DER EIFELSTEIG - DAG 17
Traject: Mühlenflürchen - Kordel - Butzerbachtal - Burg Ramstein 13 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mühlenflürchen - Daumlingermühle aan de Kyll

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek








Mühlenflürchen, parkeerplaats aan de L43
Ongeveer 13 km
Deze korte dagwandeling steekt vanaf Mühlenflürchen aan de L43 direct de spoorlijn van Trier naar Gerolstein over en dan bij de Deimlingermühle het riviertje de Kyll, die we stroomafwaarts volgen. Langs spoorlijn en Kyll wandelen we zuidwaarts om naar rechts de helling van de Froschley te beklimmen en hier met een ruime boog bovenlangs Kordel door het bos, deels over de HWW 4, de Josef Schramm Weg, langs zandsteenrotsen naar Kordel af te dalen. We verlaten Kordel aan de zuidzijde om over de hellingen van bosgebied Friedbüsch naar het Butzerbachtal te komen. Door dit wildromantische beekdal leidt ons de route langs een voormalige Romeinse kopermijn om dan even verderop ons eindpunt te bereiken: Burg Ramstein.

ROUTEBESCHRIJVING

In het buurtschap Mühlenflürchen starten we op de kleine parkeerplaats met bushalte aan de L43 net buiten het plaatsje Daufenbach, waar we meteen de regionale spoorlijn van Trier naar Gerolstein oversteken. Deze spoorlijn door de Eifel is in 1870-1871 aangelegd tussen Kall en Trier en is dan de belangrijkste verbinding tussen de Eifel en het Rheinland. Al in 1862 is het traject uitgezet en vanaf 1864 is men met de bouw begonnen. Het moeilijke terrein stelt speciale eisen aan de werkzaamheden in het smalle, kronkelende dal van de Kyll. Het traject verloopt immers langs de Kyll, die zich diep in het rode zandsteen heeft ingesneden. Dit stelt hoge technische eisen aan de bouw van tunnels en bruggen. Na de voltooiing van de spoorlijn in 1871 wordt deze allereerst gebruikt voor militaire doeleinden in de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871 en heeft lange tijd bijzondere economische betekenis voor de ontsluiting van de Eifel en de Kyll vallei als wingebied voor de steenindustrie. Vooral het traject van Daufenbach naar Kordel laat ons verderop zien hoe de spoorlijn door het smalle en enge rivierdal van de Kyll zal verlopen.

