TOUR DE PUISAYE

© L.A.W.V.VIA-VIA


We lopen door Bourgondië. Niet door het Bourgondië van de goddelijke wijnen, maar door de relatief onbekende uithoek die de Puisaye heet. Een gebied van glooiende heuvels, uitgestrekte bossen, door heggen omzoomde landerijen en veel water. De Tour de Puisaye is een meerdaagse rondwandeling in het meest westelijke deel van de Puisaye. De Puisaye ligt in het departement Yonne, midden in de Bourgogne. Hier wordt een gedeelte van de 220 kilometer lange Tour de Puisaye beschreven, namelijk het stuk tussen St. Sauveur-en-Puisaye en Bléneau. Een traject van vier dagen.

De tocht "De Tour de Puisaye" is een gemarkeerde lange-afstandwandeling door een deel van de Franse Bourgogne, die uitgebreid beschreven staat in een Franstalig gidsje. De tocht voert door heuvelachtig terrein en vereist slechts een goede conditie, een paar wandelschoenen, het routeboekje en een topografische kaart.

Geen gehol en gedraaf, eerst koffie. Ons eerste café ligt in Saint Sauveur-en-Puisaye. Er is hard TL licht. De meeste boeren drinken ook koffie. Er is er maar één met een glaasje pastis. Het mooiste onderdeel van het café is het traditionele poephok op de binnenplaats. Het is nog zo'n ding waarop je hurkend je behoeftes mag doen boven een gat vol duistere bedoelingen. Toch gek met die Fransen, ze bouwen wel prachtige kathedralen, maar nergens een fatsoenlijke wc.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Saint Sauveur is de geboorteplaats van de schrijfster Colette. Haar werk is doortrokken van herinneringen aan het landleven in de Puisaye. Erg veel kan er niet veranderd zijn sinds zij er woonde; in het museum in het kasteel van Saint Sauveur staan haar oude meubels. Overal in het dorp zijn teksten geplaatst die beschrijven hoe Colette zag wat de voorbijganger nu ziet. Saint Sauveur is een vreemd mengsel van beeld en tekst geworden. Een stadje dat is opgebouwd uit woorden en stenen. 'Ik hoor bij een land dat ik verlaten heb', schreef Colette. Als ze in de Puisaye was blijven hangen had ze natuurlijk nooit zo mooi over de streek kunnen schrijven.

Voor ons geldt het omgekeerde. Wij gaan steeds meer horen bij de streek die Colette heeft verlaten. De nachten in Bourgondië kunnen koud zijn in de late herfst. Maar als de zon eenmaal op is en de mistflarden naar het rijk van de verbeelding heeft verwezen, kan het snel helder worden en aangenaam van temperatuur. Iedere dag - opnieuw werd gedurende onze tocht een wit uitgeslagen wereld getransformeerd in een fel spektakel van zon en schaduw.

De Tour de Puisaye. We zijn op weg. Het gidsje is in herdruk, maar de route staat ingetekend op onze kaart uit de Série verte, schaal 1:100.000. Meteen bij Saint Sauveur lopen we al fout. We steken het dal van de Loing dwars over in plaats van naar Moutiers te lopen. Gelukkig maar. Het is onbeschrijflijk mooi. De weg kwijtraken kan een groot genoegen zijn.

Middenin een wildernis van bomen en struiken ligt een maïsveld, in verregaande staat van verrotting. De tractor is er één keer mismoedig doorheen gereden en heeft daarna besloten om verder geen moeite te doen. De Loing haast zich derwaarts, op weg naar een afspraak met de Seine. Kraaien maken krassen op de helderheid van de dag. Aan de overkant van het dal komen we weer op de voorgeschreven route. Hoog boven de Loing gaat hij naar het zuidoosten, een stralende toekomst tegemoet. Maar soms wordt die stralende toekomst tegengehouden door een hek. De Tour de Puisaye wordt ruw onderbroken door een eigenmachtige grootgrondbezitter. We zouden om zijn land heen kunnen lopen, maar we zijn een beetje boos en besluiten ons door niets te laten tegenhouden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Na een poosje is er weer een versperring. We moeten door een veld vol koeien van het merk Charolais, die wel iets zien in vrolijke schijnaanvallen en andere opdringerige manoeuvres. Cowboys hadden paarden. Wij hebben alleen rugzakken. Daar heb je niet veel aan als er van die dartele beesten op je af komen stuiven. Als we opnieuw een hindernis zijn gepasseerd, staan we opeens bij iemand in de achtertuin en die iemand is zelf ook aanwezig. Hij heeft een dreigende houding. Het lijkt me beter hem geen verwijten te maken over het afzetten van onze route. Schaamteloos doe we ons voor als een domme Hollanders die de weg zijn kwijtgeraakt en die bovendien de betekenis van het bordje Terrain privé of Entrée interdite niet kennen. Het werkt. Iedereen in Frankrijk weet dat Holland één grote coffee-shop is, waar de bevolking zijn verstand zit weg te blowen, dus we komen overtuigend over.

