ook een krans van maanden en jaargetijden. Het timpaan is tot barstens toe geladen met sculpturistisch actie en reactie.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Tympaan linker toegangsportaal Basilique Ste. Madeleine
Niet alle figuren van het timpaan zijn van dezelfde meester: de apostelen rechts van Christus zijn minder geraffineerd. Op de binnenste ring van de archivolten is een scala van de volkeren der aarde te zien (voor een deel als fabeldieren); onderop worden de heidenen (Romeinen aan de linkerkant en reuzen, pygmeeën en mensen met olifantsoren of hondenkoppen rechts) opgevangen door Petrus en Paulus (bij de voet van Christus). In de tweede ring komen om en om de maandbeelden en de dierenriemtekens voor. Op de trumeau zie je het sterk beschadigde beeld van Johannes de Doper, die in zijn hand de hostieschaal vasthoudt met daarop een afbeelding van het Lam Gods. Op de deurposten keren enkele apostelen terug. De timpanen van de zijportalen vertonen in hun naïviteit en helderheid de meeste verwantschap met die in de Brionnais: links staan het leven van Christus en rechts zijn verschijningen na de Opstanding centraal.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Tympaan Rechter toegangsportaal Basilique Ste. Madeleine
Het schip straal balans, ritme en helderheid uit en de proporties zijn op de menselijke verhoudingen geënt. De variatie en kleurschakering van de gekozen steensoorten verhoogt het kijkgenot: wit en bruin in de gordelbogen, wit, geel en roze in de arcaden en spierwitte kalksteen in het koor. Van ongekende schoonheid zijn de kapitelen van de zuilen, niet Romaans primitief maar een en al opgekropte beweging. Het is of de voorstellingen, sluimerend in de steen, er voorzichtig zijn uitgepeld. Ze puilen uit aan overvloed en beelden op aanschouwelijke wijze heel de ethica, het geloof en de wetenschap van de middeleeuwen uit. Ze geven deze kapitelen in een ontwapenende verhaaltrant een dramatiek en lyriek, die wellicht ongeëvenaard zijn in de beeldhouwkunst.

Door het open portaal komen we met een grandioos zicht in de kerk. Voor het schip zijn de sleutelwoorden balans, ritme en helderheid zeer toepasselijk. De proporties van het schip (10 m breed en 18,5 m hoog zijn op menselijke verhouding geënt en de constructie is in vergelijking et Autun licht en elegant. De tweedelige wandopstand, karakteristiek voor de tweede fase van de Romaanse Cluny-kerken is gebouwd ander invloed van Anzy-le-Duc (departement Saône-et-Loire): tussen de rondboogarcaden en de lichtbeuk is het triforium verdwenen. Zij worden gescheiden door een fries van rozetten, dat terugkomt in de bogen, en dat een zeker accent en ritme aan de structuur geeft. Forse kruisvormige pijlers met daarvoor half-zuilen, dragen de kruisgewelven, die worden ondersteund door bruin-wit-geblokte gordelbogen (invloed van Tournus).

