STADSWANDELING STRASBOURG

Strasbourg - Maison Kammerzell met zicht op Cathédrale Notre Dame

Strasbourg, vanouds gelegen aan de Rijn, Europese verkeersader van de eerste orde, is met 264.000 inwoners niet enkel departement- en regiohoofdstad. Hier zetelt ook de Raad van Europa en het Europese Parlement. De stad stamt al uit de tijd van de Romeinen als het nog Argentoratum heet en kent een bloei in de Middeleeuwen als bisschopsstad en vrije rijksstad. De Renaissance is een 'Gouden Eeuw' met Humanisme en Reformatie en brengt economische voorspoed, internationale contacten en stabiele politieke verhoudingen. Strasbourg is in die tijd een vruchtbare voedingsbodem voor een bloeiend cultureel en intellectueel leven.

In de tweede helft van de 16e eeuw verliest het culturele leven allengs zijn glans en raakt het religieus klimaat in het slop door een rigide Orthodoxie. Strasbourg verliest hierdoor zijn aantrekkelijkheid als toevluchtsoord voor andersdenkenden. In de 17e eeuw zet deze neergang zich door en in 1681 wordt de stad bij Frankrijk ingelijfd. Er wordt een Frans garnizoen in de stad gelegerd. Op last van Lodewijk XIV laat Vauban een brede gordel van vestingwerken aanleggen met een uitloper naar het oosten, aan het eind waarvan een citadel aan de Rijn gebouwd wordt. De stad komt in de loop van de 18e eeuw steeds meer in de greep van het Franse centralistische bestuur. Op godsdienstig gebied behouden de Protestanten hun godsdienstvrijheid, maar het Franse gezag probeert op allerlei manieren het Katholicisme terug te brengen. Zo wordt de kathedraal aan de Katholieken teruggegeven.

Tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) wordt Strasbourg bijna van de kaart geveegd en vindt Duitse annexatie plaats. Strasbourg wordt de hoofdstad van het “Reichsland Elsass-Lothringen” en is dan een echte Duitse stad. Als de stad in het interbellum (1918-1940) weer aan Frankrijk behoort, vergaat het Strasbourg niet bepaald florissant. Bevolking en economie stagneren, terwijl op politiek gebied autonomistische groeperingen zich danig roeren. Maar als aan het einde van de Tweede Wereldoorlog het Nazi-regime in november 1944 uit Strasbourg verdreven is, ontstaat het hedendaagse Strasbourg. De stad verwerft zich een internationale rol als zetel van de Raad van Europa (1949) en het Europees Parlement. En door de grote uitbreiding van de Rijnhaven wordt de handels- en dienstensector het trekpaard van de economie.

Door de lange geschiedenis van Strasbourg is hier die typische mengeling ontstaan van Franse, Duitse en streekeigen elementen, die bepalend is voor sfeer en stadsbeeld met een Franse kathedraal, Elzassisch vakwerk en Renaissance, 18e eeuwse huizen en paleizen in Louis XV-stijl, een Duitse “Neustadt “ uit de Wilhelminische tijd. Maar behalve het historische centrum is het ook een 19e en 20e eeuwse stad, gelegen aan de Rijn met ruime agglomeraties in de wijdere omgeving. Deze stadswandeling voert ons echter door het van ouds historische stadscentrum gelegen tussen de Ill en de Fossé du Faux Rempart.



