OP PAD IN HET AMERONGSCHE BOSCH
Omgeving Amerongen - Elst 21 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Amerongen - Kasteel Amerongen

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Parkeerplaats aan Drostestraat in Amerongen
Ongeveer 21 km.
Deze rondwandeling start vanaf Kasteel Amerongen en voert langs de Bovenpolder, een kwelmoeras in de uiterwaarden van de Neder-Rijn naar de buitenwijk van Elst. Hier steken we de N225 over om aan de zuidzijde van het Amerongsche Bosch over de Elsterberg het Landgoed Prattenburg te betreden. Dan gaat de route naar het Egelmeer en via heidevlaktes en statige beukenlanen naar de Amerongsche Berg, met 70 meter het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug. Daarna dalen we af naar de zuil ter herinnering aan de nederlaag van Napoleon in Waterloo (1815) om terug te keren naar het vertrekpunt in Amerongen.

ROUTEBESCHRIJVING

Voor deze rondwandeling vertrekken we vanaf de parkeerplaats aan de Drostestraat in het dorpje Amerongen, gelegen aan de rand van het Amerongsche Bosch en deel uitmakend van het Nationaal Park De Utrechtse Heuvelrug. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog vindt hier op 23 juni 1585 de Slag bij Amerongen plaats, waarin de Staatse troepen onder aanvoering van Adolf van Nieuwenaar, Graaf van Meurs en Stadhouder van Utrecht, Maarten Schenk van Nydeggen en Joost de Soete, Heer van Villers door de Spaanse troepen onder bevel van Gouverneur Johan Baptiste van Taxis van Zutphen vernietigend verslagen worden na verraad door de twee zonen van Graaf Willem IV van den Bergh, Stadhouder van Gelre en Zutphen. Maar Amerongen is vooral bekend dankzij Kasteel Amerongen dat net ten zuiden aan de rand van het dorp ligt. Het zijn in 1286 de gebroeders Henric en Diederic Borre, die toestemming vragen aan Graaf Floris V om bij het dorp Amerongen een versterkt huis te bouwen en zijn zo de grondleggers van het nu ruim 700 jaar oude kasteel.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kasteel Amerongen - Duitse Keizer Wilhelm II in november 1918
Door de ligging van het kasteel aan het water in de uiterwaarden van de Neder-Rijn en de Utrechtse Heuvelrug is dit de ideale plek om de scheepvaart en het verkeer te controleren. Dit is een doorn in het oog van de Hertog van Gelre en hij valt in 1427 het kasteel aan en verwoeste het. Het kasteel wordt na deze verwoesting groter en sterker herbouwd en ook daarna wordt het kasteel nog meerdere keren aangevallen. Nadat de familie Borre van Amerongen is uitgestorven, komt het kasteel in handen van verschillende andere adellijke families. In het rampjaar 1672 wordt het kasteel door de Fransen leeggeplunderd, in brand gestoken en het omliggende park en de boomgaarden vernield. Direct hierna besluiten de toenmalige eigenaren Godard Adriaan van Reede (1621-1691), één van de belangrijkste diplomaten van de Staten-Generaal in de tweede helft van de 17e eeuw en zijn echtgenote Margaretha Turnor, Vrouwe van Amerongen (1613-1700) tot de bouw van een imposant en statig huis in de stijl van het Hollands classicisme. Godard John Charles George, Graaf van Aldenburg Bentinck (1857-1940) en zijn vrouw Augustine Wilhelmine Louise Adrienne, Gravin van Bylandt (1861-1916) krijgen het huis in 1879 in handen en laten het kasteel, dat lange tijd in de 19de eeuw heeft leeggestaan, renoveren. Hiervoor riep hij de hulp in van de gerenommeerde Neo-Gotische Architect Pierre J.H. Cuypers (1827-1921), die onder andere het plafond van de bovengalerij laat beschilderen, de eetzaal decoreren en de gobelinkamer herinrichten. Na deze renovatie heeft Bentinck het huis inwendig verfraaid en de vele kunstschatten, die hier sinds de 17de eeuw naartoe zijn gebracht, weer tot hun recht laten komen.

