LANGS OOSTERHOUTS RELIGIEUS ERFGOED
Omgeving Heilige Driehoek Oosterhout 15 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Sculptuur '‘Tempelier, Johannieter en de Abdis van Thorn’ (1986)

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek













Parkeerplaats St. Paulusabdij, Hoogstraat 80, 4901 PK OOsterhout
Ongeveer 15 km.
Op deze rondwandeling gaat de route langs het opmerkelijk verleden van het ‘Rijke Roomsche Leven’ van Oosterhout. Het zijn kerken, kloosters, kapellen en een voormalige abdij, waar we aan voorbij wandelen en die nog steeds bepalend zijn voor het stadsbeeld van Oosterhout. De Kloosterrondwandeling Oosterhout, beschikbaar op VisitBrabant, is het uitgangspunt is voor deze Oosterhoutse religieuze erfgoedwandeling. Vanaf de ‘Heilige Driehoek’ met de kloostercomplexen: het Sint Catharinadal, de Onze Lieve Vrouwe Abdij en de Sint Paulus Abdij gaat de route door het Slotpark naar de Vrachelse Heide langs het ‘Misdadigerskerkhof’. We wandelen voorbij aan de Put van Caron, ook wel het Houtse Meer genoemd en komen langs de Joodse Begraafplaats. Door de westelijke buitenwijk en na de oversteek van het Wilhelminakanaal gaat de route door het centrum van de stad met zijn imposante Basiliek St. Johannes de Doper. Binnendoortjes in de Kastelenbuurt leiden ons langs de Bovensteweg om via de wijk Leijsenhoek terug te keren naar de ‘Heilige Driehoek’, waar we gestart zijn.

ROUTEBESCHRIJVING

Voor deze rondwandeling vertrekken we vanaf de Sint Paulusabdij. Deze voormalige Benedictijnenabdij is één van de drie abdijen in “De Heilige Driehoek” en is gesticht door Benedictijnermonniken uit Wisques die in het Frankrijk van rond 1900 niet meer mogen bestaan en uitgewezen worden. Eerst vestigen zij zich in Honnay en later in Montignies Saint Christophe. Het Benedictinessenklooster van Wisques heeft zich dan in Oosterhout gevestigd in de Onze Lieve Vrouwe Abdij en in de nabijheid van dit klooster kopen de monniken een gebied van 2 hectare. Er wordt onder monnik architect Dom Paul Bellot (1876-1944) een priorij gebouwd, het eerste grote werk van deze architect, een kunstwerk in baksteenarchitectuur. In 1910 wordt de priorij tot abdij verheven met Dom Jean de Puniet de Parry, als eerste abt. Ofschoon de monniken na 1918 naar Frankrijk mogen terugkeren, blijft het merendeel hier, omdat ook al een aantal Nederlandse monniken zijn ingetreden.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Kloosterkerk St. Paulusabdij
In 1928 wordt de Sint Paulusabdij een zelfstandige abdij, die behoort tot de Congregatie van Solesmes. In 1930 wordt de kapittelzaal gebouwd onder monnik architect Dom Hans van der Laan (1904-1991), een van de leidende architecten van de Bossche School. In 1941 zijn er in de Sint Paulusabdij ongeveer 100 monniken ingetreden, waaronder veel Nederlanders. De abdij komt tot bloei en er zijn een boerderij, een kippenfokbedrijf, een orchideeënkwekerij, een pottenbakkerij en er worden iconen geschilderd en voorwerpen gerestaureerd. In 1956 wordt de nieuwe basilicale kloosterkerk gebouwd, ontworpen door de Enschedese architect Johan Herman Sluijmer Sr. (1894 -1979), aangezien de oude te klein geworden is. Aan het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw begint de ontkerkelijking ,die ertoe leidt dat er nauwelijks novicen meer zijn. De kloostergemeenschap wordt kleiner en vergrijst sterk. Activiteiten, zoals het landbouwbedrijf, worden afgestoten en komen in particuliere handen. In 2006 verlaten de Benedictijnen verlaten de Sint Paulusabdij. De abdij wordt nu bevolkt door leden van de Franse Communauté de Chemin Neuf, een oecumenische gemeenschap met een apostolisch karakter die zich sterk richt op jongeren en gezinnen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Mariakapel Antonius van Paduakerk