ROUTEBESCHRIJVING STADSWANDELING STRASBOURG

Voor onze stadswandeling vertrekken we vanaf Gare de Strasbourg. De komst van de TGV naar Strasbourg heeft ervoor gezorgd dat het uit het Duitse keizertijdperk stammende station, gebouwd in 1883, nu schuil gaat achter een geweldige glasfaçade, die het oorspronkelijk stationsgebouw sinds 2007 als een glazen cocon lijkt te omsluiten. We lopen de recht tegenover de Gare de Strasbourg gelegen Rue du Maire Kuss in en komen aan de Fossé du Faux Rempart, waar we de Pont Kuss passeren en voor ons de Gotische kerk St. Pierre le Vieux zien. Deze kerk is een goed voorbeeld van een dubbel- of simultaankerk. In 1683 moeten de Protestanten op last van het Franse gezag het koor aan de Katholieken teruggeven. In de 19e eeuw wordt het koor gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe katholieke kerk die haaks op de lengteas van de oude kerk komt te staan. Wel bewaard zijn enkele oude inrichtingsstukken gebleven: in het linker transept vier houtreliëfs van Veit Wagner (1501), in het koor geschilderde panelen die de lijdensgeschiedenis (begin 16e eeuw) en de opstanding (ca. 1480) in een op Schongauer geënte stijl tot onderwerp hebben.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Strasbourg - Sculptuur Place de la Gare
We lopen tegen de klok in rond de Église St. Pierre le Vieux en nemen de Grand'Rue, vroeger de belangrijkste ader voor het oost-westverkeer in de stad. Aan het begin van de jaren 1920 wordt die rol overgenomen door de noordelijker gelegen Rue du 22 Novembre, het resultaat van een rigoureuze doorbraak van het noordwestelijk gedeelte van het centrum tussen 1913-1921 waardoor veel ouds verloren gegaan is. De Grand'Rue heeft zijn oorspronkelijke karakter wel weten te behouden en er zijn nog heel wat oude, interessante gevels te zien. Even verderop in deze straat slaan we rechtsaf de Rue de l’Aimant in, die uitkomt uit op de Rue du Bain aux Plantes, die u linksaf inslaat naar de Place Benjamin Zix. Dit plein ligt in la Petite France, in het hart van de oude leerlooiersbuurt, een van de best bewaard gebleven delen van de oude stad. Hier staan schitterende vakwerkhuizen uit de 16e en 17e eeuw, opvallend grote gebouwen waar ooit de gezellen inwoonden bij de meesters. Heel karakteristiek zijn de monumentale daken met hun brede dakkapellen, die vroeger allemaal open waren, omdat onder het dak de huiden te drogen hingen. Een van de allermooiste voorbeelden daarvan is wel het Maison des Tanneurs, direct aan het water op de hoek met de Rue du Bain aux Plantes.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Strasbourg - La Petite France met Maison des Tanneurs
We volgen hier de Ill-kade stroomopwaarts langs de huizenrij met uitspanningen in fraai en keurig gerestaureerde vakwerk van de oude leerlooiershuizen. Bij de sluis zien we een ander minder “schilderachtig facet van “Petite France: sombere massieve fabrieksgebouwen, voortgekomen uit de vele watermolens die hier dwars over de zijtakken van de Ill staan. Het buurtje tussen deze molengangen is het eerste 'industriegebied' van Strasbourg. We gaan voorbij de sluis de trap naar de brug op in de Rue de Moulins. Vanaf de brug hebben we zicht op de vroegere tolgaardershuizen, waar nu restaurantjes zijn gevestigd en de ruime kade als terras wordt gebruikt. We steken hier niet de brug over maar lopen door de Rue des Moulins de stad in tot de T-splitsing, waar we rechts af de Rue des Moulins vervolgen. Langs een school komen we op de Place Saint Thomas met de Église St. Thomas, ook wel de 'Kathedraal van de Protestanten' genoemd.

De Église St. Thomas is na de Cathédrale Notre Dame de grootste kerk en waarschijnlijk ook een van de oudste bedehuizen van de stad Strasbourg. In haar huidige vorm dateert deze kerk uit de 13e en 14e eeuw. De massieve westtoren, gebouwd tussen 1200 en1230 met een tweede verdieping uit 1366, doet nog Romaans aan. Het gebouw is opgetrokken in roze zandsteen en heeft 5 beuken. In 1524 komt het kerkgebouw in handen van de Lutheranen, die in 1681 de Cathédrale Notre Dame aan de Katholieken moeten teruggeven. De Église St. Thomas wordt hun hoofdkerk. Enkele monumentale graven vormen het hoofdbestanddeel van het interieur. Pronkstuk is het graf van maarschalk Maurits van Saksen (1696-1750) in het koor. Omdat de grote strateeg van Lodewijk XV Protestant, Duitser en bastaard is, kan hij onmogelijk naast de groten van Frankrijk in de abdijkerk van St. Denis in Parijs bijgezet worden. Als troost mag hij in Strasbourg begraven worden. De Parijse beeldhouwer Pigalle heeft er een symbolisch en dramatisch geladen compositie van gemaakt. Van meer dan zes eeuwen eerder is de Romaanse tombe uit 1130 van bisschop Adeloch (768-823), de stichter van de kerk, in een kapel rechts van het zuidtransept staat opgesteld. De gebeeldhouwde reliëfs vertonen stijlverwantschap met de kapitelen en de doopvont van het Eschause klooster in het Musée de l'Oeuvre Notre-Dame. In de zijbeuk vinden we een fresco van de H. Michel in Laat-Gotische stijl. Opvallend is ook het orgel van Jean-André Silbermann uit 1741, waarop Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) tijdens zijn verblijf te Strasbourg in 1778 heeft gespeeld.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Strasbourg - Église St. Thomas met graf maarschalk Maurits van Saksen (1696-1750)
Als we de Église St. Thomas verlaten, volgen we de Rue Martin Luther King in de richting van de Ill. Bij de brug gaat de route naar links over de Quai Saint Thomas. Op de kruising met de Rue de la Division Leclerc steken we de weg over en lopen door in de Rue de la Douane. Hier komen we langs de Ancienne Douane. Dit voormalig Douanegebouw, gelegen op de oever van de Ill, stamt uit 1358 en heeft een markante trapgevel en het grootste dak met roze geglazuurde dakpannen van Strasbourg. Voor toegang tot de haven meerden de boten af om tol te betalen, alvorens de goederen te kunnen lossen. Het heeft in de loop der eeuwen dienst gedaan als herberg, tabaksmagazijn, wijnmarkt en vismarkt. Nu herbergt het de Brasserie-Restaurant L’Ancienne Douane. We slaan we linksaf de Rue des Tonneliers in, waar ooit de kuipers hun ambacht uitoefenden. Zo komen we op de Place Gutenberg.