Over de spoorlijn met de bocht mee bereiken we de brug over de Kyll. We hebben zicht op de Deimlingermühle. Al in de Middeleeuwen behoort deze watermolen aan het Kloster Sankt Irminen in Trier en komt na 1794 door de Secularisatie en de onteigening van bezit van de Kerk toe aan de Franse Staat en later wordt dit staatsbezit op 9 februari 1798 bij opbod verkocht aan een opkoper uit Luxemburg voor zijn opdrachtgever Pierre Brosius uit het nabijgelegen Rodt voor een prijs van 80000 Franken. De nederzetting staat op een oude kaart van de Herrschaft Bruch vermeld als Deumlingen en Georg Barsch spreekt in 1854 van de Daumlingermühle. De watermolen wordt omgebouwd tot houtzagerij, die in de jaren 70 van de vorige eeuw ophoudt te bestaan. Over de brug gaat de route naar links en verloopt direct op de oever van de Kyll, met 142 km de langste stroom in het Eifelgebied. De rivier ontspringt aan de Duits-Belgische grens in Losheimergraben in het Zitterwald uit drie beken. De bron van één van deze beekjes bevindt zich in het Belgische deel van het dorp in de kelder van het Hotel Schröder. Van hieruit stroomt de rivier van west naar oost, en vormt na enkele kilometers het Obere Kylltal, de natuurlijke grens tussen het Zitterwald en het zuidelijk gelegen gebied van de Sneeuweifel. Ten westen van Kronenburg stroomt de Kyll in een stuwmeer. Vanaf Stadtkyll loopt de rivier in zuidelijke richting en bij Gerolstein stroomt de rivier door een uitloper van de Vulkaan Eifel. De rivier mondt nabij Trier uit in de Moezel.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kylltal - Spoorbrug over de Kyll
De route van de Eifelsteig blijft voortdurend in de buurt van de spoorlijn en het riviertje de Kyll tot de markering ons naar rechts de helling van de Froschley opstuurt. Hier verloopt onze wandeling parallel met een andere Lange Afstand Wandelweg, de Hauptwanderweg 4, de Josef Schramm Weg, vernoemd naar Dr. Josef Schramm (1901 - 1991), voorzitter van de Eifelverein in de periode 1938-1948 en 1954-1963. We slingeren verder door bos zonder veel hoogte te verliezen en de Josef Schramm Weg volgend draaien we met een ruime bocht met de klok mee verder af van Kordel. Plotseling is de markering van de Eifelsteig verdwenen! De GPS biedt uitkomst en nu opletten om een paadje naar links niet te missen. We verliezen snel hoogt en krijgen onder ons zicht op de haarspeldbocht van de verharde weg K19 bij de Welschbilligerstrasse. Hier in de bocht nemen we het bospad oostwaarts in de richting van Kordel tot we de routemarkering van de Eifelsteig weer kunnen oppikken. Voorbij aan het uitzichtpunt Kaulay en daar scherp rechts, weg van Kordel over een rollend pad door dennenbos. Naar links over een ander pad langs enkele schitterende rode zandsteenformaties waarin holen zitten. Ze zijn ontstaan als sedimentgesteente ongeveer 230 tot 220 miljoen jaren geleden als de Eifel aan de rand van een grote zee gelegen heeft. Door erosie en het uitslijten van de Kyll zijn deze spectaculaire rotsformaties ontstaan. Verderop langs dat smalle pad nog meer formaties om dan uiteindelijk toch af te dalen naar Kordel.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kordel - Uitzicht vanaf rotsformatie Kaulay
Als we de eerst huizen van Kordel bereiken komen we achter Bäckerei Dietz op ons pad vanaf de Kaulay langs een beeld met inschrift Maria Himmelfahrt. Het is een replica uit 1987 en het door weersinvloeden geteisterd origineel bevindt zich in het Gemeentehuis van Kordel. Hier na de trapjes even naar links door de Obere Strassen en dan rechts af door de Hauptstrasse naar het centrum van Kordel, dat zich “Tor zur Eifel” noemt. Het dorp heeft 2300 inwoners en is gesitueerd op de westoever van het brede dal van de Kyll, waar ook de Kimmlinger Bach en de Welschbilliger Bach in de Kyll stromen, omgeven door een groot bosgebied. Het wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1023 als Cortellum, en als aartsbisschoppelijk landgoed, gelegen nabij de Burcht Ramstein, in 1138. De geschiedenis van dit gebied gaat echter veel verder terug. Talrijke archeologische vondsten in de buurt van de Genovevagrot, waaronder steekbijlen, duiden al op bewoning in de Late Steentijd. Maar ook resten uit de tijd van de Kelten. Belangrijk wordt Kordel ten tijden van de Romeinen, die hier het zandsteen halen voor de bouw van de beroemde Porta Nigra, maar er ook kopererts delven. Er zijn resten van een glasfabriek, Romeinse muren en villa’s. Ook in de Middeleeuwen neemt Kordel een belangrijke positie in, getuige de Burcht Ramstein (1325). We wandelen het centrum uit door de Bahnhofstrasse in de richting van het stationnetje, gebouwd in 1871 in de typische bouwstijl van de toen aangelegde Eifelbahn.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kordel - Uitzicht vanaf Friedbüsch op ruïne Burg Ramstein