Als we de poort van de Sint Paulusabdij uitlopen, volgen we de Hoogstraat naar links en na de wegversmalling en de eerste huizen van Oosterhout komen we aan de rotonde met de Abdis van Thornstraat. Naar rechts gaat de route langs de Antonius van Paduakerk. Deze kerk is gebouwd naar een ontwerp van de Roermondse architect Pierre Cuypers (1827-1921) en ingewijd op 13 mei 1908. Het is een Neo-Gotisch bakstenen gebouw, maar vertoont toch kenmerken van latere stijlen: de vensters en de toren zijn meer gestileerd. Het is en pseudobasilicale kruiskerk met, behalve de toren bij de ingangspartij, ook een vieringtoren met een koepel-achtige uitstulping: een achtzijdige ingesnoerde vieringtoren met opengewerkte spits. De ingangstoren was oorspronkelijk ruim 20 meter hoog, en stak nauwelijks boven de voorgevel uit. Er was te weinig geld om hem volgens ontwerp te voltooien. In 1959 werd geld ingezameld om daarmee de toren te verhogen tot 32 meter. De scheidingslijn kan men nog zien. Het orgel stamt uit 1924 en is vervaardigd door de firma Vermeulen. Het orgel is gerestaureerd en kan in 1998 weer worden bespeeld. In 2016 is de Antonius van Paduakerk aan de eredienst onttrokken, alleen de Mariadagkapel is behouden. In deze kersttijd is er ook een kerststal te zien.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Zitsculptuur Slotpark
We volgen de Abdis van Thornstraat tot op de eerste kruising met Zandheuvel, waar we linksaf slaan. Zandheuvel wordt voor het eerst vermeld in 1422 als een klein gehuchtje. Hier stond de hoeve van de Johannieters van Ter Brake. Die hoeve stamt uit de 12de eeuw of nog ouder. Op een deel van de hoeve was tot 1620 de pastorie van Oosterhout gehuisvest. Rond 1800 is Zandheuvel al een vrij dicht bebouwde straat ten westen van Leijsen. De straat is nu helemaal opgegaan is in de stedelijke bebouwing van Oosterhout. Zandheuvel gaat voorbij Hotel Café ’t Zonneke over in de Kloosterstraat, die uitkomt op de Keiweg bij Zorglocatie De Doelen. De route gaat even linksaf en meteen naar rechts langs de Kringloopwinkel. We komen verderop in het Slotpark, het prachtig stadspark midden in het centrum van Oosterhout met beelden, oude bomen en een vijver. Sinds 1920 is de Gemeente eigenaar van dit park, dat in het verleden is ontstaat uit de tuinen van adellijke huizen en slotjes. Rechtuit wandelend komen we door het toegangshek aan de Slotlaan op de hoek met de Ridderstraat.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Woning in het Slotpark
Aan de overzijde van de Ridderstraat hebben we zicht op het Slotje Limburg. Dit slotje was van oorsprong een omgrachte hoeve, die in 1454 tot slotje werd uitgebouwd door Peter de Hertog. Het dankt zijn naam aan hoofdstad van het Hertogdom Limburg, waar Peter de Hertog rentmeester was en ook Schepen van Oosterhout. Na zijn dood in 1463 komt het bezit van opeenvolgende welgestelde families. Van 1875-1879 wordt het slotje bewoond door de Zusters van het Magdalenenconvent, die ten gevolge van de Kulturkampf gevlucht waren uit het toen Pruisische Czarnowasy. Hierna komen de Franse Redemptoristen, die uit Frankrijk zijn verdreven vanwege het Antiklerikalisme. Vervolgens komt het slotje weer in particulier bezit. In de periode van 1902 tot 1910 woont er de Franse Baron R. de Denesvres de Domecy. Daarna woonde er mevrouw Brouwer Ancher, een telg uit het geslacht Van Oldenzeel tot Oldenzeel, die het Slotje Limburg verkoopt aan de Gemeente Oosterhout. Tijdens de mobilisatie 1914-1918 in de Eerste Wereldoorlog is de Commandant van het Nederlandse Veldleger Luitenant Generaal Willem Hendrik van Terwisga enige tijd ingekwartierd in Slotje Limburg. Na verbouwing fungeert het van 1940-1980 als gemeentehuis. Nu zitten er particuliere kantoren in.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Muurschildering 'Houthaven' aan de Houthavenweg