Midden op het plein staat het standbeeld van Johannes Gutenberg (1400-1468), de uitvinder van de boekdrukkunst. En in 1840 vervaardigd door David d'Angers. Johannes Gutenberg stamt van patriciërsfamilie uit Mainz, die in de jaren na 1420 deze stad verlaten door de oplaaiende strijd tussen adel en burgerij. Na zijn uitwijzing uit Mainz vestigt hij zich rond1430 tot 1444 in Strasbourg en hier zou hij voor het eerst in het geheim met de nieuwe boekdruktechniek hebben geëxperimenteerd. Hij maakt voor het eerst gebruik van losse letters. Hierdoor hoeft niet langer een hele bladzijde uit één blok te worden vervaardigd en zo’n bladzijde hoeft dan voor correctie niet opnieuw uiteen heel nieuw blok te worden gesneden. Johannes Gutenberg overziet vanaf zijn sokkel het drukke plein, dat aan de westzijde wordt gedomineerd door de Chambre de Commerce, een fraai voorbeeld van Elzassische Renaissance. Het is in 1582-1585 als stadhuis gebouwd door architect Hans Schoch (1550–1631) en vergroot in 1867 door Eugène Petit (1839-1886). Opvallend aan het gebouw zijn de 2 klauwende leeuwen op een gevederde helm aan beide zijden van het timpaan boven de ingang.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Strasbourg - Place Gutenberg met detail Chambre de Commerce
We steken het plein schuin naar rechts over en gaan in de hoek de Rue des Hallebardes in om dan tegenover de Rue des Orfèvres naar de Place de la Cathédrale te lopen. We kiezen voor deze route vanwege het prachtige zicht op Maison Kammerzell en de Cathédrale Notre Dame. Maison Kammerzell is het meest gefotografeerde huis van de stad. Het 15e en 16e eeuwse juweeltje van Elzassisch vakwerk heeft rijk gebeeldhouwde regels en stijlen. Symbolen en figuren uit de bijbel, de Klassieke Oudheid en Middeleeuwen verdringen zich om een plaatsje op rijkversierde balken en de gevel. In het in 1954 gerestaureerde huis is nu een gerenommeerd restaurant gevestigd. We betreden nu de Place de la Cathédrale en worden overrompeld door de Cathédrale Notre Dame. Dit enorme gotische bouwwerk is het symbool bij uitstek van een zelfverzekerd Strasbourg. Met haar hoog opgetrokken front en die ene spitse toren domineert de kerk de horizon van stad en wijde omgeving. Een Franse kathedraal aan de oever van de Rijn, een voorbeeld voor andere Duitse steden. Van hieruit verspreidde de Gotiek zich verder over Zuid-Duitsland. Bij een eerste bezoek aan deze Elzassische Notre Dame worden we overdonderd door de enorme hoeveelheid boeiende, intrigerende bezienswaardigheden.