Opmerkelijk is de komst van Duitse Keizer Wilhelm II aan het einde van WOII naar Kasteel Amerongen. In de middag van 10 november 1918 wordt Godard John Charles George, Graaf van Aldenburg Bentinck gebeld door de Commissaris van de Koningin met het verzoek of hij de Duitse Keizer Wilhelm II en zijn gevolg enkele dagen onderdak wil bieden. Na overleg met zijn familie stemt hij in met de vraag van de Nederlandse regering en wordt op het kasteel alles in gereedheid gebracht voor de komst van keizer Wilhelm II. Deze tekent hier op 28 november 1918 zijn abdicatie, waarmee er een einde komt aan het 40-jarige Duitse Keizerrijk en een einde aan WOII. In mei 1920 verhuist hij dan naar het nabijgelegen Huis Doorn. Als Godard John Charles George, Graaf van Aldenburg Bentinck in 1940 sterft, laat het kasteel en de tuinen na aan zijn kinderen. Zijn erfgenamen bezitten Kasteel Amerongen nog tot 1976 als onverdeelde boedel en verkopen in 1977 Kasteel Amerongen, het interieur en de tuinen aan de Stichting Utrechtse Kastelen die het landgoed in 1982 overdraagt aan de stichting Kasteel Amerongen. Er wordt begonnen met een grootschalig restauratie en exploitatie project. In 2011 is het gehele restauratie traject voltooid en is ook het Kasteel gereed. Stichting Kasteel Amerongen begint de culturele exploitatie verder vorm te geven. Zo wordt het Kasteel ingericht als kleinschalig museum en krijgen de bijgebouwen een nieuwe functie als evenementenlocatie voor besloten bijeenkomsten.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Amerongen - Uithangbord Herberg Den Rooden Leeuw
Vanaf de ingang tot Kasteel Amerongen volgen we langs de bakstenen muur de Drostestraat westwaarts tot aan de kruising bij Herberg Den Rooden Leeuw, gevestigd in een karakteristiek rijksmonument en met een schitterend uitzicht over het weidse rivierenlandschap van de Neder-Rijn. Ruim twee eeuwen geleden is Den Rooden Leeuw gebouwd als herberg en stalhouderij, gelegen op een kruispunt van handelsroutes van Hamburg en Parijs naar Amsterdam. Reizigers overnachten in de herberg en verversen er hun paarden op doorreis in de stalhouderij. Eind 1800 wordt de herberg een boerenbedrijf, maar altijd in combinatie met een kroeg. In 1985 wordt het een restaurant. De route gaat naar links en zo krijgen we even verderop voor het eerst zicht op Kasteel Amerongen, omgeven door een brede gracht. Tegen de klok in wandelen we rond deze waterburcht en krijgen zo zicht op alle zijden van deze historische buitenplaats.