De Tour de Puisaye is geen Grande Randonnée, maar een GR de Pays, gemerkt met geel-rode strepen. Soms zijn ze moeilijk te vinden. Op een gegeven moment lijkt een pijl ons duidelijk naar rechts te sturen. We volgen iets dat misschien de suggestie van een pad zou kunnen zijn, maar raken al spoedig in verwarring, omdat er wat teveel suggesties worden gedaan. Dan maar dwars door het bos. In Bourgondië levert dat bijna nooit problemen op. In de bossen, die voornamelijk uit eiken en hagebeuk bestaan, is de ondergrond zelden overwoekerd. Nu er geen geel-rode strepen meer zijn volgen we gewoon de ingevingen van het hart. Ondanks het feit dat er geen wind is ruist het bos. Het lijkt wel alsof we door een waterval van bladeren waden: ze komen allemaal tegelijk naar beneden.

Bij Sainte Colombe begaat het pad een misstap. Het weigert om ons de bron van de Loing te laten zien. We rukken ons los en staren, een kilometer verder, aandachtig in een klein gewelf waar water uit te voorschijn borrelt. Alsof Mozes er met zijn stok op de rotsen heeft geslagen. Hier welt iets op uit een onbetekenende spleet dat aldoor maar naar beneden wil en dat bereid is bergen te verzetten om dat doel te bereiken. Een doorzichtig en vormeloos element, dat door de Taoisten geprezen werd om zijn nederigheid. Bij de bron staat een plaquette, waarop de Loing in cijfers is gevangen. Zoveel kilometer lang. Een stroomdal van zoveel vierkante kilometer.

Perreuse ligt stil en verlaten op een heuveltop. In het dal onder ons ligt Entrains, dat nu slaapt in de zon, maar dat in de Romeinse tijd een belangrijke stad was, met verbindingen naar Bourges, Orléans, Auxerre en Autun. Prachtig, al die vergane glorie. Overal vind je verwijzingen naar een ver verleden. Als de stenen konden spreken zou er van de stilte van dit land weinig overblijven. Nog steeds ligt de Romeinse weg van Entrains naar Auxerre als een rechte lijn door het landschap. De Romeinen hielden van opschieten. Maar gelukkig heeft de haast deze streek allang weer verlaten. Wie haast heeft is naar Parijs vertrokken. Wat gebleven is zijn de aarde en de stenen en het water.

Aan elke wandeling gaat een andere tocht vooraf: de zoektocht naar gegevens. Heel handig zijn de kleine, goedkope gidsjes die door Deslogis-Lacoste worden uitgegeven. Elk deeltje behandelt een departement van Frankrijk. Geen steen blijft onbesproken, elke oude boom wordt genoemd. Geen enkele plundering of martelaarschap gaat onopgemerkt voorbij. Wat het gidsje niet vermeldt is de prachtige tegelvloer van het café in Treigny. Omdat het, op ons na, leeg is, zitten er geen boeren pastis te drinken. Ook het nieuwe kerkhof is nog niet beschreven. Op een enorme vlakte liggen een paar eenzame doden op gezelschap te wachten.

Vanuit Treigny kunnen we richting Saint Fargeau gaan, of kiezen voor de 'variante' over Saint Amand. Aarzelend kijken we om ons heen. Dan kiezen we voor de richting waar de minste schoten klinken. Het jachtseizoen schijnt in volle gang te zijn. Dat Sint Hubertus ons moge beschermen. Het wordt Saint Fargeau en zo komt het dat we op een bevroren morgen aan het Etang de Charmoy staan. De wolken spiegelen zich in een gat in het ijs en de zon schijnt door een gat in de wolken. Eerst word ik overweldigd door het Bacheffect en vervolgens door het Wagnergevoel. Mooier dan dit is niet mogelijk. Hier heerst de absolute schoonheid.

De Puisaye is tot de rand gevuld met meertjes en vennetjes. De meeste daarvan zijn lang geleden kunstmatig vergroot, om de visser te plezieren. Of om het kanaal van Briare van water te voorzien. Verreweg het imposantst is het Réservoir du Bourbon, 220 hectare groot. Helaas is het enigszins verpest door campings, aan het water geparkeerde auto's en de verhuur van waterfietsen. Soms kan zo'n rommelige sfeer wel vertederen, maar op dit moment zijn we niet in de juiste stemming. Het is alsof Bach en Wagner zonder nadere aankondiging vervangen zijn door hoempapa muziek.



Het monumentale kasteel van Saint Fargeau brengt me weer in hogere sferen. De Grande Mademoiselle heeft er gewoond, een nicht van Lodewijk XIV. Ze werd erheen verbannen omdat ze in de machtsstrijd aan het hof de verkeerde partij had gekozen. Persoonlijk lijkt het mij een voorrecht om naar het kasteel van Saint Fargeau te worden gestuurd.