Als eerste valt de lengte van deze immense kathedraal, die 103 meter bedraagt en de vorm van een Latijns kruis heeft. De belangrijkste bezienswaardigheid in deze kathedraal is het Astronomisch uurwerk. Voorlopers van deze kathedraal zijn een Gallo-Romeinse tempel en verschillende Christelijke kerken. Met de bouw van een van deze voorgangers is in 1015 onder bisschop Werinher begonnen. Na een reeks branden vindt in 1176 een ingrijpende verbouwingen plaats. Het koor wordt gemoderniseerd en de kruising overwelfd, waarin de oude delen worden geïntegreerd. Tussen 1220 en 1230, als in Frankrijk de Gothiek opkomt, worden de dwarsbeuken door het aanbrengen van zogeheten bundelpijlers, waaronder de beroemde engelenpijler, in elk vier traveeën verdeeld. De zuidelijke arm van het transept toont nog de overgangsfase, terwijl de zuidelijke al duidelijk Gotische kenmerken bezit. Rond 1275 wordt ook het middenschip voltooid. Met een torenhoogte van 142 meter bezit Straatsburg de hoogste kerktoren van Europa. Met gemak zijn hier een paar uur door te brengen zonder zich te vervelen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Strasbourg - Zicht op Cathédrale Notre Dame vanuit de Rue Merciére
Na een bezoek aan de Cathédrale Notre Dame wandelen terug langs Maison Kammerzell en zien op de hoek van de Rue Merciére, recht tegenover de gevel van de kathedraal, de Pharmacie du Cerf staat. Dit is een vakwerkhuis, waarin lange tijd de oudste apotheek van Frankrijk uit 1268 gehuisvest is geweest. In de Rue des Hallebardes aangekomen steken we over en wandelen de Rue des Orfèvres in, een typisch winkelstraatje in de oude historische stadskern. Aan het einde van deze straat staan we bij de Temple Neuf, die na de verwoesting tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) in 1908 als de grootste Protestantse Lutherse kerk in Frankrijk is herbouwd. Vanaf de Place du Temple Neuf maken we de doorsteek naar de Place Kléber. Ten tijde van de Franse Revolutie heeft hier de guillotine gestaan. Hier vinden we het monument van de architect en revolutionair Generaal Jean Baptiste Kléber, in 1753 in Straatsburg geboren. Hij speelt onder meer een belangrijke rol in de bloedige onderdrukking van de contrarevolutionaire opstand in de Vendée (1793). Hij wordt in 1800 te Cairo vermoord door de Syrische student Soleyman El-Halaby. Na zijn repatriëring naar Frankrijk is hij uiteindelijk op 15 december 1838 aan de voet van zijn standbeeld hier in Strasbourg begraven. Het monument is een werk van de plaatselijke steenhouwer Philippe Grass (1840).

Dit door Jacques François Blondel onder Lodewijk XV aangelegde plein is nu gemoderniseerd. We zien hier de Aubette. Dit gebouw is ooit gebouwd als onderkomn voor het stadsgarnizoen. De bouw van de Aubette staat overigens dan niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een grootscheeps project voor de algehele 'sanering' en verbouwing van de binnenstad, waarvoor de bekende Jean François Blondel in 1768 van Lodewijk XV het groene licht krijgt. De slechte economische situatie in de laatste twee decennia van het Ancien Régime heeft de uitvoering van deze even ambitieuze als kostbare plannen echter verhinderd. De Aubette wordt in de jaren 1926-1928 ingericht als danscafé in de stijl van 'De stijl'. Het ontwerp was van de Nederlandse kunstenaar Theo van Doesburg en de Strasbourgse schilders Jean Arp en Sophie Täuber, De Nazi's beschouwen het als 'Entartete Kunst' en vernietigen het daarom. De maquettes en ontwerpschetsen blijven wel bewaard en zijn te zien in het Musée d'Art Moderne.