Vanaf de ingang tot Kasteel Amerongen volgen we langs de bakstenen muur de Drostestraat westwaarts tot aan de kruising bij Herberg Den Rooden Leeuw, gevestigd in een karakteristiek rijksmonument en met een schitterend uitzicht over het weidse rivierenlandschap van de Neder-Rijn. Ruim twee eeuwen geleden is Den Rooden Leeuw gebouwd als herberg en stalhouderij, gelegen op een kruispunt van handelsroutes van Hamburg en Parijs naar Amsterdam. Reizigers overnachten in de herberg en verversen er hun paarden op doorreis in de stalhouderij. Eind 1800 wordt de herberg een boerenbedrijf, maar altijd in combinatie met een kroeg. In 1985 wordt het een restaurant. De route gaat naar links en zo krijgen we even verderop voor het eerst zicht op Kasteel Amerongen, omgeven door een brede gracht. Tegen de klok in wandelen we rond deze waterburcht en krijgen zo zicht op alle zijde van deze historische buitenplaats. Aan de oostzijde gaan we bij de rood-witte markering van het Trekvogelpad naar rechts en komen nu in het drassige gebied van de Amerongse Bovenpolder, een 45 hectare groot kwelmoeras met een grote variatie in flora en fauna, dat nog steeds in ontwikkeling is. Dit vindt plaats in samenwerking met de Provincie Utrecht, de Dienst Landelijk Gebied, het Ministerie van LNV, de Gemeente Amerongen, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Rijkswaterstaat. Het moeras wordt gevoed door schoon kwelwater afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug, waarin bijzondere plantensoorten zoals waterviolier, lidsteng en bepaalde zeggesoorten voorkomen, die gedijen op ijzerrijk grondwater. In de komende jaren wordt in de Bovenpolder nog een oude riviergeul uitgegraven en gaan halfwilde paarden en runderen het gebied begrazen. Door deze maatregelen zal ook in de Bovenpolder geschikte biotoop ontstaan voor amfibieën, kleine zoogdieren, insecten en moerasvogels zoals kwak en zwarte ooievaar.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Uitzichttoren Amerongse Bovenpolder                                                     Elst- Korenmolen 't Wissel           
We volgen het voetpad langs de Bovenpolder en komen voorbij een uitzichttoren van waar af je het 45 hectare grote moerasgebied in de uiterwaarden van de Neder-Rijn kunt overzien. Aan het einde van het voetpad aan de oostzijde van dit rivieroeverreservaat Bovenpolder bereiken we de eerste huizen van Elst aan de Molenweg. Hier vinden we ook de stenen korenmolen ’t Wissel uit 1855 van het type grondzeiler. Het is niet bekend of de molen een voorganger heeft gehad. De naam 't Wissel is mogelijk ontleend aan de wisselplaats in de buurtschap bij de molen in de enkelspoorse trambaan van Zeist naar Arnhem. De korenmolen is tot 1930 op windkracht in bedrijf voor de meelproductie en daarna neemt een elektrische maalderij het van de wind over. Ondanks restauraties raakt de molen in verval, maar nadat in 2000 de molen in het bezit van de Stichting De Utrechtse Molens komt, wordt in 2005 door Utrechts Landschap een grondig restauratie uitgevoerd en wordt de windvang van de molen verbeterd door het kappen van een houtwal. In 2009 krijgt het metselwerk door vochtoverlast, de beruchte stenenmolenziekte, nog een herstelbeurt. Op de molenweg gaat onze route naar links om even verderop bij een pannenkoeken restaurant de N225 over te steken. Daarna gaat het door prachtige oude hoge beukenbossen het Amerongsche Bosch in.