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Traveeën Basilique Ste. Madeleine
Elk van de tien traveeën tot aan de viering heeft daarmee zijn eigen draagconstructie. De variatie en kleurschakering van de gekozen steensoorten verhoogt het kijkgenot: wit en bruin in de gordelbogen, wit, geel en roze in de arcaden en spierwitte kalksteen in het koor. De oriëntatie van de kerk is evenzeer doordacht: zo trekt de zon op de feestdag van Johannes de Doper (24 juni; de zomerzonnewende) om 12 uur 's middags een lichtstreep door de as van het schip.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Kapiteel de vier winden - Basilique Ste. Madeleine
Na het schip bereik je het derde deel van de kerk, het voeggotische koor en zijn omgang met vijf straalkapellen, dat tussen 1185 en 1215 werd gebouwd na een brand die de onderliggende crypte verwoestte. Bouwtechnisch is de knik naar rechts natuurlijk niet fraai, maar wel curieus. Hier vindt u wel een driedelige wandopstand en natuurlijk het kruisribgewelf. De getallensymboliek is opvallend. De 8 grote en 3 kleine kolommen verwijzen naar de 11 apostelen tijdens het Laatste Avondmaal na het vertrek van Judas; zo ook de 11 ronde en de ene vierkante kolom (Judas, rechts) in het triforium. De 8 ronde pijlers hebben elk 3 zuiltjes: de 24 oudsten van de Apocalyps. In de straalkapellen komen 144 zuiltjes voor: de 12 apostelen maal de 12 joodse stammen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Kapiteel de mystieke molen - Basilique Ste. Madeleine
In een zuilenschacht in een kapel van de kooromgang (rechts) bevindt zich een deel van de beenderen van Ste. Madeleine, terwijl boven op de zuil een modern beeld van deze Maria is geplaatst. In het linker deel van de dwarsbeuk is een beeld van Franciscus van Assisi en een van Bernardus van Clairvaux te zien. De houten kruisen langs de muren van het schip werden na een internationale pelgrimstocht in 1946 achtergelaten. Het uiteindelijke doel van de pelgrims was natuurlijk de crypte (ingangen bij de dwarsbeuk), waar de andere relieken van Maria Magdalena in een verguld glazen schrijn worden bewaard. Boven het moderne altaar aan de andere kant van deze in de 12e /13e eeuw herbouwde crypte hangt een 16e eeuws houten kruisbeeld. Aan de zuidelijke transeptarm grenzen een deel van de kruisgang (reconstructie) en de gerestaureerde kapittelzaal (12e eeuw). Daarboven ligt het als museum ingerichte dormitorium, Musée de l'Oeuvre, waar onder andere op ooghoogte de acht originele kapitelen staan die door Viollet-le-Duc door replica's werden vervangen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vézelay - Nartex kapiteel gevecht van Samson met de leeuw - Basilique Ste. Madeleine
De kapitelen van de Basilique Ste. Madeleine bijzonder. Hoewel de kapitelen in Autun en Saulieu artistiek gezien hoger moeten worden aangeslagen dan die van Vézelay, zijn deze tussen 1130-1140 vervaardigde exemplaren door hun ontwapende verhaaltrant en het iconografisch programma (van een theologisch goed onderlegde geestelijke) van zeer groot belang. Ze zijn als het ware 'een volksbijbel in steen'. Experts herkennen verschillende beeldhouwers in de 99 kapitelen. Volgens hen zou Petrus Venerabilis, de latere abt van Cluny, verantwoordelijk zijn geweest voor het concept. De voorstellingen vormen niet een verhaal, maar het hoofdthema is de verbeelding van goed en kwaad, vooral uitgebeeld aan de hand van voorbeelden uit het Oude Testament. Daarnaast komen heiligenlevens en scènes uit de antieke mythologie voor. Sommige demonen zijn zelfs voor de Middeleeuwen zeldzaam gruwelijk en wreed van karakter. Een van de kapitelen (de mystieke molen legt het verband tussen het Oude en het Nieuwe Testament: de profeet Mozes stort graan in de malen en het meel wordt door de apostel Paulus vergaard. De kapitelen van de arcaden zijn bijna op ooghoogte, maar voor die in het midden van het schip is een verrekijker beslist noodzakelijk.

Een bezoek aan Vézelay is niet afgerond zonder een rondgang rond de basiliek met op de lange rij de gotische luchtbogen. Vanaf het Terrasse du Château, achter de kerk, kijken we neer op het dal van de Cure en het noordelijk deel van de Morvan. Langs beide kanten van de heuvel lopen de 12e eeuwse stadswallen. Linksonder is tegen de flank een pittoreske ommuurde begraafplaats opgebouwd. Er zijn enkele stadspoorten: Porte Neuve (14e/16e eeuw; stenen tafel met jakobsschelp), Tour Rouge, Tour des Ursulines en Porte Ste. Croix. Een zijpad vanaf deze laatste toren daalt af naar de Chapelle de Ste. Croix, de plek waar Bernardus van Clairvaux zijn oproep tot de kruistocht deed. Dit was ook de plaats van het eerste franciscaner klooster. Nu leven er weer monniken in de 20e eeuwse nieuwbouw.

IMPRESSIE VÉZELAY 24 juni 2006



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gewijzigd op 28-06-2006 door C.P.J. Aerssens