GR36 - Gorges de l'Aveyron 2
Traject Najac - Laguépie - Varen

© L.A.W.V.VIA-VIA
Najac - Zicht vanuit Rue le Bariou op kasteelruïne

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek





Najac
Ongeveer 23 km.
Deze dagwandeling start vanuit het bastidestadje Najac en verloopt over de GR36 door de Gorges de l’Aveyron langs de rivier met zijn bosrijke, steile hellingen tot aan Laquépie. Op dit traject komen we langs de restanten van oude verlaten mijnen, waar reeds in de Gallo-Romeinse periode koper en zilvererts gewonnen werd. In Laguépie verlaten we de GR36 om westwaarts op de noordoever van de Aveyron door de binnenlanden door te steken naar Varen met zijn Romaanse Église St. Pierre.

ROUTEBESCHRIJVING

We starten in Najac op de Place du Faubourg of in het occitaans Place de Barry aan de oostkant van het langgerekte bastidestadje. Place du Faubourg is een ruim plein met een fontein. Dit is het échte centrum van Najac, met de Mairie en het marktplein. Er staan schitterende huizen en zelfs twee kleine hotelletjes. We zien er huizen met galerijen die gestut worden door zandstenen pilaren en eeuwenoude balken. Net als in veel kleine plaatsen is het hier, op zondag, boerenmarkt. Het pleintje ligt veel hoger, boven op de oostelijke punt van de rotskam. Het stadje bestaat eigenlijk uit niet meer dan twee parallelle straten. Daartussen zijn een aantal nauwe dwarsstraten en dwarssteegjes gevlochten uit de 13e eeuw die het oostelijk deel verbinden met het Château en Église in het westen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Najac - Rue du Bourget met zicht op het Château
Om het westelijk deel van het stadje te bereiken, verlaten we het Place du Faubourg en lopen door de steil afdalende Rue le Bariou naar het midden in het stadje, een klein centrum met een paar restaurantjes en souvenirwinkels. Het is prettig kuieren in de smalle straatjes. Vervolgens krijgen we weer een klim door de Rue du Château en de Rue de l’Église naar de westpunt van Najac. Rechts hiervan komen we langs het versterkte Château, deels ruïne uit de 12e en de 13e eeuw.

De enorme ruïne van het Château is alles wat over is van wat vroeger een belangrijke vesting moet zijn geweest. De eenvoudige vierkante toren van het kasteel stamt uit de 12e eeuw en is gebouwd door Bertrand de St. Gilles, zoon van Raimond IV, Comte de Toulouse. Tijdens de kruistocht tegen de Karharen neemt Simon van Montfort er bezit van. Het wordt een vesting in 1253 onder Alphonse van Poitiers op bevel van Koning Lodewijk de Heilige. Door de strategische positie grendelt de vesting het dal van de Aveyron af en krijgt hierdoor een veelbewogen geschiedenis. De ligging aan de grenzen van Rouergue en Aquitaine wordt inzet van de koningen van Frankrijk en Engeland tijdens de 100-jarige oorlog, de Comtes de Toulouse, protestanten en opstandelingen. De toren is nog in goede staat en lijkt nog niet zo lang geleden gerestaureerd. De rest van de gebouwen ligt in puin. De ruïne is te bezichtigen en de toren kan beklommen worden. Via een wenteltrap kom je op het hoogste niveau waar zich een werkelijk schitterend uitzicht over de Gorges de l’Aveyron en de wijde omgeving ontvouwt. Najac ligt aan onze voeten en laat de langgerekte structuur van het bastidestadje duidelijk herkennen met zijn oude huizen en leien daken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Najac - 13e eeuwse Pont St. Blaise
Het is nog even doorlopen door de Rue de l’Église om bij de parochiekerk Église St. Jean te komen. Tijdens de Katharenstrijd rond 1200 worden de inwoners van Najac door de inquisitie gedwongen op eigen kosten de Église St. Jean te bouwen. Het is een van de eerste gotische kerken (13e eeuw) van de Rouergue. De bouw is streng en robuust, binnen en buiten uiterst sober. Het is een mooi voorbeeld van de zuidelijke Gotiek met haar spitsbogen. Hier zijn we op de westpunt van het langgerekte bastidestadje Najac. De rood-witte markering van de GR36 voert ons hier omlaag naar de D39, die we bij het wegkruis oversteken en ons bij het alleenstaande huis over de oude Gallo-Romeinse weg naar de Aveyron voert. Bij de Pont St. Blaise brengt de oude 13e eeuwse Romaanse brug met zijn typische uitwijkplekken ons naar de andere zijde van de Aveyron. Hier slaan we links af en volgen de waterloop van de Aveyron tot aan Cantagrel.