Het Amerongsche Bos is één van de oudste bossen op de Utrechtse Heuvelrug, een stuwwal uit de laatste ijstijd. Het schuivend ijs vanuit Scandinavië heeft hier de bodem de hoogte in gestuwd en heeft zo het landschap gevormd dat vandaag de dag bekend staat als de Utrechtse Heuvelrug. In de Middeleeuwen is het landschap intensief ontgonnen, waardoor er op veel plekken heidevelden ontstaan zijn. Het huidige Amerongsche Bosch met sommige van zijn grove dennen dateert vanaf 1770 en delen van het gebied doen met hun enorme woudreuzen, weelderige ondergroei en reusachtige, omgevallen stammen denken aan een oerbos. Het bos dankt zijn leeftijd aan de kasteelheren van het in de Amerongsche Bovenpolder gelegen Kasteel Amerongen. Zij laten het bos aanleggen om er te kunnen jagen op wild. Vanwege de grote variatie in het Amerongsche Bosch en de vele oude, holle bomen vinden allerlei planten en dieren er een plekje. Op de bodem groeit onder andere blauwe bosbes en, op open plekjes, struikheide. In de struiklaag zijn soorten als lijsterbes en vuilboom te vinden. Echte bosplanten zoals salomonszegel, dalkruid en eikvaren groeien vooral onder eiken die meer licht op de bodem toelaten dan beuken. Vanwege de grote hoeveelheid holle bomen is het bos een prima biotoop voor vleermuizen, eekhoorns, spechten en de boommarter. Het Amerongsche Bosch maakt deel uit van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug en Utrechts Landschap heeft het beheer. Dit betekent zo veel mogelijk de natuurlijke processen in deze levensgemeenschap hun gang kunnen gaan: dood hout mag blijven liggen, insecten en ziektes worden niet bestreden en jonge bomen moeten zelf een plaatsje bevechten.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Boswachterij Amerongse Berg
Na oversteek van de N225 wandelen we noordwaarts en kruisen de brede Franselaan tot de volgende kruising van bospaden. Hier wandelen we naar rechts tot op een kruispunt van wegen met de Bosweg, Hooilaan en de laatste huizen van Elst. We volgen naar links het fietspad, het Let de Stigterpad, vernoemd naar Let de Stigter, de eerste voorzitter van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug tot een grote kruising van bospaden. We passeren aan onze rechterzijde een bosperceel waar deels verscholen tussen het gebladerte, grote aarden grafheuvels, monumenten voor doden uit een heel ver verleden, liggen. Ten zuiden van de Elsterberg zijn er nu zo’n negen bekend. Dat is te danken aan de vermaarde amateur archeologe Lot Delfin (1914-2010), die in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw de talloze merkwaardige rondingen in het terrein zijn opgevallen. In de overtuiging dat dit prehistorische grafheuvels moeten zijn, schakelt ze de toenmalige provinciaal archeoloog Pim van Tent in, inschakelde. Uit onderzoek van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland in 1971 geven vondsten en sporen vrij van grafheuvels uit de prehistorie, daterend uit de bronstijd en ijzertijd. Als eerbetoon aan hun ontdekker Lot Delfin zijn de meeste heuvels naar haar vernoemd met een code.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Elsterberg - Oude grenspaal Hooge Heerlyckheid Amerongen, Ginkel en Elst
Op de kruising van bospaden verlaten we het Let de Stigterpad en kiezen we voor het bospad, schuin rechts voor, dat klimmend richting Galgenberg gaat. De Galgenberg dankt zijn naam aan het feit dat er op deze berg ooit een galg heeft gestaan, die Amerongen hier op een hoogte ten oosten van het dorp geplaatst heeft. In 1687 is er op de Galgenberg slechts een doodstraf voltrokken. Hier in het Elsterbos staat nu nog een 3 meter hoge stenen grenspaal met in een wapenschild gehouwen de tekst "Hooge Heerlyckheid Amerongen, Ginkel en Elst en Jagdrecht" met erboven het wapen van Amerongen. Vroeger is het niet duidelijk geweest waar de precieze grens gelegen heeft tussen de Stadsvrijheid van Rhenen, waaronder Elst viel, en de Heerlijkheid Amerongen. Het Elsterbos aan beide zijden van deze grens heeft lange tijd toebehoord aan de Heer van Amerongen. In 1717 verzoekt de Graaf van Athlone, Heer van Amerongen, om een definitieve grensscheiding vast te stellen. Hier gaat de route naar rechts om dan even verderop naar links en dan naar rechts een brede laan te volgen die ons naar een open heidegebied brengt. Bij de bankjes aangekomen steken we naar links over een smal zandpaadje tussen de heide door. Duidelijk is te merken dat we de Elsterberg afdalen. Aangekomen op het brede pad gaat onze route naar rechts en wandelen we rechtuit tot we op een vijfsprong komen. Hier rechtsaf en bij de eerste gelegenheid naar links. Zo komen we op de Westerlaan die we schuin naar links oversteken.

Het infobord geeft aan dat we hier het Landgoed Prattenburg betreden. Prattenburg is een particulier landgoed van 360 hectare met heel veel variatie in bomen, een heidegebied en prachtige lanen toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. De bossen van Prattenburg lopen van de grens van de bebouwde kom van Veenendaal tot aan de jeugdherberg van Elst. Het bosgebied wordt beheerd volgens de principes van geïntegreerde bosbeheer, waarbij gestreefd wordt naar een mix van houtproductie, recreatie en natuurbeheer, niet overal in gelijke mate maar afgestemd op de groeiplaats en de aanwezige boomsoorten. Voor die houtproductie zijn de Douglas, de Amerikaanse eik en de Grove den van belang en het FSCkeurmerk geeft aan dat het Prattenburgsche Bosch op een duurzame wijze beheerd wordt. Tevens heeft de Provincie Utrecht en het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug een beleid ontwikkeld om de aan de noordzijde gelegen Cuneraweg af te sluiten voor auto's. Die Groene Entree heeft tot doel rust te brengen in dit natuurgebied. We gaan bij de eerste gelegenheid naar links om dan even verderop rechtsaf het bospad te volgen, dat al slingerend zijn weg zoekt in oostelijke richting. Op een veelsprong steken we schuin over om dan het bospad te nemen dat met een ruime bocht tegen de klop in door het beukenbos westwaarts op het laatste stuk van de Cuneraweg uit te komen bij een alleraardigst optrekje met zandloper luiken. Hier gaat de route naar links om op de kruising met de Veenseweg naar rechts af te buigen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Van de Elsterberg naar Landgoed Prattenburg
We lopen gewoon door over de Cuneraweg, ook bij het bordje Eigen Weg en bereiken aan het einde van de verharding het laaggelegen heidegebied het Egelmeer. Langs het fietspad vind je hier natte heidevegetaties met bijzondere planten. Struikheide en dopheide vormen de voornaamste begroeiing. In de bodem van het “meer” ligt op ongeveer 30 cm diepte een laag die slecht doordringbaar is voor water, een ‘oerlaag’. Hierdoor blijft er regenwater in de ‘schotel’ staan en de waterstand is veel hoger dan de grondwaterstand in de bodem ernaast, waar het regenwater zo weg kan zakken. Daar kan het grondwater meters lager staan dan de bodem van het meer. De aanwezige grondwatermeter laat deze diepe waterstand onder het Egelmeer zien. Waar de naam Egelmeer precies vandaan komt is niet bekend, we weten wel dat de Romeinen zo’n tweeduizend jaar geleden hier al zijn geweest. Zij noemen het gebied Aegil Marum. Egelmeer kan dus een verbastering van “Aegil”. Een andere verklaring kan zijn dat het genoemd is naar de bloedzuigers die in de Middeleeuwen “egels” genoemd worden.