Het stuk van Saint Fargeau naar Champoulet slaat nergens op. Op de kaart staan interessante landwegen, maar de Tour de Puisaye verkiest het om ons over het asfalt te sleuren. Waarom? De enige verklaring voor het wangedrag van het pad kan zijn dat men de burgemeester van Lavau een plezier heeft willen doen. Maar hoe mooi het plaatsje ook is, al dat gezwoeg over deels kaarsrechte wegen is het niet waard. Bij Saint Fargeau kan men beter zijn eigen richting kiezen.

Tussen Champoulet en Bléneau krijgen we in hoog tempo nog een keer de ingrediënten toegediend die de Puisaye zo aantrekkelijk maken: meertjes, bos, een riviertje (alweer de Loing), leegte. De nimfen en saters kunnen niet ver weg zijn. Soms horen we in de verte de tonen van een panfluit. We worden bevangen door een pastorale gelukzaligheid.

Een nieuw element is het kanaal van Briare. Men begon er aan in 1604 om de Loire met de Seine te verbinden. Eerst moet het water 45 meter omhoog worden getrokken, om uit het Loiredal te komen, daarna plonst het 25 meter naar beneden in de Loing. Dat laatste gebeurde door middel van zeven sluizen op een rijtje, die lijken op een kruising tussen een trap en een waterval. Tot 1880 deden ze dienst. Daarna werd er een beter bevaarbare omweg gegraven. De waterval droogde op. En van die aanblik krijgen we een verschrikkelijke dorst. Nog even en we arriveren in Bléneau. Hier nemen we uiteindelijk twee volle glazen bronwater van het merk Evian. Ze smaken naar helderheid, naar diepe geheimen en ook een beetje naar niets.


INFORMATIE

OVERNACHTEN, ETEN EN DRINKEN

Langs de route van de Tour de Puisaye liggen verschillende hotels, herbergen en gites d'étape. In Bléneau en St. Sauveur-en-Puisaye is een camping. Bléneau, St. Fargeau en Lavau bieden gîtes d'étape aan. In het boekje Guide Pratique, de vos séjours en Puisaye Forterre staat een handig overzicht van de verschillende overnachtingsmogelijkheden in de Puisaye. Het is op te vragen bij:

Comité de Développement de la Puisaye
Place de la République
89170 St. Fargeau
Tel (0033) 86 74 07 68
Fax (0033) 86 74 18 62

Winkeltjes zijn er op de route voldoende. In de wat grotere plaatsen zijn bovendien restaurants en cafés.

BESTE TIJD

Lente en herfst zijn de beste jaargetijden om de Puisaye te bezoeken. De zomers kunnen behoorlijk heet zijn, terwijl de winters soms koud zijn. In de winter is het wel vaak erg helder weer. De avonden zijn opvallend genoeg ook in de zomer aan de frisse kant.

DAGTOCHTEN

Via het Frans Verkeersbureau is beperkt informatie te verkrijgen over dag- en rondwandelingen in het gebied. In het boekje Sentiers de petite randonnée Treigny Perreuse staat een aantal dagwandelingen rond Treigny. De wandelingen zijn tussen de 4 en 12 kilometer lang. Het boekje is te verkrijgen bij:

Syndicat d'initiative de Treigny-Perreuse
89520 Treigny
tel/fax (0033) 86 74 66 33.

ADRESSEN

Frans Verkeersbureau
Prinsengracht 670
1017 KX Amsterdam
fax (020) 620 33 39
alleen schriftelijke info

Office du Tourisme Saint-Sauveur-en-Puisaye
Rue de la Roche
0033) 86 45 61 31
(alleen 's ochtends geopend)

KAARTEN

OVERZICHTSKAARTEN:

Michelin, blad 238, 1:200.000, ca f. 13,50
Michelin, blad 65, 1:200.000, ca f. 6,75. Deze kaart beslaat een kleiner gebied dan blad 238
IGN, 1:100.000, blad 27 en 28. Série verte, topokaart met hele Tour de Puisaye

TOPOKAARTEN

Voor het deel van St. Sauveur en Bléneau:
IGN, 1:25.000, blad 2520 Ouest Bléneau
IGN, 1:25.000, blad 2521 Ouest Neuvy-sur-Loire
IGN, 1:25.000, blad 2521 Est St. Fargeau
Nodig voor wie de hele Tour de Puisaye wil lopen:
IGN, 1:25.000, blad 2420 Est Chatillon-Coligny
IGN, 1:25.000, blad 2520 Est Champignelles

GIDSEN:

Tour de la Puisaye (Au Pays de Colette) uitg. FFRP, ca f. 32,50
Franstalige routebeschrijving met gedetailleerde 1:50.000 kaarten waarop de tocht staat ingetekend.

ALGEMEEN:

- ANWB Reisgids Bourgondië/Champagne, f. 33,50
- APA Insight Guide Burgundy, ca f. 45,-
- Dominicus Bourgogne/Champagne, f. 32,90
- Michelin Bourgogne/Morvan, f. 26,50
- Michelin Burgundy/Jura, ca. f. 29,75. Engelstalige gids

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-01-2001 door C.P.J. Aerssens