Op het kruispunt op de hoek van de Slotlaan met de Ridderstraat steken we over en staan hier bij het kapelletje Onze Lieve Vrouw der Overwinning. Het is uit dankbaarheid voor de bevrijding in 1945 gebouwd door het Brabants Studentengilde naar een ontwerp van Jos Bedaux en op 4 augustus 1945 ingewijd. Helaas kreeg het kapelletje het in de zestiger jaren zwaar te verduren. Het ligt verscholen in het groen. Het fraaie ronde stalen raam valt op evenals het smeedijzeren hekwerk binnen. We wandelen hier over de Slotlaan en slaan linksaf het Slotpark in. We komen uit bij de muziekkiosk, waar de route voorbij de muziekkiosk naar links langs de vijver verloopt. Even rechts en opnieuw links langs het appartementencomplex staan we in de Bouwlingstraat. We steken recht over en wandelen de Nieuwe Bouwlingstraat helemaal uit tot we voorbij de Protestantse Begraafplaats op de Bredaseweg uitkomen. Hier gaat de route naar links richting het Wilhelminakanaal en we volgen de groengele markering van het wandelroutenetwerk. Na de rotonde komen we aan de brug over het kanaal. Over de brug slaan we onder aan de oprit rechtsaf en wandelen voorbij het terrein van de voormalige jeugdinstelling Lievenshove, nu met Plein3, een speciale voorziening waar voortgezet gespecialiseerd onderwijs gegeven wordt, en deels ingericht met woningbouw. Langs het talud komen we bij KNP38 en volgen op de oever van het Wilhelminakanaal de Lage Molenpolderweg naar links tot KNP39. De route gaat linksaf over de Oude Bredasebaan, die tussen 1813 en 1816 de kortste route naar Breda was. Aan dit onverhard pad komen we aan wat in de volksmond het ‘Misdadigerskerkhof’ heet.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vrachelse Heide - Misdadigerskerkhof
De eerste vermelding daarvan stamt uit 1876, waarbij opgemerkt wordt, dat de begraafplaats op een kwartier lopen ligt van de bebouwde kom en 50 m2 groot is. In 1901 ligt de begraafplaats er slecht bij, mogelijk doordat baldadige jeugd er zich regelmatig ophield. Opmerkelijk is dat er tussen 1876 en 1930 slechts twee mensen zijn begraven. In 1891 hangt de 37-jarige brievenbesteller Balthazar Litzroth zich op aan een boom en kan als katholiek niet in gewijde grond begraven worden en wordt daarom begraven op deze gemeentelijke begraafplaats. In 1897 maakt de arbeider Adriaan Smits op 54-jarige leeftijd een einde aan zijn leven en ook hij wordt hier begraven. In die tijd immers wordt zelfdoding als een grote schande en misdaad tegen de wil van God beschouwd. Hierdoor krijgt deze plek vermoedelijk al snel de bijnaam ‘Misdadigerskerkhof’. In 1934 wordt de begraafplaats gesloten en onbekend is of de begraafplaats aan de Oude Bredasebaan ooit geruimd is. Kadastraal bleef het perceel in ieder geval bestaan, maar niet meer met de bestemming begraafplaats. In 2013 is er een informatiebord geplaatst.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vrachelse Heide - Pomphuisje
Aangekomen bij KNP37 wandelen we rechtsaf langs de omheining van het complex van de Waterproductielokatie Brabant Water naar KNP26 en passeren een aantal waterpompputten en. In de bocht aangekomen bij KNP26 wandelen we in de richting van KNP25. We volgen de route langs KNP25, KNP24 naar KNP23 en zijn nu midden op de Vrachelse Heide, een oud heide- en stuifzandgebied ten westen van de oprukkende stadsbebouwing van Oosterhout. Het gebied is vernoemd naar het nabijgelegen buurtschap Vrachelen, waar al uit het Laat-Neolithicum sporen van menselijke aanwezigheid zijn gevonden. Het bosrijke gebied met veel kronkelende bospaden is eigendom van Defensie als Militair oefenterrein. Het gebied bestaat overwegend uit naaldbos met hier en daar resten heide en stuifzand. Deze zijn overgebleven na de herbebossing vanaf de eerste helft van de 19e eeuw. Het oostelijk deel heeft zijn oorspronkelijk reliëf bewaard met meer gemengd bos, dat vroeger door boeren is aangeplant om het stuifzand te beteugelen en als geriefhout (hout voor eigen gebruik). Op de Vrachelse Heide komen een aantal zeldzame planten- en diersoorten voor zoals grasklokje, heidespurrie, rode bosmier, mierenleeuw, bruin zandoogje, groene specht, zwarte specht, sperwer, boomvalk, havik, steenuil, ransuil, gekraagde roodstaart en bonte vliegenvanger. De Vrachelse Heide is vooral als recreatiegebied in trek.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vrachelse Heide - Joodse Begraafplaats