Voorbij het Egelmeer gaat de route meteen naar rechts langs de noordwestelijke rand van het heidegebied en komen we op de Slaperdijk, die al dateert uit 1652 en is aangelegd door de Utrechtse landmeter Balthasar Lobe in het landschap na de veenontginning van dit gebied. Aangekomen bij de eerste mogelijkheid om naar links het duingebied in te gaan, wandelen we door het rulle zand en gaan zuidwestwaarts door het bosgebied tot de T-splitsing. Hier naar rechts langs het prikkeldraad over het Utrechtse Spoor met zicht op het heidegebied met jeneverbesstruiken. De eerste gelegenheid naar links over het bospad brengt ons tot op de Eindse weg. Met de klok mee wandelen we om de eenvoudige bebouwing heen tot het eerste bospad naar rechts, waar we dan op de 5-sprong schuin links voor afslaan. Opnieuw het tweede bospad naar links brengt ons naar de Hooiweg. Naar rechts hebben we zicht op de helling naar de Amerongse Berg, die met 69 meter hoogte het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug is. Een stevige klim brengt ons naar de Eenzame Eik, die het hart vormt van het cirkelvormige Sterrenbos in de vorm van een wagenwiel met acht spaken. Het is met zijn statige lanen en kaarsrechte paden door de kasteelheren van Amerongen al in 1790 aangelegd in Franse stijl. Rond de solitaire eikenboom kunnen zeker 25 mensen op een bank zitten om er te genieten van de bijzondere plek. Maar het uitzicht is nihil!