Strasbourg - Église St. Pierre-Le-Jeune
We vervolgen onze stadswandeling door de Rue des Grandes Arcades en steken aan het eind de Rue Ia Haute Montée met de Rue de Ia Mésange over en gaan recht door de smalle Petite Rue de l’Église in. Hier komen we aan de nu Protestantse Église St. Pierre-Le-Jeune. In deze kerk, gebouwd tussen 1220 en 1320, is het oudste deel van de kerk een kleine ondergrondse kerk uit de 7e eeuw gewijd aan St. Colombaan. Het Gotische kerkgebouw met zijn talrijke kapellen en zijn overdadige kruisgewelf dateert uit de 14e eeuw. Uit deze tijd is ook een aantal interessante fresco's. Op de westmuur van het schip zien we de Storm op het Meer van Nazareth afgebeeld en op de muur van de zuidelijke zijbeuken zien we een stoet ruiters naar het kruis optrekken. Zij beelden de naties van het Christelijke Europa (eind 13e eeuw) uit. Opvallend is eveneens een mooi gotisch oksaal dat zijn gelijke niet kent in de Elzas. Uit de Laat-Gothiek zijn verschillende grafzerken en grafmonumenten, de doopvont en het hoofdaltaar. Een deur in de noordelijke zijbeuk geeft toegang tot de 19e eeuwse reconstructie van een gedeeltelijk Romaanse kruisgang, die dateert uit de 11e en 14e eeuw. In 1780 wordt het orgel geplaatst door Jean André Silbermann. In de periode van 1897 tot 1901 wordt de kerk, die gedeeltelijk is verwoest, weer volledig gerestaureerd door de uit Karlsruhe afkomstige architect Professor Karl Schäfer (1844-1908).

Strasbourg - Place Broglie Monument la Marseillaise
De route vervolgen we vanaf de Église St. Pierre-Le-Jeune voorlangs door de Rue Thomann tot op de T-splitsing, waar we naar rechts de Rue de la Nuée Bleue inwandelen. Aan onze linkerzijde komen we voorbij het Hôtel d'Andlau, een stadspaleisje in de Strasbourgse versie van de Régencestijl en gebouwd tussen 1725 en 1732. De aanwezigheid van twee erkers zijn in de traditie van de Elzassische Renaissance gebouwd. Aan het eind van de straat gaan we linksaf de Place Broglie op, een lang rechthoekig plein dat vroeger als toernooiveld en nu nog als markt dienst doet. Maarschalk Broglie, de militaire gouverneur van de Elzas, heeft hier in 1740 een Promenade met linden aangelegd. Aan de lange rechter zijde staan enkele stadspaleizen, zoals dat in het begin van de 18e eeuw bij de Franse adel in zwang komen. Hier ligt ook het Hôtel de Ville, gebouwd tussen 1730 en 1736 als stadspaleis voor Graaf Regnier III van Hanau-Lichtenberg, de Iaatste telg uit een oud Elzassisch adellijk geslacht en sinds 1806 in gebruik als stadhuis. Verderop vinden we het Hôtel du Gouverneur Militaire, een bouwwerk uit de jaren 1740-1750. Hier tussen vinden we op een bescheiden plekje het monument ter ere van de Marseillaise, het Franse volkslied, dat hier op de Place Broglie voor de eerste keer in april 1792 heeft weerklonken. Het is geschreven door Rouget de Lisle in de nacht van 25 tot 26 april 1792 na de oorlogsverklaring aan Keizer van Oostenrijk en de volgende dag aan de burgemeester van Straatsburg, de baron Philippe-Frédéric van Dietrich aangeboden als oorlogslied.

En aan het einde van de Place Broglie zien we het Théâtre Municipal, een nuchter gebouw in Empirestijl gebouwd in 1821 door Jean Villot en geopend met Grétry' s " La Fausse Magie". Tijdens de Frans-Duitse Oorlog is het gebouw op 10 september 1870 door bommen verwoest en daarna in 1872-1873 opnieuw opgebouwd volgens de tekeningen van Jean Villot door Johann Gottfried Conrath. Bij de heropening op 4 September 1873 zijn de "Die Weihe des Hauses" van Beethoven en "Le nozze Di Figaro" van Mozart ten gehore gebracht. In 1888 is er nog een uitbreiding met nieuwe kleedkamers, een bibliotheek en een kostuumopslag.