Aangekomen bij KNP23 wandelen we naar rechts en volgen het bospad tot we na de sluitbomen op de Pannenhuisstraat staan. We steken recht over en volgen het onverharde pad langs het hek van de Put van Caron, ook wel het Houtse Meer genoemd. De grote waterplas dankt zijn naam aan de Firma Jac Caron in Oosterhout, die deze plek al jarenlang in eigendom heeft en die in gebruikt is geweest om er zand te winnen, dat nodig was voor de aanleg van de A59. Zo is hier een flink meer ontstaan, maar de zandzuigers zijn er verdwenen en de waterplas is een natuurplas geworden. Er is op de zuidelijke oever nieuwe natuur aangelegd. Sinds enige tijd ligt er eiland in dat vol geplant is met wilgentakken, die moeten uitgroeien tot bomen en er groeit riet langs de oevers. Deze natuur is met een afrastering rond de put niet toegankelijk voor publiek. Volgens afspraak met de Gemeente Oosterhout blijft het een gesloten rustgebied voor dieren en watervogels. Het is ook een ecologische verbindingszone tussen het Markkanaal en de Vlinderbuurt in Vrachelen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Sluis Wilhelminakanaal
Met de bocht naar rechts en bij het open perceeltje nogmaals rechtsaf komen opnieuw op de Pannenhuisstraat, die we oversteken en het brede bospad volgen langs de midden in het bos gelegen Joodse Begraafplaats. Op de kruising wandelen we linksaf tot we aan het fietspad komen. Hier steken we schuin naar links over naar de brede zandbaan, die pal oostwaarts loopt parallel aan de Pannenhuisstraat tot we op de kleine zandvlakte KNP28 bereiken. Even naar rechts ligt Brasserie Woods voor een pauzemoment. De route gaat vanaf KNP28 naar KNP27, waar we de Lage Molenpolderweg oversteken en door de Zeislaan naar het Wilhelminakanaal wandelen. Aan de Wilhelminalaan steken we bij het uitwateringskanaal en de sluis het kanaal over en blijven de Wilhelminalaan volgen tot op de kruising met de Bredaseweg bij KNP72. Linksaf leidt de Bredaseweg langs KNP71 naar de Heuvel, het monumentaal plein met zijn karakteristieke boombeplanting. In het verleden was de Heuvel het bestuurlijk hart van Oosterhout. De meeste panden waren van welgestelden, die zich rondom de Heuvel vestigden en gevels dateren overwegend uit de 19de en vroeg 20ste eeuw. Het merendeel van de panden aan de Heuvel heeft nu de status van beschermd monument.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Hofje in de Arendstraat
Aan het einde van de Heuvel slaan we linksaf de Arendstraat in en staan meteen aan de torenfaçade van de voormalige Heilig Hartkerk, die al in 1972 aan de Rooms Katholieke eredienst is onttrokken, maar waarvan het kenmerkende silhouet van de drie Neo-Gotische torens behouden is gebleven. Het is de Oosterhoutse Architect Frans van der Leeuw, die het plan bedacht om deze torenfaçade te behouden voor het stadsgezicht en de vrijkomende ruimte van het schip en het koor in te richten als een Binnenhofje met de bouwmaterialen, die afkomstig zijn van het sloopwerken voor kleinschalige horeca en boetiekjes. We volgen de Arendstraat met de bocht naar rechts en volgen de drukke winkelstraat tot op de T-splitsing, waar we naar links de Kerkstraat in wandelen tot we op de Markt staan, het groot bruisend plein, middenin het stadshart van Oosterhout. Beeldbepalend voor het groot bruisend plein, middenin het stadshart van Oosterhout, is de Basiliek H. Johannes de Doper.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Infopaneel Basiliek H. Johannes de Doper