© L.A.W.V.VIA-VIA
Heidegebied met jeneverbesstruiken aan de noordzijde Boswachterij Amerongen
Vanaf de Eenzame Eik bovenop de Amerongse Berg kiezen we voor de Doornselaan en dalen af door een haast holle weg in het beukenbos en komen uit bij Uitspanning 't Berghuis. Langs de speeltuin lopend staan we ineens bij een opmerkelijk monument aan de Veenseweg. Het is een herdenkingsnaald opgericht door Jonkvrouw Annebetje van Tuyll van Serooskerken, Gravin Douairière van Athlone, van Kasteel Amerongen. Zij wil zo de beslissende nederlaag van Napoleon in de veldslag op 18 juni 1815 bij te Quatre-Bras in de velden van Waterloo in herinnering houden, omdat ze dolblij is dat de Fransen zijn verslagen en Napoleon het veld moet ruimen, want daarmee komt ook een eind aan de ballingschap van de kasteelfamilie in Engeland. Vermoedelijk is ze nóg gelukkiger dat haar drie zoons heelhuids van het slagveld zijn teruggekeerd met de gecombineerde legers onder aanvoering van den Hertog van Wellington en Prins Blücher. Maar met der tijd laat de boswachter de zuil geruisloos uit beeld verdwijnen, totdat de brandweer in het geheim een bliksemactie uitvoert en met prikstokken in de tuin van de boswachter de zuil, die twee meter onder de grond in vier delen begraven ligt, traceert. De brokstukken worden in het holst van de nacht schielijk in veiligheid gebracht in het kasteel en na een inzameling onder de bevolking wordt de kolom in 1963 weer overeind gezet.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Gedenknaald nederlaag Napoleon te Waterloo (1815)
Langs de herdenkingsnaald volgen we oostwaarts en met de bocht naar links mee de Veenseweg tot we opnieuw op het Let de Stigterpad stuiten. We volgen het pad naar rechts en bereiken naar links de eerste huizen van Amerongen aan De Kiviet. Als we deze straat uitlopen komen we op de Koningin Wilhelminaweg, die we schuin naar rechts oversteken, en dan de route vervolgen door de Burgemeester Jonkheer Hendrik van den Boschstraat. We passeren een statig huis met rechte kroonlijst en mansardedak uit begin 19e eeuw, in 1748 door Dirk Vos gekocht om er Herberg "Het Rode Hert” te beginnen. De kinderen van Dirk Vos breiden de zaak uit en als in 1883 de tramlijn van Doorn naar Amerongen doorgetrokken wordt, breken voor de herberg gouden tijden aan. Er naast ligt wagenloods 'de Oude Remise' waar de rijtuigen in die tijd van twee kanten de loods kunnen inrijden. Aan één kant kun je nog zien waar de inrijpoort is geweest. Verderop houden we links aan en volgen de Nederstraat. Dit is een straatje met een rijk verleden getuige de opvallende pandjes die we tegenkomen. Zo zijn er de armenhuisjes, ook wel Napoleonhuisjes genoemd, die Kasteelvrouwe Margaretha Turnor in de 17de eeuw heeft laten bouwen. In 1853 komen deze huisjes in particulier bezit en tijdens een uitgebreide renovatie in de vorige eeuw zijn er bovenlichten met emblemen die betrekking hebben op de Napoleontische tijd ingezet, in deze periode zijn Franse militairen in deze huisjes ingekwartierd. Ook staat er in de buurt van de kerk een uniek rijtje 18e eeuwse woningen, omdat de grond waarop het rijtje gebouwd is nogal hoog ligt, wordt het in de volksmond het Huchie genoemd. De huisjes zijn door kunstenaars vaak vereeuwigd en Anton Pieck maakt er een tekening van die in 1987 op een kinderpostzegel is afgebeeld.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Amerongen - Nederstraat naar een tekening van Anton Pieck
Vlak voor we rechtuit de Drostestraat inwandelen, passeren we de Andrieskerk waarvan de voorganger eind 12e eeuw en begin van de 13e eeuw als Romaans tufstenen zaalkerkje is gebouwd. Als in de 15e eeuw de Utrechtse Heuvelrug geteisterd wordt door aanvallen van Gelderse troepen, raakt de kerk zwaar beschadig door brand. In de tweede helft van de 15e eeuw wordt de kerk herbouwd in een Laat-Gotische driebeukige pseudobasiliek. De oude toren blijft gehandhaafd en de drie beuken krijgen een houten tongewelf. De bouw van de nieuwe toren is na voorbeeld van de Utrechtse Dom rond 1526 gebouwd en aan beide kanten van de toren komen lage vijfhoekige uitgebouwde torentjes met stenen spitsen. In het noordelijke torentje bevindt zich de trap, het zuidelijke krijgt drie vertrekken. De toren wordt iets van de kerk afgebouwd waarmee het schip wordt verlengd. Ook wordt het oude koor vervangen door een hoger koor met stenen kruisribgewelven. Aan de noordzijde van het koor is rond 1552 de sacristie gebouwd. Tijdens de restauratie tussen 1884-1886 zijn onder leiding van architect C.J. Brink Evers het houten tongewelf van het middenschip gewijzigd. De houten trekbalken werden verwijderd en onder het houten tongewelf wordt een gestukadoord kruisribgewelf aangebracht. Ook is de preekstoel aan de koorzijde verplaatst samen met de complete dooptuin en op kosten van Graaf Bentinck is een loge gemaakt voor hem en zijn familie. Door de Drostestraat bereiken we ons vertrekpunt aan de parkeerplaats voor de ingang van Kasteel Amerongen.

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN:

- TopoKaart 1:25 000, 39E Rhenen
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 08-07-2014 door C.P.J. Aerssens