Strasbourg - Place Broglie obilisk Generaal Jacques Philippe Leclerc (1902-1947)
Het plein voor dit Théâtre Municipal wordt gedomineerd door de obilisk voor Generaal Jacques Philippe Leclerc (1902-1947) Zijn echte naam is Philippe, Vicomte De Hauteclocque. De naam Leclerc krijgt hij in de WO II. Als commandant van de Vrije Franse is hij actief in Frans Equatoriaal Afrika en verovert met het Britse 8ste Leger Tripoli. In 1944 bij de invasie heeft hij het bevel over de Franse 2e Pantserdivisie, die bij het Amerikaanse 3e leger van George Patton is gevoegd, en krijgt van de Amerikaanse Generaal Omar N. Bradley de eer om op 25 augustus 1944 met zijn manschappen als eerste Parijs binnen te trekken om de bevrijding van de stad te voltooien. Leclerc is het ook die op 23 november 1944 met zijn manschappen als onderdeel van het Amerikaanse 7e leger Straatsburg inneemt. Na de oorlog wordt hij Franse bevelhebber in Indo-China en tekent voor Frankrijk de Japanse capitulatie in Tokyo. Generaal Leclerc komt tragisch om het leven bij een vliegtuigongeluk nabij Colomb-Bécharin Algerije op 28 november 1947. Na zijn dood wordt op 23 augustus 1952 hij postuum uitgeroepen tot maarschalk van Frankrijk.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Strasbourg - Fontaine de Janus van Tomi Ungerer
We verlaten het Place Broglie aan de noordoostzijde en komen aan de Quai Schoepflin, waar de Fontaine de Janus staat. Deze Janusbron is ontworpen door de tekenaar en vormgever Tomi Ungerer ter gelegenheid van het 2000 jarig bestaan in 1988 van Straatsburg. Hier is vroeger het Romeins legerkamp geweest, waarvan de overblijfsels van de omwalling vlakbij deze bron zijn gevonden. De bron heeft de vorm van een aquaduct en draagt de inscriptie Argentoratum, was de oude naam van Straatsburg is. Een van de pijlers rust op een Januskop, een hoofd met zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde een gezicht. Zo’n hoofd is vernoemd naar de Romeinse god Janus, die in een van zijn verschijningsvormen twee gezichten heeft om te benadrukken dat iets verschillende, maar vaak tegengestelde, eigenschappen of karakteristieken kan hebben.

Over de brug staan we op de Place de la République. Na 1880 groeide ten noorden van de Fossé du Faux Remparts het nieuwe, 'Duitse' Strasbourg. Deze stadsuitbreiding is gebaseerd op de plannen van de Berlijnse bouwmeester August Orth (1828-1901) en de Strasbourgse stadsarchitect Jean Geoffroy Conrath (1824-1892). Het huidige Place de Ia République, staat centraal in hun ontwerpen en moet als Kaiserplatz het administratieve en politieke centrum van het 'Reichsland Elsass-Lothringen', waarvan Strasbourg de hoofdstad is, worden. Midden op het parkachtige plein staat het monument aan de gevallenen, dat in 1937 door de toenmalige President Albert Lebrun is ingewijd. Het beeldhouwwerk stelt een moeder voor, symbool van de stad Straatsburg, met aan haar knie haar twee stervende kinderen, voorstellend een Duits en een Frans, die elkaar hebben bevochten en door hun dood weer bij elkaar gekomen zijn. Het beeldhouwwerk is van Léon-Ernest Drivier (1878-1951). Dit is een van de weinige Franse monumenten voor het Pacifisme en het straalt de pijn uit die de mens door het oorlogsleed uit balans brengt.

Strasbourg - Place de la République monument voor de gevallenen
Aan de westkant van de Place de la République is het Palais du Rhin, het Kaiserpalast te zien. Dit gebouw lijkt direct van Berlijn hier naar toe te zijn overgeplant. Het is een reusachtig gebouw met ruime tuinen, die evenals de ernaast gelegen stallen, één van de grootste en volledig bewaarde voorbeelden van de 19e eeuwse Pruisische architectuur is. Na de Frans-Duitse Oorlog wil men in Strasbourg voor de ontvangst van Kaiser Wilhelm I een symbool voor de keizerlijke macht oprichten. Er wordt gekozen voor een vierkant gebouw in Neo-Renaissance stijl, geïnspireerd op het Palazzo Pitti in Florence. Het wordt door Kaiser Wilhelm II in Augustus 1889 ingewijd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog van de Wereld wordt het gebouw gebruikt als militair ziekenhuis. In 1920 wordt het de zetel van de Commission Centrale pour la Navigation du Rhin en in 1923, gaat het paleis over in handen van de Franse staat. Tijdens de bezetting vanaf 1940 tot 1945 doet het dienst als Kommandantur van de Nazi’s en wordt door de troepen van Generaal Leclerc ingenomen. In de jaren 70 van de vorige eeuw dreigt het te worden afgebroken, maar prijkt sinds 1993 op de monumentenlijst.