Uit opgravingen is bekend dat er op deze plaats in 1277l een Romaans kerkje heeft gestaan. Op de resten van dit oudere tufstenen kerkje is rond 1473 een driebeukige kruiskerk in Gotische stijl gebouwd. De toren stamt uit de periode van 1519 tot 1552 en is geïnspireerd op de toren van de Grote Kerk van Breda, maar is nooit voltooid. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog zijn in 1625 een groot deel van de kerk en het houtwerk van de toren door brand verwoest bij de schermutselingen rondom het Beleg van Breda (1624-1625) door Spinola. Na de Vrede van Münster in 1648 komt de kerk in Protestantse handen. Maar in 1809 gaat de kerk door een besluit van Lodewijk Napoleon terug naar de Katholieken op voorwaarde dat ze 7.000 gulden betalen als bijdrage voor een nieuw Protestants kerkgebouw aan de Rulstraat. De kerk wordt in 1881 grondig gerestaureerd en verbouwd door architect Pierre J.H. Cuypers (1827-1921). Zo worden de stenen gewelven hersteld en de kerk verbreed met twee zijbeuken. Ook zijn er nog ingrijpende restauraties in de jaren 1974 tot 1977 en van 1998 tot 2000. De toren is tussen 1968 en 1972 gerestaureerd en daarbij in 1971 voorzien van het huidige tentdak. De kerk is nu een fraai gebouw van bijzondere oudheidkundige en historische waarde. In de gebrandschilderde ramen in de zuiderbeuk zijn de belangrijke gebeurtenissen uit de kerkelijke geschiedenis van Oosterhout in beeld gebracht en in de noorderbeuk, in koor en dwarsschip, zien we bijbelse taferelen. Ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van de parochie en de afronding van de verbouwing, is de Kerk H. Johannes de Doper in 1977 oor paus Paulus VI tot verheven tot Basilica Minor.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Latijnse spreuk in doorsteekje in de Torenstraat
Vanaf de Markt gaat de route met de klok mee links om de Basiliek H. Johannes de Doper. Hier staat de imposante bronzen beeldengroep ‘Tempelier, Johannieter en de Abdis van Thorn’ (1986) van de uit Loon op Zand afkomstige beeldhouwer Harm Timmermans. Dit monument symboliseert drie personen, die een belangrijke rol gespeeld hebben in de geschiedenis van Oosterhout. Zij beheerden de gronden behorend tot het Hertogdom Brabant namens de Heer van Oosterhout en Heer van Breda Willem van Duvenvoorde, die als grondeigenaar de grond in pacht geeft aan de rijke Abdis van Thorn en haar kloostergemeenschap met ook grondbezit in deze streek heeft. Een andere belangrijke eigenaar van gronden in Oosterhout was de ridderorde van de Tempeliers, ontstaan ten tijde van de kruistochten en schatrijk en machtig geworden door alle voorrechten en bezittingen, die ze wisten te verzamelen. Als zij hun bezittingen verliezen, komt hun grondgebied in handen van de Johannieters. De Oosterhouters, die op de gronden leefden en werkten, moesten een deel van hun opbrengst afstaan aan de landeigenaren: de Heer van Oosterhout, de Abdis van Thorn of aan de Tempeliers of de Johannieters. Deze bedroeg doorgaans tien procent van de oogst en van het jonggeboren vee.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Infopaneel beeldengroep ‘Tempelier, Johannieter en de Abdis van Thorn’
Voorbij de Basiliek H. Johannes de Doper gaat de Markt over in de Torenstraat. Na Theater De Bussel slaan we rechtsaf de Valkenstraat in tot we op het Valkenplein komen, waar we links aanhoudend door het parkje over de stapstenen en zwerfkeien langs de appartementen aan het Santrijnpark in de Donkerstraat uitkomen. Naar links bereiken we de oversteekplaats aan de Strijenstraat, waar we recht oversteken en de route volgen door de Kastelenbuurt langs Weerdestein en Ockenburg naar de zuidkant van de Bovensteweg. De Pasteurlaan steken we over en verlaten markering van het wandelroutenetwerk. We wandelen rechtdoor