Voor het station gaat de route naar rechts en door de Kimmlingerstrasse, Butzweilerstrasse en de steile Amselstrasse komen we aan Am Butzerberg waar we over een graspad het bos in wandelen. Na goed 150 meter gaat de route eerst naar rechts om dan verderop links over een bospad langs zandsteenformaties, dat met de klok mee langs het bosgebied Friedbüsch verloopt. De naam van het gebied stamt af van het Oude-Duitse woord "fraid", dat “beuk”betekent, en een beukenbos is. Hier passeren we het gebied Heidenberg, waar resten van oude Middeleeuwse glasblazerijen zijn ontdekt, die wellicht nog teruggaan tot de tijd dat de Romeinen hier gevestigd zijn geweest. Het in de Romeinse steengroeven gevonden malachiet en azuriet is sinds het midden van de 11e eeuw gebruikt voor het inkleuren van het glas, dat veelvuldig is toegepast in kloosters en abdijen van de Benedictijnen in Lotharingen, de kathedralen van Metz, Toul en Verdun en het Schloss Gymnich, maar ook ter versiering van kostbare relikwieën, boekomslagen, kruisen en sacrale voorwerpen. Als alle hout van de bossen is gerooid, verdwijnt het ambacht. Tussen de beukenbomen door en langs zandsteenrotsen komen we aan de L43, de doorgaande weg van Kordel naar Butzweiler, die we oversteken. Met een ruime bocht naar links dalen we af in lange zigzags waarbij we op enkele plekken zicht hebben op de Burg Ramstein. Tot slot verder steil afdalen over een stukje dat niet echt op een pad lijkt met ongelijke traptreden. We komen uit op een parkeerplaats met infoborden, de toegang tot het mooie Butzerbachtal aan de K28.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Naturschutzgebiet Butzerbachtal
De routemarkering van de Eifelsteig gaat hier voor de brug naar rechts door het Butzerbachtal en verloopt parallel met het Römerpfad, een lokaal pad dat is gecertificeerd als Premiumweg, die te boek staat als archeologische wandeling en wordt aangeduid met de parmantig stappende Romeinse soldaat Marcus als mascotte. De Butzerbach stroomt hier over een lengte van 3,3 km vanaf de bron naar de monding in de Kyll door een eng dal en heeft een verval van 170 meter tussen hoog oprijzende zandsteenformaties. Al in 1911 heeft de Eifelverein dit pad langs de beek aangelegd en na de tweede Wereldoorlog is op initiatief van Johann Pauli dit pad behouden met restauraties in 1977 en 1982. Het is een echt avonturenparcours, waarbij je over een afstand van een paar kilometer meermaals het riviertje oversteekt via stapstenen en bruggetjes. Op veel plaatsen zijn mooie watervalletjes, in totaal zo’n acht met soms een verval van wel 4 meter. Ook de rotsformaties in het dal zijn fascinerend en de beekbedding is een ideaal biotoop voor waterplanten en insecten. Na de dubbele hangbrug met een lengte van wel 30 meter verlaten we via steile trappen het wildromantische Butzerbachtal.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Pützlöcher - Voormalige Romeinse kopermijn
Boven aangekomen, bereiken we een bredere weg, eerst naar rechts de route volgen en dan even verderop naar links de aanduiding Pützlöcher, nog 600 meter naar de voormalige Romeinse kopermijn en. Bij een open plaats in het bos komen we bij Pützlöcher. Deze oude kopermijn dateert uit de Romeinse tijd uit het midden van de 2e eeuw, waar je onder begeleiding van een gids in de zomermaanden in de tunnels kunt afdalen. Van oktober tot mei is de mijn gesloten vanwege de vleermuizen, die er huizen. Hier vinden we nog sporen van het delven van het erts malachiet en azuriet vanaf de tijd van de Romeinen tot in de 19e eeuw. De schachten zijn 9 tot 18 meter diep, die rond 1781 en later door nieuwe gangen met elkaar verbonden zijn met een lengte van 114 meter. Al ten tijden van de Romeinen levert de winning van kopererts weinig rendement en wordt de locatie een steengroeve. De stenen worden gebruikt voor de Porta Nigra in Trier. Een oorspronkelijk Romeins opschrift boven de ingang van de mijnschacht is aan het begin van de dertiger jaren van de vorige eeuw verdwenen. Vanaf Pützlöcher is het nog een klein stukje naar het eindpunt: Burg Ramstein. We passeren een bron met een informatiebord waarop te lezen is dat Keurvorst en Aartsbisschop Richard von Greiffenklau zu Vollrads (1467-1531), die van 1511 tot 1531 op de Burg Ramstein gewoond heeft, van hier het water door buizen naar de burcht heeft laten leiden. Het familiewapen uit het jaar 1527 rechts van de ingang naar het hotel bij de burcht herinnert hier nu nog aan. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw wordt hotel op het waterleidingnetwerk aangesloten. Het pad naar links geeft aan dat we nog slechts 300 meter te gaan hebben naar het Hotel-Restaurant Burg Ramstein aan de voet van de burchtruïne Burg Ramstein.

DAG 18
Traject: Burg Ramstein - Klausenhöhle - Genovevahöhle - Biewer - Trier 13 Km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- Wanderkarte Eifelverein 1:25 000, NR.29 Trier - Trierer Land
- Wanderkarte Eifelsteig 1:25 000, NR.516 Publicpress

GIDSEN:

- Eifelsteig Wanderführer, Christiane Rüffer-Lukowicz, Jochen Rüffer, ISBN 978-3-761622-094
- EifelSteig Schöneres Wandern Pocket, Ulrike Pollert, Wolfgang Todt, ISBN 978-3-934342-286





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 20-10-2013 door C.P.J. Aerssens