Rond dit Place de la République staan nog enkele bouwwerken uit die Wilhelminische periode (1890-1914). Aan de noordzijde zijn dit de voormalige 'Landesausschussgebäude' in een op de Zuid-Duitse Barok geënte stijl. Aan de oostzijde staat van de architecten August Hartel (1844-1890) en Skjold Neckelmann (1854-1903 de Bibliothèque Nationale en de Universiteit van Strasbourg, die in 1895 in gebruik wordt genomen. We verlaten het plein opnieuw over de brug en wandelen direct linksaf over de Quai Lazey-Marnésia langs het water van de Fossé du Faux Rempart. Bij de Rue du Parchemin slaan we linksaf om dan door de Rue des Pucelles op een idyllische pleintje uit te komen, de Place St. Étienne, met zijn mooie vakwerkhuizen en het beeldje de "Meiselocker", symbool van de Straatsburgers. Het beeldt een jongeling uit met in de enen hand zijn fluit, waarmee hij het geluid van de mees imiteert. In de andere draagt hand draagt hij een kooi waarin hij het meesje kan opsluiten om het vogeltje op de markt te verkopen. Dit is gebruikelijk in de 15e eeuw en geeft aan de jonge Straatsburgers de bijnaam van “Charmeurs de mésanges”. Dit pleintje is het oudst plekje van Straatsburg na de verwoesting van het Romeinse kamp door de Hunnen. Hier heeft ook het eerste vrouwenklooster van de Benedictinessen in Straatsburg gestaan, gesticht door Hertog Adelbert. Zijn dochter Attalia wordt er in 717 tot abdis gekozen.

Strasbourg - Place St. Étienne beeldje de "Meiselocker"
Rond dit Place de la République staan nog enkele bouwwerken uit die Wilhelminische periode (1890-1914). Aan de noordzijde zijn dit de voormalige 'Landesausschussgebäude' in een op de Zuid-Duitse Barok geënte stijl. Aan de oostzijde staat van de architecten August Hartel (1844-1890) en Skjold Neckelmann (1854-1903 de Bibliothèque Nationale en de Universiteit van Strasbourg, die in 1895 in gebruik wordt genomen. We verlaten het plein opnieuw over de brug en wandelen direct linksaf over de Quai Lazey-Marnésia langs het water van de Fossé du Faux Rempart. Bij de Rue du Parchemin slaan we linksaf om dan door de Rue des Pucelles op een idyllische pleintje uit te komen, de Place St. Étienne, met zijn mooie vakwerkhuizen en het beeldje de "Meiselocker", symbool van de Straatsburgers. Het beeldt een jongeling uit met in de enen hand zijn fluit, waarmee hij het geluid van de mees imiteert. In de andere draagt hand draagt hij een kooi waarin hij het meesje kan opsluiten om het vogeltje op de markt te verkopen. Dit is gebruikelijk in de 15e eeuw en geeft aan de jonge Straatsburgers de bijnaam van “Charmeurs de mésanges”. Dit pleintje is het oudst plekje van Straatsburg na de verwoesting van het Romeinse kamp door de Hunnen. Hier heeft ook het eerste vrouwenklooster van de Benedictinessen in Straatsburg gestaan, gesticht door Hertog Adelbert. Zijn dochter Attalia wordt er in 717 tot abdis gekozen.

Vanaf dit charmante pleintje met een brede gevel in Strasbourgse Lodewijk XV stijl en vakwerkhuizen uit de 16e en 17e eeuw gaan we rechtsaf de Rue des Frères in en slaan bij de eerste kruising linksaf de Rue des Soeurs in. Als we dan direct weer rechtsaf een steegje inlopen, komen we op een plein, de Place du Marché Gayot. Dit kleine intieme plein, in de 18e eeuw in een rechthoek aangelegd, is het enige onderdeel van de grootscheepse stadsvernieuwingsplannen van Jacques-François Blondel (1705-1774) dat verder komt dan de tekentafel. Het pleintje steken we recht over en gaan rechtdoor een steeg in. Aan het eind slaan we linksaf de Rue des Écrivains in. Verderop links vormt een fraai portaal de toegang tot het Hôtel des Dames d'Andlau, in 1750 gebouwd als stedelijke residentie van een adellijk damesstift door architect Joseph Massol (1706-1771). Hier wandelen we rechtsaf de Rue de Ia Râpe in naar de Place du Château en de Place de Ia Cathédrale.