over het voetpad parallel aan de Bovensteweg langs de bebouwing van de Molenbuurt tot we aan het voetgangers- en fietstunneltje onder de Bovensteweg door. Schuin links volgen we het voetpad van de Windvaan en passeren even verderop de Kinderboerderij en Milieu Educatief Centrum. Aan het einde van het voetpad bereiken we het Helleke en met de bocht naar links staan we meteen bij Het Geel Huis, een heel oude boerderij, waar ooit een herberg is geweest en tol wordt geheven. Dit karakteristieke pand ligt aan een kruispunt van oude straten: het Helleke, de Leijsenstraat, de Leijsendwarsstraat en Vijfhuizen. Rond het jaar 900 staan hier al boerderijen in een Middeleeuws landbouwgebied. Met de realisatie van de A27 in het midden van de zestiger jaren van de vorige eeuw wordt er hier een haarscherpe grens door het landschap getrokken, waardoor er een enorme ingreep in het cultuurhistorisch landschap ontstaat. De wegen en paden worden afgesneden, zoals de Leijsenstraat, en het gehucht Vijfhuizen komen klem te zitten tussen de nieuwe harde oostgrens en de langzaam oprukkende bebouwing van Oosterhout.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Het Geel Huis aan de Leijsenstraat
Onze wandelroute gaat vanaf Het Geel Huis naar rechts door de Leijsenstraat, de oude Provinciale weg, die al in de 19e eeuw is verhard met kasseien. Uit de archieven en op oude kadasterkaarten zijn aanwijzingen, die doen vermoeden dat de Leijsenhoek in Oosterhout al in het jaar 800 bestond. Wel is zeker dat in 1512 de naam Leijsenhoek voor het eerst echt wordt genoemd. Het is een gehucht met huizen, die dicht op elkaar staan aan het oostelijk einde van Middelwijk. In die tijd heette dit gehucht Leijsen of de Leijsenakkers. Een paar honderd jaar later werd dat Leijsenhoek. Als vanaf 1813 de grote weg van Parijs naar Amsterdam wordt aangelegd, loopt deze dwars door Oosterhout en ook de Leijsenhoek was er onderdeel van. Napoleon begon met de aanleg en koning Willem I maakte de weg af en zo maakte de Leijsenhoek lange tijd deel uit van een belangrijke noord-zuidverbinding.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Langgevekboerderij aan de Leijsenstraat
De Leijsenstraat volgend komen we aan KNP70 op de hoek van de Kloosterdreef, waar we in de berm ook een oude hardstenen markering vinden, die aangeeft dat hier vroeger ooit de provinciale weg naar Dongen heeft gelopen. Op dit punt gaat de Zandheuvel verder naar Oosterhout. Wij slaan naar links de Kloosterdreef in, die ons door het hart van de Heilige Driehoek voert. Hier op de hoek is aan de westzijde het ommuurde terrein van de Onze Lieve Vrouwe Abdij van de Benedictinessen. Oorspronkelijk ligt hier in 1823 op de kruising Kloosterdreef en Zandheuvel aan de rand van de Oosterhout het Landgoed Vredeoord met villa van de vermogende Oosterhouter Louis Laurent (1793-1869) met een parkachtige tuin met een bosgedeelte. Na 1883 is hier een jongenspensionaat gevestigd en wordt de villa uitgebreid. In 1901 staat het pand leeg en wordt Vredeoord het nieuwe onderkomen voor de zusters Benedictinessen met abdis Thérèse Bernard uit het Franse Wisques. Zij moeten Frankrijk verlaten op last van de overheid, die het bestaan niet tolereert van slotkloosters zonder aantoonbaar maatschappelijk nut.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - KNP70 op hoek Leijsenstraat en Kasteeldreef