Bij het eerste huis van Cantagrel gaan we rechtsaf. Er volgt een klim door het bos, die linksom met onder ons de Aveyron het gehucht Le Bastit bereikt. Van hier hebben we naar het noorden een prachtig zicht op het aan de andere zijde van de Vallée de l’Aveyron gelegen bastidestadje Najac, duidelijk gedomineerd door de ruïne van het Château. De route loopt naar het zuidwesten, waar na 500 meter links in het bos een oude mijn ligt, en na goed 700 meter gaat het scherp naar links in zuidoostelijke richting. De weg daalt naar La Gasquie, waar we naar rechts doorlopen tot aan een beekje. Hier steken we over en vervolgen onze route op de rechter oever tot aan de splitsing naar het Vakantiecentrum Eurovillage in het gehucht Mergieux, gelegen op een plateau tussen de Aveyron en de Ruisseau de Loubezac. Vanaf deze camping volgen we het bospad dat met een ruime bocht naar rechts afdaalt naar de Aveyron. Hier gaat het pad onder de spoorbrug door steekt de Ruisseau de Loubezac over. De route voert ons direct tussen de steile rotsen en de rivier door waar het struikgewas overgaat in een populieren aanplant. Bij het bruggetje over de Ruisseau Puech Meja verlaten we het Département Aveyron en komen in het Département Tarn-et-Garonne.

Gorges de l'Aveyron
De GR36 gaat voorbij aan La Bourrèse en de oude watermolen van St. Cambraire, terwijl op de andere oever ook nog steeds de spoorbaar de waterloop van de Aveyron volgt. De route heeft hier een echte naam: Chemin de Saint Cambraire. Als we de Ruisseau de Grelle zijn overgestoken, is het nog een kleine kilometer tot de spoorbrug, waar de treinverbinding naar Laguépie op de linker oever komt. Opnieuw onder het spoor door en over de verharde Chemin de Saint Cambraire langs de camping en het watersportcentrum van Laguépie tot aan de brug over de Aveyron. Hier zien we duidelijk dat het stadje uit twee delen bestaat: het op de noordelijke oever gelegen Laguépie en over de brug aan de zuidkant St. Martin-Laguépie, waarlangs het riviertje de Viaur stroomt, die even verderop samenvloeit met de Aveyron.

Laguépie wordt het eerst vermeld in 1175 door Raymond Bertrand. In 1211 en 1216 bezet Simon de Monfort in zijn strijd tegen de Katharen de plaats en verwoest het kasteel. De dood van Raymond VII, Comte de Toulouse in 1245 doet Laguépie overgaan in Franse handen. Maar tijdens de 100-jarige oorlog overheersen de Engelsen in de periode van 1362 tot 1388. Het zijn de protestanten die in 1560 Laguépie in bezit nemen, zij bouwen hun eigen kerk en verwoesten de Église St. Amans. De katholieken nemen het gezag van de protestantse koning Henry IV tijdelijk weer over in 1591. Het kasteel wordt verwoest. Baron Claude Fraissinet de Valady was de laatste heerser van Laguépie tot de Franse revolutie. Het kasteel wordt geplunderd en de bossen van Baron Claude Fraissinet de Valady verwoest. Laguépie gaat ten onder en verliest aan belangrijkheid. Toch komt het opnieuw in de belangstelling als in de periode 1854 -1858 de spoorlijn door de Gorges de l’Aveyron wordt aangelegd. Toch is het station slechts een eenvoudige halte en het enige station in de Tarn en Garonne met Lexos die andere treinen ziet dan de lijn Parijs – Toulouse, Bordeaux of Marseille. Hier stoppen de treinen voor Aurillac en Clermont-Ferrand.