Strasbourg - Toegangspoort tot Château des Rohan
Aan onze linkerzijde komen we bij het Château des Rohan, waar een poort toegang geeft tot een binnenplaats van een nieuw monumentaal paleis in Lodewijk XV stijl. Van 1704 tot 1789 wordt de Strasbourgse bisschopstroon door opeenvolgende vier graven van Rohan bezet. Zij zijn grand-seigneurs die de stijl van de Franse Lodewijken imiteren. De eerste Rohan-bisschop, Armand Gaston, laat hier op deze plek van het Middeleeuwse Strasbourg zijn residentie bouwen. Uitgangspunt zijn de plannen van de koninklijke architect Robert de Cotte (1709-1723), die tussen 1731 en 1742 ten uitvoer worden gebracht onder leiding van Joseph Massol (1706-1771) bouwmeester van het domkapittel. De bisschoppelijke vertrekken op de begane grond van het hoofdgebouw ademen de sfeer van Rococo, waarin het gebruik van spiegels als muurdecoratie een uitvinding is van Robert de Cotte. Op de verdiepingen is het Musée des Beaux Arts ondergebracht. Het zwaartepunt van de verzameling ligt bij de Vlaamse en Hollandse meesters van de 15e tot en met de 17e eeuw en de Italiaanse en Spaanse school van de 14e tot en met de 18e eeuw. Deze collecties is pas in de periode 1871-1918 tot stand gekomen als 'Wiedergutmachung' na het Duitse bombardement van Strasbourg in 1870 toen het 'Musée de Peinture et de Sculpture' verloren is gegaan. De aankoop van Franse schilderijen is van latere datum. Het Château des Rohan herbergt ook het Musée Archéologique, het Musée des Arts Decoratifs en een fraaie collectie 18e eeuws Strasbourgs aardewerk en porselein uit de beroemde ateliers van Hannong.

In de hoek van het Place du Château staat het Musée de l'Oeuvre Notre Dame, ondergebracht in een gebouwencomplex uit de Middeleeuwen en de Renaissance, waarin zich dan het beheer van de Cathédrale Notre Dame en de ateliers van de steen- en beeldhouwers bevinden. Dit is aanvankelijk een bisschoppelijke onderneming en komt aan het eind van de 13e eeuw in handen van de burgerij in de stad. Het oudste gedeelte van het gebouw is de linker vleugel, die dateert uit 1347. De rechter vleugel wordt in de 16e eeuw toegevoegd. Die combinatie heeft tot een charmant geheel geleid: Gotiek en Renaissance vullen elkaar goed aan. Het mooiste voorbeeld daarvan is de sierlijke wenteltraptoren, die in de 16e eeuw aan de Middeleeuwse vleugel wordt vast gebouwd met de in vloeiend gedraaide lijnen vormgegeven wenteltrap (1580). Deze verbouwing is tussen 1578 en 1585 uitgevoerd door Thomas Uhlberger. Sinds 1931 is een deel de ateliers van de steen- en beeldhouwers ingericht als Musée de l'Oeuvre Notre Dame en herbergt naast interessante verzamelingen over de kathedraal met de originelen van de beroemdste beelden ook een aantal waardevolle collecties beeldende kunst uit de Romaanse periode, de late Gotiek en de Renaissance. Beroemd is het oudste figuratieve glas-in-loodraam van Frankrijk, een afbeelding van het hoofd van Christus afkomstig uit Wissembourg (1070), een doopvont uit het klooster van Eschau (omstreeks 1130) en de originele beelden van de kathedraal, waarbij goed het verschil in stijl te zien is tussen de beelden van het zuidportaal en die van de westelijke portalen.

Strasbourg - Hemelwaterafvoer op het Place du Château
We zijn nu terug bij de Cathédrale Notre Dame en sluiten hier onze stadswandeling af. We hebben ons een aardig beeld kunnen vormen van het historische stadscentrum dat tussen de Ill en de Fossé du Faux Rempart is gelegen. Wil je naast de kathedraal en Ia Petite France ook nog enkele musea bezoeken dan zal een bezoek van één dag aan Strasbourg niet toereikend zijn.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

GIDSEN:

- Capitool Reisgidsen: Frankrijk, ISBN 90-410-1806-9
- ANWB Gouden Serie: Vogezen - Elzas - Lotharingen, St. van Schuppen, ISBN 90-18-01387-0
- Michelin Guide de Tourisme: Vosges - Lorraine - Alsace



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-06-2008 door C.P.J. Aerssens