De Benedictinessen betrekken Vredeoord, maar al snel is het gebouw te klein en tussen 1906 en 1911 breiden de Benedictinessen het landhuis aan de Zandheuvel uit met nieuwe vleugels en een kloosterkerk in Neo-Gotische stijl van de Franse architect Vilain, een kruisgang rond een gesloten binnenhof, kapittelzaal, abdisverblijf, bibliotheek en wooncellen van de zusters en ateliers. Vanaf 1970 tot 1987 wordt er weer gebouwd en vernieuwd, onder leiding van architect Ruys. In de kloosterkerk vindt een ingrijpende vereenvoudiging plaats, die al in 1961 is ingezet onder leiding van architect Marinus Jan Granpré Molière (1883-1972). De Neo-Gotische koorbanken maken plaats voor een strak vormgegeven koorgestoelte en de sfeer van beslotenheid maakt plaats voor ruimte en licht. Vanaf 1972 vindt er nieuwbouw plaats. Het oude Vredeoord is bouwvallig en te klein geworden. De nieuwbouw van deze laatste fase ademt een heel eigen sfeer, waarbij de architect zich laat inspireren door het gedachtegoed van de Bossche School van de architect en Benedictijn Dom Hans van der Laan, die in de nabij gelegen Sint Paulusabdij heeft gewoond.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - Abdijkerk zusters Benedictinessen
Vanaf KNP70 vervolgen onze wandeling over de Kloosterdreef, die al op een kaart uit 1650 een laanbeplanting met drie bomenrijen heeft. Ook op de topografische kaart van rond 1840 is deze laanbeplanting herkenbaar. Zo komen we aan De Blauwe Camer’, het klooster van de zusters Norbertinessen: Sint Catharinadal. Rond 1400 wordt hier binnen het agrarische gebied van de Leijsenakkers door Claes de Voocht Peters Schaertszoon een ‘huysinghe en hovinghe’ gebouwd, beter bekend als het slotje De Blauwe Camer’. Al in 1412 verkoopt hij dit slotje aan de kleinzoon van de Heer van Oosterhout Willem van Duvenvoorde (1290-1353). Rond 1420 komt het slotje in bezit van de Orde van de Johannieters en in 1645 zijn het de zusters Norbertinessen, die met toestemming van Prins Frederik Hendrik van Oranje (1584-1647) en zijn gemalin Amalia van Solms vanuit het Bredase St. Catharinadal De Blauwe Camer betrekken. Deze bescherming van het Huis van Oranje in die moeilijke tijd heeft tot op de dag van vandaag bijgedragen tot een hechte band met het koningshuis.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oosterhout - 'De Blauwe Camer' Klooster zusters Norbertinessen
Langs de markeringspaal van Baroniepoort komen we aan het 18de eeuwse poortgebouw van Sint Catharinadal met zicht op het voormalige kasteeltje De Blauwe Camer met de hoge geveltoren en trapgevels en aangrenzende panden. Door het poortgebouw komen we aan het in 1647 uitgebouwde klooster met binnenhof omgeven door een grachtenstelsel in kleinschalige agrarisch coulisselandschap met akkers. Op het terrein staan verschillende gebouwen en opstallen, zoals een wasserij uit 1711, een voormalig schoollokaaltje annex bergruimte uit 1826 en een werkplaats, oorspronkelijk boerderij van rond 1900. Ook een kippenschuur en een glazen serre behoren tot de voormalige agrarische opstallen. Het klooster krijgt in de 20ste eeuw diverse uitbreidingen, zoals een ketelhuis in 1954 en een nieuw, lager kerkgebouw in 1965 ter vervanging van de bouwvallige Neo-Gotische kerk. In 1978 wordt voor het belangrijke archief van het klooster een nieuw onderkomen gebouwd en in 1989 is een uitbreiding noodzakelijk voor de oude bibliotheek. Deze uitbreidingen zijn uitgevoerd in een aangepaste, bij de oorspronkelijke bouw passende stijl. Daarnaast liggen er binnen het geheel ommuurde terrein nog diverse tuinen met vijvers, een bloementuin, een kerkhof, een kapelletje en een deel van het akkerbouwgebied van het klooster. Aangrenzend maar buiten de ommuring ligt het gebied, waar de Norbertinessen met hun wijngaard, wijnhuis en kloosterwinkel commerciële activiteiten hebben opgestart om voor de toekomst een gezonde financiële basis te behouden. We nemen de tijd om rond te kijken op Sint Catharinadal. Na dit bezoekje wandelen we de Kloosterdreef uit en komen aan de Hoogstraat bij het vertrekpunt van deze rondwandeling langs Oosterhouts religieus erfgoed met prominente plekken uit het ‘Rijke Roomsche Leven’.

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN:

- TopoKaart 1:25.000, 44D Oosterhout
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 20-12-2024 door C.P.J. Aerssens