Laguépie - Aveyron
Nu zijn we op het punt aangekomen, waar we de GR36 verlaten, die naar het zuiden richting Cordes-sur-Ciel doorloopt. Hier kiezen we onze eigen route naar Varen. Bij de brug over de Aveyron gaan we nu even naar rechts en blijven op de noordelijke oever. Met de bocht mee naar links over de D958 tot aan de afsplitsing schuin naar rechts, de D106b. Al meteen slaan we linksaf de weg in naar Les Cauzelles, waar we de rute naar het dorpje Laz aanhouden via Moulis. Op de T-splitsing bij Plaine de Ginestous passeren we een wegkruis en als we aan onze rechterhand het kerkhof voorbij zijn bereiken we de eerste huizen van Laz. Langs de kerk lopen we noordwaarts en komen bij het wegkruis op de D106b met de markering van een GR de Pays. Dit betekent naar links tot aan de D47. Hier slaan we linksaf tot Le Bouscal. De D47 gaat hier over in de D106 die ons naar St. Vincent brengt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Onderweg naar Varen
Voor we in het gehucht St. Vicent zijn, komen we langs Château Belpech. Opvallend zijn hier een tweetal duiventillen, kenmerkende bouwsel voor deze streek. Tot aan de 18e eeuw was het aan de adel voorbehouden een duiventil te hebben. Toch bleef het hebben van een duiventil een symbool van aanzien. De duiventil heeft hier een speciale bouw. Op bogen of kolommen is een vierkanten of veelhoekige toren gebouwd met een of twee verdiepingen, waarin de vlieggaten voor de duiven zijn aangebracht. Soms vormen grote platte ronde stenen de overgang van de kolommen naar de toren om te voorkomen dat ratten toegang tot de duiventil krijgen. Eenmaal in St. Vincent maakt de weg bij de boerderij en het kapelletje een scherpe bocht naar links en staan we op de drukke D958, de doorgaande weg van Laguépie naar Varen. Er zijn nog twee kilometer te gaan en de weg loopt evenwijdig aan de Aveyron.

Zo bereiken we ons einddoel:Varen. Het dorp met ongeveer 770 inwoners ligt direct aan de oever van de Aveyron en beschikt over rijk historisch erfgoed: een Romaanse kerk uit de 11e eeuw, een priorij en een versterkte stadspoort. Een eerste vermelding vinden we in 971 toen Comte Géraud van Aurillac (855-918) hier komt voor een ontmoeting met Comte Raymond van Toulouse aan de oevers van de Aveyron. Het dorp is gebouwd op de plek waar door een benedictijner monnik in de 11e eeuw een priorij is gesticht en het lichaam van de St. Serge is overgebracht. De Église St. Pierre, die aan het eind van die eeuw werd gebouwd, heeft aan de buitenzijde elementen van een verdedigingsmuur met steunbogen. Binnen in de kerk vinden we zuilen, die opmerkelijk zijn door de afmetingen, zuiverheid van stijl, de overvloed en de kwaliteit van de 38 kapitelen. Ze geven de ontwikkeling weer van het beeldhouwwerk tijdens die 11e eeuw.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Varen - Vroeg-Romaans kapiteel Église St. Pierre
Tijdens de 100-jarige oorlog worden de tijden slechter. Beetje bij beetje worden de monniken van Varen de enige heren van de plaats en in de 15e eeuw vervangt een versterkt kasteel een deel van het klooster. De abdij word in 1561 opgeheven. Een college van kanunniken, dat door een oudste wordt geleid, vervangt de monniken. De protestanten: plunderen in 1573 de kerk, vernielen de relieken van Ste. Brigitte. Koninklijke troepen namen later bezit van Varen, de oude stadspoort in de Rue Delfouré wordt in 1621 versterkt met een toren met borstwering. Maar de legering van de koninklijke troepen legt de bevolking ondraaglijke lasten op. In 1758 volgt instorting en sloop van Église St. Serge, in de noordelijke muur van de Église St. Pierre komt een kleine deur. Dan worden in 1793 de goederen van het kapitel als nationale goederen verkocht, de Église St. Pierre in gebruik genomen als kruisopslag. Uiteindelijk komt in 1846 de kerk op de monumentenlijst.

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens


OVERNACHTINGSMOGELIJKHEDEN

Chambre d'Hôtes
Mme Bordenave
La Roseraie
81170 St. Martin Laguépie
Telefoon: +33 563560946

Chambre d'Hôtes>
Mme Crook
Hameau de Succaillac
82330 Varen
Telefoon: +33 563026403
Chambre d'Hôtes
Mr Fletton
Les Grauzels
81170 St. Martin Laguépie
Telefoon: +33 563561250

Les Gîtes de la Forteresse
Rue de l'église
12270 Najac
Telefoon: +33 565297101


KAARTEN

- TopoKaart IGN 1:25 000, 2240O Varen - Laguépie
- TopoKaart IGN 1:25 000, 2240E Najac


GIDSJES

- GR36 - GR46, referentie 323, Tour des Gorges de l'Aveyron, uitg. FFRP, ca € 13,95.




Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 22-06-2005 door C.P.J. Aerssens